De Willem de Zwijger-herdenking
te Delft.
Wèg die Migraine!
AKKER.CACHETS
74,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 18 April 1933
Derde Blad
No. 22416
De rede van drs. H. Brugmans verboden.
INGEZONDEN.
I
o
Vlamingen geven uiting aan hun gevoelens door het zingen van
..De Vlaamsche Leeuw".
Delft was gisteren in ware feesttooi ter
ontvangst van de vele duizenden, die daar
de nagedachtenis van Willem den Zwijger
kwamen eeren bij de gelegenheid van de
herdenking van zijn 400sten geboortedag.
•Langs de grachten wapperden van bijna
alle huizen de nationale driekleur, het
Oran.ie zag men overal.
I Orri tien uur stoomde de eerste extra-
trein. n.l. uit de richting Vlissingen het
station binnen, waar uitgebreide maat
regelen waren getroffen voor een geregeld
verwerken van de talrijke reizigers. Trein
na trein reed met korte tusschenpoozen
Delft binnen. Ui tde richting Amsterdam
Kkwamen vier extra-treinen, uit Vlissingen,
en Rotterdam zes. Daarbij moeten gevoegd
worden de elf voortreinen, die den gewo
nen dienst aanvulden, zoodat na 10 uur
een voortdurende menschenstroom het
Stationsplein verliet en de binnenstad
nlde Tal van muziekcorpsen fleurden den
pranje"-stroom op Het werd een glo-
use intocht in de Prinsestad. Vooral
gen twaalf uur stroomden duizenden en
duizenden deelnemers de stad binnen.
I"? De opstelling van de groepen uit alle
l oorden van ons land vlotte uitstekend. Op
de markt bevonden zich ongeveer 10.000
en verder op de Nieuwe Langedijk onge
veer 12.000 en op het ijsclub-terrein 2000
lie zoekers. In totaal kan het aantal deel
nemers op 25 a 30.000 worden geschat,
a Het is niet doenlijk een opsomming te
geven van het aantal organisaties of ver-
•••eenigingen. die tegenwoordig waren. In
het geheel was hun aantal ongeveer 300.
Er waren burgerwachten en afdeelingen
van den B. V. L., Oranjevereenigingen,
vrouwen, meisjes- en jongelingsvereeni-
gingen, gymnastiek- en andere sportver-
eenigingen en padvinders. Zelfs uit de
kleinste plaatsjes uit alle hoeken van ons
land waren vereenigingen tegenwoordig.
Voorts reserve-officieren-vereenigingen en
andere organisaties op het gebied van
land- en zeemacht.
l'HOpvallend was het groote aantal Vla
mingen, dat naar Delft was gekomen.
Hun aantal kan zeker op 2000 worden ge
schat Ei- waren o.m. de Blauwvoeters uit
Gent, Brugge enz., die tal van vaandels en
vlaggen meevoerden. Er waren eveneens
vele Zuid-Afrikaners.
De kerkherdenking.
I Precies te eén uur ving in de Nieuwe
Kerk. waarin zich plm. 3000 genoodigden
bevonden, de herdenkingsplechtigheid aan.
Deze werd o.m. bijgewoond door ongeveer
iet voltallige Comité van Aanbeveling
foor de herdenking en de hoofdbesturen
van de drie samenwerkende vereenigingen
)ietsch Studenten Verbond. Algemeen
iederlandsch Verbond en Nationaal Jon-
[eren Verbond, voorts tal van burgemees-
ers uit den lande en andere autoriteiten.
Nadat de organist der kerk, de heer J.
H Storm, het „Dankt nu allen God" had
ten gehoore gebracht, hield ds. Stam uit
Rotterdam ongeveer de volgende rede:
Wanneer wij hier, in deze oude stad. de
aatste woonplaats van den Prins, op deze
(erbiedwaardige plek bij zijn graf, samen-
fomen om te gedenken, zullen wij ons be
rust moeten zijn van drieërlei:
Allereerst: deze volkshulde aan de na-
fedachtenis van Vader Willem kan en
tnag geen feestelijke zijn. Afgezien van het
lelt, dat de zware tijden die wij beleven,
dit niet verdragen, moet het ons allen toch
we! tot diep nadenken stemmen, dat wij
als Nederlandsch volk nog steeds niet ten
volle de idealen van den Prins hebben
kunnen verwezenlijken. Integendeel, de
gescheurdheid, die wij blijkbaar wel dra
len en verdragen kunnen, is zoo fel, dat
de herdenking van het levenswerk van
hem, die de verscheurde Provinciën tot
een eenheid wilde brengen, een parodie
dreigt te worden. Dit dwingt ons tot oot
moed. Geen uitbundigheid, maar verdee
moediging kan alleen de juiste toon zijn,
waarin wij ons woord willen spreken Aan
vaarden wij dien toon, dan is ons duide
lijk, dat ons hier zijn ons allen verplich
tingen oplegt. Verplichting om. wanneer
de herdenking van wat De Zwijger voor
ons volk beteekent, ons waarlijk ernst is.
Ie willen leven in het besef van saamhoo-
righeid en solidariteit, waarin wij elkan
der hebben te dienen. Wie Oranje's werk
losmaakt van zijn geloof, doet hem
onrecht.
Deze man is leider, omdat hij zich daar
toe geroepen weet. Onder het gezichts
punt der eeuwigheid heeft hij gearbeid. En
zoo is zijn werk gebruikt geworden.
Zijn idealen zijn niet verwezenlijkt.
Maar iets ervan leeft ontegenzeggelijk in
ons volk. Dat ons land een toevluchtsoord
geworden is voor de velen, die vervolgd
werden om hun geloof, dat wij ons land
hebben kunnen openhouden voor alle ver
drukten en verjaagden, is mede voortzet
ting van het werk van den leider, den
Prins van Oranje.
Wij danken God voor wat hij in den
Vader des Vaderlands ons gaf en willen
aanvaarden de voortzetting van zijn ar
beid in de richting, die hij ons gewezen
heeft
De heer Bram v. d. Stap zong hierna
„Neerland en Oranje", waarna de heer F.
J. J. Besier, voorzitter van het Wilhelmus
van Nassouwe Comité, namens dit comité
een krans van lelies en seringen op het
praalgraf van Willem den Zwijger legde.
Op de linten, in „Oranje. Bianje, Bleu"
stonden de woorden: „De Kinderen van
Uw volk".
Nadat de heer v. d. Stap „Mijn Schild
ende Betrouwen" had gezongen, werd dit
door allen overgenomen.
De plechtigheid in de Kerk was hier
mede beëindigd, waarna op het Mark-
Piein, generaal Snijders een rede hield.
Rede generaal Snijders.
Z Exc beschouwde in de historische
gestalte van Prins Willem, den Vader des
Vaderlands, in het bijzonder den Mensch
den Krijgsoverste en de Staatsman
De hoogstaande mensch weerspiegelt
zich in zijn treffende karaktereigenschap
pen en zijn idealen. Na zijn jeugd en
jongelingsjaren in weelde en zorgeloos-
I heid aan het Hof van Keizer Karei V te
Brussel te hebben doorgebracht, treft
hem nauwelijks den vollen manlijken
leeftijd bereikt hebbende het onrecht,
dat zijn volk bedreigt, en de wreedheid,
waaraan het van de zijde der Spaansche of
Spaanschgezinde machthebbers blootstaat
Samenwerkende met- en weldra vooraan
staand leider van de hoogsten onder den
Nederlandschen adel. komt hij met groote
vrijmoedigheid, helder inzicht en volhar
dend beleid op voor de bedreigde of ge
schonden rechten van zijn volk
Het waren zorgvolle tijden, waarin zijn
diepgeworteld plichtsgevoel en zijn zelfbe
wuste drang naar daden zich krachtig in
hem openbaarden. Want de heerschende
troebelen waren niet alleen van politieken
aard: de kerkhervorming, welke in
Duitschland reeds vasten voet had gekre
gen en zich in andere landen snel uit
breidde. verwierp ook in de Nederlanden
steeds grooteren aanhang. Maar de geheel
Spaansch-geaarde en in Spanje zetelende,
dweepzieke Koning Philips II was fel te
gen de hei-vorming gekant en de aanhan
gers van de nieuwe leer werden meedoo-
genloos vervolgd en naar de brandstapel
verwezen. Het radelooze volk leefde in
angst en rouw: duizenden weken uit naar
Engeland of Duitschland. tot groote schade
voor handel, nijverheid en algemeene wel
vaart.
Ondanks dit alles ging, naast en veels
zins tegenover de Luthersche richting der
hervorming, een krachtig en strijdvaardig
calvinisme voort zich te ontwikkelen en
dit trad steeds stoutmoediger op. Verwar
ring en verzet groeiden. In zijne beroemde
redevoering in den Raad van Staten op 31
December 1564 drong Oranje er op aan.
den Koning onomwonden den toestand
bloot te leggen, en op herstel van grieven
aan te dringen. Oranje, ofschoon zelf nog
katholiek veroordeelde de wreede bloed
plakkaten en de folteringen van verdach
ten en veroordeelden; en drong aan op
verdraagzaamheid, en erkenning van het
bestaansrecht der hervormde richtingen.
Dit was een nieuw geluid: de blijde
boodschap der gewetensvrijheid, welke
Oranje het eerst voor het in godsdienst
strijd en twijfel verdeelde, naar lust en
vrede hunkerende menschdom deed klin
ken. Oranje was met deze waarlijk chris
telijke denkbeelden zijn tijd verre vooruit:
de overgroote meerderheid zijner tijdge-
nooten was niet rijp voor deze breede en
edelmoedige opvattingen, vooral de ver
deeldheid des volks en de onverdraag
zaamheid en heftigheid der calvinisten
tegenover andersdenkenden zouden hem
nog groote moeilijkheden en teleurstellin
gen baren. Het streven van den Prins was
dan ook naast zijn staatkundige doel
einden. bijzonderlijk op het bevorderen
van den godsdienstvrede gericht. Oranje
was een waarlijk vroom en geloovig man,
maar geen dweper.
Hij had een afkeer van geloofsvervol
ging had diep medelij .den ir.et de gemar
telde en vermoorde slachtoffers der Spaan
sche dweepzucht: maar hij veroordeelde
evenzeer den Beeldenstorm en keerde zich
tegen eiken dwang en alle geweid in ge-
ioofs- en gewetenszaken. Hii zocht verzoe
ning en rust ook terwille. zijner politieke
actie. Ook toen hij later volledig en
openlijk eerst in 1573 tot de calvinisti
sche leer was overgegaan, bleef hij ijveren
voor geloofsvrede en gewetensvrijheid, voor-
gelijke rechten en ivrijheden voor alle ge
zindten
Als krijgsoverste moge de Prins geen
wereldroem hebben geoogst, zijn optreden
als zoodanig was voor de zaak des vader
lands van het hoogste gewicht. In den
staatkundigen strijd der Nederlanden te
gen Koning Philips II was aanvankelijk,
naar de opvatting van den Prins voor wa
pengeweld geen plaats Eerst toen bij toe
nemende verwarring en liopelooze verdeeld
heid een vreedzame oplossing onbereikbaar
scheen toen de breuk tusschen den
Koning en Oranje onherstelbaar was ge
worden een groot deel zijner adelfk* geest
verwanten en medewerkers zich van hem
afkeerden en hier en daar zelfs 't volk
hem beleedigde en hem in zijn leven be
dreigde. toen achtte Prins Willem te
leurgesteld maar niet ontmoedigd naar
Duitschland uitgeweken den tijd voor
den strijd met de wapenen gekomen te
meer daar ongeveer te zeifder tijd 1567.
Philips' geduchte veldheer, de Hertog van
Alva, met een krachtig leger naar de Ne
derlanden begon op te rukken, waaruit
duidelijk 's Konings toeleg sprak, thans
den tegenstand der Nederlanden door wa
pengeweld te breken.
De invloed vrr Prins Wiliem als staats
man is een eiement van beteekenis in de
wereldgeschiedenis en voor de toekomst
van ons vaderland baanbrekend en beslis
send geworden.
In eersten aanleg richtte zich zijn staat
kunde tegen de Spaansche dwingelandij.
Deze beweeine on.der 's Prinsen leiding be
gonnen was in haar oorsprong vrij van
elk revolutionnair karakter. Het gezag des
Konings hoog houdende Den Coninck
van Hispaengiën heb ik altijd geëhrt" zoo
luidt het immers in het onde volks- en
kriivslied Wilhelmus van Nassouwen"
trachtte hij eerbiediging van rechten ge
wetensvrijheid en handhaving van rust te
verkrijgen langs vreedzamen weg. Oranje
verwiem zoolang mogelijk de toenassine
van geweld Maar tegenover de onverzet
telijkheid en bloeddorstige geloofsvervol
ging der Spaanesche machthebbers eener-
zljds de verdeeldheid en de scherpe tegen
stellingen tusschen de verschillende gods
dienstige richtingen anderzijds, moest
's Prinsen toeleg falen en bleef ten slotte
nog slechts de weg van wapengeweld
open.
Gedurende zijn veeljarige politieke en
gewapende worsteling tegen Philips'
machtsmisbruik ontwikkelde zich bij den
Prins een hooger staatkundig beginsel, ge
richt op de samensmelting van alle Noord
en Zuid-Nederlandsche gewesten tot één
staatkundige eenheid.
Het volk is er niet ter wille van den
vorst, zoo betoogt de Prins doch omge
keerd, en de Staten-Generaal ontleenen
hun mach; aan het volk
Di dubbelen zin mag deze adele man en
groot staatsburger aanspraak maken op
den naam van Vader des Vaderlands. Hij
was het immers, die in Nederlandsche
hoofden en harten voor 't eerst het te
voren ongekende begrip van „vaderland"
heeft gewekt, dat de landskinderen in een
heid en saamhoorigheid bijeenbracht tot
gemeenschappeliiken arbeid voor het ge-
meene beiang Hij was wellicht nog on
bewust de grondlegger onzer nationale
gedachte. Maar hij was tevens een Vader
voor zijn volk door zijn liefde en toewij
ding. zijn onvermoeibaar streven en zijn
opofferingszin.
Generaal Snijders besloot zijn door
middel van luidspreker-installaties over
geheel Delft te volgen rede met de op
wekking te blijven vertrouwen ook in deze
donkere dagen op Haar. die zich reeds zoo
dikwijls een waardige telg Hirer voorzaten
heeft getoond en die in Haar warm hart.
Haar nobele inborst, groote waarde in
brengt in het onverbrekelijk verbond met
i Haar volk.
Ook Haar gelden de v.-oorden. welke ons
oude volkslied zijn Wilhelmus van Nassou
wen in den mond legt:
„U herder zal niet slapen.
Al sijt ghij nu verstrooit".
Vervolgens was het woord aan den heer
Anton van Duinkerken, die den grondslag
van Oranje's staatsmanskunst, de idee der
innerlijke onschendbaarheid van het na-
tionaliteitsbewustzijn, door hem geformu
leerd als de bestendige gedachte voor liet
„gemeyne Vaderland", uitvoerig belichtte
Wat hij ons naliet, zeide spr was niet
in de allervoornaamste plaats de politie-
sche werkelijkheid der zeven geünieerde
gewesten, door zijn zoons vermeerderd met
de Generaliteitslanden. Wat hij ons naliet,
was het ideaal der Nederlandsche eenheid
Na deze rede hief een groep Vlamingen
„De Vlaamsche Leeuw" aan, dat aanstonds
werd overstemd door het „Wilhelmus"
Hierna werd mededeeling gedaan van
het verbod van uitzending door de Radio
controlecommissie en den burgemeester
van Delft van den rede, welke de heer H.
Brugmans zou ho.uden.
Opnieuw poogden de Vlamingen „de
Vlaamsche Leeuw" in te zetten, welke weer
door het „Wilhelmus" werd overstemd.
Hierna voerde prof dr. F. C. Gerretson
nog het woord over Gerechtigheid.
De strijd, dien wij in onze dagen heb
ben te strijden, zoo verklaarde deze spr..
is. in den diepsten grond, dezelfde, dien
Oranje voor ons gestreden heeft. Ook hij
heeft gekampt op twee fronten. En voor
het Gezag èn voor de Vrijheid.
Van zijn zege plukken wij ook thans
nog de rijpe vruchten: maar van die
nederlaag dragen wij ook thans nog het
smartelijk litteeken Dat tweezijdige van
zijn strijd heeft Oranje's leven tot een
tragedie gemaakt, aldus spreker
Tenslotte sorak dr. A. Jacobs over .Prins
Willem's ideaal, ons ideaal" en schetste de
beteekenis van Willem van Oranje voor de
Zuidelijke Nederlanden, de eerste schouw
plaats van zijn bedrijf, die tevens het
laatst in zijn gedachten is gebleven.
DE RIJKSMIDDELEN.
De gewone middelen hebben over Maart
opgebracht rond 1.32.6 mlllioen. De op
brengst in Maart 1932 was f.34.7 milltoen.
Het twaalfde deel der raming voor 1933 is
f.318 millioen.
In de eerste drie maanden van het loo-
pende jaar is de opbrengst f. 9.4 millioen
achtergebleven bij de opbrengst over het
zelfde aantal maanden van het vorige
jaar en 9 ton bij drie twaalfde deel der
raming voor 1933.
Plechtig werd daarna de eed van trouw
afgelegd, zooals hij te voren door ds. J. D.
Domela Nieuwenliuis Nijegaard was weer
gegeven.
Spontaan werd hierop het .Wilhelmus"
gezongen.
Te drie uur kon met het défilé worden
aangevangen.
Tevoren onthulden Magda de Grood,
dochter van Drofessor de Grood tc Gent en
mei. M. J Oudendijk van het Algpmeen
Nederlandsch Verbond, de gedenksteen,
welke terzijde van den ingang der Nieuwe
Kerk is aangebracht. De gedenksteen, ont
worpen door den beeldhouwer Etiennex. is
in zandsteen uitgevoerd en bevat de vol
gende inscriptie:
Op 17 April 1933 beleden vele kinderen
van Uw volk den volgenden eed:
„Wij heffen hart en handen
„Voor 't heli der Nederlanden.
„En zweren vast den eed
„Tot doodbeproefde trouwe
..Wilhelmus van Nassouwe.
..Met U te staan gereed."
Na een eerbiedige groet aan den gedenk
steen marcheerde men aan de Noordzijde
het kerkgebouw binnen en defileerde men
langs de graftombe van Willem den Zwij
ger. Daarna verliet men het kerkgebouw
weer aan de Zuidzijde.
Tal van kransen en andere bloemstuk
ken werden op den gedenksteen neerge
legd.
Het défilé had een zeer vlot verloop,
waarbij het opviel, dat vele malen door de
Vlamingen ..de Vlaamsche Leeuw" werd
gezongen.
Omstreeks zes uur passeerden de laatste
deelnemers het kerkgebouw.
In de stad verdrongen de menschen zich
naar de parkeerplaatsen en treinen en
eerst in den avond verlieten de laatste
deelnemers aan deze welgeslaagde volks
hulde de Prinsestad.
Naar wij vernemen heeft de speldjes
collecte ten behoeve van de restauratie der
Nieuwe Kerk f. 2430 opgebracht, terwijl de
schaalcollecte bij het défilé langs het
monument f. 1130 heeft opgeleverd. De
Kerkvoogdij der Ned. Herv. had voorts
Zaterdag per giro reeds ongeveer f. 100
aan bijdragen ontvangen eveneens ten be
hoeve van het herstel der Nieuwe Kerk.
Leden van den Politiek Economischen
Bond en van het Indo-Europeesch Ver
bond hebben Zaterdag een krans gelegd
op het graf van Willem van Oranje. De
heeren Engelenberg en Harloff .alsmede de
generaal-majoor b d. Kiès vertegenwoor
digden den P.E.B het I.E.V. was verte
genwoordigd o.a. door de heeren Zeydell.
de Wolff en Regensburg. De heeren waren
door hun dames vergezeld.
DE POSTVLUCHTEN.
De Ijsvogel is Zaterdag op Schiphol
geland Er waren 4 passagiers aan boord,
voor wie drie voor Londen bestemd.
RECLAME.
Als de dag voor U verloren lijkt,
als alles lJ hindert: licht, renk en
geluid, dan werken als 'n wonder
Volg**f r*c*pf ron Apothmkir Oumont
"AKKERTJES"
9388
VERVOER VAN VERSCHE GROENTEN
PER TREIN.
De Ned. Spoorwegen hebben vanaf he
den een extra snelgoederentrein voor het
vervoer van versche jonge groenten van
ae veilingen naar Keulen en andere plaat
sen in Duitschland ingelegd.
De dienstregeling van dezen trein is
zoodanig geregeld dat den volgenden
morgen vroeg de groenten reeds in die
plaatsen aanwezig kan rijn.
NOG STEEDS VLUCHTELINGEN
UIT DUITSCHLAND.
Nog steeds komen Joodsche vluchtelin
gen uit Duitschland naar Nederland. Ook
gedurende de beide Paaschdagen is uit
verschillende plaatsen uit Duitschland een
aantal in Amsterdam aangekomen, waar
zij door het Vluchtelingen-comité wer
den voortgeholpen.
Een dezer vluchtelingen was in Duitsch
land zoo ernstig mishandeld, dat hij
naar wij uit betrouwbare bron vernemen
bij aankomst in Amsterdam noch staan,
noch loopen kon. Hij Is voorloopig in een
der ziekenhuizen opgenomen
UITSTAPJE NAAR ENGELAND.
Door het personeel der Haagsche Courant
Ter gelegenheid van het 50-jarig be
staan der Haagsche Courant hebben di
rectie en personeel (velen met hun echt-
genooten) een Paasch-uitstapje gemaakt
naar Londen Het gezelschap bestond uit
340 personen.
In een interview met Reuter voor het
vertrek uit Londen, verklaarde de heer
Sijthoff, de directeur der „Haagsche Cou
rant", dat dit grootsch opgezet uitstapje,
het eerste dat ooit door een Nederlandsch
dagblad voor zijn personeel georganiseerd
is en waarvoor een mailboot speciaal was
gecharterd, een groot succes is geweest.
Het geheele programma was afgewerkt en
de tochten waren begunstigd door prach
tig zonnig weder.
of de Regecring niet van oordeel is dat de
zitting „met open deuren" (artikel 118
Reglement Zeemacht) in de marine
kazerne hier te lande slechts dan in
overeenstemming met de wettelijke bepa
lingen wordt gehouden als aan publiek en
pers toegang tot die kazerne wordt ver
leend
Bij ontkennende beantwoording van een
of meer der vorenstaande vragen zou de
steller gaarne worden ingelicht welke ar
gumenten de Regeering daarvoor meent te
kunnen aanvoeren, terwijl bij bevestigende
beantwoording hij gaarne zal vernemen
of stappen zullen worden gedaan om te
voorkomen dat bij volgende zittingen van
den Krijgsraad het beginsel van open
baarheid opnieuw geweld zal worden aan
gedaan.
Tenslotte vraagt steller of de Regeering
niet van oordeel is dat de in de wet be
oogde ruimte va nde mate van openbaar
heid niet medebrengt, dat dag en uur der
te houden Krijgsraadzittingen tijdik wor
den bekend gesteld.
DE ZAAK REENS EN VRIJBURG.
BATAVIA. 18 April. (Anetai. De heer
Reens heeft hooger beroep aangeteekend
tegen het vonnis van den Raad van Jus
titie De heer Vrijburg heeft in het von
nis berust.
MOORD.
BANDOENG. 18 April (Aneta). De
40-jarige A Luylen, fabriekschef bij de
firma Voiker alhier werkzaam bij den
kleinwoningbouw is door een koelie van
de gemeente vermoord.
DE BLOEIENDE BETUWE.
Een stille Paschen.
In de Betuwe is het een stille Paschen
geweest, ondanks de stralende voorjaars
zon. die op den tweeden dag de touristen
als het ware naar buiten lokte. De straat
weg van Utrecht naar den Bosch lag vrij
wel verlaten, en bij de veerponten (Cu-
iemborg en Zaltbommel) kon men het
werk met gemak aan Files van opmerke
lijke lengte vormden zich zelfs in de
diukke middaguren niet; een zeldzaam
feit voor deze late en zonnige Paasch
dagen.
Teeken van de malaise?
Waarschijnlijk wel. want de Betuwe is
thans op haar mooist, en een bezoek
overwaard. (U. D.i
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.);
Cople van al of niet geplaatste
stukken wordt niet teruggegeven
VERSPREIDE BERICHTEN.
Te Rotterdam is op Eersten Paasch-
dag in 56-iarigen leeftijd overleden de
lieer F. Verschoor van Nisse, directeur van
de Gemeentelijke Handelsinrichtingen en
havenmeester te Rotterdam
UIT NED. OOST-INDIE.
DE DIENSTWEIGERAARS TE
SOERABAJA.
SOERABAJA. 18 April. (Aneta). De Zee
krijgsraad heeft de schepelingen Kooy-
man en Heins wegens weigering om te ge
hoorzamen aan het dienstbevel om naar
kool te gaan bij een oploop van schepe
lingen op het terrein van het marine
vliegkamp. op 29 Januari j.lveroordeeld
lot resp. IV: jaar en 5 maanden gevan
genisstraf, plus ontslag uit den militairen
dienst.
O
DE BERECHTING DER DIENST
WEIGERAARS.
BATAVIA. 15 April. (Anetai. Het lid van
de I S. D. Pde heer De Dreu, heeft een
schriftelijke vraag tot de Regeering ge
richt in verband met de zitting van den
Zeekrijgsraad te Soerabaja, welke niet
openbaar was. Hij vraagt lo. of de Regee
ring niet van meening is, dat de bij de
behandeling van het ontwerp-reglement
voor de Zeemacht aan de Tweede Kamer
(zitting 1911/121 gedane mededeeling, dat
„de terechtzittingen na invoering van de
bij dit wetsontwerp voorgestelde wijzigin
gen (moeten! worden gehouden in loka
len waar gelegenheid is om publiek te
ontvangen", evenzeer geldt voor de zittin
gen van den Zeekrijgsraad hier te lande
als te Den Helder; 2o of de Regeering niet
van oordeel is, dat de zittingen van den
Zeekrijgsraad hier te lande aan de wal
gehouden niet minder openbaar mogen
zijn dan wanneer die zittingen te Den Hel
der zouden plaats hebben en dat be
houdens wettelijke uitzonderingen om ge
wichtige redenen ontleend aan de open
bare orde of zedelijkheid tegen open
stelling van de Knjgsraadsrittingen aan
boord van Hr Ms. oorlogsschepen hier te
lande voor publiek en pers alleen dan
bezwaar kan worden gemaakt als die
schepen, niet aan de wal zijn gemeerd; 3o.
HET VERKEER.
Geachte Redactie.
Hoewel besloten niet meer in te gaan
op Ingezonden Stukken, verzoek ik U be
leefd nog eenmaal, middels Uw blad, te
mogen antwoorden op het verweer van de
heeren v. d. S. en D. T.
Dat mijn Ingezonden stuk van 11 April
niet als een hatelijkheid bedoeld was
tegen het socialisme, daarvan levert mijn
tweede ingezonden stuk van 13 dezer vol
komen het bewijs.
Ook niet-ingewijden weten van de orga-
nisatie van de S.D.A.P. Jeugdbeweging
1 wel. dat zij zich op velerlei terrein be
weegt en noemen haar onderafdeelingen
gemakshalve „A-J-C.-ers". Allen voeren
echter de roode vlag. Dit ter verklaring,
dat ik en meerdere met mij deze „J.V.O.-
ers" onder „A.J.C.-ers" heb gerangschikt.
Dat de S.DAP Jeugdbeweging door
naar optreden in het openbaar de sym
pathieën van andersdenken niet opwekt
blijkt o.a wel uit het door mij geconsta
teerde wegvandalisme van genoemde
Jeugdbeweging op Zondag 1.1. en het zoo
genaamde verweer van den heer D. T.
Het provoceerend optreden van den lei
der dezer SD.A.P. Jeugdcolonne wil ge
noemde heer verdoezelen met politiek ge
doe en verkeerde voorstellingen
Ware het dat ik mij niet volkomen van
de situatie op de hoogte had gesteld van
de gemaakte fouten en het onbehoorlijk
optreden van den leider, dan had ik nu
gezwegen.
De heer T. maakt dat ik de quaestie nog
nader moet toelichten, misschien kan U
daaruit nog iets leeren.
Uw colonne, mijnheer T„ werd ingehaald
bij de Watersteeg. U ging met Uw colonne
links van den weg en marcheerde in die
richting verder (dit is verboden en be
hoorde U na het passeeren rechts aan tc
gaan). De tram was u reeds gepasseerd en
bevond zich voorbij de eerste halte op de
Breestraat, terwijl U met Uw colonne nog
steeds links van den weg op de Hooge-
woerd was, toen bedoelde autobestuurder
met recht zijn rechtergedeelte opeischte. U
stelt de lezers voor, alsof de autobestuur-
j der op Uw colonne was ingereden en pro
beerde een tweede maal daarop in te rij
den, waarna U (aan het hoofd dus van
de colonne) den autobestuurder hebt doen
halt houden.
Dit is onwaar. Aangezien het Iinkshou-
den van Uw colonne o.a. ook mij nood
zaakte de verkeerde zijde van den weg
te houden, kon ik buitengewoon Uw on
hebbelijk optreden gadeslaan.
U hebt ioopende, de auto welke links
gedwongen was te rijden bij de staart van
de colonne ingehaald en al rijdende bent
U op de rechtertreeplank gesprongen, waar
de portier gesloten bleef. Daama is U toen
achter omgeloopen en hebt het portier
aan de linkerzijde opengerukt enz.
Ik vestig de aandacht van den lezer op
de verkeerde voorstelling van den heer T.
in zijn Ingezonden stuk van 13 dezer, waar
in hij beweert, dat de auto in snelle vaart
op de jongens en meisje inreed en de auto
tijdig heeft doen stoppen! dus in snelle
vaart aan het hoofd van de colonne heeft
aangehouden).
Ziet U, mijnheer v. d. S. en T., dat mijn
eerste ingezonden stuk volkomen waarheid
bevat, nml. dat een colonne van de S D A P
Jeugdbeweging niet afkomstig uit Leiden,
onder leiding van haar leider tegen de ver
keersregels heeft gefraudeerd en onbe
hoorlijk is opgetreden tegen een medeweg
gebruiker?
Beheersch U, weldenkend mensch, beken
en herstel waar mogelijk uw fouten en ga
ter rechterzijde voort, dan zult ge Uw doel
bereiken. Indien U links houdt, volgt on
tegenzeggelijk een botsing van rechts.
Dank U. ij.