Werkzaamheid van Militaire belangenverenigingen. 74,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 20 April 1933 Derde Blad No. 22418 PARLEMENTAIR OVERZICHT KUNST EN LETTEREN. iiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiin Steunt, bij gelijken prijs o Reglement door minister Deckers vastgesteld voor de organisaties voor militairen beneden den rang van officier. Minister Deckers. 'Bij resolutie van den Minister van De fensie. d.d. 18 dezer is vastgesteld het plgende reglement houdende beginselen lopens de werkzaamheid van Militaire lelangenvereenigingen, toegelaten voor lilitairen beneden den rang van officier. Artikel 1 Onder een militaire jjelangen-vereeniging wordt in dit regle ment verstaan een vereeniging van mili tairen, behoorende tot het beroepsperso- neel van de zee- of de landmacht, welke zich uitsluitend of mede ten doel stelt het bevorderen of behartigen van de met de militaire positie verband houdende belan gen van haar leden. I Artikel 2 Zij, die een militaire Éelangenvereeniging wenschen op te rich ten, moeten van dit voornemen kennis geven aan den commandeerenden offi cier van de zeemacht, onderscheidenlijk den garnizoenscommandant ter plaatse waar de oprichtingsvergadering zal wor den gehouden. Dag en plaats dezer ver gadering worden hierbij opgegeven. Artikel 3 1. De werkzaamheid met ^trekking tot de in artikel 1 omschreven lelstelling van een militaire belangen- vêreenlging en van haar afdeelingen be paalt zich met inachtneming van de op ieder militair uit hoofde van zijn mili taire positie en op grond van de krijgs tucht rustende verplichtingen en onver minderd hetgeen te dien aanzien in het Reglement betreffende de krijgstucht is bepaald tot: a. het bespreken van de met de mili taire positie verband houdende belangen der leden in vergaderingen van (hoofd en afdeelings-) besturen, in afdeelings- en algemeene vergaderingen, zoomede in baar orgaan; b het kenbaar maken van met bedoelde lelangen verband houdende verzoeken en ivaren aan de bevoegde macht. 2. Onvereenigbaar met de krijgstucht is het door militaire belangenvereenigingen Verleenen van eenigerlei steun aan of het Betuigen van sympathie met gestrafte mi litairen of uit de weermacht verwijderde personen. Het lidmaatschap. I Artikel 4 1. Een militaire belan- genvereeniging mag onder welke bena ming ook, geen andere personen als lid aannemen, in haar midden hebben of aan haar werkzaamheden laten deelnemen dan meerderjarige militairen behoorende tot het beroepspersoneel en die hun eer ste opleiding hebben voltooid. 2. De vereeniging mag slechts bestaan uit één van onderstaande categorieën van pilitairen, met uitsluiting der andere: J a. onderofficieren met den rang (of ti- tulairen rang) van sergeant en hooger; b. korporaals; c. militairen, die geen rang bekleeden, Penzij de Minister van Defensie in uitzon deringsgevallen tot wederopzegging toe pergunning heeft verleend tot het samen- ikan van twee of meer categorieën in een «paalde vereeniging. 3. Het Europeesche en het Inlandsche iersoneel van de zeemacht in Neder- andsch-Indië mag niet van een en de- ielfde militaire belangenvereniging deel pltmaken. 4 Onverminderd het bepaalde in het ■Pweede lid mogen militairen, behoorende tot het wapen der Koninklijke Marechaus see of tot het korps Politietroepen, be- flhoudens uitzonderingen, door den Minister van Defensie te stellen, alleen deel uitma ken van militaire belangenvereenigingen. die uitsluitend voor militairen van dat ^►anen of dat korps open staan. I Artikel 5 Het is den tot het be- Poepspersoneel behoorenden militair ver boden zich aan te sluiten bij of op eeniger lei wijze steun te verleenen aan: a. meer dan één militaire belangenver- fceniging; I b. eenige vakvereniging van burgers: c. groepen of verenigingen van niet tot het militair beroepspersoneel behooiende Personen, die op een wijze welke den mi litair niet geoorloofd zou zijn zich be- »eie?. Pe' cie belangen van den militair. Artikel 6 1. Het (hoofd)bestuur en oe afdeelingen van een militaire belan- ?ie"veiï?eniSiog (hogen uitsluitend geves tigd zijn aan den wal. ter plaatse waar commandeerend officier der zee macht bevindt, onderscheidenlijk in de fjpumizoensplaatsen. .,'..5an boord van oorlogsvaartuigen, in ♦in» ^Zïrnes }n ^hige andere inrich- afrwfw.266" °l 'Ahdmacht mogen geen vertatS worden gevormd. Ook andere vertakkingen onder welke benaming dens 5 hiet toegelaten, behou- werk«»°"rP,0ndelltschaPPclh mits hun tot hSf uitsluitend bepaalt commanJisoro Jan £e oohtributiën en de ^mandeerende officier of andere mili- *er!eend^ toestemming daartoe heeft EERSTE KAMER. Artikel 7 De militaire belangen vereniging mag zich niet aansluiten bij eenige vakvereniging of standsorgani satie van burgers en aan zoodanige ver eeniging of organisatie geen medewer king of steun verleenen. Hetzelfde verbod geldt ten aanzien van groepen of verenigingen van niet-mili- tairen. die zich op een wijze, welke den militair niet geoorloofd zou zijn bezig hou den met de belangen van den militair Federaties of verbonden van militaire belangenvereenigingen zijn verboden. De vereeniging mag geen algemeene of bij zondere vertegenwoordigers aanstellen Artikel 8 1. Alle (hoofd- en af deelings-) bestuursleden zijn krijgstuch- telijk verantwoordelijk voor alle handelin gen. geschriften en publicaties van de vereeniging (waaronder mede begrepen 't i orgaan der vereniging), onderscheiden lijk van de betrokken afdeeling. 2. Het (hoofd)bestuur moet van elke af levering van het orgaan der vereeniging en van elk der andere van de vereeniging uitgaande publicaties drie exemplaren zenden aan den Minister van Defensie. Vergaderingen. 1. Afdeelings- of algemeene vergaderin gen mogen uitsluitend worden gehouden: a. door verenigingen van militairen, behoorende tot de Koninklijke Marine ter plaatse waar zich een commandeerend of ficier der zeemacht bevindt; b. door verenigingen van militairen be hoorende tot de Koninklijke Landmacht in de garnizoensplaatsen. 2. Vergaderingen in de open lucht, aan boord van oorlogsvaartuigen, in kazernes of in eenige andere inrichting der zee- of landmacht zijn verboden. 3. De commandeerende officieren der zeemacht en de garnizoenscommandanten zijn bevoegd tot het houden van vergade ringen in door die autoriteiten aan te wijzen gebouwen te verbieden. 4. Van elke voorgenomen afdeeiings- of algemeene vergadering moet het betrok ken afdeelings- of het hoofdbestuur ten minste driemaal 24 uur tevoren onder opgaven van dag. uur, plaats en agenda der vergadering kennis geven aan den ter plaatse, waar de vergadering zal wor den gehouden, gevestigden commandee renden officier der zeemacht, onderschei- I denlijk garnizoenscommandant, en wan- I neer het een algemeene vergadering be treft. bovendien aan den Minister van Defensie. Artikel 10 1. In vergaderingen van militaire belangenvereenigingen of afdee lingen. daarvan mogen geen voordrachten of besprekingen worden gehouden, welke buiten de doelstelling van de vereeniging vallen. 2. De commandeerende officier der zee macht, onderscheidenlijk de garnizoens commandant ter plaatse waar de verga dering wordt gehouden kan, op verzoek van het betrokken bestuur, zoo noodig j onder door hem te stellen voorwaarden, ontheffing van het in het eerste lid be doelde verbod verleenen. Artikel II De militaire belangen- vereeniging op godsdienstlgen grondslag kan zich laten bijstaan door een geeste lijk adviseur. De geestelijke adviseur heeft het recht alle vergaderingen van bestuur en leden bij te wonen. Artikel 12 1. Alle afdeelings- en algemeene vergaderingen zijn - behou dens het bepaalde in het derde en vierde lid en in de art. 11 en 14 uitsluitend toegankelijk voor leden der betrokken vereeniging. 2. Het is den leden niet vergund de in het eerste lid bedoelde vergaderingen in burgerkleeding bij te wonen. 3. De commandeerende officieren der zeemacht, onderscheidenlijk de garni zoenscommandanten zijn bevoegd elke vergadering, als bedoeld in het eerste lid, bij te wonen of door een of meer door hen aangewezen militairen te doen bijwonen. 4 Op verzoek van Bestuur kan dc Mi nister van Defensie in bijzondere gevallen ontheffing verleenen van het bepaalde in het eerste lid. Artikel 13 In de vereenigingsge- bouwen of -lokalen moet gedurende den tijd, dat deze voor militairen toegankelijk zijn, desverlangd toegang moeten worden verleend aan den betrokken commandee renden officier der zeemacht, onderschei denlijk garnizoenscommandant en aan de daartoe door die autoriteiten aangewezen militairen. 2. Alleen met toestemming van den com mandeerenden officier der zeemacht, on derscheidenlijk den garnizoenscomman dant. mogen de in het eerste lid bedoelde gebouwen of lokalen worden gebezigd 1 voor bijeenkomsten van niet-militairen. 3. In de in het eerste lid bedoelde ver- eenigingsgebouwen of -lokalen mogen niet aanwezig zijn de geschriften, welke op grond van het bepaalde in artikel 19, aan hef en sub. c. van het Reglement betref fende krijgstucht aan boord van de oor logsvaartuigen, in de kazerne of in de j onder eenige benaming tot huisvesting of verblijf aanwezige inrichtingen der zee- of landmacht worden geweerd, noch an dere geschriften, welke de krijgstucht on dermijnen of het gezag der meerderen I aantasten. Artikel 14 1. Indien en voor zoo lang de Minister van Defensie daartoe vergunning verleent kan de vereeniging burgers in dienst hebben of op andere wijze van de diensten van burgers ge bruik maken. Bestuurs- of vertegenwoor digende bevoegdheden kunnen hun niet worden toegekend. Het bestuur kan hun toestaan de vergaderingen bij te wonen tot het geven van inlichtingen. 2. Neemt de dienstbetrekking of het gebruik maken van de diensten een einde dan moet het betrokken bestuur daarvan kennis geven aan den Minister van Defensie Artikel 15 Het (hoofd) bestuur van een militaire belangenvereeniging moet onmiddellijk aan den Minister van Defensie kennis geven van: a. wijziging in de statuten; BEGROOTING VAN SURINAME. De Senaat was bijeen ter afdoening van verschillende Indische aangelegenheden. Bij de Begrooting van Suriname had slechts een kort debat plaats tusschen den heer Fock en den Minister. Eerstgenoemde gaf er zijn leedwezen over te kennen, dat er nog steeds geen verdere berichten zijn verstrekt inzake de relletjes te Paramaribo, en meende dat deze zaak even slecht vlot als allerlei proefnemingen op economisch gebied. De Minister erkende, dat het lang duurt, maar zeide hij dit zal wel een gevolg zijn van het feit, dat communistische propaganda tot dusver in Suriname niet was voorgekomen er. er dus grondig dient te worden onderzocht. Ook het aanbren gen van allerlei economische verbeterin gen kost nu eenmaal veel tijd. De Kamer geloofde het verder wel en keurde de begrooting goed. evenals het wetsontwerp tot oprichting van een me chanisch rijstbedrijf op Suriname. De heer Fock had zich over dit ontwerp sceptisch uitgelaten, maar de Minister verzekerde, dat het bedrijf onder deskundige leiding zal staan en zoo goed als zeker zal slagen. BEGROOTING VAN NED.-INDIE. De discussie over de Indische begrooting werd geopend door mr. Mendels. Deze afgevaardigde erkende dat wij in Indië voor een zorgwekkenden toestand staan en oefende in verband hiermede critiek op „de Westersche overheersching". die volgens hem het welvaartspeil der be volking heeft gedrukt en op de drastische bezuinigingen ten koste van deze bevol king Hij zou een leening willen sluiten, om aan verschillende uitgaven het hoofd te kunnen bieden en onze sociale taak te kunnen vervullen. De heer Fock heeft tegenover deze beschouwingen in het licht gesteld, dat de aangebrachte bezuinigingen onvermijdelijk waren. Deze deskundige bleek over het beleid van den Minister in het algemeen goed te spreken; over dat van den landvoogd verklaarde hij nog niet te kunnen oordeelen. Met aandrang heeft hij den Minister verzocht, de positie der marme in Indië eens goed na te gaan. in zonderheid ook die van de hoogste mili taire commandanten; die positie is vol gens hem niet goed geregeld. Over het uit gevaardigde invoerverbod voor rijst gaf hij zijn verbazing te kennen. Ook de heer Dc Savornin Lohman heeft den Minister waardeering betuigd voor zijn beleid, gebleken uit zijn bekwaamheid, zijn ijver en zijn zelfstandig oordeel. Deze afgevaardigde heeft voorts op de bekende gronden de stelling verdedigd.dat Indië en Holland bijeen hooren: zij vor men een rijkseenheid en wij zijn tegen onze koloniale taak zeer wel opgewassen Maar er moet tegen gezags-ondermijning krachtig worden opgetreden, en prof. Loh man bleek van oordeel, dat de huidige gouverneur-generaaldat ook inderdaad doet. Hij treedt krachtig en rustig op. Ook financieel heeft de landvoogd volgens den heer Lohman een goed beleid getoond. Een ander professoraal betoog kwam van den heer Van Emden, die berekend had dat de defensie-uitgaven 31% van het Indische budget vormen, hetgeen hij veel te hoog acht want. zoo oordeelde hij. deze uitga ven zijn toch „nutteloos". Minister de Graaff heeft in zijn ant woord verklaard, dat de bestuurshervor- ming zal .worden doorgezet, zoodra de fi- nancleele toestand dat toelaat De inland sche bevolking - zoo betoogde hij - heeft in ruime mate van de westersche cultuur geprofiteerd, maar thans is er de volstrek te noodzaak van bezuiniging. Van leenen wilde de Minister niet weten; hij achtte dit trouwens thans onmogelijk. De voed selvoorziening is voor het oogenblik goed en juist omdat de rijst-oogsten zoo over vloedig waven werd een rijst-invoer-ver- bod noodig. In verschillende opzichten heeft de Minister het Nederlandsche be leid en gezag verdedigd en daarbij ook ge wezen op de belangrijke taak van leger en vloot. Dat de Minister van de leus „Indië los van Holland" niet wilde hooren ligt voor de hand. De Kamer heeft vervolgens de verschil lende hoofdstukken der Indische begroo ting goedgekeurd. De sociaal-democraten stemden tegen; de vrijzinnig-democraten stemden alleen tegen de hoofdstukken oorlog en marine. Ook de Begrooting van Curacao werd aangenomen. De Kamer is tot 27 April uiteen. b. oprichting van nieuwe en opheffing van bestaande afdeelingen. Bij de kennisgeving van de oprichting van een nieuwe afdeeling moet een op gave gevoegd worden van de namen en de militaire positie harer bestuursleden. Artikel 16 1. De Vereeniglngen zullen zich bij haar arbeid voegen naar de voorschriften, door of vanwege den Mi nister van Defensie gegeven. 2. Wanneer hij dit in het belang van de weermacht of om andere redenen noodig acht, kan de minister van Defensie de werkzaamheden van de vereeniging tij delijk beperken of doen staken. Artikel 17 Aan boord van sche pen, In kazernes en andere militaire ver blijven wordt geen propaganda voor een vereeniging gemaakt Artikel 18 Waar in de Art. 12 en 15 gesproken wordt van den Minister van Defensie treedt ten aanzien van het zich in Nederlandsch-Indië bevindende ge deelte der zeemacht voor dien Minister de Commandant der Zeemacht in Neder- landsch-Indië in de plaats. Dit reglement is toegezonden aan de besturen der verschillende bonden van beroepspersoneel van zee- en landmacht beneden den rang van officier. Deze zijn in de gelegenheid gesteld vóór een be paalden datum den Minister de toelating te verzoeken van hun organisatie als mi litaire belangenvereeniging onder over legging van een exemplaar van de sta tuten, welke met de in het reglement neergelegde beginselen ten volle rekening moeten houden. In afwachting hiervan wordt erop ge rekend, dat de betrokken bonden zich bij hun arbeid zooveel mogelijk naar deze beginselen zuUeo gedragen. TWEEDE KAMER. MACHTIGINGS-ONTWERP INZAKE DEN LANDBOUW. Steun aan de bloembollenkweekers. De Tweede Kamer heeft gisteren het wetsontwerp tot verleening van bevoegd heden aan de Regeering inzake het nemen van bijzondere maatregelen in het belang van den landbouw behandeld. De Kamer was zooals men weet op verzoek van 10 leden bijeengeroepen en de heer van den Heuvel heeft daarop voor gesteld het ontwerp te gaan behandelen, doch met de bedoeling dat het ingevolge een door hem ingediend amendement beperkt zou worden tot enkele producten (bloembollen, rundvee en strookartonl. I Door die beperking meende hij zouden verschillende princlpieele bezwaren voor het oogenblik kunnen vervallen. Bij deze opvatting hebben verschillende sprekers zich aangesloten, in het bijzonder de hee- ren Knottenbelt en van den Tempel Zij handhaafden hun bezwaren, maar wilden in het belang van de betrokken landbouw bedrijven. tot de behandeling medewerken. Alleen de communist Wijnkoop bleek in de oppositie, zoodat met 64 tegen 1 stem tot behandeling van het ontwerp werd besloten. Bij het debat heeft daarop aanstonds de heer Slotemaker de Bruine verklaard, dat hij bij dit wetsontwerp gaarne verschil lende principieele punten met de Regee ring zou hebben besproken, maar hij be greep dat daartoe thans geen gelegenheid bestond Hij zou er dus van afzien, maar daarin mocht geen antecedent liggen ter beperking van zijn standpunt later: hij zou te zijner tijd op die principieele zaken terugkomen Met een enkel woord sloot de heer Knottenbelt zich bij die verklaring aan, evenals de heer Oud. Laatstgenoemde wees er op, dat het uitwerp feitelijk niet meer was een algemeene bevoegdheidswet, maar een noodmaatregel voor eenige be drijven. Het algemeene ontwerp werd dus in een noodwet omgezet. Doch de heer Kersten ontwikkelde bezwaren en vroeg in het bijzonder wat er waar was van het gerucht, dat de minister een deel van den veestapel wilde doen afslachten. Hij verlangde in dit opzicht een gerust stellende verklaring. Ook de heer Braat had allerlei bezwaren. Doch de heer Colijn wenschte voor de bedoelde bedrijven de bevoegdheid te verschaffen, evenals de heer Hellenberg Hubar, die verklaarde te bgrijpen. dat de minister thans nog niet precies zou kunnen mededeelen hoe hij de bevoegdheden zou toepassen. Niettemin gaf hij daaromtrent enkele wenken. En de heer van den Tempel sprak nog eens nadrukklijk uit, dat het ontwerp alleen beperkt diende te blijven tot de producten in het amendement van den Heuvel ge noemd. Minister Verschuur heeft zijn erkente lijkheid betuigd, dat de Kamer het ont werp alsnog wilde behandelen. Inderdaad worden groote bevoegdheden gevraagd door de Regeering, maar de omstandig heden wisselen in het bijzonder voor den landbouw nu eenmaal zoo snel en daar om zijn bijzondere bevoegdheden noodig, want bepaalde maatregelen kunnen plot seling zeer urgent worden en moeten dan óf dadelijk worden genomen óf niet Het ontwerp nu opent de gelegenheid tot snel optreden en dit kan niet alleen noodig zijn ten opzichte van de bloembollen maar ook van andere producten, want de Indie ning van het ontwerp is niet alleen ge schied met het oog op de bloembollen Niettemin zal in het ontwerp gebruik worden gemaakt, om het bloembollen-be drijf te saneeren. De kosten daarvoor zul len gevonden worden uit heffingen bij den export van bloembollen De Regeering heeft echter niet het voornemen partijen bollen over te nemen. Wat het rundvee betreft: indien de veestapel mocht worden ingekrompen, dan zal er toch van een be paalde vernietiging geen sprake zijn, want aan de afgeslachte dieren zal dan een nuttige bestemming worden gegeven. De Minister verklaarde zich te vereeni gen met het denkbeeld, om van het ont werp een noodmaatregel te maken, dus om de bevoegdheden slechts voor een bepaalden tijd te verleenen, maar een be perking van het ontwerp tot enkele arti kelen raadde hij af Er is hierna nog een vrij uitvoerig debat gevoerd over twee amendementen: een voorstel-van den Heuvel, om de be voegdheden der wet te beperken tot rege lingen ten behoeve van stroocarton, rund vee en bloembollen, en een voorstel-Kor- tenhorst, om een omschrijving te geven van wat in het ontwerp onder „crisis-pro duct" zou worden verstaan. Tegen laatstgenoemd amendement kwa men van verschillende kanten bezwaren Men oordeelde, dat de Kamer tot deze bui tengewone vergoeding alleen bijeengeroe pen was, om het amendement- van den Heuvel te behandelen en in dien zin de wet te beperken. Onder den indruk der bestrijding nam tenslotte de heer Korten- horst zijn amendement terug. Dat van den heer van den Heuvel echter werd voor namelijk ter wille van de bollenkweekers nog algemeen gesteund. De Minister (die bij interruptie verklaard had dat aan kweekers, die reeds verkocht hebben of het vorig jaar hun bollen hadden vernietigd, waarschijnlijk consenten zullen worden geweigerd) verklaarde tenslotte, zij het dan ook „met lood in het hart", zich bij het amendement-van den Heuvel te zullen neerleggen. Waarop dit amendement met op 4 na algemeene stemmen Kortenhorst, Ker sten. Zandt en Wijnkoop i werd aange nomen. Was alzoo de Machtigingswet reeds be perkt tot de hierboven genoemde drie pro ducten. door aanneming van een amende- ment-Snoeck Henkemans werd bovendien bepaald dat zij slechts zal duren tot 1 Januari 1934. Een noodwet dus voor acht maanden. Na 1 Januari a s zal de Kamer zich op nieuw moeten beraden. En aldus eewtizied eine het ontwerp er door Er waren slechts 3 onverzn°niiiken: de heeren Kersten Zandt en Wijnkoop. Laatstgenoemde communist, wenschte aan de Regeering geen ruimere bevoegdbeden te geven; de heeren Kersten en Zandt stemden tegen, omdat zij veronderstellen, dat de Minister tot „vernietiging" van pro ducten of afslachten van vee zal overgaan. KAGENAA&. BALL IM SAVOY. I Het gezelschap van Fritz Hirsch zal op Woensdag a s. in den Schouwburg een voorstelling komen geven van ..Ball lm Savoy", dc nieuwste operette van den Hongaarschen componist Paul Abraham, die o.m „Viktoria und ihr Husar" en „Die Blume von Hawaii" heeft gecomponeerd. Het voorspel dat zich te Venetië af speelt. heeft als begeleidende muziek een Italiaansch liefdeslied, dat zich bij de ■Situatie aansluit. De geschiedenis speelt zich verder in de mondaine omgeving van Nizza af, waar een jong echtpaar met name Markies en Markiezin de Faublas, zoo juist van hun huwelijksreis is terug- I gekeerd Dit wordt geïllustreerd met een Slowfox Bist du mil- treu?". waarop de walsmelodie weer om den voorrang vraagt. Hierna komt Abraham met een serie dansmuziek welke hij een eigen stijl heeft gegeven Itet zijn: „Mister Blown und Lady Stern" en „Warum bin ich verliebt in dichv" e a. Daarna komen nog de liederen, welke door Hilde Harmat worden gezon gen. als: „Toujours l'amour", „Was hat I eine Frau von der Treue" en: „Ich küsse auch so gut wie Tangolita". Hilde Harmat zingt en speelt dc rol van schoone Markiezin de Faublas, terwijl Al- bert May voor den Markies speelt. Fritz Hirsch is een vroolijk Turksch diplomaat, met name Mustapha Bei. Zijn tegenspeel ster is Claire Clairy. in de gedaante van de temperamentvolle Amerikaansche Jazz-componiste Daisy Parker. Verder spelen ook nog mee: Paul Har den, in de rol van den schuchteren advo- 1 caat Célestin. Eva Held als Tangolita, de beroemde danseres en ook nog: Gertie I von Elmpt en Herbert Weissbach als het kamerkatje en de knecht. Gerard Vroom, de Amsterdamsche kunstschilder, ontwierp speciale decors Het muzikale gedeelte staat onder leiding van Joseph Ziegler. De algeheele leiding berust in handen van Fritz Hirsch. EEN TOONEELGEZELSCHAP TE ROTTERDAM. Johan de Meester Jr. leider. Waarschijnlijk zal Rotterdam in het vol gend speelseizoen voor het eerst sinds jaren weer een eigen tooneelgezelschap hebben, dat zijn basis zal vinden in den Groote Schouwburg; in oprichting is de N.V. Het Rotterdamsch Tooneel. waarvan Joh de Meester Jr. de leiding zal hebben en dat vaste bespeelster zal zijn van den schouwburg, in de plaats van het Rotter- damsch-Hofstad-Tooneel. De plannen zijn nog in een begin-stadlum. doch zij onder vinden veler sympathie, en reeds is van vele zijden moreele en financleele steun toegezegd. Voor het welslagen der plannen is al staan of vallen zij daar niet mede een belangrijk gemeentelijk subsidie, hooger dan de laatste jaren het geval was. noodig (b.v. f. 50.000); besprekingen zijn daartoe gevoerd met den burgemeester en met wet houder Nivard, en. al konden uiteraard geen toezeggingen worden gedaan, er is toch reden voor een gematigd optimisme. De wethouder heeft goedgevonden dat het nog in oprichting zijnde gezelschap reeds nu een subsidie-aanvrage indiende. Het subsidie-request zal worden onderteekend door eenige vooraanstaande Rotterdam mers de heeren mr. N. J„ van Aalst. S v. d. Bergh. C Kolft H. G. J. de Monchy, notaris P Schrameier Verbrugge en J. van Stolk. die zich bereid hebben verklaard mede te werken om te geraken tot op richting van de N.V. Het Rotterdamsch Tooneel Het gezelschap krijgt den vollen steun van den Groote Schouwburg het zal er zijn kantoren kunnen Inrichten, krijgt er repetitielokalen, de beschikking over den geheelen enormen voorraad decors en re- quisieten, kan er nieuwe decors met wei- nie kosten in eigen beheer laten maken. Het ts de bedoeling een kleinen troep te vormen die niet zal doubleeren en behal ve in Rotterdam, ook zal spelen in Am sterdam. Den Haag en de provincie; uiter lijk begin September wil men beginnen. NIEUWE UITGAVEN. Bij het begin van het nieuwe reisseizoen deed de Stoomvaartmaatschappij „Zee land" ons een gids toekomen waarin alle gegevens over haar uitstapjes naar Enge land zijn opgenomen. Clinge Doorenbos schreef een pittig voorwoord voor het in een aantrekkelijken omslag gebonden boekske. Verschenen is het eerste nummer van het maandblad. Rechterlijke Beslissingen, inzake de wet op de Arbeidsovereenkomst, onder redactie van mr. E. M. Meyers, mr. M. B. Vos, mr Marius G. Lesenbach en mr. S. Mok. Van de Maatschappij „Zeebad Vlissin- gen" ontvingen wij een uitvoerig geïllus treerde in het Nederlandsch. Engclsch, Duitsch en Fransch gestelde gids van Vlis- singen als badplaats. Door de Vereeniging Plaatselijk Belang V. v. V. te Putten (Veluwe) is een Pension- gids samengesteld waarin alle inlichtingen over dorp en omgeving zijn vervat. Bij Moorman's Periodieke Pers N.V. ver scheen het eerste nummer van „Het Kap- persbedrijf", maandblad voor de Ned Kap perspatroons. tevens orgaan der Federatie van Kapperspatroonsvereenigingen. Re dacteur is de heer H. H. de Weert Het eerste nummer bevat o.m. bijzonderheden over het op 7 en 8 Mei a.s. te Leiden te houden groot nationaal kapconcours. en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie. Hiermede dient gij Uw land En bestrijdt gij de werkloosheid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9