Werkzaamheid van
Militaire belangenverenigingen.
74,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 20 April 1933
Derde Blad No. 22418
PARLEMENTAIR OVERZICHT
KUNST EN LETTEREN.
iiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiniiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiin
Steunt, bij gelijken prijs
o
Reglement door minister Deckers vastgesteld voor de organisaties
voor militairen beneden den rang van officier.
Minister Deckers.
'Bij resolutie van den Minister van De
fensie. d.d. 18 dezer is vastgesteld het
plgende reglement houdende beginselen
lopens de werkzaamheid van Militaire
lelangenvereenigingen, toegelaten voor
lilitairen beneden den rang van officier.
Artikel 1 Onder een militaire
jjelangen-vereeniging wordt in dit regle
ment verstaan een vereeniging van mili
tairen, behoorende tot het beroepsperso-
neel van de zee- of de landmacht, welke
zich uitsluitend of mede ten doel stelt het
bevorderen of behartigen van de met de
militaire positie verband houdende belan
gen van haar leden.
I Artikel 2 Zij, die een militaire
Éelangenvereeniging wenschen op te rich
ten, moeten van dit voornemen kennis
geven aan den commandeerenden offi
cier van de zeemacht, onderscheidenlijk
den garnizoenscommandant ter plaatse
waar de oprichtingsvergadering zal wor
den gehouden. Dag en plaats dezer ver
gadering worden hierbij opgegeven.
Artikel 3 1. De werkzaamheid met
^trekking tot de in artikel 1 omschreven
lelstelling van een militaire belangen-
vêreenlging en van haar afdeelingen be
paalt zich met inachtneming van de op
ieder militair uit hoofde van zijn mili
taire positie en op grond van de krijgs
tucht rustende verplichtingen en onver
minderd hetgeen te dien aanzien in het
Reglement betreffende de krijgstucht is
bepaald tot:
a. het bespreken van de met de mili
taire positie verband houdende belangen
der leden in vergaderingen van (hoofd
en afdeelings-) besturen, in afdeelings-
en algemeene vergaderingen, zoomede in
baar orgaan;
b het kenbaar maken van met bedoelde
lelangen verband houdende verzoeken en
ivaren aan de bevoegde macht.
2. Onvereenigbaar met de krijgstucht is
het door militaire belangenvereenigingen
Verleenen van eenigerlei steun aan of het
Betuigen van sympathie met gestrafte mi
litairen of uit de weermacht verwijderde
personen.
Het lidmaatschap.
I Artikel 4 1. Een militaire belan-
genvereeniging mag onder welke bena
ming ook, geen andere personen als lid
aannemen, in haar midden hebben of aan
haar werkzaamheden laten deelnemen
dan meerderjarige militairen behoorende
tot het beroepspersoneel en die hun eer
ste opleiding hebben voltooid.
2. De vereeniging mag slechts bestaan
uit één van onderstaande categorieën van
pilitairen, met uitsluiting der andere:
J a. onderofficieren met den rang (of ti-
tulairen rang) van sergeant en hooger;
b. korporaals;
c. militairen, die geen rang bekleeden,
Penzij de Minister van Defensie in uitzon
deringsgevallen tot wederopzegging toe
pergunning heeft verleend tot het samen-
ikan van twee of meer categorieën in een
«paalde vereeniging.
3. Het Europeesche en het Inlandsche
iersoneel van de zeemacht in Neder-
andsch-Indië mag niet van een en de-
ielfde militaire belangenvereniging deel
pltmaken.
4 Onverminderd het bepaalde in het
■Pweede lid mogen militairen, behoorende
tot het wapen der Koninklijke Marechaus
see of tot het korps Politietroepen, be-
flhoudens uitzonderingen, door den Minister
van Defensie te stellen, alleen deel uitma
ken van militaire belangenvereenigingen.
die uitsluitend voor militairen van dat
^►anen of dat korps open staan.
I Artikel 5 Het is den tot het be-
Poepspersoneel behoorenden militair ver
boden zich aan te sluiten bij of op eeniger
lei wijze steun te verleenen aan:
a. meer dan één militaire belangenver-
fceniging;
I b. eenige vakvereniging van burgers:
c. groepen of verenigingen van niet tot
het militair beroepspersoneel behooiende
Personen, die op een wijze welke den mi
litair niet geoorloofd zou zijn zich be-
»eie?. Pe' cie belangen van den militair.
Artikel 6 1. Het (hoofd)bestuur en
oe afdeelingen van een militaire belan-
?ie"veiï?eniSiog (hogen uitsluitend geves
tigd zijn aan den wal. ter plaatse waar
commandeerend officier der zee
macht bevindt, onderscheidenlijk in de
fjpumizoensplaatsen.
.,'..5an boord van oorlogsvaartuigen, in
♦in» ^Zïrnes }n ^hige andere inrich-
afrwfw.266" °l 'Ahdmacht mogen geen
vertatS worden gevormd. Ook andere
vertakkingen onder welke benaming
dens 5 hiet toegelaten, behou-
werk«»°"rP,0ndelltschaPPclh mits hun
tot hSf uitsluitend bepaalt
commanJisoro Jan £e oohtributiën en de
^mandeerende officier of andere mili-
*er!eend^ toestemming daartoe heeft
EERSTE KAMER.
Artikel 7 De militaire belangen
vereniging mag zich niet aansluiten bij
eenige vakvereniging of standsorgani
satie van burgers en aan zoodanige ver
eeniging of organisatie geen medewer
king of steun verleenen.
Hetzelfde verbod geldt ten aanzien van
groepen of verenigingen van niet-mili-
tairen. die zich op een wijze, welke den
militair niet geoorloofd zou zijn bezig hou
den met de belangen van den militair
Federaties of verbonden van militaire
belangenvereenigingen zijn verboden. De
vereeniging mag geen algemeene of bij
zondere vertegenwoordigers aanstellen
Artikel 8 1. Alle (hoofd- en af
deelings-) bestuursleden zijn krijgstuch-
telijk verantwoordelijk voor alle handelin
gen. geschriften en publicaties van de
vereeniging (waaronder mede begrepen 't i
orgaan der vereniging), onderscheiden
lijk van de betrokken afdeeling.
2. Het (hoofd)bestuur moet van elke af
levering van het orgaan der vereeniging
en van elk der andere van de vereeniging
uitgaande publicaties drie exemplaren
zenden aan den Minister van Defensie.
Vergaderingen.
1. Afdeelings- of algemeene vergaderin
gen mogen uitsluitend worden gehouden:
a. door verenigingen van militairen,
behoorende tot de Koninklijke Marine ter
plaatse waar zich een commandeerend of
ficier der zeemacht bevindt;
b. door verenigingen van militairen be
hoorende tot de Koninklijke Landmacht
in de garnizoensplaatsen.
2. Vergaderingen in de open lucht, aan
boord van oorlogsvaartuigen, in kazernes
of in eenige andere inrichting der zee- of
landmacht zijn verboden.
3. De commandeerende officieren der
zeemacht en de garnizoenscommandanten
zijn bevoegd tot het houden van vergade
ringen in door die autoriteiten aan te
wijzen gebouwen te verbieden.
4. Van elke voorgenomen afdeeiings- of
algemeene vergadering moet het betrok
ken afdeelings- of het hoofdbestuur ten
minste driemaal 24 uur tevoren onder
opgaven van dag. uur, plaats en agenda
der vergadering kennis geven aan den
ter plaatse, waar de vergadering zal wor
den gehouden, gevestigden commandee
renden officier der zeemacht, onderschei-
I denlijk garnizoenscommandant, en wan-
I neer het een algemeene vergadering be
treft. bovendien aan den Minister van
Defensie.
Artikel 10 1. In vergaderingen van
militaire belangenvereenigingen of afdee
lingen. daarvan mogen geen voordrachten
of besprekingen worden gehouden, welke
buiten de doelstelling van de vereeniging
vallen.
2. De commandeerende officier der zee
macht, onderscheidenlijk de garnizoens
commandant ter plaatse waar de verga
dering wordt gehouden kan, op verzoek
van het betrokken bestuur, zoo noodig
j onder door hem te stellen voorwaarden,
ontheffing van het in het eerste lid be
doelde verbod verleenen.
Artikel II De militaire belangen-
vereeniging op godsdienstlgen grondslag
kan zich laten bijstaan door een geeste
lijk adviseur. De geestelijke adviseur heeft
het recht alle vergaderingen van bestuur
en leden bij te wonen.
Artikel 12 1. Alle afdeelings- en
algemeene vergaderingen zijn - behou
dens het bepaalde in het derde en vierde
lid en in de art. 11 en 14 uitsluitend
toegankelijk voor leden der betrokken
vereeniging.
2. Het is den leden niet vergund de in
het eerste lid bedoelde vergaderingen in
burgerkleeding bij te wonen.
3. De commandeerende officieren der
zeemacht, onderscheidenlijk de garni
zoenscommandanten zijn bevoegd elke
vergadering, als bedoeld in het eerste lid,
bij te wonen of door een of meer door hen
aangewezen militairen te doen bijwonen.
4 Op verzoek van Bestuur kan dc Mi
nister van Defensie in bijzondere gevallen
ontheffing verleenen van het bepaalde in
het eerste lid.
Artikel 13 In de vereenigingsge-
bouwen of -lokalen moet gedurende den
tijd, dat deze voor militairen toegankelijk
zijn, desverlangd toegang moeten worden
verleend aan den betrokken commandee
renden officier der zeemacht, onderschei
denlijk garnizoenscommandant en aan de
daartoe door die autoriteiten aangewezen
militairen.
2. Alleen met toestemming van den com
mandeerenden officier der zeemacht, on
derscheidenlijk den garnizoenscomman
dant. mogen de in het eerste lid bedoelde
gebouwen of lokalen worden gebezigd
1 voor bijeenkomsten van niet-militairen.
3. In de in het eerste lid bedoelde ver-
eenigingsgebouwen of -lokalen mogen niet
aanwezig zijn de geschriften, welke op
grond van het bepaalde in artikel 19, aan
hef en sub. c. van het Reglement betref
fende krijgstucht aan boord van de oor
logsvaartuigen, in de kazerne of in de
j onder eenige benaming tot huisvesting of
verblijf aanwezige inrichtingen der zee-
of landmacht worden geweerd, noch an
dere geschriften, welke de krijgstucht on
dermijnen of het gezag der meerderen
I aantasten.
Artikel 14 1. Indien en voor zoo
lang de Minister van Defensie daartoe
vergunning verleent kan de vereeniging
burgers in dienst hebben of op andere
wijze van de diensten van burgers ge
bruik maken. Bestuurs- of vertegenwoor
digende bevoegdheden kunnen hun niet
worden toegekend. Het bestuur kan hun
toestaan de vergaderingen bij te wonen
tot het geven van inlichtingen.
2. Neemt de dienstbetrekking of het
gebruik maken van de diensten een einde
dan moet het betrokken bestuur daarvan
kennis geven aan den Minister van
Defensie
Artikel 15 Het (hoofd) bestuur
van een militaire belangenvereeniging
moet onmiddellijk aan den Minister van
Defensie kennis geven van:
a. wijziging in de statuten;
BEGROOTING VAN SURINAME.
De Senaat was bijeen ter afdoening van
verschillende Indische aangelegenheden.
Bij de Begrooting van Suriname had
slechts een kort debat plaats tusschen den
heer Fock en den Minister.
Eerstgenoemde gaf er zijn leedwezen
over te kennen, dat er nog steeds geen
verdere berichten zijn verstrekt inzake de
relletjes te Paramaribo, en meende dat
deze zaak even slecht vlot als allerlei
proefnemingen op economisch gebied. De
Minister erkende, dat het lang duurt,
maar zeide hij dit zal wel een gevolg
zijn van het feit, dat communistische
propaganda tot dusver in Suriname niet
was voorgekomen er. er dus grondig dient
te worden onderzocht. Ook het aanbren
gen van allerlei economische verbeterin
gen kost nu eenmaal veel tijd.
De Kamer geloofde het verder wel en
keurde de begrooting goed. evenals het
wetsontwerp tot oprichting van een me
chanisch rijstbedrijf op Suriname. De heer
Fock had zich over dit ontwerp sceptisch
uitgelaten, maar de Minister verzekerde,
dat het bedrijf onder deskundige leiding
zal staan en zoo goed als zeker zal slagen.
BEGROOTING VAN NED.-INDIE.
De discussie over de Indische begrooting
werd geopend door mr. Mendels.
Deze afgevaardigde erkende dat wij in
Indië voor een zorgwekkenden toestand
staan en oefende in verband hiermede
critiek op „de Westersche overheersching".
die volgens hem het welvaartspeil der be
volking heeft gedrukt en op de drastische
bezuinigingen ten koste van deze bevol
king Hij zou een leening willen sluiten,
om aan verschillende uitgaven het hoofd
te kunnen bieden en onze sociale taak te
kunnen vervullen. De heer Fock heeft
tegenover deze beschouwingen in het licht
gesteld, dat de aangebrachte bezuinigingen
onvermijdelijk waren. Deze deskundige
bleek over het beleid van den Minister in
het algemeen goed te spreken; over dat
van den landvoogd verklaarde hij nog niet
te kunnen oordeelen. Met aandrang heeft
hij den Minister verzocht, de positie der
marme in Indië eens goed na te gaan. in
zonderheid ook die van de hoogste mili
taire commandanten; die positie is vol
gens hem niet goed geregeld. Over het uit
gevaardigde invoerverbod voor rijst gaf hij
zijn verbazing te kennen.
Ook de heer Dc Savornin Lohman heeft
den Minister waardeering betuigd voor
zijn beleid, gebleken uit zijn bekwaamheid,
zijn ijver en zijn zelfstandig oordeel.
Deze afgevaardigde heeft voorts op de
bekende gronden de stelling verdedigd.dat
Indië en Holland bijeen hooren: zij vor
men een rijkseenheid en wij zijn tegen
onze koloniale taak zeer wel opgewassen
Maar er moet tegen gezags-ondermijning
krachtig worden opgetreden, en prof. Loh
man bleek van oordeel, dat de huidige
gouverneur-generaaldat ook inderdaad
doet. Hij treedt krachtig en rustig op. Ook
financieel heeft de landvoogd volgens den
heer Lohman een goed beleid getoond. Een
ander professoraal betoog kwam van den
heer Van Emden, die berekend had dat de
defensie-uitgaven 31% van het Indische
budget vormen, hetgeen hij veel te hoog
acht want. zoo oordeelde hij. deze uitga
ven zijn toch „nutteloos".
Minister de Graaff heeft in zijn ant
woord verklaard, dat de bestuurshervor-
ming zal .worden doorgezet, zoodra de fi-
nancleele toestand dat toelaat De inland
sche bevolking - zoo betoogde hij - heeft
in ruime mate van de westersche cultuur
geprofiteerd, maar thans is er de volstrek
te noodzaak van bezuiniging. Van leenen
wilde de Minister niet weten; hij achtte
dit trouwens thans onmogelijk. De voed
selvoorziening is voor het oogenblik goed
en juist omdat de rijst-oogsten zoo over
vloedig waven werd een rijst-invoer-ver-
bod noodig. In verschillende opzichten
heeft de Minister het Nederlandsche be
leid en gezag verdedigd en daarbij ook ge
wezen op de belangrijke taak van leger en
vloot. Dat de Minister van de leus „Indië
los van Holland" niet wilde hooren ligt
voor de hand.
De Kamer heeft vervolgens de verschil
lende hoofdstukken der Indische begroo
ting goedgekeurd. De sociaal-democraten
stemden tegen; de vrijzinnig-democraten
stemden alleen tegen de hoofdstukken
oorlog en marine.
Ook de Begrooting van Curacao werd
aangenomen. De Kamer is tot 27 April
uiteen.
b. oprichting van nieuwe en opheffing
van bestaande afdeelingen.
Bij de kennisgeving van de oprichting
van een nieuwe afdeeling moet een op
gave gevoegd worden van de namen en de
militaire positie harer bestuursleden.
Artikel 16 1. De Vereeniglngen
zullen zich bij haar arbeid voegen naar
de voorschriften, door of vanwege den Mi
nister van Defensie gegeven.
2. Wanneer hij dit in het belang van de
weermacht of om andere redenen noodig
acht, kan de minister van Defensie de
werkzaamheden van de vereeniging tij
delijk beperken of doen staken.
Artikel 17 Aan boord van sche
pen, In kazernes en andere militaire ver
blijven wordt geen propaganda voor een
vereeniging gemaakt
Artikel 18 Waar in de Art. 12 en
15 gesproken wordt van den Minister van
Defensie treedt ten aanzien van het zich
in Nederlandsch-Indië bevindende ge
deelte der zeemacht voor dien Minister
de Commandant der Zeemacht in Neder-
landsch-Indië in de plaats.
Dit reglement is toegezonden aan de
besturen der verschillende bonden van
beroepspersoneel van zee- en landmacht
beneden den rang van officier. Deze zijn
in de gelegenheid gesteld vóór een be
paalden datum den Minister de toelating
te verzoeken van hun organisatie als mi
litaire belangenvereeniging onder over
legging van een exemplaar van de sta
tuten, welke met de in het reglement
neergelegde beginselen ten volle rekening
moeten houden.
In afwachting hiervan wordt erop ge
rekend, dat de betrokken bonden zich bij
hun arbeid zooveel mogelijk naar deze
beginselen zuUeo gedragen.
TWEEDE KAMER.
MACHTIGINGS-ONTWERP
INZAKE DEN LANDBOUW.
Steun aan de bloembollenkweekers.
De Tweede Kamer heeft gisteren het
wetsontwerp tot verleening van bevoegd
heden aan de Regeering inzake het nemen
van bijzondere maatregelen in het belang
van den landbouw behandeld.
De Kamer was zooals men weet op
verzoek van 10 leden bijeengeroepen en
de heer van den Heuvel heeft daarop voor
gesteld het ontwerp te gaan behandelen,
doch met de bedoeling dat het ingevolge
een door hem ingediend amendement
beperkt zou worden tot enkele producten
(bloembollen, rundvee en strookartonl.
I Door die beperking meende hij zouden
verschillende princlpieele bezwaren voor
het oogenblik kunnen vervallen. Bij deze
opvatting hebben verschillende sprekers
zich aangesloten, in het bijzonder de hee-
ren Knottenbelt en van den Tempel Zij
handhaafden hun bezwaren, maar wilden
in het belang van de betrokken landbouw
bedrijven. tot de behandeling medewerken.
Alleen de communist Wijnkoop bleek in
de oppositie, zoodat met 64 tegen 1 stem
tot behandeling van het ontwerp werd
besloten.
Bij het debat heeft daarop aanstonds de
heer Slotemaker de Bruine verklaard, dat
hij bij dit wetsontwerp gaarne verschil
lende principieele punten met de Regee
ring zou hebben besproken, maar hij be
greep dat daartoe thans geen gelegenheid
bestond Hij zou er dus van afzien, maar
daarin mocht geen antecedent liggen ter
beperking van zijn standpunt later: hij
zou te zijner tijd op die principieele zaken
terugkomen Met een enkel woord sloot de
heer Knottenbelt zich bij die verklaring
aan, evenals de heer Oud. Laatstgenoemde
wees er op, dat het uitwerp feitelijk niet
meer was een algemeene bevoegdheidswet,
maar een noodmaatregel voor eenige be
drijven. Het algemeene ontwerp werd dus
in een noodwet omgezet. Doch de heer
Kersten ontwikkelde bezwaren en vroeg
in het bijzonder wat er waar was
van het gerucht, dat de minister een deel
van den veestapel wilde doen afslachten.
Hij verlangde in dit opzicht een gerust
stellende verklaring. Ook de heer Braat
had allerlei bezwaren. Doch de heer Colijn
wenschte voor de bedoelde bedrijven de
bevoegdheid te verschaffen, evenals de
heer Hellenberg Hubar, die verklaarde te
bgrijpen. dat de minister thans nog niet
precies zou kunnen mededeelen hoe hij
de bevoegdheden zou toepassen. Niettemin
gaf hij daaromtrent enkele wenken. En
de heer van den Tempel sprak nog eens
nadrukklijk uit, dat het ontwerp alleen
beperkt diende te blijven tot de producten
in het amendement van den Heuvel ge
noemd.
Minister Verschuur heeft zijn erkente
lijkheid betuigd, dat de Kamer het ont
werp alsnog wilde behandelen. Inderdaad
worden groote bevoegdheden gevraagd
door de Regeering, maar de omstandig
heden wisselen in het bijzonder voor den
landbouw nu eenmaal zoo snel en daar
om zijn bijzondere bevoegdheden noodig,
want bepaalde maatregelen kunnen plot
seling zeer urgent worden en moeten dan
óf dadelijk worden genomen óf niet Het
ontwerp nu opent de gelegenheid tot snel
optreden en dit kan niet alleen noodig
zijn ten opzichte van de bloembollen maar
ook van andere producten, want de Indie
ning van het ontwerp is niet alleen ge
schied met het oog op de bloembollen
Niettemin zal in het ontwerp gebruik
worden gemaakt, om het bloembollen-be
drijf te saneeren. De kosten daarvoor zul
len gevonden worden uit heffingen bij den
export van bloembollen De Regeering
heeft echter niet het voornemen partijen
bollen over te nemen. Wat het rundvee
betreft: indien de veestapel mocht worden
ingekrompen, dan zal er toch van een be
paalde vernietiging geen sprake zijn, want
aan de afgeslachte dieren zal dan een
nuttige bestemming worden gegeven.
De Minister verklaarde zich te vereeni
gen met het denkbeeld, om van het ont
werp een noodmaatregel te maken, dus
om de bevoegdheden slechts voor een
bepaalden tijd te verleenen, maar een be
perking van het ontwerp tot enkele arti
kelen raadde hij af
Er is hierna nog een vrij uitvoerig debat
gevoerd over twee amendementen:
een voorstel-van den Heuvel, om de be
voegdheden der wet te beperken tot rege
lingen ten behoeve van stroocarton, rund
vee en bloembollen, en een voorstel-Kor-
tenhorst, om een omschrijving te geven
van wat in het ontwerp onder „crisis-pro
duct" zou worden verstaan.
Tegen laatstgenoemd amendement kwa
men van verschillende kanten bezwaren
Men oordeelde, dat de Kamer tot deze bui
tengewone vergoeding alleen bijeengeroe
pen was, om het amendement- van den
Heuvel te behandelen en in dien zin de
wet te beperken. Onder den indruk der
bestrijding nam tenslotte de heer Korten-
horst zijn amendement terug. Dat van den
heer van den Heuvel echter werd voor
namelijk ter wille van de bollenkweekers
nog algemeen gesteund. De Minister
(die bij interruptie verklaard had dat aan
kweekers, die reeds verkocht hebben of het
vorig jaar hun bollen hadden vernietigd,
waarschijnlijk consenten zullen worden
geweigerd) verklaarde tenslotte, zij het
dan ook „met lood in het hart", zich bij
het amendement-van den Heuvel te zullen
neerleggen.
Waarop dit amendement met op 4 na
algemeene stemmen Kortenhorst, Ker
sten. Zandt en Wijnkoop i werd aange
nomen.
Was alzoo de Machtigingswet reeds be
perkt tot de hierboven genoemde drie pro
ducten. door aanneming van een amende-
ment-Snoeck Henkemans werd bovendien
bepaald dat zij slechts zal duren tot 1
Januari 1934.
Een noodwet dus voor acht maanden.
Na 1 Januari a s zal de Kamer zich op
nieuw moeten beraden.
En aldus eewtizied eine het ontwerp er
door Er waren slechts 3 onverzn°niiiken:
de heeren Kersten Zandt en Wijnkoop.
Laatstgenoemde communist, wenschte aan
de Regeering geen ruimere bevoegdbeden
te geven; de heeren Kersten en Zandt
stemden tegen, omdat zij veronderstellen,
dat de Minister tot „vernietiging" van pro
ducten of afslachten van vee zal overgaan.
KAGENAA&.
BALL IM SAVOY.
I Het gezelschap van Fritz Hirsch zal op
Woensdag a s. in den Schouwburg een
voorstelling komen geven van ..Ball lm
Savoy", dc nieuwste operette van den
Hongaarschen componist Paul Abraham,
die o.m „Viktoria und ihr Husar" en „Die
Blume von Hawaii" heeft gecomponeerd.
Het voorspel dat zich te Venetië af
speelt. heeft als begeleidende muziek een
Italiaansch liefdeslied, dat zich bij de
■Situatie aansluit. De geschiedenis speelt
zich verder in de mondaine omgeving van
Nizza af, waar een jong echtpaar met
name Markies en Markiezin de Faublas,
zoo juist van hun huwelijksreis is terug-
I gekeerd Dit wordt geïllustreerd met een
Slowfox Bist du mil- treu?". waarop de
walsmelodie weer om den voorrang vraagt.
Hierna komt Abraham met een serie
dansmuziek welke hij een eigen stijl
heeft gegeven
Itet zijn: „Mister Blown und Lady
Stern" en „Warum bin ich verliebt in
dichv" e a. Daarna komen nog de liederen,
welke door Hilde Harmat worden gezon
gen. als: „Toujours l'amour", „Was hat
I eine Frau von der Treue" en: „Ich küsse
auch so gut wie Tangolita".
Hilde Harmat zingt en speelt dc rol van
schoone Markiezin de Faublas, terwijl Al-
bert May voor den Markies speelt. Fritz
Hirsch is een vroolijk Turksch diplomaat,
met name Mustapha Bei. Zijn tegenspeel
ster is Claire Clairy. in de gedaante van
de temperamentvolle Amerikaansche
Jazz-componiste Daisy Parker.
Verder spelen ook nog mee: Paul Har
den, in de rol van den schuchteren advo-
1 caat Célestin. Eva Held als Tangolita, de
beroemde danseres en ook nog: Gertie
I von Elmpt en Herbert Weissbach als het
kamerkatje en de knecht. Gerard Vroom,
de Amsterdamsche kunstschilder, ontwierp
speciale decors Het muzikale gedeelte
staat onder leiding van Joseph Ziegler.
De algeheele leiding berust in handen van
Fritz Hirsch.
EEN TOONEELGEZELSCHAP TE
ROTTERDAM.
Johan de Meester Jr. leider.
Waarschijnlijk zal Rotterdam in het vol
gend speelseizoen voor het eerst sinds
jaren weer een eigen tooneelgezelschap
hebben, dat zijn basis zal vinden in den
Groote Schouwburg; in oprichting is de
N.V. Het Rotterdamsch Tooneel. waarvan
Joh de Meester Jr. de leiding zal hebben
en dat vaste bespeelster zal zijn van den
schouwburg, in de plaats van het Rotter-
damsch-Hofstad-Tooneel. De plannen zijn
nog in een begin-stadlum. doch zij onder
vinden veler sympathie, en reeds is van
vele zijden moreele en financleele steun
toegezegd.
Voor het welslagen der plannen is al
staan of vallen zij daar niet mede een
belangrijk gemeentelijk subsidie, hooger
dan de laatste jaren het geval was. noodig
(b.v. f. 50.000); besprekingen zijn daartoe
gevoerd met den burgemeester en met wet
houder Nivard, en. al konden uiteraard
geen toezeggingen worden gedaan, er is
toch reden voor een gematigd optimisme.
De wethouder heeft goedgevonden dat het
nog in oprichting zijnde gezelschap reeds
nu een subsidie-aanvrage indiende. Het
subsidie-request zal worden onderteekend
door eenige vooraanstaande Rotterdam
mers de heeren mr. N. J„ van Aalst. S v.
d. Bergh. C Kolft H. G. J. de Monchy,
notaris P Schrameier Verbrugge en J. van
Stolk. die zich bereid hebben verklaard
mede te werken om te geraken tot op
richting van de N.V. Het Rotterdamsch
Tooneel
Het gezelschap krijgt den vollen steun
van den Groote Schouwburg het zal
er zijn kantoren kunnen Inrichten, krijgt
er repetitielokalen, de beschikking over den
geheelen enormen voorraad decors en re-
quisieten, kan er nieuwe decors met wei-
nie kosten in eigen beheer laten maken.
Het ts de bedoeling een kleinen troep te
vormen die niet zal doubleeren en behal
ve in Rotterdam, ook zal spelen in Am
sterdam. Den Haag en de provincie; uiter
lijk begin September wil men beginnen.
NIEUWE UITGAVEN.
Bij het begin van het nieuwe reisseizoen
deed de Stoomvaartmaatschappij „Zee
land" ons een gids toekomen waarin alle
gegevens over haar uitstapjes naar Enge
land zijn opgenomen. Clinge Doorenbos
schreef een pittig voorwoord voor het in
een aantrekkelijken omslag gebonden
boekske.
Verschenen is het eerste nummer van
het maandblad. Rechterlijke Beslissingen,
inzake de wet op de Arbeidsovereenkomst,
onder redactie van mr. E. M. Meyers, mr.
M. B. Vos, mr Marius G. Lesenbach en mr.
S. Mok.
Van de Maatschappij „Zeebad Vlissin-
gen" ontvingen wij een uitvoerig geïllus
treerde in het Nederlandsch. Engclsch,
Duitsch en Fransch gestelde gids van Vlis-
singen als badplaats.
Door de Vereeniging Plaatselijk Belang
V. v. V. te Putten (Veluwe) is een Pension-
gids samengesteld waarin alle inlichtingen
over dorp en omgeving zijn vervat.
Bij Moorman's Periodieke Pers N.V. ver
scheen het eerste nummer van „Het Kap-
persbedrijf", maandblad voor de Ned Kap
perspatroons. tevens orgaan der Federatie
van Kapperspatroonsvereenigingen. Re
dacteur is de heer H. H. de Weert Het
eerste nummer bevat o.m. bijzonderheden
over het op 7 en 8 Mei a.s. te Leiden te
houden groot nationaal kapconcours.
en kwaliteit,
De Nederlandsche Industrie.
Hiermede dient gij Uw land
En bestrijdt gij de werkloosheid.