LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad
Vrijdag 23 Juni 19*
MUZIEK.
RECHTZAKEN.
KUNST EN LETTEREN.
„BABY"
,DE MUMMIE"
8URSUM CORDA.
In den a capella-zang ligt de schoonste
taak en tevens de grootste opgave van de
koorvereeniging. Hier kan, muzikaal, het
hoogste worden bereikt met betrekkelijk
geringe middelen Met geen andere midde
len, dan de kostelijke gave van den zang,
die in rijken overvloed over het mensch-
dom ls uitgedeeld. En deze, naar mensche-
lijke maatschappelijke geaardheid, tot
samenzang verheven door een klein wei-
nigje discipline. Ziedaar alles. In dit
kleine bestek bewegen zich onbegrensde
mogelijkheden. Van sensueelen klank zoo
wel als van geestelijke kracht van uit
drukking. In sonoriteit van toon tart het
koor elk ander apparaat. Zijn expressief
vermogen ligt in het instrument dat
louter natuur is. Met geringe middelen
veel te kunnen bereiken is een troostrijke
gedachte. Maar misleidend voor wie zou
meenen dat dit mogelijk zou zijn zonder
Inspanning en zonder oefening. Een een
voudig lied vierstemmig te zingen, zóó
dat het den hoorder Iets zegt, is reeds een
technische prestatie.
..Sursum Corda". dat zich in den loop
der jaren onder de gunstigste voorwaar
den op de beoefening van den onbegelei-
den koorzang heeft toegelegd, steeds zich
stellende onder de best denkbare leiding,
heeft hierin resultaten bereikt, die opmer
kelijk zijn. Dat ls gisteravond weer geble
ken bij de uitvoering in de Hooglandsche
Kerk, ideale plaats om kerkelijke muziek
van statlgen gang ten gehoore te bren
gen. Prachtig klonken de door Hubert
Cuypers gezette Psalm 84 en de indruk
wekkende Improperia van Palestrina. In
hoogen graad van toonverzorging en
dynamische schakeering ruischten ze door
de gewelven van de kathedraal: roerend
eenvoudig, hevig imponeerend. Hierin
vooral komt de galm der ruimte de muziek
ten goede, de muziek die voor de groote
Gothische kerk is gedacht. Daar waar ze
een bewegelijker karakter toont, loopt het
geluid spoedig gevaar te verdoezelen. Dat
was reeds min of meer het eev-al in de
drie Engelsche kerkliederen. Maar in het
vlugge tempo van het slotnummer ..Es
mussen sich freuen und fröhltch sein", liep
ol wat figuratie was vTijwel in elkaar. Deze
is niet bestand tegen den langen kerk
galm.
Voor de drie Hymns, mood klonk het in
onze concerten nog ongewone Engelsch,
zijn we bijzonder erkentelijk evenals voor
de drie stemmingsvolle Regentjes. Ook
hierin heeft S. C. voortreffelijken koor
zang doen hooren. Een enkel moment
spronven de tenoren even uit den bard.
Jaap Stotijn heeft hobo ecspeeld. Eerst
een sonate van Teleman Bach's tijdge
noot Met, de latere, volkomen gerechtvaar
digde waardeering voor Bach, schijnt men
in de verwaarloozing van Teleman wel wat
al te grondig te werk te zijn gegaan. Deze
hobosonate bevat zeer veel moois en de
uitgave, door niemand minder dan Max
Selffert. schijnt volkomen gerechtvaar
digd. Stotijns tweede nummer was een
concertius van George Guilhaud. Als com
positiekind van zijn tijd tachtiger jaren)
met de nietszeggende breedsprakigheid,
het slotdeel toch wel aardig en fleurig Ja,
zooais Stotijn dat speelt dan wordt het
nóg mooi. Zijn toon zonder megr, zoo vo
lumineus. zoo massief en toch ook zoo teer.
boeit in die mate. dat men al het andere
zou over 't hoofd zien. Dit weergaloos
fraaie hobospel is een bijzondere genieting
geworden
Anton van der Horst heeft op het orgel
een oude suite gespeeld van Clérambault,
uit den Franschen grooten tijd, die min
of meer evenwijdig loopt met dien aan de
overzijde van den Rijn Uit die oude Fran-
sche doos is nog wel het een en ander op
te diepen, dat de moeite waard is. Deze
suite blijkt een mooi stukje polyphonie te
zijn, met karakteristieke teekening. Knap,
zooals Van der Horst op het hoogst onvol
komen instrument, er toch nog indruk mee
maakte. Knap ook de begeleiding van den
hoboïst. Niet het minst, als men bedenkt
dat het orgel een halven toon te laag staat
en daardoor transpositie eischt.
De kerk was flink bezet Hadden we in
plaats van in de kerk. in de concertzaal
gezeten, de uitvoerenden koor direc
teur. en solisten zouden luid appaus
hebben geoogst. Houden ze zich thans
overtuigd van een stillen maar warmen
dank.
DE MOORD OP „BLONDE MIEN".
Twee jaar geëischt.
Gisteren stond voor de Rotterdamsche
rechtbank terecht, de 20-jarige handels-
matroos H. R. H. uit Hamburg als ver
dacht' van den moord op de publieke
vrouw W. Erisman, bekend als „Blonde
Mien". Deze moord, die in den nacht van
17 op 18 Sept. j.l. plaats vond, in de wo
ning van de vrouw aan den Schiedam-
schedijk, heeft destijds nogal opzien ge
baard. De Rotterdamsche politie had, na
knap speurderswerk ai vrij spoedig ver
denking tegen den opvarende van het
Duitsche stoomschip „Baldur" En toen op
1 December het schip weer in IJmuiden
binnenkwam, werd H. aan boord gear
resteerd.
Hoewel hij ontkende zijn er vrij veel
aanwijzingen die op zijn schuld wijzen,
o a. werden er voorwerpen op hem gevon
den die vermist werden uit de woning van
de vermoorde vrouw.
Er waren 21 getuigen gedagvaard, van
wie zeven deskundigen en twee getuigen
a decharge, welke echter niet verschenen
zijn. De zaak werd met gesloten deuren
behandeld.
Het O. M„ waargenomen door mr. J. C.
V. Meischke eischte, wegens mishandeling
den dood ten gevolge hebbend, een ge
vangenisstraf van twee jaren.
Verdachte werd verdedigd door mr. M.
de Groot.
Uitspraak 29 Juni.
OVERVAL OP EEN BANKLOOPER.
Verd. tot 2'/: jaar veroordeeld.
Wegens het plegen van een overval op
een banklooper van de Associatie Kassa,
gepleegd op den Singel bij de Raadhuis
straat te Amsterdam, veroordeelde de
rechtbank aldaar een werkloozen kantoor
bediende tot een gevangenisstraf van twee
en een half jaar. Het O. M. had vier jaar
gerequireerd. De overval mislukte, door
dat de looper geen oogenblik zijn tegen
woordigheid verloor. Op het moment, dat
hem de tasch met f. 56.000 aan effecten
en chèques werd ontrukt, gaf hij den aan
valler een klap op de handen, waardoor
deze zijn buit weer liet vallen en op de
vlucht sloeg.
VOOR DEN HAAGSCHEN
KANTONRECHTER.
Op zijn eigen terrein bekeurd.
Wegens overtreding van de Jachtwet
stond gistermorgen voor den Haagschen
Kantonrechter mr. Polak terecht P. J. van
Z.van N„ te Wassenaar. Hem was ten
laste gelegd, dat hij: le. wild had opge
spoord, en 2e. zich hiervoor bediend had
van een kunstlicht.
De verbalisant, een politiebeambte van
de gemeente Wassenaar, verklaarde, dat
hij den 9den Januari j.l. 's avonds laat
langs het landgoed Duinrell komend, ge
weerschoten hoorde. Daar één der drie
hekken van het landgoed openstond, be
gaf de agent zich naar binnen. Op een
zandweg komend, zag hij een auto in de
karresporen staan, waarvan de koplichten
als kunstlicht voor het opsporen van wild
dienst deden.
De agent verschool zich achter een boom,
maar door het felle licht van de auto kon
hij niet nauwkeurig zien van waar de
schoten, die hij hoorde, kwamen, en aan
wien het geweer behoorde.
Toen de auto later weg wilde rijden,
sprong de agent op het pad en riep: Halt,
politie! De bestuurder voldeed echter niet
aan dit bevel. De agent hoorde iemand in
de auto roepen: rijd door, rijd door! en
even later: Nu links af naar het weiland,
daar zitten ook konijnen.
De agent volgde op de fiets de auto; hij
nam het nummer op, en op de plvats
waar de auto stopte, achtervolgde hij een,
in het kreupelhout verdwijnende man, die
in het bezit was van een geweer. Hij riep
den man toe: Mijnheer de Graaf, blijf
staan! Politie!
Kantonrechter: Hoe wist U, dat het de
graaf was?
Verbalisant: Dat vermoedde ik.
De agent kon echter den voortvluchtige
niet meer achterhalen in het donker.
Het autonummer stond evenwel op naam
van Baronesse v. P.. de schoonmoeder van
verdachte.
Den volgenden dag begaf de agent zich
naar de woonplaats van verdachte. Deze
bekende den vorigen dag met een geweer
op konijnen gejaagd te hebben op zijn
eigen terrein, het landgoed Duinrell. Hij
had echter het hazenpad gekozen, omdat
hij een nieuw geweer had. dat hij liever
niet gekonfiskeerd zag.
Kantonrechter, tot verbalisant: Zit er
veel wild op Duinrell?
Verbalisant: Hoogstens een enkele fa-
sant, maar die zijn 's nachts toch niet te
krijgen. Verder zijn er slechts konijnen.
Kantonrechter: Dus schadelijk gedierte.
De ambtenaar vond het merkwaardigste
van deze zaak .dat verdacht zich zelf bij de
politie had beklaagd, omdat er zooveel
stroopers op zijn goed kwamen. Hij ver
zicht de politie een oogje in 't zeil te hou
den. En wie is de eerste, die voor het stroo
pen een bekeuring opliep? mijnheer de
graaf zelf.
Voor het eerste feit meende de ambte
naar, dat vrijspraak moest volgen. Ver
dachte bekende op konijnen geschoten te
hebben, doch dit is slechts schadelijk ge
dierte en geen wild.
Het gebruik maken van kunstlicht stond
evenwel vast. Hiervoor eischte het O.M. een
geldboete van 50 gulden, subs. 25 dagen
hechtenis.
Verdachte merkte op, dat hij eiken avond
met zijn auto over den zandweg kwam, dit
kon dan toch niet stroopen met kunstlicht
genoemd worden, daarbij komt nog, dat
het zijn eigen terrein is.
Kantonrechter: Als U geen geweer bij U
had, dan was er ook geen sprake van stroo
pen, nu echter wél.
Conform den eisch werd verdachte ver
oordeeld. (Vad.)
ZONDAGSSLUITING VAN CAFÉ's.
De kantonrechter te Middelburg heeft
overeenkomstig den eisch van het O.M.
niet verbindend verklaard de verordening
van de gemeente Serooskerke (Walcheren),
waarbij Zondagssluiting van de café's ge
last wordt. Een der caféhouders was ver-
baliseerd om een gerechtelijke uitspraak
uit te lokken.
o
MOET STRAFWERK THUIS WORDJ
GEMAAKT?
Vader, die het niet toestond, vrygesprou
Het gerechtshof te Arnhem heelt citj
ren uitspraak gedaan in de bekende w
tie over de leerplichtwet. De verdachte j
J. V.. rijkswerkman te Deventer, die j-
den kantonrechter aldaar was veroord»?
tot f 5 boete subs. 3 dagen hechtenis
De onderwijzer had aan het kind J
verdachte strafwerk gegeven om thuis 1
maken. Verdachte wilde dat thuis rl
hebben. Toen het kind zonder het strati
werk den volgenden dag op school k*at
zond de onderwijzer het weg. Evenzoo e
het de volgende dagen. Tenslotte wol
tegen den vader proces-verbaal optd
maakt wegens overtreding der Leerplicht!
wet.
De verdachte was tegen het vonnis vil
den kantonrechter in hooger beroep -J
gaan. met het gevolg, dat ook de rechtiyj
te Zutphen hem strafbaar achtte Tc*
kwam hij in cassatie en de Hooge r-,L
verwees de zaak naar het Arnhemsche M
Dit Hof heeft thans den verdachte vrijtJ
sproken.
NOODLOTTIGE TWIST NA KAARTSP0
Tien maanden.
De Amsterdamsche rechtbank veroor-l
deelde een 22-jarigen schoenmaker wegenJ
doodslag op zijn zwager, conform deaf
eisch tot een gevangenisstraf van t:tj|
maanden.
Op 19 Maart van dit jaar ontstond eej
hevige ruzie tusschen den heer des huiz
en zijn bezoekers. Hij gedroeg zich als eer.L
dolleman. Zijn zwager, de schoenmaker!
poogde hem te kalmeeren en greep heil
vast. Eenige oogenblikken later zakte ce|
man ineen, het bleek dat hij een messteei
in de borst had gekregen.
De schoenmaker beriep zich voor del
rechtbank op noodweer. Zijn zwager was|
dreigend op hem afgestormd. Hij had hem
toen met zijn mes in den arm willen ste
ken. De rechtbank stelde den man. die is
voorarrest zat in vriiheid; in haar vom
verwierp zij echter het beroep op nood-|
weer.
FRITZ HIRSCH TE PARIJS.
Het gezelschap Fritz Hirsch heel: te I
Parijs met ..Dreimaderlhaus" van Schu-l
bert met Richard Tauber in de hoofdrol
een eclatant succes.
HERINNERINGEN VAN EEN REGISSEUR.
„De techniek heeft voortgang gemaakt,
waarvan niemand ooit had kunnen droo-
men", zegt Robert Z. Leonard, de bekende
Metro Goldwyn Mayer regisseur, die reeds
sinds 1909 in Californiè werkzaam is.
„Maar de eigenlijke methode om een ver
haal te verfilmen is niet veel veranderd."
In die dagen, toen Leonard zijn loop
baan begon, maakte men een film per dag.
De eerste „studio" aan de kust van den
Stillen Oceaan was eigenlijk niet veel
meer dan een verzamelpunt vanwaar men
op een zonnige morgen vertrok om een
cén-acter te maken.
,,'s Morgens" vertelt hij, „maakten wij
verschillende scènes van Indianen, die
nagejaagd werden en 's middags lieten
wij de menschen zich verkleeden en op
nieuw schminken om scènes op te nemen
van cowboys, die achter Indianen aan
reden. 's Avonds werd een geschiedenis in
elkaar gedraaid en den volgenden dag op
genomen. De meeste regisseurs hadden de
gewoonte hun manchetten als notitieboek
te gebruiken en die waren juist groot ge
noeg om het geheele manuscript te be
vatten.
„Ik ben begonnen als acteur en ik her
inner mij nog den dag, dat ik den vader
van Howard Bosworth speelde, zijn zoon
en zijn medeminnaar en dat allemaal voor
één film. Een ander pak, een snor of een
baard was voldoende voor de verandering.
Annv undra in de vermakelijke film
„Baby", die deze week hier wordt
vertoond.
Het was eigenlijk toevallig, dat ik regis
seur geworden ben. Gedurende een op
name brak Otis Turner, de regisseur, zijn
enkel. Ik nam zijn plaats in en het regis-
seeren beviel mij zoo goed, dat ik daarmee
bleef doorgaan en het spel er aan gaf.
In het begin maakten wij alle scènes
bulten en gebruikten alleen het zonlicht.
Van tijd tot tijd werden de decors een
beetje verplaatst om zeker te zijn, dat er
niet te veel schaduwen waren
Onder de vele artisten met wie Robert
Z. Leonard samenwerkte in de ongeveer
driehonderd films, die onder zijn regie
tot stand kwamen zijn:
Margarita Fischer. Tom Santschi, Cleo
Madison Ford Sterling, Roscoe Arbuckle,
Mae Busch. Ella Hall, Pauline Starke,
Charles Ray en in den laatsten tijd Ma
rion Davies. Greta Garbo. Norma Shearer,
Clark Gable, Ramon Novarro, William
Haines. Marie Dressier. Robert Montgo
mery. Leslie Howard. Mae Murray, Nils
Asther. Corinne Griffith. Claire Windsor.
Lew Cody. Aileen Pringle. Conrad Nagel,
Renee Adoree. Jetta Goudal Lewis Stone.
Rod la Roque, Chester Morris, James
Gleason, Polly Moran, Richard Bennett.
„De techniek is veel verbeterd", zegt
Leonard, „maar de films zijn nog steeds
een middel tot ontspanning en als zoo
danig moeten zij gemaakt worden volgens
hetzelfde principe van de oude één-acters.
Er moet actie in zijn en een stijgende lijn.
Vroeger was het begin meestal een paar
cowboys die Indianen nareden, die de
heldin van het verhaal ontvoerden en in
de laatste scène hield de held de heldin
in zijn armen. In bijna iedere succesfilm
van heden vinden wij nog dit zelfde prin
cipe terug, want dat is wat het publiek
wil zien Zelfs al heeft men in verband
met een kleine wijziging in de publieke
smaak den vroegeren cowboy in een mo
dern colbertje gestoken en de heldin in
een allerlaatste creatie van Adrian
VAN „LEVEND RAD" TOT GELUIDSFILM.
Toen de Weensche professor Simon
Stampfer in het. begin van 1833 het eerste
z.g. „levende rad" of, zooals hij het be
titelde .de stroboscoop", construeerde, ge
loofde hij met dit apparaat, dat inderdaad
levende beelden opwekte, iets nieuws te
hebben uitgevonden! In werkelijkheid
kende men echter al de z.g. beweegbare
beelden primitieve voorloopers van het
huidige filmband reeds lang voor de
uitvinding van het „levende rad" want
we vinden in het 90 jaar v. Christus
verschenen boek van den Romeinschen
geleerde Titus Lucretius Carus de vol
gende hoogst interessante passage:
„Verwonder je er overigens niet over,
dat beelden zich schijnen te bewegen,
naar regelmaat de ledematen schijnen
te gebruiken, namelijk, wanneer een
beeld verdwijnt, dan komt daarvoor in
de plaats een nieuw beeld in anderen
stand en verandert daardoor het gebaar;
want het is te begrijpen, dat de ver
wisseling snel moet worden voltrokken".
Stond niet onomstootelijk vast, dat deze
regels inderdaad een eeuw voor het be
gin onzer jaartelling geschreven werden,
dan zou men kunnen aannemen, dat een
kenner der huidige cinematografie zich
den scherts zou hebben veroorloofd, het
technische principe van de moderne film
in hexameters vast te leggen Ben Akiba
heeft echter wederom gelijk: „er is niets
nieuws onder de zon."
Wat nu het „levende rad" van Stampfer
betreft, in de annalen van het Weensche
patentenbureau, waar de professor op
7 Mei 1833 zijn uitvinding deponeerde, is
ongeveer het volgende genoteerd:
„Het principe, waarbij dit apparaat is
opebouwd, bestaat daarin, dat de een
of andere beweging in een doelmatig
aantal momenten ls verdeeld en deze
met groote snelheid aan het oog worden
getoond. Het eenvoudigste is, de af
beeldingen op bordpapier te teekenen
en ze op een schijf te bevestigen, Aan
de peripheric bevinden zich gaten in
overeenstemming met het aantal beel
den, dat gedacht is om te worden ver
toond. Wordt nu de schijf voor een spie
gel snel om zijn as gedraaid, dan zullen
de levende beelden in den spiegel ont
staan".
Reeds 19 jaar later gelukt het den Oos-
tenrijkschen oflicier Franz Freiherr v.
Uchatius de eerste „levende lichtbeelden"
op een wand te projecteeren Uchatius
had het levende rad van Stampfer in zoo
verre vervolmaakt, dat hij de beelden
transparant maakte en in verbinding met
een z.g. „laterna magica" door snelle
draaiing van de schijf in de donker-
gemaakte ruimte op een wand wierp. De
gebeurtenissen op de beelden zijn nu wer
kelijk op natuurlijke wijze levendig, een
in knalgas gloeiende cylinder van kalk
zorgt voor voldoende belichting. De grond
slagen voor een regelrechte bioscoopvoor
stelling zijn in den meest uitgebreiden zin
des woords gelegd.
Het was jammer, dat Uchatius alleen
maar een ijverig uitvinder was, doch geen
handig zakenman. Hij overzag de draag
wijdte van zijn uitvinding niet, anders
zou het ondenkbaar zijn, waarom hij het
op dusdanige wijze vervolmaakte levende
rad voor slechts 100 gulden aan den be
roemden goochelaar Döbler verkocht.
Döbler zag direct in, dat de zoo goedkoop
verkregen uitvinding hem belangrijke
financleele voordeelen zou opleveren, liet
een speciaal theater-apparaat bouwen en
werd zoodoende de eerste filmondernemer
en -producent ter wereld. De eerste be
weegbare beeldenreeks die deze sluwe man
op jaarmarkten en kermisterreinen ver
toonde, stelde niets minder voor dan de
„Streken van Max en Moritz" met gebruik
making van origineele teekeningen van
Wilhelm Busch. In zekeren zin is dus we
derom Wilhelm Busch de eerste trucfilm-
teekenaar ter wereld, al heeft hij de be
wegingsstudies ook niet zelf uitgevoerd.
Dat het publiek overal, waar Döbler met
zijn wonderlijk apparaat kwam, enthou
siast was behoeft wel niet uitdrukkelijk
te worden vermeld
Maar nog steeds was de cinematografie
niet op den goeden weg, tot eindelijk om
streeks 1890 de celluloidstrook voor de
fotografie dienstbaar werd gemaakt en
een nieuwe tijd voor de ontwikkeling van
de cinematografie aanbreekt. Op drie ver
schillende plaatsen ter wereld, doch onge
veer tegelijkertijd Edison in Amerika,
Lumière in Frankrijk. Skladanowsky en
Anschütz in Berlijn ondernamen noeste
werkers pogingen, om het celluloidband
voor de cinematografie te veroveren!
In 1893 begint Skladanowsky in zijn
primitieve werkplaats met den bouw san
zijn „bioscoop" reeds in 1895 vindt de
eerste openbare voorstelling in den „Win-
tergarten" plaats. Hoewel de filmstrook
meermalen afbreekt en het beeld erg flik
kert, is het succes toch geweldig. De heele
Berlijnsche pers wijdt besprekingen aan
deze sensationeele gebeurtenis. De eerste
filmcritici scherpen reeds hun pen.
Eenigen tijd later ontstaat de geluids
film, hoewel ze van korten duur is. De
cinetofoon, een primitieve combinatie van
cinematograaf en gramofoon, verhit een
oogenblik de gemoederen. Henny Porten
speelt b.v. in een dergelijke 15 M. lange
„monumentale" geluidsfilm „Lohengrin"
de rol van Elsa! Of ook de op de gramo-
foonplaat opgenomen zang van haar
stamde, is heden, ongeveer 24 jaar later,
niet meer vast te stellen.
Met den naam Henny Porten begint
overigens langzaam het starsysteem zich
in het rijk der film te vestigen. Asta Niel
sen duikt op en beheerscht als „demoni
sche vrouw" alle sensatie- en zedenfilms
van het volgende tijdperk. In 1913 komen
reeds de namen van Basserman en Harry
Piel in de filmprogramma's voor. „Conny"
Veidt en Reinhold Schiinzel volgen. In
1915 hooren we voor het eerst van Hans
Albers, die als partner van Olga Desmond
met zwaar beschilderde oogen zijn satani- i
sehe rol in „Mut und Sünde" hevig gesti- j
cuieerend „creëert".
De film raast voort in hetzelfde tempo,
van opwinding naar opwmdmg, van succes
naar nieuw succes. Gisteren nog vlakke.
stomme beelden, vandaag nog met levende
taal. morgen misschien reeds driedimensio
naal. Er bestaat zeker niets, dat fascinee-
render, maar ook niets, dat wreeder is dan
film! Geen andere uitvinding van den
modernen tijd heeft zooveel menschen des
nachts uit het niets tot in den glans der
sterren opgeheven, om ze dan weer achte
loos en zonder plausibele reden van heden
op morgen in de eeuwige duisternis der
vergetelheid te laten terugvallen.
Honderd jaar zijn een korte spanne tijds!
Desondanks was dat voldoende om uit het
primitieve „levende rad" een industrie te
doen ontstaan, die niet slechts om haar
technische outillage van groote beteekenis
is, maar wier invloed op den cultureelen
voortgang niet meer is te overzien. Onze
beschaving, onze civilisatie en zelfs onze
kunst zijn tegenwoordig zonder geluidsfilm
niet meer denkbaar.
Daar de film zoodoende een middel tot
volksverheffing zonder weerga geworden
is, mag men haar de offers, die zij ver
langt, niet al te zwaar aanrekenen.
RELIQUIEÊN OP HET STUDIOTER REIN.
Tallooze groote gebouwen hebben mee
geholpen in de geschiedenis van de we
reldberoemde fiims, maar slechts korten
tijd had men hen noodig Hun eigen glorie
is vergaan, maar de herinnering hieraan
leeft nog voort op honderden Kilometers
celluloid, die over de geheele wereld dooi
de projectie-apparaten suizen. Veel van
deze reliquieën staan er nog en bij een
wandeling over de terreinen van de Metro
Goldwyn Mayer studio's te Hollywood doe
men voor de bezoekers de visioenen van
het roemrijke verleden op.
Een van de meest bekende is waar
schijnlijk wel de straat van „De groote
Parade". Dezelfde oude huisjes, kleine
winkeltjes en tuintjes die langs de met
groote steenen geplaveide straat in deze
film stonden, kan men nog zien. Dit was
de straat waarin Renée Adorée achter de
vrachtauto aanliep, die John Gilbert naar
het front bracht.
Hoog in de lucht verheffen zich de rot
sen rondom het dal der melaatschen uit
den tijd van 3en Hur", Zij doen ons den-
Een moment uit de sensationeele Hl®
„De Mummie", waarbij men deze weet
het „griezelen" terdege kan leeren
ken aan die film, waarin Ramon Novarro I
de eerste groote triomfen van zün l00'' I
baan vierde. Deze rotsen, waartussches I
Romeinen de besmettelijke zieken op
sloten, hebben later nog dienst gedWJ
voor het olifantenkerkhof in de gr?01
Tarzan-film.
Aan de andere zijde van „Browning W;
ver" vindt men ..old Chinatown", de rin-
waarvan nu slechts een bedding van I
over is, werd genoemd naar Tod BrownW
den regisseur, die medewerkte aan -
eerste groote film van Lon Chaney.
Chineesche stad werd gebouwd voorrj„
weg naar Singapore", een van Lon tna-
ney's meest bekende films. De huisjes w
leeg. maar het geheel maakt den ii™
of de Oostersche stad ingesluimerd i
Uitgesleten steenen-trappen, groen
ouderdom, vormen den ingang van
kasteel, waar de belangrijkste deelen o
handeling van de verfilming van nu
Glyn's bekende boek „Three weeks P'
vond. Deze zelfde trappen vormden
Conrad Nagel en Aileen Pringle de ee
treden op de ladder van het SUCMSpnI)I)j I
En iets verder vindt men de „rw
Dance Hall", een ruw houten ge°"
waarin men door het dak stukken «bb
lucht ziet. Hier verfilmde men g™1
voor „Goud", een van de eerste Winsi
den regisseur Clarence Brown, die -
dien een van de meest bekende ge»"
is in Hollywood. Hier speelden d°10 1
Rio en Harry Carey in deze fi"11'
aandacht op hun spel vestigde.
Nog een eindje verder vindt n;Lnjiis
oude poort, die toegang gaf tot de
van Mimi, de heldin van „La oo (t
Door deze poort liepen John G.
Lilian Gish. „«„uit®
Deze stukken bouwwerk zijn te 9 r.
uit een tijd, lang geleden, door de
uitgang der filmtechniek als het w
gesloten van het heden. Maar gt.
konden spreken, welk een interessd.-^
luidsfilm zou men dan van hen
vervaardigen! j-<