Mijn door visschers aangebracht - Oude kloosterkelder uitgegraven De roode Vulpenhouder 74'te J* Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. OlDE KLOOSTERKELDER TE DEN BOSCH GEHEEL UITGEGRAVEN'. Het uitgraven van een ouden klooster- HEJ. VON HYENTJENS die in 1931 tot MARLENE DIETRICH in landelijke Miss Oostenrijk gekozen is, trad te Weenen in 3» f;i_ n.. u„i, r- A" kelder aan de .Zuster van de Orthenpoorfc" te den Bosch. De kelder zou dateeren uit het jaar 1100. in het huwelijk met den Hollandschen araent, m oe nieuwe mm ,,uas none Lied planter van Tcngbcrg6D. naar den roman van Hermann Sudermann. KORNWERDERZAND werd door visschers een groote mijn aange- bt. Do mijn werd per zolderschuit naar een zandbank gebracht, waar deskundigen uit den Helder haar hebben doen springen. HET MEUWE GEBOUW TAN DEN OCTROOIRAAD a-a.ii de van Alkemadelaan in de residentie nadert zijn voltooiing. ENGELSCHE FASCISTEN BIJ MUSSOLINI. Sir Oswald Mosley werd met zijn groep Engelsche fascistcnleiders door Mussolini te Rome ontvangen. Links van Mussolini sir Oswald Mosley. Daarop vloog zij de trappen op en ver dween in het huis. Fayre als een beeld van verslagenheid achterlatend. „Die drommelsche vrouwen! nep hij uit. haar volgend. Hij begaf zich naar de bibliotheek en verschanste zich achter de Times, maar het gelukte hem niet lang zich te verber gen. In minder dan vijf minuten later hoorde hij Cynthia's stem in de hall. en daarna haar vlugge, lichte st-ap, toen zij de kamer binnenkwam. HU groef zijn neus nog dieper in het hoofdartikel. Zijn stoel kraakte verontwaardigd, toen Cynthia op haar gemak op de leuning ging zitten en een smal, blank handje tusschen zijn oogen en de krant hield. ..Ik heb mijn rol goed gespeeld is het niet, oom Fayre?" murmelae zy J^ojvt. „Ik heb nooit iets gevraagd. Vindt u niet dat ik een klontje verdien?" „Wat moet ie nu weer? \roee hu, te vergeefs trachtend norsch te spreken. Als Cynthia begon te vleien, was zij dubbel ge,!vm zou u er van zeggen als wij weer in de auto wipten en naar het dorpszie kenhuis reden, wij saampjes? Als mj da delijk gaan zijn we ruim op tijd voor de th!Entemagg"ik vragen, wat je je voorstelt daaintedde°enauto blijven zitten terwijl u naar binnen gaat en den tonaoggr^g; zoekt. Och toe oom Fayre! Als uhet doet. beloof ik u, u niet te zuUenplagen.ea iets te laten vertellen, wat u voor u wilt h0,U\Vat moet ik tegen den landlooper zeg gen. als ik bij hem kom? Hij heeft ons al alles verteld, wat hij wist!" ,,Dat geloof ik niet. Ik heb bedacht, dat hij, als hij daar werkelijk al dien tijd gele gen heeft, iemand anders, die de laan op kwam, ook moet gezien hebben, en als u werkelijk denkt, dat die Page er niets te maken had, moet iemand anders naar de boerderij zijn gereden, terwijl de landloo per daar lag Hoe kwam mrs. Draycott er, als de auto van Page er haar niet bracht?" „Als je die vraag kunt beantwoorden, beste meid, heb je het geheim opgelost!" zuchtte Fayre. „Nu, maar als de landloiper het niet weet, wie weet het dan wel?" vroeg Cyn thia. „U zei, dat hij bang was en achter dochtig, en op zijn hoede voor de politie. Waarom kan hij dan niet iets hebben ach tergehouden? lie heb zoo'n idee dat. als u hem menschlievend behandelt en hem er toe krijgt, u niet als zijn vijand te be schouwen als de rest. u iets te weten zult komen. In elk geval is het de moeite waard het te probeeren. Om mij pleizier te doen, oom Fayre! Zijn been wordt al beter, en als hij eenmaal uit het zieken huis ontslagen is en in handen van de po litie, krijgt u geen kans meer hem te spre ken te krijgen!" Fayre voelde zich verteederd, maar hij deed een krachtige poging zijn gemakke lijk zitje bij den haard te behouden. „Het is een absoluut valsche hoop!" be toogde hij. „En wij loopen de kans, dat wij niet eens bij hem toegelaten worden. Je moet bedenken, dat ik er den vorigen keer met Grey was. Bovendien, voordat we de auto hebben...." „De auto staat al klaar," constateerde Cynthia kalm. „Ik bestelde ze. toen ik zoo even door de hall liep. „Ik zei, dat lk zelf zou chauffeeren. Toe, oom Fayre!" Met een zucht heesch Fayre zich uit zijn stoel. „Je bent een lastpost en een tiran, en je speelt geen eerlijk spel," klaagde hij met een glimlach, die zijn woorden weer sprak. „Maar ik denk, dat ik je Je zin wel zal moeten geven, als ik mijn thee in vrede zal willen drinken." Cynthia reed met haar gewone blijmoe dige onverschilligheid en zij kwamen in recordtijd bij de politiepost te Whitbury. Fayre had er op gestaan eerst daarheen te gaan, voor een geleidebrief. voordat ze beproefden het ziekenhuis te bestormen, en hij was blij dat hij dat gedaan had, want de inspecteur herkende Cynthia als de dochter van een vrederechter en was gaarne bereid haar te helpen „Wij hebben den man eigenlijk niet meer onder toezicht," zei hij. „De hospi taal-autoriteiten zijn best in staat zelf het oog te houden op hun patiënt. Hij kan nog niet loopen met dat been, en totdus- ver heeft nog niemand hem bezocht, be halve u en uw vriend mr. Fayre. Hij is natuurlijk nog onder verdenking, maar tien tegen een dat hij niets met den moord te maken heeft gehad." Zij reden voort naar het ziekenhuis en Fayre liet zijn geleidebrief zien, terwijl Cynthia buiten in de auto bleef. Hij vond den man in bed, terwijl hij de krant las. Zijn uiterlijk was intusschen aanmerkelijk verbeterd, wat ongetwijfeld te danken was aan het goede voedsel en zeep en water. Hij beantwoordde Fayre's vriendelijken groet met de terughouding van iemand, die geleerd heeft niemand te vertrouwen. „Ik ben blij, dat je er zoo goed uitziet!" zei Fayre. „Ik kwam hier langs en dacht, dat lk wel even naar binnen kon gaan en zien, hoe je het maakte. En ook wou lk Je bedanken." De man nam hem omzichtig op. „U hebt me nergens voor te bedanken, zoover ik weet," zei hij onwillig. „Integendeel. Je hebt mij en mijn vriend verbazend geholpen, en wij zijn je heel dankbaar. De zaak is, dat de man, dien zij in verband met dien moord op de boerderij hebben gevangen genomen, een vriend van mij is, en ik doe wat lk kan om hem te helpen Als jij er niet geweest was, zouden wij nooit op die auto zijn geko men, die jij zag. en die auto kan heel veel voor ons te beteekenen hebben. Als lk iets voor je doen kan, als je weer vrij bent, laat het mij dan maar weten. Het zal dan nog wel een poosje duren voor je weer in staat zult zijn, den weg op te gaan, zie je." De landlooper blikte weer rond als een vervolgd dier. „Ik wou bij God, dat ik weer op den weg rondliep!" barstte hij uit. „Groote kans, dat ik er nooit meer kom, geloof ik. Ik ben niet blind en niet doof. De politie heeft wat voor mij in het vet. Ik weet, waar In heen ga, als lk hier vandaan kom. En toch heb ik evenveel schuld als een pasgeboren kind!" (Wordt vervolgd). 610 V ANK A CESCO die tot Miss Italië 1933 gekozen is Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.—v. R. ..Kom, beste meid, wat een onzin!" riep jjjl verwijtend uit. „Zie je niet in, van hoé jjpote waarde het is In aanraking te ko- den eenlgen persoon, die op het 3Cr„'P yan den moord aanwezig was, al 3»t 1 dien n'e' zelf? Let we': ih zeS Jj£l; aat hij hem niet begaan heeft, maar 2~„alles, wat wij weten, kan hij den word hebben zien bedrijven, en is het in srL?ev,H ^yna onmogelijk, dat hij het «not niet heeft gehoord. Als we hem krij- dat i°u werk En dat Is van on schatbare waarde!" keek hem strak aan. JTk geloof, dat u het werkelijk meent," <an m'i"en u ket niet alleen maar zegt mij gerust te stellen." jjDe auto hield stil voor de breede trap, «En S?ar Shpote. eikenhouten deuren zich oIave]ey ie'dde, en Cynthia maakte „Bereed er uit te springen. 2012 dolgraag willen weten," ia. over haar schouder aan toe, hebt» nw grappige oude mouw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5