De Willem de Zwijger-herdenking te Delft. Wèg die Migraine! AKKER.CACHETS 74,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 18 April 1933 Derde Blad No. 22416 De rede van drs. H. Brugmans verboden. INGEZONDEN. I o Vlamingen geven uiting aan hun gevoelens door het zingen van ..De Vlaamsche Leeuw". Delft was gisteren in ware feesttooi ter ontvangst van de vele duizenden, die daar de nagedachtenis van Willem den Zwijger kwamen eeren bij de gelegenheid van de herdenking van zijn 400sten geboortedag. •Langs de grachten wapperden van bijna alle huizen de nationale driekleur, het Oran.ie zag men overal. I Orri tien uur stoomde de eerste extra- trein. n.l. uit de richting Vlissingen het station binnen, waar uitgebreide maat regelen waren getroffen voor een geregeld verwerken van de talrijke reizigers. Trein na trein reed met korte tusschenpoozen Delft binnen. Ui tde richting Amsterdam Kkwamen vier extra-treinen, uit Vlissingen, en Rotterdam zes. Daarbij moeten gevoegd worden de elf voortreinen, die den gewo nen dienst aanvulden, zoodat na 10 uur een voortdurende menschenstroom het Stationsplein verliet en de binnenstad nlde Tal van muziekcorpsen fleurden den pranje"-stroom op Het werd een glo- use intocht in de Prinsestad. Vooral gen twaalf uur stroomden duizenden en duizenden deelnemers de stad binnen. I"? De opstelling van de groepen uit alle l oorden van ons land vlotte uitstekend. Op de markt bevonden zich ongeveer 10.000 en verder op de Nieuwe Langedijk onge veer 12.000 en op het ijsclub-terrein 2000 lie zoekers. In totaal kan het aantal deel nemers op 25 a 30.000 worden geschat, a Het is niet doenlijk een opsomming te geven van het aantal organisaties of ver- •••eenigingen. die tegenwoordig waren. In het geheel was hun aantal ongeveer 300. Er waren burgerwachten en afdeelingen van den B. V. L., Oranjevereenigingen, vrouwen, meisjes- en jongelingsvereeni- gingen, gymnastiek- en andere sportver- eenigingen en padvinders. Zelfs uit de kleinste plaatsjes uit alle hoeken van ons land waren vereenigingen tegenwoordig. Voorts reserve-officieren-vereenigingen en andere organisaties op het gebied van land- en zeemacht. l'HOpvallend was het groote aantal Vla mingen, dat naar Delft was gekomen. Hun aantal kan zeker op 2000 worden ge schat Ei- waren o.m. de Blauwvoeters uit Gent, Brugge enz., die tal van vaandels en vlaggen meevoerden. Er waren eveneens vele Zuid-Afrikaners. De kerkherdenking. I Precies te eén uur ving in de Nieuwe Kerk. waarin zich plm. 3000 genoodigden bevonden, de herdenkingsplechtigheid aan. Deze werd o.m. bijgewoond door ongeveer iet voltallige Comité van Aanbeveling foor de herdenking en de hoofdbesturen van de drie samenwerkende vereenigingen )ietsch Studenten Verbond. Algemeen iederlandsch Verbond en Nationaal Jon- [eren Verbond, voorts tal van burgemees- ers uit den lande en andere autoriteiten. Nadat de organist der kerk, de heer J. H Storm, het „Dankt nu allen God" had ten gehoore gebracht, hield ds. Stam uit Rotterdam ongeveer de volgende rede: Wanneer wij hier, in deze oude stad. de aatste woonplaats van den Prins, op deze (erbiedwaardige plek bij zijn graf, samen- fomen om te gedenken, zullen wij ons be rust moeten zijn van drieërlei: Allereerst: deze volkshulde aan de na- fedachtenis van Vader Willem kan en tnag geen feestelijke zijn. Afgezien van het lelt, dat de zware tijden die wij beleven, dit niet verdragen, moet het ons allen toch we! tot diep nadenken stemmen, dat wij als Nederlandsch volk nog steeds niet ten volle de idealen van den Prins hebben kunnen verwezenlijken. Integendeel, de gescheurdheid, die wij blijkbaar wel dra len en verdragen kunnen, is zoo fel, dat de herdenking van het levenswerk van hem, die de verscheurde Provinciën tot een eenheid wilde brengen, een parodie dreigt te worden. Dit dwingt ons tot oot moed. Geen uitbundigheid, maar verdee moediging kan alleen de juiste toon zijn, waarin wij ons woord willen spreken Aan vaarden wij dien toon, dan is ons duide lijk, dat ons hier zijn ons allen verplich tingen oplegt. Verplichting om. wanneer de herdenking van wat De Zwijger voor ons volk beteekent, ons waarlijk ernst is. Ie willen leven in het besef van saamhoo- righeid en solidariteit, waarin wij elkan der hebben te dienen. Wie Oranje's werk losmaakt van zijn geloof, doet hem onrecht. Deze man is leider, omdat hij zich daar toe geroepen weet. Onder het gezichts punt der eeuwigheid heeft hij gearbeid. En zoo is zijn werk gebruikt geworden. Zijn idealen zijn niet verwezenlijkt. Maar iets ervan leeft ontegenzeggelijk in ons volk. Dat ons land een toevluchtsoord geworden is voor de velen, die vervolgd werden om hun geloof, dat wij ons land hebben kunnen openhouden voor alle ver drukten en verjaagden, is mede voortzet ting van het werk van den leider, den Prins van Oranje. Wij danken God voor wat hij in den Vader des Vaderlands ons gaf en willen aanvaarden de voortzetting van zijn ar beid in de richting, die hij ons gewezen heeft De heer Bram v. d. Stap zong hierna „Neerland en Oranje", waarna de heer F. J. J. Besier, voorzitter van het Wilhelmus van Nassouwe Comité, namens dit comité een krans van lelies en seringen op het praalgraf van Willem den Zwijger legde. Op de linten, in „Oranje. Bianje, Bleu" stonden de woorden: „De Kinderen van Uw volk". Nadat de heer v. d. Stap „Mijn Schild ende Betrouwen" had gezongen, werd dit door allen overgenomen. De plechtigheid in de Kerk was hier mede beëindigd, waarna op het Mark- Piein, generaal Snijders een rede hield. Rede generaal Snijders. Z Exc beschouwde in de historische gestalte van Prins Willem, den Vader des Vaderlands, in het bijzonder den Mensch den Krijgsoverste en de Staatsman De hoogstaande mensch weerspiegelt zich in zijn treffende karaktereigenschap pen en zijn idealen. Na zijn jeugd en jongelingsjaren in weelde en zorgeloos- I heid aan het Hof van Keizer Karei V te Brussel te hebben doorgebracht, treft hem nauwelijks den vollen manlijken leeftijd bereikt hebbende het onrecht, dat zijn volk bedreigt, en de wreedheid, waaraan het van de zijde der Spaansche of Spaanschgezinde machthebbers blootstaat Samenwerkende met- en weldra vooraan staand leider van de hoogsten onder den Nederlandschen adel. komt hij met groote vrijmoedigheid, helder inzicht en volhar dend beleid op voor de bedreigde of ge schonden rechten van zijn volk Het waren zorgvolle tijden, waarin zijn diepgeworteld plichtsgevoel en zijn zelfbe wuste drang naar daden zich krachtig in hem openbaarden. Want de heerschende troebelen waren niet alleen van politieken aard: de kerkhervorming, welke in Duitschland reeds vasten voet had gekre gen en zich in andere landen snel uit breidde. verwierp ook in de Nederlanden steeds grooteren aanhang. Maar de geheel Spaansch-geaarde en in Spanje zetelende, dweepzieke Koning Philips II was fel te gen de hei-vorming gekant en de aanhan gers van de nieuwe leer werden meedoo- genloos vervolgd en naar de brandstapel verwezen. Het radelooze volk leefde in angst en rouw: duizenden weken uit naar Engeland of Duitschland. tot groote schade voor handel, nijverheid en algemeene wel vaart. Ondanks dit alles ging, naast en veels zins tegenover de Luthersche richting der hervorming, een krachtig en strijdvaardig calvinisme voort zich te ontwikkelen en dit trad steeds stoutmoediger op. Verwar ring en verzet groeiden. In zijne beroemde redevoering in den Raad van Staten op 31 December 1564 drong Oranje er op aan. den Koning onomwonden den toestand bloot te leggen, en op herstel van grieven aan te dringen. Oranje, ofschoon zelf nog katholiek veroordeelde de wreede bloed plakkaten en de folteringen van verdach ten en veroordeelden; en drong aan op verdraagzaamheid, en erkenning van het bestaansrecht der hervormde richtingen. Dit was een nieuw geluid: de blijde boodschap der gewetensvrijheid, welke Oranje het eerst voor het in godsdienst strijd en twijfel verdeelde, naar lust en vrede hunkerende menschdom deed klin ken. Oranje was met deze waarlijk chris telijke denkbeelden zijn tijd verre vooruit: de overgroote meerderheid zijner tijdge- nooten was niet rijp voor deze breede en edelmoedige opvattingen, vooral de ver deeldheid des volks en de onverdraag zaamheid en heftigheid der calvinisten tegenover andersdenkenden zouden hem nog groote moeilijkheden en teleurstellin gen baren. Het streven van den Prins was dan ook naast zijn staatkundige doel einden. bijzonderlijk op het bevorderen van den godsdienstvrede gericht. Oranje was een waarlijk vroom en geloovig man, maar geen dweper. Hij had een afkeer van geloofsvervol ging had diep medelij .den ir.et de gemar telde en vermoorde slachtoffers der Spaan sche dweepzucht: maar hij veroordeelde evenzeer den Beeldenstorm en keerde zich tegen eiken dwang en alle geweid in ge- ioofs- en gewetenszaken. Hii zocht verzoe ning en rust ook terwille. zijner politieke actie. Ook toen hij later volledig en openlijk eerst in 1573 tot de calvinisti sche leer was overgegaan, bleef hij ijveren voor geloofsvrede en gewetensvrijheid, voor- gelijke rechten en ivrijheden voor alle ge zindten Als krijgsoverste moge de Prins geen wereldroem hebben geoogst, zijn optreden als zoodanig was voor de zaak des vader lands van het hoogste gewicht. In den staatkundigen strijd der Nederlanden te gen Koning Philips II was aanvankelijk, naar de opvatting van den Prins voor wa pengeweld geen plaats Eerst toen bij toe nemende verwarring en liopelooze verdeeld heid een vreedzame oplossing onbereikbaar scheen toen de breuk tusschen den Koning en Oranje onherstelbaar was ge worden een groot deel zijner adelfk* geest verwanten en medewerkers zich van hem afkeerden en hier en daar zelfs 't volk hem beleedigde en hem in zijn leven be dreigde. toen achtte Prins Willem te leurgesteld maar niet ontmoedigd naar Duitschland uitgeweken den tijd voor den strijd met de wapenen gekomen te meer daar ongeveer te zeifder tijd 1567. Philips' geduchte veldheer, de Hertog van Alva, met een krachtig leger naar de Ne derlanden begon op te rukken, waaruit duidelijk 's Konings toeleg sprak, thans den tegenstand der Nederlanden door wa pengeweld te breken. De invloed vrr Prins Wiliem als staats man is een eiement van beteekenis in de wereldgeschiedenis en voor de toekomst van ons vaderland baanbrekend en beslis send geworden. In eersten aanleg richtte zich zijn staat kunde tegen de Spaansche dwingelandij. Deze beweeine on.der 's Prinsen leiding be gonnen was in haar oorsprong vrij van elk revolutionnair karakter. Het gezag des Konings hoog houdende Den Coninck van Hispaengiën heb ik altijd geëhrt" zoo luidt het immers in het onde volks- en kriivslied Wilhelmus van Nassouwen" trachtte hij eerbiediging van rechten ge wetensvrijheid en handhaving van rust te verkrijgen langs vreedzamen weg. Oranje verwiem zoolang mogelijk de toenassine van geweld Maar tegenover de onverzet telijkheid en bloeddorstige geloofsvervol ging der Spaanesche machthebbers eener- zljds de verdeeldheid en de scherpe tegen stellingen tusschen de verschillende gods dienstige richtingen anderzijds, moest 's Prinsen toeleg falen en bleef ten slotte nog slechts de weg van wapengeweld open. Gedurende zijn veeljarige politieke en gewapende worsteling tegen Philips' machtsmisbruik ontwikkelde zich bij den Prins een hooger staatkundig beginsel, ge richt op de samensmelting van alle Noord en Zuid-Nederlandsche gewesten tot één staatkundige eenheid. Het volk is er niet ter wille van den vorst, zoo betoogt de Prins doch omge keerd, en de Staten-Generaal ontleenen hun mach; aan het volk Di dubbelen zin mag deze adele man en groot staatsburger aanspraak maken op den naam van Vader des Vaderlands. Hij was het immers, die in Nederlandsche hoofden en harten voor 't eerst het te voren ongekende begrip van „vaderland" heeft gewekt, dat de landskinderen in een heid en saamhoorigheid bijeenbracht tot gemeenschappeliiken arbeid voor het ge- meene beiang Hij was wellicht nog on bewust de grondlegger onzer nationale gedachte. Maar hij was tevens een Vader voor zijn volk door zijn liefde en toewij ding. zijn onvermoeibaar streven en zijn opofferingszin. Generaal Snijders besloot zijn door middel van luidspreker-installaties over geheel Delft te volgen rede met de op wekking te blijven vertrouwen ook in deze donkere dagen op Haar. die zich reeds zoo dikwijls een waardige telg Hirer voorzaten heeft getoond en die in Haar warm hart. Haar nobele inborst, groote waarde in brengt in het onverbrekelijk verbond met i Haar volk. Ook Haar gelden de v.-oorden. welke ons oude volkslied zijn Wilhelmus van Nassou wen in den mond legt: „U herder zal niet slapen. Al sijt ghij nu verstrooit". Vervolgens was het woord aan den heer Anton van Duinkerken, die den grondslag van Oranje's staatsmanskunst, de idee der innerlijke onschendbaarheid van het na- tionaliteitsbewustzijn, door hem geformu leerd als de bestendige gedachte voor liet „gemeyne Vaderland", uitvoerig belichtte Wat hij ons naliet, zeide spr was niet in de allervoornaamste plaats de politie- sche werkelijkheid der zeven geünieerde gewesten, door zijn zoons vermeerderd met de Generaliteitslanden. Wat hij ons naliet, was het ideaal der Nederlandsche eenheid Na deze rede hief een groep Vlamingen „De Vlaamsche Leeuw" aan, dat aanstonds werd overstemd door het „Wilhelmus" Hierna werd mededeeling gedaan van het verbod van uitzending door de Radio controlecommissie en den burgemeester van Delft van den rede, welke de heer H. Brugmans zou ho.uden. Opnieuw poogden de Vlamingen „de Vlaamsche Leeuw" in te zetten, welke weer door het „Wilhelmus" werd overstemd. Hierna voerde prof dr. F. C. Gerretson nog het woord over Gerechtigheid. De strijd, dien wij in onze dagen heb ben te strijden, zoo verklaarde deze spr.. is. in den diepsten grond, dezelfde, dien Oranje voor ons gestreden heeft. Ook hij heeft gekampt op twee fronten. En voor het Gezag èn voor de Vrijheid. Van zijn zege plukken wij ook thans nog de rijpe vruchten: maar van die nederlaag dragen wij ook thans nog het smartelijk litteeken Dat tweezijdige van zijn strijd heeft Oranje's leven tot een tragedie gemaakt, aldus spreker Tenslotte sorak dr. A. Jacobs over .Prins Willem's ideaal, ons ideaal" en schetste de beteekenis van Willem van Oranje voor de Zuidelijke Nederlanden, de eerste schouw plaats van zijn bedrijf, die tevens het laatst in zijn gedachten is gebleven. DE RIJKSMIDDELEN. De gewone middelen hebben over Maart opgebracht rond 1.32.6 mlllioen. De op brengst in Maart 1932 was f.34.7 milltoen. Het twaalfde deel der raming voor 1933 is f.318 millioen. In de eerste drie maanden van het loo- pende jaar is de opbrengst f. 9.4 millioen achtergebleven bij de opbrengst over het zelfde aantal maanden van het vorige jaar en 9 ton bij drie twaalfde deel der raming voor 1933. Plechtig werd daarna de eed van trouw afgelegd, zooals hij te voren door ds. J. D. Domela Nieuwenliuis Nijegaard was weer gegeven. Spontaan werd hierop het .Wilhelmus" gezongen. Te drie uur kon met het défilé worden aangevangen. Tevoren onthulden Magda de Grood, dochter van Drofessor de Grood tc Gent en mei. M. J Oudendijk van het Algpmeen Nederlandsch Verbond, de gedenksteen, welke terzijde van den ingang der Nieuwe Kerk is aangebracht. De gedenksteen, ont worpen door den beeldhouwer Etiennex. is in zandsteen uitgevoerd en bevat de vol gende inscriptie: Op 17 April 1933 beleden vele kinderen van Uw volk den volgenden eed: „Wij heffen hart en handen „Voor 't heli der Nederlanden. „En zweren vast den eed „Tot doodbeproefde trouwe ..Wilhelmus van Nassouwe. ..Met U te staan gereed." Na een eerbiedige groet aan den gedenk steen marcheerde men aan de Noordzijde het kerkgebouw binnen en defileerde men langs de graftombe van Willem den Zwij ger. Daarna verliet men het kerkgebouw weer aan de Zuidzijde. Tal van kransen en andere bloemstuk ken werden op den gedenksteen neerge legd. Het défilé had een zeer vlot verloop, waarbij het opviel, dat vele malen door de Vlamingen ..de Vlaamsche Leeuw" werd gezongen. Omstreeks zes uur passeerden de laatste deelnemers het kerkgebouw. In de stad verdrongen de menschen zich naar de parkeerplaatsen en treinen en eerst in den avond verlieten de laatste deelnemers aan deze welgeslaagde volks hulde de Prinsestad. Naar wij vernemen heeft de speldjes collecte ten behoeve van de restauratie der Nieuwe Kerk f. 2430 opgebracht, terwijl de schaalcollecte bij het défilé langs het monument f. 1130 heeft opgeleverd. De Kerkvoogdij der Ned. Herv. had voorts Zaterdag per giro reeds ongeveer f. 100 aan bijdragen ontvangen eveneens ten be hoeve van het herstel der Nieuwe Kerk. Leden van den Politiek Economischen Bond en van het Indo-Europeesch Ver bond hebben Zaterdag een krans gelegd op het graf van Willem van Oranje. De heeren Engelenberg en Harloff .alsmede de generaal-majoor b d. Kiès vertegenwoor digden den P.E.B het I.E.V. was verte genwoordigd o.a. door de heeren Zeydell. de Wolff en Regensburg. De heeren waren door hun dames vergezeld. DE POSTVLUCHTEN. De Ijsvogel is Zaterdag op Schiphol geland Er waren 4 passagiers aan boord, voor wie drie voor Londen bestemd. RECLAME. Als de dag voor U verloren lijkt, als alles lJ hindert: licht, renk en geluid, dan werken als 'n wonder Volg**f r*c*pf ron Apothmkir Oumont "AKKERTJES" 9388 VERVOER VAN VERSCHE GROENTEN PER TREIN. De Ned. Spoorwegen hebben vanaf he den een extra snelgoederentrein voor het vervoer van versche jonge groenten van ae veilingen naar Keulen en andere plaat sen in Duitschland ingelegd. De dienstregeling van dezen trein is zoodanig geregeld dat den volgenden morgen vroeg de groenten reeds in die plaatsen aanwezig kan rijn. NOG STEEDS VLUCHTELINGEN UIT DUITSCHLAND. Nog steeds komen Joodsche vluchtelin gen uit Duitschland naar Nederland. Ook gedurende de beide Paaschdagen is uit verschillende plaatsen uit Duitschland een aantal in Amsterdam aangekomen, waar zij door het Vluchtelingen-comité wer den voortgeholpen. Een dezer vluchtelingen was in Duitsch land zoo ernstig mishandeld, dat hij naar wij uit betrouwbare bron vernemen bij aankomst in Amsterdam noch staan, noch loopen kon. Hij Is voorloopig in een der ziekenhuizen opgenomen UITSTAPJE NAAR ENGELAND. Door het personeel der Haagsche Courant Ter gelegenheid van het 50-jarig be staan der Haagsche Courant hebben di rectie en personeel (velen met hun echt- genooten) een Paasch-uitstapje gemaakt naar Londen Het gezelschap bestond uit 340 personen. In een interview met Reuter voor het vertrek uit Londen, verklaarde de heer Sijthoff, de directeur der „Haagsche Cou rant", dat dit grootsch opgezet uitstapje, het eerste dat ooit door een Nederlandsch dagblad voor zijn personeel georganiseerd is en waarvoor een mailboot speciaal was gecharterd, een groot succes is geweest. Het geheele programma was afgewerkt en de tochten waren begunstigd door prach tig zonnig weder. of de Regecring niet van oordeel is dat de zitting „met open deuren" (artikel 118 Reglement Zeemacht) in de marine kazerne hier te lande slechts dan in overeenstemming met de wettelijke bepa lingen wordt gehouden als aan publiek en pers toegang tot die kazerne wordt ver leend Bij ontkennende beantwoording van een of meer der vorenstaande vragen zou de steller gaarne worden ingelicht welke ar gumenten de Regeering daarvoor meent te kunnen aanvoeren, terwijl bij bevestigende beantwoording hij gaarne zal vernemen of stappen zullen worden gedaan om te voorkomen dat bij volgende zittingen van den Krijgsraad het beginsel van open baarheid opnieuw geweld zal worden aan gedaan. Tenslotte vraagt steller of de Regeering niet van oordeel is dat de in de wet be oogde ruimte va nde mate van openbaar heid niet medebrengt, dat dag en uur der te houden Krijgsraadzittingen tijdik wor den bekend gesteld. DE ZAAK REENS EN VRIJBURG. BATAVIA. 18 April. (Anetai. De heer Reens heeft hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis van den Raad van Jus titie De heer Vrijburg heeft in het von nis berust. MOORD. BANDOENG. 18 April (Aneta). De 40-jarige A Luylen, fabriekschef bij de firma Voiker alhier werkzaam bij den kleinwoningbouw is door een koelie van de gemeente vermoord. DE BLOEIENDE BETUWE. Een stille Paschen. In de Betuwe is het een stille Paschen geweest, ondanks de stralende voorjaars zon. die op den tweeden dag de touristen als het ware naar buiten lokte. De straat weg van Utrecht naar den Bosch lag vrij wel verlaten, en bij de veerponten (Cu- iemborg en Zaltbommel) kon men het werk met gemak aan Files van opmerke lijke lengte vormden zich zelfs in de diukke middaguren niet; een zeldzaam feit voor deze late en zonnige Paasch dagen. Teeken van de malaise? Waarschijnlijk wel. want de Betuwe is thans op haar mooist, en een bezoek overwaard. (U. D.i (Buiten verantwoordelijkheid der Red.); Cople van al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven VERSPREIDE BERICHTEN. Te Rotterdam is op Eersten Paasch- dag in 56-iarigen leeftijd overleden de lieer F. Verschoor van Nisse, directeur van de Gemeentelijke Handelsinrichtingen en havenmeester te Rotterdam UIT NED. OOST-INDIE. DE DIENSTWEIGERAARS TE SOERABAJA. SOERABAJA. 18 April. (Aneta). De Zee krijgsraad heeft de schepelingen Kooy- man en Heins wegens weigering om te ge hoorzamen aan het dienstbevel om naar kool te gaan bij een oploop van schepe lingen op het terrein van het marine vliegkamp. op 29 Januari j.lveroordeeld lot resp. IV: jaar en 5 maanden gevan genisstraf, plus ontslag uit den militairen dienst. O DE BERECHTING DER DIENST WEIGERAARS. BATAVIA. 15 April. (Anetai. Het lid van de I S. D. Pde heer De Dreu, heeft een schriftelijke vraag tot de Regeering ge richt in verband met de zitting van den Zeekrijgsraad te Soerabaja, welke niet openbaar was. Hij vraagt lo. of de Regee ring niet van meening is, dat de bij de behandeling van het ontwerp-reglement voor de Zeemacht aan de Tweede Kamer (zitting 1911/121 gedane mededeeling, dat „de terechtzittingen na invoering van de bij dit wetsontwerp voorgestelde wijzigin gen (moeten! worden gehouden in loka len waar gelegenheid is om publiek te ontvangen", evenzeer geldt voor de zittin gen van den Zeekrijgsraad hier te lande als te Den Helder; 2o of de Regeering niet van oordeel is, dat de zittingen van den Zeekrijgsraad hier te lande aan de wal gehouden niet minder openbaar mogen zijn dan wanneer die zittingen te Den Hel der zouden plaats hebben en dat be houdens wettelijke uitzonderingen om ge wichtige redenen ontleend aan de open bare orde of zedelijkheid tegen open stelling van de Knjgsraadsrittingen aan boord van Hr Ms. oorlogsschepen hier te lande voor publiek en pers alleen dan bezwaar kan worden gemaakt als die schepen, niet aan de wal zijn gemeerd; 3o. HET VERKEER. Geachte Redactie. Hoewel besloten niet meer in te gaan op Ingezonden Stukken, verzoek ik U be leefd nog eenmaal, middels Uw blad, te mogen antwoorden op het verweer van de heeren v. d. S. en D. T. Dat mijn Ingezonden stuk van 11 April niet als een hatelijkheid bedoeld was tegen het socialisme, daarvan levert mijn tweede ingezonden stuk van 13 dezer vol komen het bewijs. Ook niet-ingewijden weten van de orga- nisatie van de S.D.A.P. Jeugdbeweging 1 wel. dat zij zich op velerlei terrein be weegt en noemen haar onderafdeelingen gemakshalve „A-J-C.-ers". Allen voeren echter de roode vlag. Dit ter verklaring, dat ik en meerdere met mij deze „J.V.O.- ers" onder „A.J.C.-ers" heb gerangschikt. Dat de S.DAP Jeugdbeweging door naar optreden in het openbaar de sym pathieën van andersdenken niet opwekt blijkt o.a wel uit het door mij geconsta teerde wegvandalisme van genoemde Jeugdbeweging op Zondag 1.1. en het zoo genaamde verweer van den heer D. T. Het provoceerend optreden van den lei der dezer SD.A.P. Jeugdcolonne wil ge noemde heer verdoezelen met politiek ge doe en verkeerde voorstellingen Ware het dat ik mij niet volkomen van de situatie op de hoogte had gesteld van de gemaakte fouten en het onbehoorlijk optreden van den leider, dan had ik nu gezwegen. De heer T. maakt dat ik de quaestie nog nader moet toelichten, misschien kan U daaruit nog iets leeren. Uw colonne, mijnheer T„ werd ingehaald bij de Watersteeg. U ging met Uw colonne links van den weg en marcheerde in die richting verder (dit is verboden en be hoorde U na het passeeren rechts aan tc gaan). De tram was u reeds gepasseerd en bevond zich voorbij de eerste halte op de Breestraat, terwijl U met Uw colonne nog steeds links van den weg op de Hooge- woerd was, toen bedoelde autobestuurder met recht zijn rechtergedeelte opeischte. U stelt de lezers voor, alsof de autobestuur- j der op Uw colonne was ingereden en pro beerde een tweede maal daarop in te rij den, waarna U (aan het hoofd dus van de colonne) den autobestuurder hebt doen halt houden. Dit is onwaar. Aangezien het Iinkshou- den van Uw colonne o.a. ook mij nood zaakte de verkeerde zijde van den weg te houden, kon ik buitengewoon Uw on hebbelijk optreden gadeslaan. U hebt ioopende, de auto welke links gedwongen was te rijden bij de staart van de colonne ingehaald en al rijdende bent U op de rechtertreeplank gesprongen, waar de portier gesloten bleef. Daama is U toen achter omgeloopen en hebt het portier aan de linkerzijde opengerukt enz. Ik vestig de aandacht van den lezer op de verkeerde voorstelling van den heer T. in zijn Ingezonden stuk van 13 dezer, waar in hij beweert, dat de auto in snelle vaart op de jongens en meisje inreed en de auto tijdig heeft doen stoppen! dus in snelle vaart aan het hoofd van de colonne heeft aangehouden). Ziet U, mijnheer v. d. S. en T., dat mijn eerste ingezonden stuk volkomen waarheid bevat, nml. dat een colonne van de S D A P Jeugdbeweging niet afkomstig uit Leiden, onder leiding van haar leider tegen de ver keersregels heeft gefraudeerd en onbe hoorlijk is opgetreden tegen een medeweg gebruiker? Beheersch U, weldenkend mensch, beken en herstel waar mogelijk uw fouten en ga ter rechterzijde voort, dan zult ge Uw doel bereiken. Indien U links houdt, volgt on tegenzeggelijk een botsing van rechts. Dank U. ij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9