OE AXOLOTL.
door HANS HYAN.
Geautoriseerde vertaling van
SUZE VOS.
In den grooten winkel rook het naar
waterplanten en waterdieren een lucht
die Alfred gretig opsnoof En terwijl een
ciame watervlooien voor haar visschen
kocht, dwaalden de oogen van den gym
nasiast rusteloos rond, bekeken de gal-
zen bakken met telescoopvisschen, rustten
een poosje op de jaloersche makropoden,
om ten slotte telkens weer naar een aqua
rium terug te keeren, waarin zich eenige
lichtvleeschkeurige axolotl-salamanders
in het water bewogen. Dien daar met zijn
bijzonder dikke, straalvormige kieuwen,
den allergrootsten dien moest hij heb
ben
Nu kwam er uit de kamer naast den
winkel een bediende, die Alfred vroeg,
wat er van zijn dienst was. De gymna
siast werd vuurrood, hij stotterde en zou
het liefst weer weggeloopen zijn. Maar de
heimelijke vrees, die hem bijna weg
jaagde, hield hem aan den anderen kant
op die plaats gevangen en zijn verstand
zeide hem, dat hij hier absoluut niets te
vreezen had. Hij vroeg daarom vastbe
raden naar den prijs van den salamander.
Ofschoon hij voor eenigen tijd den prijs
aan het aquarium in het uitstalraam had
zien hangen, informeerde hij dit weer,
omdat hij voelde, dat zijn optreden daar
door zekerder zou worden
„Vijf gulden!" zeide de winkelbediende,
„de grootste daar ginds in den hoek zes!"
Alfred haalde diep adem.
„Dien wil ik hebben!"
„Hebt u een glas?" vroeg de verkooper.
De beleefdheid, waarmede hij hier be
handeld werd, gaf den knaap, die groot
en flink voor zijn twaalf jaren was, den
moed terug; hij had geen bakje, maar
als men er één wilde leenen, dan zou hij
het vandaag of morgen terugbrengen.
Alfred haalde, nu weer met hartklop
ping, zijn portemonnaie, waarin de vijf
gulden afgeteld lagen, uit zijn zak, legde
het geld neer en bevond zich even later
op straat, de blikken bus voorzichtig aan
het hengsel dragend.
Hij liep langzaam Wel had hij
den salamander al graag thuis in zijn
aquarium gehad en bekeken, maar de hei
melijke angst weerhield hem, haastig naar
huis te loopen of de bus te openen.
Plotseling bleef de knaap, als door den
bliksem getroffen, staan iemand had
hem bij zijn naam geroepenEn
daar kwam hij ook al aangerend, de
schoolkameraad, die Alfred van den an
deren kant der straat had gezien en nu
gaarne wilde weten, wat zijn vriendje in
die blikken bus had
„Het is de axolotl, ik heb jullie toch
verteld, dat ik er op mijn verjaardag een
krijg!" zeide Alfred, nu zichzelf weer vol
komen meester.
„Hè, laat hem eens zien?"
Alfred schudde zijn welgevormd hoofd,
waarvan het haar als een borstel afge
knipt was.
„Je kunt toch bij mij komen, dan zie
je 'm!"
De andere jongen hield nog een beetje
aan, eindelijk liep hij door met de woor
den: „Ik kom, hoor!Misschien nog
vandaag!"
Toen hij weg was, had Alfred hem 't
liefst weer teruggeroepen; hij voelde zich
niet op zijn gemak alleen .En opeens
kreeg hij het idee, den axolotl naar den
winkel terug te brengen en het geld er
voor het geld Hij liep terug in
de richting, waaruit hij was gekomen
Maar de man uit den aquariumwinkel zou
den salamander toch niet terugnemen
geen denken aan! Hij maakte zich al
leen maar belachelijk. En waarom
ook? Niemand wist toch, hoe hij aan het
geld was gekomen!Neen! Hij
keerde vastberaden om: hij had éénmaal
A gezegd en moest nu ook B zeggen!
Nu was het maar zaak, niets te laten
merken.en als iemand hem vroeg,
kalm en flink te antwoorden!
Zoo tegen zichzelf sprekend en zich
verontschuldigend, kwam Alfred Erlinger
voor het huis, waar hij woondeHij
ging naar binnen met een soort kramp
in de borst, een gevoel, dat hij anders al
leen had, als hij had moeten schoolblij
ven of zijn vader een slecht rapport moest
laten zienGreta, zijn zusje, deed
de deur open. „Wat heb je daar?. Och,
een axolotlEen axolotl!Moe
der! Moeder!Hij heeft een
axolotl!
Och. Mina heeft weer melk gemorst!
Zegt mopp'rend juffrouw Muis,
Die met het warme, droge weer
Maar 't allerliefst blijft thuis.
Wat Mina toch onhandig is!
Mij geeft ze veel te doen
Met oplikken! Veel liever, hoor!
Speeld' ik met d' ouden schoen,
(Nadruk verboden.)
Die in een hoek op zolder sta: )r(
Hioar lioun Violnl mof 'c F
Maar, lieve help! wat 's dat'
Hoor 'k Mina's stem! Komt zij
Och ja! Ze roept de kat!
Die likt nu alles netjes schoon
En ik krijg vast niets me
Zoo moppert juffrouw Muis nu v
Zij is ook nooit tevree!
CARLA1
Dit zeggende rende het levendige, een
paar jongere zusje door de lange gang en
alarmeerde de moeder.
Mevrouw Erlinger vroeg: „Wel, kind,
waar haal je dien vandaan?"
„Oom Gerard heeft mij het geld ge
gevenik was er toch zooeven! Hij
kostvijf gulden."
Hij zeide dit zonder te haperen, zon
der te kleuren. En toch hoorde het fijne
oor der moeder de kleine pauze, die Al
fred maakte, voordat hij den prijs noem
de. Het vriendelijke, verstandige gelaat
der nog jonge vrouw kreeg een uitdruk
king, alsof zij verwachtte meer te hooren.
Maar zij zeide geen woord. Alfred, die
haar blik voelde, ging gauw naar de eet
kamer, om, zooals hij zeide, den salaman
der in het aquarium te leggen, dat daar
voor het breede raam stondMaar
hoezeer de knaap zich ook er op ver
heugd, hoeveel hij van dit kostbare be
zit gedroomd had, thans voelde hij niets
dan een verschrikkelijke teleurstelling en
een doodelijken angst voor het oogen-
blik, waarop hij met zijn vader moest
spreken
Daar er werd gebeldhij kwam
Bevend en al zijn krachten verzamelend,
om dit sidderen te verbergen stond de
knaap voor het aquarium, waarin de
axocotl juist tusschen de slingerplanten
door den kiezelgrond bereikt had, kleine,
fijne luchtblaasjes naar de oppervlakte
van het water dringend.
Alfred hoorde, dat zijn ouders en zuster
achter hem aan in de kamer kwamen;
maar hij ontweek instinctmatig hun blik
dien hij niet dacht te kunnen verdra
gen door het staren op den salamander
„Je bent heelemaal bulten jezelf", riep
dc vader, een bekend specialist, die weinig
tijd had, om zich met zijn gezin bezig te
houden, ofschoon hij de zijnen hartelijk
liefhad, „je kan me toch wel eerst goeden
dag zeggen!"
Dit zeggende draaide de gymnasiast zich
langzaam om en ging met een ontdaan
gezicht zijn vader tegemoet.
Deze zou geen dokter hebben moeten
zijn om niet dadelijk iets geagiteerds op
het gelaat van den knaap te zien. Hij
keek even zijn vrouw aan en zeide toen
tamelijk ernstig: „Ik geloof, dat ik groot
gelijk had je dat ding niet te willen ge
ven!. Hoe kan je je over zoo iets zoo
opwinden!.... Natuurlijk kan je nu niet
goed je huiswerk maken!.... Maar dat
zeg ik je, Fred, als je daardoor de school
verwaarloost.nu, je begrijpt me?! Dus
denk daaraan!...."
„Ja, vader, ja!"
Alfred, blij, dat zijn vader zelf een ver
klaring voor zijn veranderd uiterlijk ge
vonden had, ging met de anderen aan
tafel zitten en dronk haastig een groot
glas water.
De dokter scheen nog eens aan de
kwestie te denken, want hij zeide: „Zeg
eens, oom Gerard moet toch ook op zijn
ouden dag erg veranderd zijn!.Je zegt
toch, dat de axolotl vijf gulden kost, an
ders heeft hij toch nooit meer
gulden gegeven?
En Greta, die altijd graag mej
riep dadel, .k: „Ja, ik heb ook
gulden gekregen
Maar toen viel den vader weet
ders in, dat hem interesseerde en lm
hij sprak.
Alfred kon het eten bijna niet
keel krijgen. Hij had niets gezegc|
ook niets hebben kunnen zeggen
eerste woord was hij zeker in tra:
gebarsten en had hij zijn schuif
bekennenMaar eindelijk
half twee en kon hij weggaan, nad
Hoezeer hij er naar verlangde uitl
mer te komen, gaf hij toch aan ieifl
een handDe moeder hield
oogenblik langer in de hare; hij
wat wild terugEn nauwelijks
jongen weg, of er belde een patién;
spreekuur begon en de dokter haaifij
naar zijn behandelkamer.
Mevrouw Erlinger wachtte tot Gj
weg was, daarna kleedde zij zich
verliet het huis, zonder, evenals ad
zeggen, waar zij heen ging. Zij wüpre
visite maken, die haar zeer onaaii
was bij oom Gerard, eigenlijk taib
die heel ver buiten de stad woonde
onaanzienlijk huisje. Door de deur,
op hij nog den ketting hield, «i
oude man: „Wie is daar?" En t<
haar herkend en binnengelaten hti
hij op zijn brommige wijze voon
wil je hebben? Ik heb toch zelf n
Wat is er?Mevrouw Erlinger n
zich niet aan die onaangename oni
maar vroeg, of haar jongen er
was. „Ja, dat heeft me weer geld s
„Dus u hebt het hem gegeven
Zoo onbeschrijflijk gelukkig klo:
vraag, alsof er een pak van haar ri
genomen!Maar hij, hij staart
wantrouwend aan en bromde:
lijk, één gulden, zooals altijd.,
soms niet genoeg!?"
„Dus u hebt hem niet vijf of zes n
gegeven, oom?"
De gierige man beschouwde dit
tevredenheid over zijn cadeautje
kwaad en jaagde zijn visite bijna
Mevrouw Erlinger was dit e:
aangenaam!.... Was haar op dat
blik niet alles onverschillig? Het
dat haar interesseerde, was: Waai
Alfred het geld van..daan ge
Want het andere, het vreeselijke
dat wilde zij zelfs in haar binneirij
hooren. Zij ging niet per tram naai
Zij moest tijd winnen, nadenken I
steeds met Alfred bezig t'
straten. Zij voelde, dat zij dit treutj
heim niet voor haar man mocht
gen, zelfs geen dag.En langzai
zij het raadsel oplossen: in den li
tijd had de dokter, die dikwijls s-L
strooid was, meermalen gezegd. - I
kleingeld, hetwelk hij los in zijn
stak, was weggeraakt. Mina, die er
jaren was en dikwijls bij het kleers
stelen geldstukjes gevonden en
vrouw Erlinger gegeven had, wild'
:b