De Rallye Paper van Apeldoorn - Bezoek van Bernt Balchen
4ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
De roode Vulpenhouder
Geautoriseerde vertaling naar
net Engelsdh van Molly Thynne,
door A. W. v. Ev R
..Werkelijk, ik geloof, dat zij meer van
jem houdt, dan zijzelf weet", antwoordde
Ijnthia langzaam. „Als men het haar
jou Vragen, zou zij waarschijnlijk zeggen,
fat rij haar eersten man nooit kon ver
ten, en dan zou zij denken, dat zij de
jarheid sprak, maar ik zag Sybil eens,
ten zij zich ongerust maakte over Ed-
ard, en ik weet zeker, dat zij veel meer
jan hem houdt dan de menschen den-
rr? .Ziet u, ik was toen pas met John ver-
Ppla, en ik denk, dat ik in de stemming
■as om zooiets op te merken", eindigde
M met een verlegen glans op haar geani-
'Peerd gezichtje.
HlJ knikte.
1lvi1c Beloof, dat je gelijk hebt. In elk ge-
I nne,"rouw ik °P ie intuitie."
iïn ^eerde weer tot de bestudeering van
Éfi' schoenen terug, en eenige minuten
TKV:.,eiL.jteiden stil zitten Cynthia verbrak
■et zwijgen,
ILfan was het Sybil, waar u zich bezorgd
II v,,maa merkte zij kalm op-
spr°ng op.
■nm V? me al- 200 lang ik in Engeland
r®?bezorgd over haar gemaakt".
j11) leugenachtig, maar zij viel hem
meed oogend in de rede.
„Hetgeen, waar u over tobde, en waar
van u zei, er met een buitenstaander over
te kunnen spreken, had betrekking op
Edward en Sybil Kean, is het met? Ik zal
geen onbescheiden vragen doen, oom'
Fayre, maar Sybil Is evengoed mijn vrien
din als de uwe, en het is met meer dan
billijk, dat u het mij vertelt, als zij wer
kelijk in moeilijkheid zit."
Fayre aarzelde een oogenblik. Daarna
sprak hij openhartig:
„Zooals ik al eerder zei, kan ik er je niet
over spreken. Maar dit kan ik je wel zeg
gen: er is iets, dat ik, vroeger of later, aan
Edward moet vertellen iets, dat hem
zoo nauw raakt, dat ik geloof dat hij de
zaak in den steek zou laten als hij het nu
hoorde. Ik zou alles willen doen om hem
die wetenschap te besparen, maar dat kan
ik niet. Het eenige, wat mij bezig houdt,
is, of ik gerechtigd ben het nieuws tot na
de berechting van John achter te houden.
Daarover heb ik een beslissing trachten te
nemen, en eindelijk ben ik tot een besluit
gekomen. Zoover ik zien kan, doe ik er
niemand kwaad mee, als ik het nieuws
voor mij houd, tot de zaak is afgedaan, en
ik ben nu vastbesloten, dat te doen. Maar
ik durf nauwelijks op mijn eigen oordeel
te vertrouwen".
„Weet Sybil er van, oom Fayre?"
„Goede Hemel, neen! Als zij het wist, zou
het haar dood zijn, geloof ik".
„En maakt het werkelijk geen verschil
voor haar, als u het voor u houdt, tot
John's zaak berecht is?" hield zij vol.
„Zoover ik zien kan. niet. Feitelijk zou
ik het zoo lang mogelijk voor Edward ge
heim willen houden, maar dat komt een
voudig, omdat ik er voor terugschrik, een
van hen te kwetsen. Het eind is, dat hij
het toch moet weten, maar met het oog
op de komende inspanning voor de zaak en
al het verdriet, dat hij den laatsten tijd
over Sybil gehad heeft, lijkt het mij den
slechtsten tijd hem nu slecht nieuws te
vertellen. Grey zegt dat de zaak als een
van de eerste op de lijst van het Hof van
Carlisle staat, en in het begin van de vol
gende maand zal voorkomen".
Bij de gedachte aan het gerechtelijk on
derzoek verbleekte Cynthia en klemde zij
haar handen stijf in elkaar op haar schoot,
om het beven te weer houden. Fayre vond
het het beste net te doen alsof hij de op
winding niet zag.
„Zooals ik zei", ging hij kalm voort, „be
sloot ik vannacht de zaak geheim te hou
den. Je kunt er verzekerd van zijn, dat,
wat mij betreft, er niets zal gebeuren wat
bij Edward een spaak in het wiel zal ste
ken, en als wij op hem kunnen rekenen, is
de slag half gewonnen".
Hij gaf haar eenige minuten tijd, om
zich te herstellen, en bracht haar toen
naar het huis van haar tante terug, waar
na hij langzaam naar de club terugliep.
Onderweg peinsde hij over de woorden, die
Sybil Kean het meisje op Staveley had
toegevoegd. Hij kon ze niet overeen bren
gen met haar zichtbare angst, toen zij met
hem over Leslie had gesproken. Ongetwij
feld had zij gemerkt, dat Cynthia op het
punt stond allen moed te verliezen, en had
zij gelogen, in de hoop, haar weer gerust
te stellen En toch was dat niets voor Sybil
zooals hij haar kende. Zij was de laatste,
om iemand opzettelijk met een valsche
hoop te vleien.
Hij was nog geheel van haar vervuld,
toen hij het pakje brieven opnam, dat hem
in de club wachtte, en hij kreeg een schok,
toen hij op een er van Sybil's hand-,
schrift herkende. Hij opende hem haas
tig. Er zat een gesloten enveloppe in, zon
der adres, met een brief van Sybil er om
heen, die aldus luidde:
„Beste Hatter, de bloemen waren beel
dig. Het was net iets voor jou er om te
denken. Binnen een paar dagen ben ik
van den dokter af en zal ik je persoonlijk
kunnen bedanken, ln plaats van met zoo'n
gewoon briefje, waardoor ik veel zieker
lijk dan ik werkelijk ben. Ik kom wonder
lijk gauw bij, maar het was dezen keer op
het kantje af, Hatter, en dat heeft mij tot
nadenken gebracht. Vertel het niet aan
Edward, maar ik heb een sterk voorgevoel,
dat de volgende aanval de laatste zal zijn.
Ik wou, dat je wat voor mij deed en den
ingesloten brief bij je privé-papieren op
borg. Als ik kom te sterven, voordat John
Leslie's zaak berecht is, en als hij veroor
deeld wordt, wou ik, dat je hem opende en
las, en hem dan aan Kean liet lezen. Als
John Leslie wordt vrijgesproken, of als ik
nog in leven ben aan het eind van het on
derzoek, vertrouw ik, dat je hem ongele
zen zult verbranden. Je zult wel denken,
dat ik gek ben, en in den laatsten tijd heb
ik mijzelf wel eens afgevraagd of ik het
niet werd, maar jij bent de eenige vriend,
op wiens trouw ik weet mij geheel te kun
nen verlaten. Ik weet, dat je zult doen wat
ik je verzoek, zonder iets te vragen. Goe
den dag, beste Hatter, tot ziens. Zij willen
mij niet verder laten schrijven
Sybil".
Verbaasd keek Fayre naar den brief en
zijn inhoud, toen ging hij naar de schrijf
tafel en schreef met zijn duidelijk, net
handschrift op de enveloppe: „Ingeval ik
sterf, ongelezen te verbranden".
Toen hij dit gedaan had, borg hij den
brief zorgvuldig weg in zijn zakboek bij het
kiekje, dat miss Allon hem had gegeven.
„Zij weet het", sprak hij ernstig bij zich
zelf, „en zij houdt de waarheid voor Ed
ward verborgen. Geen wonder dat de strijd
haar bijna gedood heeft!'
HOOFDSTUK XXI.
Sybil Kean's zonderlinge brief had
Fayre een gevoel van ontzetting, gepaard
aan verlichting, bezorgd. Uit den warboel
va nfeiten, die hij tevergeefs had getracht
te ontknoopen ,had tenminste één ding
zich op onverklaarbare wijze los gemaakt.
Niet alleen was lady Kean reeds op de
hoogte van het nieuws, dat hem zoo on
verwacht had bereikt een nieuws, dat
hij gaarne verre van haar had willen hou
den maar zij had het opzettelijk niet
aan haar echtgenoot verteld. Hij twijfelde
er niet aan, of de waarheid stond in den
brief, dien zij hem verzocht had, slechts in
geval van haar overlijden te openen. Ook
was het hem duidelijk, dat zij op hem
vertrouwde, om het nieuws zoo voorzichtig
mogelijk aan Kean mede te deelen. „Voor
Edward zou het geen verschil meer ma
ken", bedacht Fayre grimmig, „als hij het
eenige wezen had verloren, waarop zijn
geheele leven was samengetrokken".
(Wordt vervolgd).
jl»t: BEKENDE POOLVLIEGER de
Koor Bernt Balchen, met zijn vrouw bij
aankomst te Amsterdam.
HET DOOK H. G. W. DE GRAAF ont
worpen biljet voor het a.s. lustrumspel der
Delftsche studenten, dat met den len prijs
bekroond werd.
DE RALLYE PAPER VAN APELDOORN der Koninklijke Mili
taire Sportvereeniging. Een contróle-post bij Putten Kappel.
MATSOEOKA de vroegere gedelegeerde bij den Volkenbond,
weenend, na zijn bezoek aan de Mikado, waar hij verslag heeft
uitgebracht.
DE N ATIONALE FEESTDAG IN ROEM ENlë.
Kroonprins Michael met zijn tante, de ex-koningin van,
Griekenland, bij een feest.
WAT ER OVERBLEEF van een auto,
waarin op den Engelscheweg bij den Bosch
kortsluiting ontstond.
Prinses Juliana bij de Rallye Paper.
De Prinses volgt, staande in haar auto,
de ruiters.