HET NACHTLICHTJE
RAADSELS.
DE CHINEESCHE WAAIER
kt opzeggen, toen men haar naar
wenen geld vroeg
f-zij aan haar huis belde, kwam
Ejgist aan. Hij hield zijn pas in, toen
la' moeder zag. En in zijn gelaat
een tugge uitdrukking, waarmede
nuw en schaamte wilde onder-
igcn samen na een weinig harte-
oeting naar binnen en de moeder
r kind niet aanzien, omdat zij
r was over hetgeen zij nu stellig
r angst wachtte zij bij de spreek-
,n haar man, tot er een patiënt
en sloop haastig naar binnen,
Hde volgende geroepen werd.
kind! Je weet toch.... dat
legde haar hand op den mond,
>ch even luisteren! En toen zeide
ifflijk bevend, wat zij gehoord had.
"kter was verbluft. Als practisch
rzag hij dadelijk den stand van
en dacht er het eerst aan. dat er
leilijkheden voor zijn zoontje uit
oortkomen. Hij was daarom niet
;ld als zijn vrouw. Maar hij werd
eeselijk kwaad! En hij wilde den
;er liefst nu dadelijk, midden in
eekuur, afstraffen. Zijn vrouw
lat al haar overredingskunst aanwen-
zij^
zou zoo verkeerd zijn, Herman, dat
Dit is geen stoutheid, dit is
aling."
ilde en zeide: „Als je hem nu
•lt en slaat, wie weet, of hij dan
lijn koppigheid dat, wat hij ge-
left, voor iets aanziet, dat men
kan doen. waarvoor je straf
en daarmede basta.Ik vind,
dat hij tot de conclusie moet
lat hij een mispas begaan heeft
stoutheid. En dat moet hij zóó
uit zichzelf!"
jf denkt dat hij dat doet?"
loof het bepaald! Hij heeft toch
:ht karakter....! Wie weet, wat
mde dingen in hem zijn omge-
Wat weten we eigenlijk van dien
Van onszelf kunnen we ons
,g herinnerenende jon-
al zoo groot, zoo volwassen ik
ers niet.maar je laat het
zoo. niet? Je doet hem niets?"
arts dacht na, hij keek zijn vrouw
in oogen spraken lang en innig
der; daarna zeide hij: „Goed,
ichten."
zal je niets tegen hem zeggen,
elijk zijn als steeds?"
ind, met een rimpel op zijn voor-
lide dr. Erlinger: „Dat is moeilijk
me. ik houd niet van oneerlijke
^Bi!'
0 oe het voor mij!"
hped clan!" Hij kuste haar. „Maar nu
B miJn patiënten behandelen
preken er nog wel over.
wouw -
iw Erlinger ging weg en van dit
)i2 blik dacht zij er alleen over, hoe zij
df zoontje den weg tot ommekeer zou
i en hem het bekennen van zijn
■emakkeliiker zou kunnen ma-
ed kon dien nacht niet in slaap
t; a. Hij wilde zichzelf inpraten, dat
ir ind iets bemerkt had en hoorde toch
n binnenste zoo duidelijk de stem
n' ijn moeder, die hem smeekte, haar
arheid te zeggen Den volgenden
ij laf hij op school voortdurend ver-
1 S antwoorden. Onder het eten was
?r M en lachte flauwtjes, toen zijn
hem vroeg, wat hem scheelde
"ij zijn huiswerk wilde gaan maken,
mevrouw Erlinger zacht: „Heb je je
ader al eten gegeven, Fredi
DMina gezegd, dat ze een beetje ge
il rundvleesch zou meebrengen, dat eet
och niet?"
1 dokter was in zijn studeerkamer,
l' zat met een boek op het balkon
kap stond dus in de helder ver-
mer geheel alleen bij zijn moe-
lar hij antwoordde niet op haar
Uj zeide alleen:
Ier!" en holde de gang in.
*d!" zeide zij met haar oogen vol
twam hij bij haar terug, ging voor
lf~Jcn en pakte haar vast met al de
JKzijner jonge armen en snikte:
her! Moeder! Ik wil hem niet meer
.?'v geld is niet van oom Gerard!
E u't vaders zak genomen
'de moeder? Kan een moeder an-
aan vergeven?!.... Toen hij bij zijn
komen, was Alfred op het
rtJ?. rt'id- Maar deze zag hem al-
■watig en verwijtend aan en zeide:
P wij. dat je zoo'n moeder hebt!
ladruk
verboden).
's Avonds als wij slapen gaan,
Steekt Marie een lichtje aan;
't Brandt zoo stil en heel den nacht
Houdt het over ons de wacht.
't Lichtje zegt: Weest maar gerust!
Heeft Moes je goênacht gekust,
Is Marie weer naar beneên,
Ik blijf hier: ik ga niet heen.
Sluit je oogjes nu maar dicht;
In de kamer straalt mijn licht
Met een glans zoo zacht en rein
Nooit kan het daar donker zijn!
(Nadruk verboden.)
HER MANNA.
RAADSELS VOOR ALLEN OM DIT TE
KIEZEN. DE GROOTEREN 4,
DE KLEINEREN 3.
Ingezonden door Bram Bavelaar.
Welke noten zijn het duurste?
II.
Ingezonden door Marius van den Anker.
Zoudt gij het weten, zeg mij dan
Welke wind vlug loopen kan?
Hl.
Ingezonden door Marietje Laterveer.
Roept een koekoek vóór Pinksteren of
fta Pinksteren?
IV.
Ingezonden door Joke van Rijnbach.
Met een k. ben ik een viervoetig dier dat
velen van jullie wel in een hok hebben,
met een t. ben ik een soort visch.
V.
Ingezonden door Lientje Keiler.
Mijn geheel van 4 lettergrepen 14 let
ters is iets dat in de kinderkrant staat.
4, 5, 7, 2, 6 is een dier met vleugels, 6,
9, 2. 3, gebruikt de schoenmaker om laar
zen van te maken, 10, 12 zit aan een
schip, 1, 13 12, 7 is een ander woord
voor onduidelijk, 1, 4, 8, zijn alle drie de
zelfde letter.
VI.
Ingezonden door Bald de Wit.
Welke plaatsen staan hier:
Heinvoden Zarodalen
VII.
Ingezonden door Mien Planjer.
Welk spreekwoord staat hier:
elev dohnen nijz dse zenah oddo.
VIII.
Ingezonden door Lien de Mooy.
Een woord van 3 lettergrepen, mtjn le
is niet leeg, mijn 2e en 3e samen is niet
vol en mijn geheel is compleet.
Heel lang geleden was hei in China het
gebruik, dat de vrouwen en dochters van
hooggeplaatste Chineezen, wanneer zij zich
op een feest vertoonden, met een masker
hun gelaat bedekten. Dit was soms, vooral
als het heel warm was. niet aangenaam.
Li-Chi. de zestienjarige dochter van een
Mandarijn, haatte dan ook het lastige ding
zóó, dat zij liever thuis bleef dan naar een
feest ging. Maar op het groote lantaarn
feest. dat jaarlijks met pracht werd ge
vierd, moest zij wel verschijnen. Reeds ge
dost in haar perzik-bloesemkleurig zijden
gewaad, smeekte zij haar vader echter
haar thuis te laten blijven. „Dat masker
zal mijn vreugde bederven!" klaagde zij.
„Neen. kind. dat gaat niet," sprak de
Mandarijn. „Wat zou de Keizer wel zeggen,
als wij zonder jou op het feest versche
nen?"
„U kunt zeggen dat ik ziek ben", zei
Li-Chi.
Doch den Keizer een leugen vertellen,
neen, dat mocht niet. En zoo verscheen dan
ook Li-Chi gemaskerd op het feest.
't Was in de feestzaal heel warm. zóó
warm, dat Li-Chi het onder haar mas
ker heel benauwd kreeg. Ongemerkt sloop
ze toen naar een onder planten verborgen
hoekje, nam het masker van haar gloeiend
warm gelaat en wuifde er zich zóó vlug
mee. dat er niets van haar gezicht te zien
was.
Daar kwamen eenige dames voorbij, die
óók een koel plekje zochten, en nauwelijks
bemerkten zjj Li-Chi's vlugge bewegingen,
of zij deden zooals zij. Losgemaakt werden
de maskers, en ook zij wuifden er zich
mee, en wel zóó lang, totdot hun gelaat
was afgekoeld. Zij waren zelfs nog onge
maskerd. toen er weer andere dames voor
bij kwamen, die dadelijk hun voorbeeld
volgden.
Maar ook de Keizer kwam weldra met
zijn zoons en eenig gevolg voorbij. Vlug
wilden toen de dames hun masker weer
voor 't gelaat binden. Doch 't was al te
laat! Reeds kwam de Keizer op hen toe en
vroeg streng: „Hoe durft gij zóó iets te
doen? Wie zijt ge, die zóó tegen de etiquet
te durft te zondigen?"
Alle dames zwegen. Alleen de zestien
jarige Li-Chi durfde te zeggen:
„Vergeef ons. Uwe Keizerlijke Majesteit!
Ons gelaat was wel niet door het masker
bedekt, doch óók niet. door het vlugge wui
ven met dit masker, te zien. En waart u
toevallig niet gekomen, dan
„Ja, 't is ook véél te warm. om hier heel
den avond met een masker te moeten loo
pen", sprak de Keizer. „Maar ik weet er
niets anders op En de étiquette schrijft
voor...."
.O, ik weet iets dat het masker kan
vervangen, en toch het gelaat kan verber
gen!" riep de oudste prins Het gewuif
met het masker zegt het mij!"
't Duurde toen niet lang meer. of hij had
eenige groote waaiers eemaakt. Deze wer
den kunstig nagemaakt en hadden ook
weldra de benauwde maskers ve-varwn.
TANTE JOH.