Di i koning Dan Zweden te Parijs - A jiss j Frankriji k 1933 gekozen De roode Vulpenhouder 748te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad 11 rj i "*jw i FEUILLETON. VICTORIA PRICE de eenige getuige in het proces tegen de 7 negers te Decatur, van wier ver klaringen het leven van 7 menschen afhangt. BE KONING OP HET ELl'SEE. De koning van Zweden, die op het oogeublik te Parijs vertoeft, na zijn bezoek aan president Lebrun op het Ely see. BE KONING OP HET TENNISVELD. De koning van Zweden speelde na zijn bezoek aan het Ely see een partij tennis, Bewonderaars vragen om een li&ndtecke- ning van den koning. HET „RUSSENDUIN" te Bergen aan Zee, van de stichting Bio-Vacaritie-oord, waar talrijke kinderen dezen zomer tot herstel van gezondheid zullen verblijven, wordt binnenkort officieel geopend. MLLE BERTIN de dochter van een kolonel, is te Parijs uit 47 jongedames tot Miss Frankrijk 1933 gekozen. 1)E JONGSTE AMAZONE van de Zuidhollandsche Jachtvereeniging, net dochtertje van dr. de Vries op ,,Boy". DE STEILE ROTSEN VAN DE ENGELSCIIE KUST bieden goede gelegenheid om te klimmen. Groepje meis jes bij het beoefenen der klimsport nabij Eastbourne., Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.v. R. 34) Zij rommelde in haar tasch en haalde een foto uit, die ze Fayre overhandigde. Hu bekeek het vol aandacht en zag zich plotseling voor een onvoorziene moeilijk heid geplaatst. Gregg zag hU dadelUk, veel longer en wat slanker, maar onmisken baar Gregg. Hij zat in de voorste rij van een groep van ongeveer vUltien mannen. Een van de veertien anderen moest Baxter zyn, maar wie van hen? En hij durfde het niet té vragen! Henderson kwam hem te hulp. Hij was opgestaan en bekeek, over Fayre heen gebogen, de fotografie en hU begreep den toestand bUna onmiddellijk. Uit louter dulveisch genoegen liet hij Fayre eenige minuten hulpeloos op Gregg's niet bij zonder aangename trekken turen en zijn hersens pijnigen, om zich uit de moeilijk heid te redden en toen wees hU op een donkeren, vrij verwilderd uitzienden man, aan het eind van de voorste rij en merkte langzaam op: „Baxter ziet er uit, alsof hij den heelen dag had feest gevierd! En toch lijkt hij sprekend!" „HÜ was altijd een zonderlinge, zenuw achtige man. Maar hij was heel knap. Ik weet, dat zy in St. Swithins heel wat van hem verwachtten", ratelde de niets ver moedende mrs- Benson voort. Fayre bestudeerde de foto. De figuren in den groep waren klein, maar zeei scherp en Baxter's hoofd kwam duidelUk uit tegen de witte doktersjas van den man achter hem. Fayre kon zich zijn type da delUk voorstellen. Heel donker, met een hoog klein voorhoofd en diepliggende oogen, en de te gevoelige mond van iemand, wiens zenuwen gevaarUJk gauw geprikkeld worden. Het soort, dat er slecht afkomt in de handen van een vrouw als mrs. Draycott. Geen wonder, dat het hu- welUk in een tragedie was geëindigd, dacht hU, en het verbaasde hem niet, dat Gregg zUn best had gedaan, zijn vriend te sparen. Met een zucht gaf hU de foto aan mrs. Benson terug. HU begreep nu veel van wat Gregg gedurende hun rit naar het station had gezegd, en sympathiseerde er mee. HU voelde een plotseling, verwarrend mede- doogen met den man en het speet hem niet, toen mrs- Benson afscheid nam en hem de gelegenheid gaf, ook heen te gaan. HU had er behoefte aan alleen te zUn met zUn gedachten. Tegen theetijd was hU op Btaveley terug. Gedurende den rit er heen had hU volop tUd tot nadenken gehad, maar hij was er niet veel verder door gekomen. HU wist niet, wat hU nu verder moest doen en was er zich volkomen van bewust, dat het veel handigheid zou vereischen te ontdek ken, waar Gregg in den rijd van den moord was geweest, zonder zijn kwade vermoedens op te wekken. En hoe gaarne hU Leslie ook van alle verdenking wilde zuiveren, vreesde hU nu bUna het ant woord op zijn gedachten. BUI Staveley ontving hem met 't nieuws dat Leslie voor den magistraat was ver schenen en naar het gerechtshof te Car lisle was verwezen. HOOFDSTUK XI. Fayre had zijn eerste kop thee pas half op, toen Cynthia hem in het nauw kwam drijven. „U ziet er somber uit, oom Fayre", zei ze, hem met haar scherpe oogen opnemend. „Gaf u niet om uw ouden vriend, toen u hem gevonden had, of hebt u te veel gegeten?" HU rukte zich uit zUn overpeinzingen los- „Mijn oude vriend was heel gezellig, dank je, en nog net als vroeger, plus een aardig vrouwtje. Maar ik voel me wat moe. Ik heb zeker te veel gefietst." Maar Cynthia liet zich niet op een dwaalspoor brengen. ,£r is toch weer niets met John?" vroeg ze verschrikt. „Dan zoudt u het mU toch wel verteUen?" „Beste meid, natuurUjk is er nietsl WerkelUk, het is aUeen maar de nawerking van Hendersons overstelpende gastvrij heid. Zij gaven mij een ontzettend uit gebreide lunch en lieten er mU van eten ook! Hoe is het hier gegaan?" „Is er werkeUjk niets anders?" vroeg zij achterdochtig. „U houdt toch niet uit misplaatst medelUden iets voor mij ver borgen, oom Fayre?" Fayre keek haar met de grootste on schuld aan. Hij kon haar nu nog niet in zijn vertrouwen nemen. Daar zou nog tijd genoeg voor zijn, als zUn vermoedens bewaarheid werden. „Zoodra ik iets bepaalds ontdek, voor of tegen Leslie, zal ik het je verteUen, beste meld", zei hij volkomen oprecht- „Je hebt het recht het vóór iemand anders te weten". „Dank u", antwoordde zij eenvoudig. Dan tot haar gewone manier van doen terugvaUend, zei ze: „Sybil is veel beter. Dr. Gregg was hier vanmiddag en hij zei, dat zU menschen mag ontvangen, als die niet te lang bUjven. Mar zij mag zich niet opwinden, laat haar dus niet over Leslie's zaak praten, oom Fayre!" „Het zal niet gebeuren, als ik het kan verhinderen", beloofde Fayre volgaarne. Op dit kritieke oogenblik was wel het laatste, wat hU verlangde, de wetenschap van hetgeen hij vernomen had, met Sybil Kean te deelen. HU mocht niet vergeten, dat haar leven op een gegeven oogenblik in Gregg's handen zou kunnen zUn en zoolang zU van dien afhankelUk was, was hU besloten niets te doen, dat haar ver trouwen in hem zou schokken. „ZU zou u graag willen zien", ging Cynthia voort. „Ma^r Eva en B1U zUn aUe- bei bU haar geweest en vinden, dat zij vandaag genoeg heeft gesproken. Maar nu wU ze u morgen het aUerecrst zien, en ik vrees, dat het haar bedoeling is, door te gaan op hetgeen wij bespraken, toen zij ziek werd „ZU is een vrouw met een wil", zei Fayre spUtig. „WaarschiJnlUk zal zij haar zin doordrijven. Ik ben geen partij voor haar!" Cynthia lachte. „Wat bent u toch een oude bedrieger! Zelfs ik heb al eens gezien, dat u de men schen om uw vingers windt. En u kunt zwUgen als het graf, als u wilt!" Na de thee voegde Fayre zich bij zijn gastheer in de bibliotheek. „Ik ben je zoowel dank als een excuus schuldig," zei hij langzaam, terwijl hij zijn pijp stopte. „Je hebt me kranig geholpen tn deze zaak, Bill! Je hebt me op alle mogelUke uren de auto afgestaan en je huis als een hotel laten gebruiken, en nooit heb je gevraagd, wat ik in het schild, voerde of wanneer lk wegging! Mij dunkt dat je dat nu behoort te weten." (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5