'.es-vier van „De Vliet" naar Londen - Noodweer in Limburg
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Leidsche roeisters naar Engeland.
FEUILLETON.
De roode Vulpenhouder
dames-vier van de Dames Studenten Roeivereeniging „De Vliet'
rij), die als eenige- Nederlandsche ploeg zullen deelnemen
de van 714 Mei op de Theems te Londen te houden wed
strijden, bij hun vertrek van het station alhier.
HET NIEUWE DUITSCUE OPLEI
DINGSSCHIP „GORCH FOCK"
is te Hamburg te water gelaten.
DE RIJKSTE MAN TER WERELD. Do
Japansche multi-milliardair Mitsoei mot zijn
echtgenoot bij htm bezoek aan Berlijn.
1 V
NOOJMVEEK IN ZUID-LIMBURG. In Sittard en omgeving werd
Boor een wolkbreuk groote schade aangericht. Voor een der huizen
te Sittard spoelde een gedeelte van de straat weg.
DE OPENING VAN DE GENEALOGISCHE HERALDISCHE TENTOONSTELLING in het Raadsgebouw in de residentie. Groep belang
stellenden bij de opening. In het midden zittend Prins Hendrik.
dat er een vrouw in de auto zat, toen die
hem den eersten keer voorbij kwam."
„Hij liet zich daar vaag over uit en gaf
toe, dat hij de inzittenden moeilijk had
kunnen zien. Ik geloof, dat wij ons tot
Gregg moeten bepalen."
Grey overlegde een oogenblik.
„Ik weet niet zeker, of ik dat wel met u
eens ben," zei hij eindelijk. .Gregg ge
draagt zich niet als iemand, die zich
schuldig voelt. Ik verwachtte vast en
zeker, dat hij een poging tot ontvluch
ting zou doen en den boottrein zou nemen,
maar inplaats daarvan is hij openlijk
naar het adres gegaan, waar hij altijd lo
geert, als hij in de stad komt, volgens zijn
bedienden. Misschien is hij alleen maar
gekomen om advies van een advocaat te
vragen."
„Lady Cynthia is er van overtuigd, dat
die Page er bij betrokken is," gaf
Fayre toe.
„Ik geloof, dat zij gelijk heeft, en haar
veronderstelling, dat de auto op weg naar
Londen misschien aangehouden is, omdat
hij een gebroken nummerbord had, is heel
gezond. Daar kunnen we in ieder geval
navraag naar doen."
„Kan ik intusschen iets doen?
„Zeker," antwoordde Grey beslist. „Gaat
u naar sir Edward, als u kunt, en zie, of u
het gedaan kunt krijgen, dat hij met ons
beraadslaagt. Hij is een van de scherpzin
nigste mannen van Engeland, en ik zou
zijn advies zeer op prijs st^ra- Boven-
dien heeft hij persoonlijk belang bij de
zaak."
Fayre lachte.
„Hij heeft mijn leeke-pogingen niet be
paald aangemoedigd!" beklaagde hij zich.
„Eigenlijk zei hij, even voordat hij van
Staveley wegging, ronduit, dat ik mij tot
de politie moest wenden."
Grey knikte.
„Zoo oordeelt hij nu eenmaal. Als alle
knappe menschen wantrouwt hij zelfs de
bekwaamheid van beroepslieden, en ama
teurs bestaan voor hem eenvoudig niet.
Maar nu zal hij zoo niet oordeelen, denk
ik, vooral niet. als hij ziet, hoe ver wij al
gekomen zijn. Hij zal toestemmen, dat wij
nu alle reden hebben, de zaak in onze
eigen handen te houden."
„Ik zal lady Kean vanmiddag een be
zoek brengen en zien, of ik hem te spre
ken kan krijgen. Hij is zeker thuis, tenzij
zij hun week-end buiten de stad door
brengen, maar ik geloof, dat zij daar nog
niet sterk genoeg voor is."
„Elke tijd, die hij opgeeft voor een sa
menkomst, is mij goed. Als we verder ten
opzichte van Gregg niets meer ontdekken,
zal ik hem zelf trotseeren. Hij neemt mij
mijn nieuwsgierigheid misschien niet zoo
kwalijk als hij het u heeft gedaan, en als
hij een advocaat heeft geraadpleegd, zal
die hem wel te kennen hebben gegeven,
dat zijn houding niet alleen dom, maar
ook gevaarlijk is, als hij niets te verbergen
heeft."
Zij deden lang over de lunch en ook
over de koffie. Toen zij eindelijk vertrok
ken, liep Fayre langs Piccadilly en door
Green Park, en het was bijna vier uur,
toen hij Kean's huis in Westminster be
reikte.
Er stonden twee auto's voor de deur.
Blijkbaar was hij niet de eenige bezoeker,
een ontdekking, die hem eenige voldoe
ning gaf. Als er nog andere menschen
waren, zou Sybil weinig gelegenheid heb
ben, over den Draycott-moord te praten,
en zou hij misschien weg kunnen slippen
en zijn zaak met Kean kunnen afhan
delen.
Nauwelijks had hij de hand van de bel
of de deur werd geopend en zonder de
vraag af te wachten of lady Kean thuis
was, ging de butler op zij, om hem in de
hall binnen te laten.
„Sir William wacht, u, mijnheer, wilt u
maar naar boven gaan?" zei hij.
„Sir William?" herhaalde Fayre ver
baasd. „Is dit dan niet het huis van sir
Edward Kean?"
Een oogenblik keek de man verbluft,
toen zag hij zijn vergissing in.
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer, ik
hield u voor den dokter, dien de heeren
veiwachten. Lady Kean is erg ziek. De
dokters houden boven een consult. Sir Ed
ward is thuis, maar ik weet niet
„Ik zal hem nu natuurlijk niet lastig
vallen," zei Fayre haastig. „Het doet mij
veel leed. Wanneer is zij ziek geworden?"
„Mylady kreeg gisteravond een aanval
van haar hart, even nadat zij uit het
noorden was terug gekomen. De dokter
denkt, dat de reis te vermoeiend voor haar
is geweest. Wij zitten erg in angst over
haar, mijnheer!"
De man keek oprecht bedroefd, blijk
baar behoorde Syblll Kean tot degenen,
die geliefd zijn bij hun bedienden.
Fayre haalde een kaartje te voorschijn
en krabbelde er het adres van zijn club op.
„Zeg aan sir Edward, dat dit voldoende
is, om mij te bereiken, als ik van eenigen
dienst kan zijn Ik kom later terug, als er
beter nieuws is."
Toen hij de stoep afging, kwam er een
auto voorrijden, die zonder twijfel den
derden dokter bracht.
Hij was zeer bedrukt, terwijl hij lang
zaam naar zijn club terug liep. Voor het
oogenblik dacht hij in het geheel niet
meer aan de Draycott-zaak, hij kon aan
niets anders denken dan aan de Kean's,
het stille huis en het misschien vruchte-
looze consult, dat er nu gehouden werd.
Sybil Kean was een van zijn oudste vrien
dinnen in Engeland, en hij hield zeer veel
van haar. Edward kon hem soms erg op
winden, en hij was geen prettig kameraad,
omdat hij weinig gaf en niets vroeg, waar
het hun vriendschap betrof, maar Fayre
had toch altijd van hem gehouden en
hem bewonderd. Het trof hem nu voor het
eerst, dat Edward eigenlijk een eenzaam
wezen was, een man, wiens noodlot het
was, altijd alleen te moeten blijven, die te
sterk was om sympathie te vragen, en te
veel opging in zijn eigen belangen, om ze
aan te bieden. Fayre stelde hem zich voor
zooals hij alleen op de uitspraak der dok
ters wachtte, en wenschte, dat hij den
moed had gehad in zijn afzondering door
te dringen.
(Wordt vervolgd).
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelsch van Molly Thynne,
door A. W. V. E.v. R.
52)
Hij vertelde Grey, wat er gebeurd was.
„ik mag dat meisje wel," betoogde Grey
geestdrift. „Zij is heel scherpzinnig.
alL„ Leslie hnJeen, al was het
haar."
kifir heeft er niet veel van, dat we dat
«["jen, zei Fayre twijfelend. „Het schijnt
ramt at 'hj nu vrijwel op het doode
fSr„ "J1? gekomen, tenzij we er Gregg toe
dat oÏÏJ?rengen rekenschap te geven van
Wink, uur' hat hij noodig had, om van
men pV ?aar Hammonds hoeve te ko-
als hij niets wil zeggen, kunnen
hem niet toe dwingen."
verhanj? met seen mogelijkheid eenig
var p,,, z!,en tnsschen Gregg en die auto
var'Page,» zei Grey in gedachten.
°°k niet Daarvan ben ik
«Heen SL n van meening, dat Page
aJ"! maar dien weg insloeg en. toen hij
®ien k„(L 2?fllleP' weer terugging. Mis-
loof "niit i j-Lletfi gezien, maar ik ge-
men ^Ü'ft htt®- Draycott meegeno-
»en heeft naar de boerderij."
•"e landlooper scheen toch te denken,
RECLAMEVLAKTE TE HUUR. Twee kaal-
hoofdige heeren te Chicago verhuren hun kalen
schedel als reclamevlak, om op deze wijze iets te
verdienen.
DE EMIR VAN KATSINA (geheel rechts, omhoog kijkend) mot zjju zoons en klein
zoons bezichtigde de militaii*© vliegvelden tc North Weald (Engeland).