'AT DE VROUW DRAAGT De mode in vroegere tijden. DE AVONTUREN VAN WO-WANG EN SIMMY. pUROt |74ste Jaargang LEIDSCH VOCR DE HUISVROUW. DAGBLAD, Zaterdag 3 Juni 1933 Derde Blad No. 22456 BiJ| Doorzitt Stukloopen Zonnebrand BONTE WEEFSELS beheersehen de vroege Zomcrmode. I De nieuwste mode maakt het den kun- Tfcnaars werkelijk gemakkelijk, om iets jioons te scheppen. Want zij biedt hun jor middel van de moderne weefsels een sis, die succes verzekert! ["vroeger, toen alleen het weefsel in één [leur ter beschikking stond, was het on- fctïijfeld veel gecompliceerder, eigen- lüiige effecten te verkrijgen, zoodat Haast de dwingende noodzaak bestond, jet een of andere versiersel aan te bren- daar het eenkleurige materiaal niet kendig genoeg was. De veelkleurige stof je:: echter, zijn op zichzelf reeds zóó op- illend, dat elke „vreemde" garneering terbodig is. Het getuigt zelfs van weinig lak, een bont zomerkleed nog te ver leren, uitgezonderd dan wellicht een af diende ceintuur in één klem, een kraag Icpikee, organdy of iets dergelijks- I De beste effecten moeten echter van het ^venaal zelf komen, zoodat men aan de leisels de grootste opmerkzaamheid hut te verleenen. Er zijn de meest ver- feidene soorten, zonder dat de mode daarbij in één bepaalde richting vast- Naast de kunstzinnige, stijlvolle, z.g. «metrische" ornamenten ziet men ieds weer aparte bloemenmotieven, die schoons en een bewonderenswaar- beheersching der kleurenteehniek braden. lit opmerkelijke aan de nieuwe patronen T ael het feit, dat men van de „stroo- ptieven", dus van de in één kleur ver- pelde bloemenvakken is teruggekomen en i voorkeur geeft aan een doorloopend, „tapijtachtig" patroon, dat geen groo ve. eenkleurige vlakken toont, maar een Ikomen geteekenden en gedekten indruk iakt. In dit geval wordt ondanks als 't tete, toch een decente en vooral een f ptige toonverzekerd, terwijl de vroeger 1 geliefde „stroo-motieven" altijd iets direeuwends hadden en wellicht ook wat Bestraal waren. |_Het bonte kleed, dat overal sympathie I opwekken, kan voor elke gelegenheid [ingetrokken worden en zal de draagster per alle omstandigheden er netjes uit Ten zien. Het is overigens ook buitenge- practisch, omdat men er nauwelijks i vlekje op ziet: bovendien past het in Mere omgeving. Natuurlijk komen de pte ornamenten niet slechts in zijden jollen voor op de meest smaakvolle en Jjzondere wijze, doch ook wordt het voor (e t-g. eenvoudige stoffeu gebruikt, zoodat Menwoordig juist ook buitengewoon in- pessante, bont geornamenteerde linnen wollen weefsels op den voorgrond pen, die. vooral wanneer zij met zijde kunstzijde vermengd worden grooten Pival vinden, dank zij een aparten glans- 1 Wanneer men een juist beeld wil ver- Figen van de mogelijkheden, die de [euwe bonte mode heeft, is het goed, de a bijgaande groep voorkomende ontwer- FJ nauwkeurig te bestudeeren. I Uit kleurrijk linnen heeft men het eer- F wodel gemaakt, dat met opzet een- Praig van snit en daarom juist smaak- f" 'n rijn geheel is. Er zijn plooien in, bezit korte vleugeltjes en een breeden Judlederen ceintuur met een mai kante peur. Een karakter van een mantel heeft het ogende ontwerp, waarbij over een met ®eu shawlkraag gegarneerde onderjapon bovenkleed hangt, in de vorm van een lx' breede ceintuur harmonieert met ff shawlkraag. Zulk een model v.n. voor t;!re °f zwaardere dames bestemd, kan L, ooopvallende geteekende zijdestof ge lakt worden, waarin geen felle kleuren lanwezig zyn. W kgenstelling tot de zooeven bespro- ontwerPen staat de voorlaatste tee- U t i5die Scheel op jeugd, op orlginali- kcnte .gest€ld- Men gebruikt hier de i e 'n twee kleurengroepen en wel "-nte teekening op een donker „fond" f(,i. hetzelfde dessin in een donkere w-h !ng °P een lichte basis. Men kan Bet wrn hijvoorbeeld een rood jakje. Bet Ho ronde bloemen denken, terwijl t t?fimrontier hggende kleed wit is, maar patroon toont in roode kleur. Het BeoijikyOhtstane effect is nauwelijks in I overtreffen! bi mJf0r- Paletot-omhulsels uit kleu- harmk«enaaverwerkt en men bereikt te»d ^ver een éénkleurig donker zijden laatst hletotsme-een 'r hieuw-modische cape- GRAFJES OVER DE NIEUWE MODE - mrvni CCHMCIUT^ uuurwci De lakt0. c°htrastvolle effecten. atste teekening maakt ons ver- met de elegante vrouw dat i efde heeft, daar zij precies ^Ldaarm<* elk c Japon j oogenblik een don- |Mhet""£jjgjn C3n oogenblik een zomersch 'He teeifar,! WILLY UNGAR. 88 Wiiiy ün^6)11 zi^n naar ontwerpen Niet alleen zoo maar ook zoo! iMode-caricatuur van Willy Ungar.) EEN „SCHILDERACHTIGE" KOUIJE SCHOTEL is met geringe middelen (en in geen geval duurder dan de koude schotels, die men anders opdient) met eenige handigheid gemakkelijk klaar te maken, door het pièce de miüeu samen te stellen uit sla en de zoo ontstane rug te bekronen met een op sla-blaren rustent hard ei en een met boterballetje gegarneerde tomaat. Ook de buitenkanten worden daarmee voorzien en met sla-blaren artistiek ver bonden. Het effect is buitengewoon! Het zal de huisvrouw eeren en de gasten groote vreugde bereiden! Nu is dan eindelijk - aa? de beurt die mij al zoo lang geleden om jon gens kniekousen voor een 11-jarigen vroeg. Wanneer u even een proefstukje opzet, moet u eerst eens zien hoe vast u breit. Volgens mijn methode komen er,recht gebreid 8 steken op de 2'?-M. KrlJ|t u er méér op dan heeft u te stijf gebreid en ik raad u aan in dat geval naalden no 2 te gebruiken; want dit soort kousen behoort goed soepel en los te zijn dammer tl don kere wol voor de kousen gebruikt moet ae rand een paar tinten lichter wezen, maar wel in dezelfde kleur, dus b.v. donkergrijs met licht grijze boord; donkerbruin met beige rand; voorts heeft u vier breinaalden 19. Simmy trok zoo'n vies gezicht, dat Wo-Wang riep; Zeg wat een afzichtelijke tronie trek je, je lijkt wel een oerang-oetang. Ga jij dan maar eens in die vuiligheid staan; 'ns kijken of jij dat zoo prettig zou vinden. Maar wat is daar dan eigenlijk, vroeg Wo-Wang nieuwsgierig. Hagedissen, niets dan vette, glibberige hagedissen. Maar die beesten hooren hier ook niet ln; help je me Wo-Wang? Dan zullen we die beesten weer de vrijheid geven. Samen kantelden ze de kano om en deponeerden de hagedissen weer in het water. Doch ze hadden niet op den eigenaar gerekend 20. Pas waren zij aan wal gestapt, of Wo-Wang voelde zich vastgegrepen en toen hij omkeek, stond zijn hart haast stil van schi k. Het was dezelfde oude Chinees, die zij hadden aangevaren en aan wien de boot met hagedissen ook toebehoorde. Tjonge, tjonge, wat een pech; nou, daar zou wat voor hun opzitten 1 noodig, waarvan u de dikte dus na het proeflapje bepalen kunt. Begin met de rand der kousen: zet met de lichte wol op drie naalden 76 steken op; aldus: 24 steken op één naald, 28 op de tweede en weer 24 op de 3de naald. Brei dan 8 toeren in het ribbetje 1 recht, 1 averecht en werk in den laatsten toer 2 steken tezamen om het aantal op 75 te brengen. Daarna begint u met het z.g. „moss steekpatroon"; dat is; 1 recht, 1 averecht; en verspringen in den volgenden toer, zoo dat de rechte steken op de averechte ko men en averecht op recht. Werk om de beurt 1 toer met de donkere en 1 toer met de lichte wol. In het geheel moet u 40 toeren in de „moss-steek" werken. Wan neer u aan den laatsten toer toe is, moet u in den voor- en in den achterkant van den laatsten steek breien, zoodat u dus weer 1 steek meerdert. Daarna kunt u de lichte wol afkanten; die is verder niet meer noodig. Voor de kous breit u 60 toeren lang het ribbetje: 3 recht, 1 averecht. Eindig de toeren met een averechte steek. Dit wordt dan het naadje. Vervolgens begint u te minderen voor het been door in den vol genden toer aldus te breien: 2 recht, 2 te- zamen in den achterkant der steken: brei j dan verder gewoon het ribbetje door, tot er nog 4 steken vóór het naadje overblijven dan 2 tezamen breien; 2 recht, 1 averecht. Werk daarna 4 toeren zonder minderen en dan weer een mindering toer; vier toeren zonder minderen; weer een mindering toer; ga zoo door tot u in 't geheel 4 min- 1 deringtoeren breide en er dus 68 steken overblijven. Werk dan 40 toeren op deze 68 steken of misschien wat meer of minder; die lengte moet u even passen; het is de kouslengte tot den hiel De hiel breit u op 35 steken. Plaats deze zóó, dat er 17 steken vóór en 17 na het naadje komen. Dan blijven er dus 33 steken over voor de wreef. U moet de hiel recht heen en averecht terug breien; dus niet in het ribbetje. Haal den eersten steek van eiken toer af en brei 33 toeren op die 35 steken. De laatste toer moet averecht zijn. Daarna de kleine hiel: haal den eersten steek af ieder keer als het werk wordt om gekeerd; brei dan 21 recht. 2 tezamen, omkeeren; 8 averecht. 2 averecht tezamen; omkeeren; 9 recht, 2 tezamen, omkeeren, 10 averecht; 2 averecht tezamen; omkee ren. Ga zoo door, tot alle hielsteken zijn op gebruikt en weer op één naald staan. Brei dan 10 steken terug. Neem een aparte naald; brei de over- i blijvende steken van de hiel, neem 17 ste ken langs den hiel op. en brei deze. Dit is dan de eerste naald van de toeren van den voet. Brei op de volgende naald het rib betje; dit komt op de wreef en is de tweede naald van den toer. Deze naald begint en eindigt met 2 rechb Neem met een 3de naald de 17 lussen aan den anderen kant van den hiel op, brei deze en ook de 10 overige steken van den hiel. Begin daarna aan de wreef. Brei één toer zonder min deren. De volgende: recht tot de 3 laatste steken van de eerste naald; 2 tezamen breien. 1 recht; de 2de naald het ribbetje zonder minderen; 3de naald: 1 recht; 2 tezamen door den achterkant van de ste ken; verder recht tot het einde van de naald Herhaal deze 2 toeren .tot de 1ste en de 3de naald. Samen 33 steken tellen. Ga dan 40 toeren door zonder minderen voor het midden van den voet. Naar ge lang van de gevraagde lengte van den voet kunt u hier meer of minder toeren werken. Tenslotte de teen: brei de laatste 3 steken van de eerste naald als 2 tezamen 1 recht; ga op de 2de naald niet met het ribbetje door, doch werk: 1 recht, 2 te zamen in den achterkant der steken; ver der recht tot op 3 steken na: 2 tezamen; 1 recht. Op de 3de naald: 1 recht, 2 tezamen in den achterkant der steken; recht tot het einde van den toer. Vervolgens 2 toeren zonder minderen; herhaal deze 3 toeren, tot er nog 30 steken over zijn; en brei dan de steken, van de 1ste naald op de derde- Nu begint het afkanten. Plaats beide naal den tegen elkander en brei de steken van de voorste naald met die van de achterste samen. Kant vervolgens deze steken op de gewone wijze af door 2 steken te breien en den eersten over den tweeden heen te halen. Sommige jongens klagen, dat zij pijn aan hun voet krijgen door deze wijze van afkanten. omdat er een klein randje langs den teen ontstaat Om dit te voor komen. kunt u ook de teen op de gewone wijze aanmazen. Een lezeres uit een der dorpen hier in de buurt, had verleden jaar witlc tuinmeu belen gekocht, die nu vol vlekken zitten. Natuurlijk is zij bar geschrokken en vraagt daarom aan mij om hulp en raad' U krijgt zulke vlekken uitstekend weg No. LXIX 1903. Een buitengewoon mooie najaarstailleur uit het jaar 1903 van grijsblauw laken ge maakt met marineblauw fluweelen opslagen gegarneerd De groote hoed is met struisvogelveeren gegarneerd. Een groote mof met laken geincrusteerd, voltooit dit bekoorlijke ensemble. C. C. V. met krijt; maak daar een niet te dun papje van; neem eerst met lauw water het losse stol van de meubels al en bewerk dan de gevlekte plaatsen zorgvuldig met de krijtpap, waarvan u een weinig op een schoon doekje neemt. Let goed op, dat u steeds weer een schoone punt van de doek neemt om een nieuwe vlek te bewerken; want anders maakt u het hout niet schoon, doch verplaatst u eenvoudig het vuil van dc eene plek naar het andere punt! Als de verf er af is, krijgt u het natuurlijk niet met krijt in orde; dan zit er niet anders op. dan het geheele meubel opnieuw te verven of te lakken. RECLAME. Doos 30 en 60. Tube 80 ct. Bij Apoth en Drogisten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9