Volkshulde aan Prins Willem van Oranje - Paaschvuur stoken De roode Vulpenhouder SS#*!»*» 74sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Twe?de Blad FEUILLETON. I Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thynne, door A. W. V. E.—v. R. 37) „Dat doet mij plezier. Ik hoop, dat u de verf er af hebt gekregen," antwoordde Gregg hartelijk. „Rookt u?" Hij overhandigde Fayre een doos ciga- retten en deze bedankte hem en nam er een. „Het spijt me, dat ik niet gastvrijer kan zijn," ging de dokter voort, „maar er zit ten een hoop patiënten In de spreekkamer te wachten, en ik ben ze niet kwijt voor minstens over een uur." Fayre reikte naar de lucifers, die op den schoorsteenmantel lagen. Terwijl hij dat deed, viel zijn oog op de foto. „Een Interessante kop," merkte hij op. „Het was een interessante kerel. Hij zou een hoogen ouderdom bereikt hebben, als hij niet zoo gedronken had. Een van de beste kerels, die ik ooit gekend heb." „Daar ziet hij naar uit," zei Fayre kalm, maar zoo ernstig, dat het Gregg bewoog, dp het onderwerp door te gaan. »Hy kwam in handen van een vrouw, en zij doodde hem zoo zeker, alsof zij hem vermoord had. Hij stierf door alcohol ver giftiging het ergste geval dat ik ooit zag. Probeeren te vergeten, noemde hij het." Gregg's stem klonk schor van ontroering en voor de eerste maal voelde Fayre zich werkelijk tot hem aangetrokken. „Wat gebeurde er met de vrouw?" vroeg hij onverschillig. Gregg wendde zich af, om zijn sigarette aan te steken. Fayre, die hem nauwlettend gadesloeg, merkte op, dat zijn hand zoo vast was als een rots. maar zijn stem was in het geheel zoo zeker niet, toen hij ant woordde: „Ik verloor haar uit het oog, maar te oordeelen naar het pad, dat zij bewandelde, heeft zij nu haar verdiende loon." Hij begeleidde zijn gast naar de deur en bleef nog een oogenblik met hem praten. Hij had zijn gewone, ruwe manleren weer teruggekregen, maar hoe kalm en vrien delijk Fayre ook scheen, hij voelde zich toch treurig te moede, want de fotografie was die van Baxter, en weer had Gregg alle bekendheid met mrs. Draycott glad weg ontkend. HOOFDSTUK XII. Toen hij Gregg's huis verlaten had, keerde Fayre niet naar Staveley terug, maar reed door naar Whitbury en luncht- te daar in het hotel. In de eerste plaats voelde hij zich op het oogenblik niet in staat een der huisgenooten op Staveley te ontmoeten en dan was het opschrift, dat op de rekening in Gregg's garage had gestaan, de naam van een van de sta tionsgarages te Whitbury geweest, en had hij de eigenschap, lastige karweitjes dadelijk aan te pakken en zoo gauw mo gelijk op te knappen. Hij verheelde zich niet, dat hij het gevolg van dezen stap vreesde. Hij treuzelde niet met zijn eenzaam maal en om twee uur reeds besprak hij het onderwerp auto met den eigenaar van de garage, een opgeruimd, praatgraag (nannetje, dat verlangend scheen, hem alle informaties te verschaffen, die hij geven kon. Fayre dischte ongeveer dezelfde ge schiedenis op als in Carlesle, alleen noem de hij nu niet den voerman, daar hij er rekening mee hield, dat nieuwtjes in een kleine stad gauw de ronde doen, maar verklaarde, dat hij voor een vriend in Londen opkwam, wiens motorfiets op den avond van den 2Jen door een auto was aangereden, en die ternauwernood aan ernstig letsel ontkomen was. De ga ragehouder bracht hem naar het hokje, dat hem als kantoor diende, en haalde den legger te voorschijn. „Een groote, gesloten auto, merk onbe kend," mompelde hij. „Een Londensch nummer met een zeven er in." Snel ging hij met den vinger over de bladzij. ..Niets op dien avond. Het was de avond van den moord, nietwaar? Het stormde en het was bitter koud, en er waren niet veel measchen uit. Et kwam bij ons niets bin nen vanaf lunchtijd, en dat verwondert mij niets." „Is er bij u geen enkele auto, die aan die beschrijving beantwoordde, uitgere den?" „Neem mi] niet kwalijk, maar het heeft niet veel van een beschrijving!" zei de man vriendelijk grijnzend, „U kunt niet beweren, dat u ons veel hebt gezegd, om op of te gaan! Ik heb maar twee huur-auto's en natuurlijk heeft geen van beide een Londensch nummer. De eene is te klein, en de andere is hier welbekend." Hij keek weer in zijn boek. „Dr. Gregg had ze dien avond. Zijn eigen auto was stuk. Mij haalde ze omstreeks half zes". „Is ze nu binnen?" vroeg Fayre. „Ik ken den dokter en verdenk hem zeker niet van roekeloos rijden, maar ik heb mijn vriend nu eenmaal beloofd goed overal rond te kijken." „Heel goed, ik zal ze u laten zien. Als het iemand anders was dan de dokter zou ik aan een valsch nummer denken. Dat wordt dikwijls gedaan. Behalve het nummer beantwoordt de auto aan uw be schrijving. Maar dat doen de helft van de andere auto's in de buurt ook. wat dat aangaat." Hij wilde het boek reeds sluiten, toen zijn oog op een anderen post viel, en hij plotseling een uitroep deed hooren. „Wacht even! Er ging op den avond van den 23sten om ongeveer zes uur een auto uit. Ik heb zoo'n idee, dat het er een uit Londen was. De naam van den eigenaar was Page. Het nummer had er ook bij moeten staan, maar mijn vrouw vergat het blijkbaar op te schrijven. Gewoonlijk houdt zij dit boek bij, en u weet hoe vrouwen zijn!" „Dus om zes uur zag u die auto het laatst?" „Ja. Hij kwam niet terug." Hij keek aan den achterkant van de bladzij. „Hier staat het. Ze kwam op 14 Maart binnen en werd den 23sten Maart wegge haald, Jammer, dat we het nummer niet hebben. Ik zal eens zien, of mijn vrouw er zich nog iets van herinnert, en lntus- schen kan ik u de andere auto laten zien." Hij bracht Fayre naar een vervelooze, maar nog goed bruikbare Daimler, en Fayre, wierp haastig een scherpen blik op de spatborden. „Is deze in den taatsten tijd niet gere pareerd" vroeg hij. „Mijn vriend weet zoo goed als zeker, dat de verf op het spatbord beschadigd werd." .ik heb hier al in meer dan een jaar niets aan gedaan. Bovendien mankeerde er niets aan. toen de dokter ze terugbracht Ik let er altijd goed op, zelfs al is het een bekende klant, die ze gehuurd heeft. Je kunt nooit weten, wat er mee gebeurd. Neen, ik sta er voor in. dat er nooit iets aan is gekomen, zoo lang ik ze heb." (Wordt vervolgd). DE VOLKSHULDE op Tweeden Paaechdag te Delft gebracht aan de nagedachtenis van Prins Willem van Oranje. De groote menigte op de markt. ER WORDT WEER BIER GEDRONKEN IN AMERIKA. Jack Dempeey en Jimmy Durante bij het eerste bierfeest in een club te New Yorir. DE PRINS WILLEM VAN ORANJE-HERDENKING TE DELFT. Het défilé der adelborsten langs den onthulden gedenksteen in de Nieuwe Kerk. MEER EEN FILMSTER OP BE- HET PAASCHVUUR-STOKEN een eeuwenoud gebruik, dat vooral G?ttakAtoarDbij '^omst^^an^ hrt O™1*861 m eere Sehouden wordt' Paaschvuur op Eersten Paaschda-g Centraal Station te Amsterdam. Deventer. GR A SBA AN -RA CES TE ALKMAAR. Overzicht van de baan tijdens den start der senioren.,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5