Het gouden Jubileum der Leidsche Ambachtsschool. TENTOONSTELLING DE PLOEG - LEIDEN Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 29 April 1933 Derde Blad No. 22427 KERK- EN SCHOOLNIEUWS. KUNST EN LETTEREN. FINANCIEN. Steunt met Uw qaven het Leidsch Crisis-Comité. Hoe de school zich in de afgeloopen halve eeuw ontwikkelde. Het aantal leerlingen sedert de oprichting 20 maal zoo groot geworden. t Maandag 1 Mei a.s. zal het 50 jaar ge leden rijn, dat een tot ver over de grenzen der Sleutelstad bekende en hoogst nuttige inrichting van onderwijs, hier ter stede werd geopend. Wij bedoelen de Ambachts school aan den Haagweg. Eet initiatief tot de stichting van een he Ambachtsschool ging uit van de ;bazen-organisatie „Bouwkunst en hap", welke in Januari 1881 uit hare leden een commissie benoemde, ten einde de statuten en het algemeene plan tl ontwerpen en met steun der burgerij iftctische verwezenlijking dier plannen Hogelijk te maken. K®ank zij het ijverig werken dier com missie kon op 18 April 1882 de Vereeniging „De Prscüsche Ambachtsschool" worden «jjgericbt. nadat uit giften een bedrag van t.3000 was samengebracht en circa 150 Hpezetenen als lid waren toegetreden. In het eerste bestuur werden gekozen de bóeren prof. dr. J. M. van Bemmelen, voorzitter; W. A. van Lith. onder-voorzit- Ut: A. L. de Sturler, secretaris: J. Filippo. penningmeester; prof. dr. M. J. de Goeje, L.pfaas, P. Marks. H. W. F. Bakker en J. C. Timmermans, terwijl Z. K.H. Prins Alexander bereid werd gevonden het be- Bhermheerschap der vereeniging te aan- den. De grootste moeilijkheid vormde het bestuur het vinden van een pas- d gebouw, daar de financiën niet toe- en een nieuw, aan alle eischen beant- rdend gebouw in te richten, e gemeenteraad vond hiervoor een op- Jssing door een gedeelte van het voor malle Caecilia-pasthuis in de Sionsteeg «schikbaar te stellen. Als directeur was ■imiddels benoemd de heer Adr. J. van Achterberg. 9Het eerste jaar begon met 34 leerlingen: timmerlieden en 6 smeden. Door verschillende omstandigheden had de officieele ODening eerst op Maandag 2 fuli 1883 Dlaats. De voorzitter, orof. dr. J. M van Bemmelen hield bij die gelegen heid een uitvoerige rede, waarin hij een ♦verzicht gaf van de beweegredenen, welke Bidden tot de stichting der school. De toenmalige burgemeester van Leiden, Je heer L. M. de Laat de Kanter, beant- ■rnrdde deze toespraak. I Pij Koninklijk Besluit van 7 Januari 1883 werden de statuten goedgekeurd I j[ Reeds in het tweede leerjaar verloor de «chool haar koninklijken Beschermheer door het overlijden van Z.K.H. Prins Alexander van Oranje. De leergang 1885—1886 ving aan met 52 leerlingen. waardoor alle beschikbare plaatsen waren bezet en vele aanvragen om plaatsing, vooral bij de smeden, moesten worden afgewezen Op l October 1885 werd voor de eerste maal het getuigschrift uitgereikt, dat de geheele cursus met vrucht was gevolgd. Het v'el ten deel aan de timmerleerlingen I- L, Th. van Oosten en J. Verpoorten en de smidsleerlingen W. N. Cunaeus en A. vemoorten Zij konden allen direct een jrerkkring vinden op een loonbasis van 9—12 cent per uur De vele aanvragen van leerlingen om Plaatsing noodzaakten het bestuur nog twee leslokalen in te richten, waardoor de sJnogeliikheid werd geschapen ook een ver trek als meubelwerkplaats te bestemmen. 1 D^ behoefte aan uitbreiding deed zich echter in toenemende mate gevoelen, vooral ten aanzien van de opleiding der smeden. De beschikbare ruimte in het gebouw maakte evenwel iedere expansie onmogelijk, zoowel ten opzichte van de materieele middelen als wat betreft het aantal leervakken, dat nog steeds tot vier beDerkt bleef. Eindelijk, in 1891 ging de langgekoes terde wensch naar uitbreiding in vervul- Oo 5 SeDt. van dat jaar henleitten twee bestuursleden in een audiëntie bij den toenmaligen Minister van Binnenlandsche Zaken Tak van Poortvliet de toekenning Jan een jaarlijksche riikssubsiidie van x. 6000. waartegenover zij de toezeeein? «lelden een school voor hnnderd-en-7Pstig J^rhneen in vier ambachten te zullen bouwen en inrichten. Op dit verzoek werd «oor den minister goedgunstig beschikt en De tegenwoordige directeur, de heer G. E. E Kuijntjes. 's Avonds was er een feest in de Ge hoorzaal. terwijl tot besluit der festivi teiten op 27 Mei aan de leerlingen een uitstapje naai" Amsterdam werd aange boden Korten tijd daarna herdachten drie leden van het onderzend personeel hun 25-jarige onafgebroken wertaaam- Het gebouw in de Sionsteeg, waar de Ambachtsschool het eerst gevestigd was. zijn voorstel door het Parlement be krachtigd. Dank zij het edele aanbod van een warm vriend van het ambachtsonderwijs in het algemeen en van de Leidsche school in het bijzonder werd het bestuur in slaat gesteld af te zien van het aanvan kelijke voornemen om de gelden, benoo- digd voor den bouw van een nieuwe school tegen behoorlijke rente en aflossing op te nemen. Bedoeld persoon bood namelijk aan een renteloos voorschot van f. 40.000, te verstrekken met een aflossing van f.2000 'sjaars. Dit aanbod werd door het bestuur met grooten dank aanvaard. Er vormde zich een bouwcommissie, be staande uit .de heeren: Kaiser. Bonger, Filippo. Hasselbach, Van Driel en Van Achterberg welke de kosten van de' door den secretaris, den heer G. van Driel, ont worpen plannen, begrootte op ten hoogste f. 45.000. De gemeente Leiden stelde den benoo- digden grond op gemakkelijke betalings voorwaarden voor f.6000 beschikbaar, I waarna de uitvoering der bouwplannen I voor f. 37 490 werd opgedragen aan den 1 laagsten inschrijver, den heer A, P. P. I Boef te Rotterdam. I De leerlingen vervaardigden de geheele I inwendige betimmering en meubileering en voerden al het schilder- en smeedwerk uit en zoo kon, dank zij den door alle bij i den bouw betrokkenen betrachten spoed, I de nieuwe school, staande aan den Haag- i weg in het laatst van Augustus 1392 m gebruik genomen worden. In hetzelfde 1 jaar werd H. M. de Koningin-Moeder idestijds nog Koningin-Regentes! bereid gevonden het Besehermvrouwschap der vereeniging te aanvaarden. Op Maandag 3 Juli 1893 had in tegen woordigheid van vele gemeentelijke auto- riteiten, waaronder de burgemeester, de j officieele opening van het nieuwe gebouw 1 plaats, waarbij de voorzitter, prof. dr. P. J. Kaiser een uitvoerige toespraak hield, I waarin hij de ontwikkeling der school schetste, een overzicht gaf van de bereikte resultaten en hulde bracht aan allen, die op eenigerlei wijze hadden medegewerkt om de school op het huidige peil te bren gen. In het bijzonder bracht spr. hulde aan den directeur voor diens onvermoeid werken in het belang der school. Bij de opening der school bedroeg het aantal leerlingen 100, welk aantal jaar lijks toenam en daarna geruimen tijd achtereen schommelde tusschen de 140 en 150 In 1908 werd het 25-jarig bestaan der school herdacht. Deze plechtigheid vond plaats op Donderdag 30 April in de Stadsgehoorzaal heid aan de school, nJ. de directeur, de heer A. J. van Achterberg en de leeraren J. W. Verstraaten en A. H. Catin. Van zelfsprekend werden deze jubilea In den lntiemen kring van bestuur, leeraren en leerlingen gevierd. Gedurende het meer dan 25-jarig be staan der school had het vakonderwijs zich langzamerhand een waardige plaats veroverd in het plaatselijk maatschappe lijk leven. De praktijk wees uit, dat de jongelui, die met vrucht het onderwijs hadden gevolgd, een belangrijken voor sprong hadden op hen, die niet in deze omstandigheden verkeerden. En het spreekt vanzelf, dat deze laatste categorie op middelen zon om in die leemte te voor zien De nieuwe strooming ontging het be stuur niet en dit leidde in 1911 tot de opening van een avondschool voor vol wassenen. Deze eerste cursus werd van 15 Januari tot 15 Maart 1912 gedurende twee avon den per week gegeven aan timmerlieden, meubelmakers, metselaars, steenhouwers, huis-, vuur- en rijtuigsmeden, machine-, bank- en constructiewerkers, zoomede aan vormers van 20 jaar en ouder. Daar de proef volkomen slaagde, be sloot het bestuur over te gaan tot de definitieve stichting van een avondschool voor volwassenen, beoogende hen, die reeds in het vak werkzaam waren de noo- dige theoretische kennis bij te brengen, aangevuld met lessen uit de praktijk Voor het eerste officieele leerjaar meld den zich 147 deelnemers aan. die allen werden geplaatst; het volgend jaar be droeg het aantal reeds 155. Ook de dagschool mocht zich in een toenemende belangstelling verheugen, vooral de afdeeling metaalbewerking. Het bestuur besloot dan ook door den grooten houtzolder in drie vertrekken te splitsen het aantal leslokalen uit te breiden. Deze verbouwing was in den loop van 1913 ge reed en kwam voornamelijk het timmer- onderwijs ten goede. Daarnaast kwamen lokalen vrij voor de metaalbewerking en het voortgezet lager onderwijs. Dit laatste was een gevolg van de wenschen van den minister en den inspecteur van het M. O., cïie sterk aandrongen op opname van dit leervak in het programma der dagschool. Deze uitbreidingen bleken reeds na enkele jaren onvoldoende om alle leerlin gen te bergen. In 1915, toen het aantal leerlingen de tweehonderd overschreed, werd de wenschelijkheid uitgesproken van vermeerdering van het aantal les lokalen met vier en der onderwijzers met drie. Men kwam al heel gauw tot de con clusie. dat de bestaande school te klein was. Na gevoerde onderhandelingen werd van de directie der Staatsspoorwegen een I stuk grond ter grootte van circa 50 x 12 Meter aangekocht, gelegen aan de West zijde van het bestaande schoolgebouw De oorlog belette echter uitvoering der plannen. Op 6 Juni 1923 het aantal leerlingen van de dagschool had inmiddels de 300 overschreden! had de officieele opening van den nieuwbouw plaats door den mi- n'ster van Onderwijs Kunsten en Weten schappen, nu wijlen dr. J. Th. de Visser. Deze nlechtigheid ging gepaard met de feestelijke herdenking van het 40-jarig bestaan der school. De voorzitter van het bestuur, de heer A M. Touw schetste ln een uitvoerige rede den groei der school en huldigde aan het einde van zijn toespraak de heeren Van Achterberg en Verstraaten, die beiden veertig jaar aan de school verbonden waren. Hierna ging minister De Visser over tot de officieele opening. H M. de Koningin zette in letterlijken en figuurlijken zin de kroon op het werk door den voorzitter, den heer Touw te be noemen tot ridder in de orde van Oranje- Nassau In de vergadering van 29 April 1925 nam de heer Van Achterberg afscheid als directeur. In zijn plaats werd uit zestig sollici tanten met ingang van 1 Juni 1925 be noemd de heer G. E. E. Kuijntjes, voor dien directeur der Ambachtsschool te Emmen, die zich al spoedig deed kennen j als een waardig opvolger van den voor- treffelijken heer Van Achterberg. Lang heeft laatstgenoemde niet van ziin wel verdiende rust mogen genieten; 28 October 1928 nam zijn werkzaam en welbesteed j leven een einde. Het aantal avondcursussen werd in 1926 weer met twee uitgebreid, nJ. een voor landmachinisten en motordrijvers en een voor Leidsche werkloozen. i In 1929 steeg het aantal leerlingen van de dagschool weer boven de driehonderd, I terwijl dat van de avondschool nog iets grooter was. Uitbreiding van het onder wijzend personeel bleek opnieuw noodza kelijk. Op veler aandrang organiseerde het bestuur in dat jaar cursussen voor stuca- doors, voor politie-agenten in kennis van auto's en motoren, voor typografen, las- schers, rijwielherstellers, schoenmakers en in uitgebreid technisch onderwijs. In to taal volgden in 1929 niet minder dan 808 leerlingen het onderwijs aan de Am bachtsschool of daaraan verbonden cur sussen. terwijl nog ettelijke tientallen wegens gebrek aan ruimte moesten wor den afgewezen. Nadat pogingen hadden gefaald om door aankoop van het aangrenzende ter rein uitbreiding der school aan het be staande gebouw mogelijk te maken, be sloot het bestuur in 1930 aan de overzijde recht tegenover de school aan den Haag- weg een stuk grond aan te koopen, dat voldoende ruimte bood om vijf flinke les lokalen voor het practisch onderwijs te bouwen Deze uitbreiding, welke bij den aanvang van den cursus 19321933 in gebruik kon worden genomen en bij de viering van het gouden jubileum officieel zal worden ge opend gaf een aanmerkelijke verbetering. In de eerste plaats konden meer leerlin gen worden toegelaten, zoodat dat jaar zoowaar de vierhonderd werd bereikt en in de tweede plaats vonden de smeden- bankwerkers hier een betere huisvesting dan zij ooit tevoren hadden gehad. De opzet is uiterst eenvoudig; een groote, aan twee zijden afleesbare klok, aangeboden door den voorzitter, den heer Touw en een fraaie monumentale drink waterfontein geschonken door de oud- leerlingen en ontworpen en vervaardigd door den heer A. N Zekveld vormen vrij wel de eenige verslering ln deze overieens uitermate practisch ingerichte lokali teiten. Ds. JOH. RAUWS 23 JAAR ZENDINGS- DIRECTOR. Maandag 1 Mei zal het 25 jaar geleden zijn dat ds. Joh. Rauws werd benoemd tot Zendingsdirector te Oegstgeest. In deze 25 jaar is in de geschiedenis van de Neder- landsche Zending ontzaglijk veel gebeurd, ook door de medewerking van den Jubi laris. Door zijn groote werkkracht in tal van kringen en groepen heeft de jubilaris zich een reeks van vrienden verworven. Toen in 1920 ds. Rauws zijn 25-jarig ambtsjubileum als predikant herdacht, bleek reeds hoe velen met groote belang stelling en waardeering zijn werk volgden. Bovendien viel hem toen de onderschei ding te beurt om te worden benoemd tot officier in de Oranje-Nassau-orde. Op den 2en November 1874 werd ds. Rauws geboren. Hij bezocht de Prins Wil- lemschool te 's Gravenhage. het gymna sium te Delft en de Universiteit te Leiden. Den 2en Juni 1901 werd hij als predikant bevestigd te Aduard en in 1905 te Beilen, beide malen door zijn leermeester dr. van Gheel Gildemeester. In 1908 werd de pastorie verlaten door het aanvaarden der benoeming om naast wijlen dr. J W. Gun ning op te treden als director van het Nederl. Zendelinggenootschap en der Utrechtsche Zendingsvereeniging, waarbij zich in den loop der jaren een aantal andere Corporaties aansloten. De werkzaamheid van ds. Rauws in een kwart eeuw viel in een merkwaardige pe riode van ontwikkeling der samenwerking in de Zending, welke hij vrijwel van het begin af heeft medegemaakt. Met het werk is ook de werker gegroeid in geest er er varing. Steeds meer werd aan hem toe vertrouwd Als men het geheel van de werkzaamheden overziet, vraagt men zich met verwondering af hoe al deze belangen door een en den zelfden persoon behar tigd kunnen worden. Naast director van de Samenwerkende Zendingscorporaties is hij Secretaris van de Nederl. Zendings school, Secretaris van de Algemeene Zen dingsconferentie, Voorzitter van het Chr. Nat. Zendingsfeest, Secretaris van de Ver eeniging Meisjessschool te Tomohon, Secretaris van het Comité Depok en Secre taris van den Nederlandschen Zendings raad. Alle periodieken die in het Zendings bureau te Oegstgeest worden uitgegeven, staan onder leiding van den jubilaris. Er zijn ook moeilijke jaren geweest. Toen in 1917 de Zendingsschool van Rot terdam werd overgebracht naar Oegst geest waren Dominee en mevr. Rauws Laats belast met de leiding van het Inter naat van de Zendingsschool. 7 Jaren lang, van 1913 tot 1920 hebben Dominee en mevr. Rauws dit werk volgehouden. In dat zelfde tijdvak viel ook de geheele wereld oorlog met al de daarmee samenhangende moeilijkheden van voedselvoorziening en anderen aard. Wat het echtpaar Rauws in die jaren voor de Zendingsschool gedaan heeft en geweest is wordt in Zendings kringen nog steeds met groote dankbaar heid herdacht. Behalve op de reeds genoemde terreinen heeft de jubilaris zich bewogen op dat der Internationale Zendlngs-aanrakingen. Hij was een zeer trouw en geregeld bezoeker der Bremer conferenties, waar vertegen woordigers van continentale Zendingsactie om de drie jaren plegen samen te komen. Ook de groote Zendingssamenkomsten te Edenburgh in 1910 en te Jeruzalem in 1928 zagen hem als afgevaardigde van Nederland Bij het overzien van al de werkzaamheden van dezen jubilaris komt als vanzelf zijn persoonlijkheid voor ons te staan. Hij heeft zich een veelzijdige kennis en ervaring verworven, welke o.a. telken jare duidelijk aan den dag treedt in de jaarverslagen die worden saamge- steld. Ds Rauws staat met zijn kennis en ervaring met zijn groote welwillendheid steeds ieder ten dienste die zijn hulp in roept. Hij is de raadsman en helper van zeer velen geworden, die zelden tevergeefs bij hem aankloppen. Deze zelfde plaats neemt hij ook in ten opzichte van het Zendingsbureau, waar hij steeds met alle belangen van het geheele sterk uitge groeide personeel medeleeft en ieder er ten allen tijde van verzekerd kan zijn op zijn aandacht en welwillendheid een beroep te moven doen. Wij twijfelen er niet aan of velen zullen Maandag dezen jubilaris gaan gelukwen- schen. Maar al voorziet de school momenteel in de bestaande behoeften, het gesplitste onderwijs maakt den toestand alles be halve ideaal. Het oude gebouw behoeft telkens her stellingen en vernieuwingen en de toe komst zal dan cok onafwijsbaar leeren. dat eerlang een grooter en meer naar de eischen ingericht gebouw zal moeten ver rijzen Moge de Leidsche Ambachtsschool het zij in deze. doch liefst in een meer mo derne omgeving nog tal van jongelui tot zegen strekken en nog veie iaren haar goeden naam welken zij in kringen van het nijverheidsonderwijs geniet, hoog houden. Voor de feestviering zelve verwijzen wij naar het 1ste Blad. JO VINCENT MAG NIET IN DUITSCHLAND ZINGEN. Mevrouw Jo Vincent deelt mede. dat ook zij thans ernstig gedupeerd wordt door het nationalistische regime dat in Duttschland niet meer tolereert dan al leen uitingen van onvervalscht Dultscho origine. Geruimen tijd geleden kreeg mevrouw Vincent een uttnoodiging uit Berlijn om aldaar op te treden ln het kader van de Brahms-herdenklng, welk optreden gelijk zou vallen met een tweetal concerten, waarvoor de zangeres ln Londen was ge inviteerd. Daar de Londensche concerten haar meer aanlokten dan het Berlijnsclie, liet Zij Berlijn afzeggen. Daar kon niets van komen, antwoordde Berlijn, Men wil de onze befaamde zangeres nu ook eens ln de Duitsche hoofdstad hooren In Londen had zij al vaak genoeg gezongen. Mevrouw Vincent zwichtte en zegde Londen af voor Berlijn. Intusschen is er veel veranderd in Dultschland en dezer dagen heeft men Jo Vincent uit Berlijn laten weten, dat men op haar optreden aldaar geen prijs meer stelt, omdat zij een „Auslanderln" is. Als het geval niet zoo ernstig was. zou het zelfs vermakelijk zijn, wat Jo Vincent in Hamburg ondervindt. Zij heeft daar een contract voor een concert op 12 Mei. Na er reeds twee keer te zijn opgetreden, laat men haar nu weten, dat zij er niet mag terugkeeren, tenzij zij kan bewijzen, dat zij geen.. Jodin ls. BOUWMEESTERS REVUE. Komt niet meer in Leiden. Door de belangrijk hoogere kosten van de bedoeling, dat mevr. Tartaud bij het meesters Revue besloten Leiden van haar tournee te schrappen. HET NIEUWE ROTTERDAMSCHE TOONEELGEZELSCHAP. Hoewel de vorming van het Nieuwe Rot- terdamsche Tooneelgezelschap nog ln vol len pan-» is. kan de heer Joh de Meester reeds mededeelen. dat voorloonlec verbin tenissen zijn aangegaan met de heeren Paul Huf. Frits van Dtlk Hans van Meer- ten en met mej. Ank van der Moer Mevrouw Alida Tartaud-Kleln heeft ook haar medewerking toegezegd. Het ligt in de bedoeling dat mevr. artaud bij het nieuwe gezelschap de feestelijke herden king van haar OOsten verjaardag zal vieren. HET SCHOUWTOONEEL LIQUIDEERT. Men meldt uit Amsterdam aan het „Vad": Naar we vernemen, heeft de directie van Het Schouwtooneel aan B, en W. medegedeeld, dat het zijn zaken niet kan voortzetten en deze zal llquideeren. RECLAME. tot io mei JOE RAPHAEL SCHILDERIJEN HOUTSNEDEN 39 BREESTRAAT 3 EERSTE NED. MAATSCHAPPIJ VOOR Z1EKENHUISVERPLEGING. Aan het verslag der Eerste Nederland- sche Maatschappij voor Zlekenhuisverple- ging (M.V.Z.) te Gouda over 1922 ls het volgende ontleend: In vele gevallen beteekende de te beta- I len premie, hoe laag ook gesteld, een te j zwaren last, zoodat dit zijn afspiegeling vond in toenemend royement. JDat des niettemin de netto-vooruitgang van ons i premie-inkomen slechts een gering bedrag 1 beneden dien van 1931 bleef, stemt tot tevredenheid. De effectenportefeuilie waarop het vo- rige boekjaar een koersverlies van f. 13 431 moest worden geboekt, gaf thans een koers avance van f. 11.542 van welk avance een bedrag van f. 11.000 is aangewend tot vor ming van een reserve voor koersverschillen. De netto-winst bedraagt f29.928 Ver meerderd met het onverdeelde saldo a.p. is ter verdeeling beschikbaar f 30.633 De di rectie stelt voor. een reserve van f. 30.000 te vormen en f. 633 naar het nieuwe boekjaar over te brengen. DE „BIJENKORF" EN DUITSCH KAPITAAL. In de gisteren gehouden vergadering van aandeelhouders der N.V. Magazijn de ..Bijenkorf" vroeg een der aandeehouders of het inderdaad juist is dat een g-oot deel van het kapitaal der Bijenkorf" zich ln handen van Duitschers bevindt De voorzitter mr. Z. van der Bergh, merkte op. dat waar de aandeelen aati toonder luiden, het moeilUk te zeeeen ls in welke handen de aandeelen zich bevin den. Voor zoover het bestuur den toestand echter kan bennrdeelen neemt men aan dat er zich noe eeen 5 "rit der aandeelen in Dultschland bevindt Rii de ionerte uit gifte van m-eferente aan-ieeieri heeft men kunnen vaststellen dat Duitschers hierop niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9