Het Scottsboro-negers-proces - Races voor vrouwelijke jockeys
De roode Vulpenhouder
74ïte Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
De hand aan den ploeg.
DE ZEVEN SCOTTSBORO-
NEGERS die ter dood veroor
deeld waren, doch wier zaak thans
opnieuw behandeld wordt.
MR. L. J. A. TRIP pres
Ned. Bank, is tot vice-voorz.
van den Raad van Beheer
der Bank voor Internatio
nale Betalingen gekozen.
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelsch van Molly Thynne,
door A. W. v. E.v. R.
33)
„Uitstekend," zei hij goedkeurend, „zoo
lang als het duurt. Maar je was vroeger
niet gewoon iets zonder reden te doen, en
je ziet er niet uit, of je erg veranderd
bent."
Fayre voelde, dat hij een kleur kreeg.
„Verduivelde kerel!" zei hij. „Om je de
waarheid te zeggen, is het niet enkel
nieuwsgierigheid, maar ik heb nog maar
zoo weinig om op voort te bouwen, dat ik
liever nog maar niets zeg."
„Heel goed," antwoordde Henderson,
goed gehumeurd. „Dat is mij voldoende;
maar wat moeten wij aan mrs. Benson
zeggen? Zij is iemand, die haar tong goed
weet te gebruiken en daarbij ontbreekt
het haar niet aan verbeeldingskracht."
„Waarom zouden we er Gregg niet bui
ten laten? Doe het voorkomen, alsof ik
Baxter jaren hebben gekend heb en wil
uitvinden, wat er van hem geworden is.
Dat zal wel voldoende zijn. om haar on
de meisjes te brengen."
„Wat zijn je verdere plannen?" vroeg
Henderson. „Je zult wel genoeg hebben
van het leegloopen, is het niet?"
Fayre nestelde zich behagelijk in zijn
stoel.
„Dat weet ik nog niet. Ik heb mijn deel
van het harde werken gehad en vind het
heelemaal niet naar rustig ergens te gaan
wonen. Ik ga eerst rond om oude vrien
den op te zoeken, koop dan een klein bui
tenhuisje met een stuk of twee kamers en
ga dan visschen. Misschien lees ik af en
toe ook wel een boek. Als de meesten van
ons, die in de Oost zijn geweest, voel ik
niets voor het publieke leven.
Zij praatten over allerlei onderwerpen,
tot mrs. Henderson met mrs. Benson te
rugkwam, een mollig, praatziek vrouwtje,
dat maa. al te blij scheen een nieuwen
toehoorder voor haar herinneringen te
hebben."
„Grappig, dat u Baxter noemt," zei ze,
terwijl ze gemakkelijk bij het vuur ging
zitten. „Gisteren vond ik juist een kiekje
van hem in een groep, die juist opgeno
men was, voordat ik het ziekenhuis ver
liet. Het ging hem slecht, die arme kerel."
„Weet u soms, of hij nog leeft? Hender
son meent te weten, dat hij dood is."
„Het liep mis met hem, toen zijn vrouw
hem verliet. Ik geloof, dat hij aan den
drank raakte en eindigde met zich dood
te drinken. Het was dwaas van hem, met
haar te trouwen."
„Er is veel over dat huwelijk gepraat,
hoor ik."
„Praat'es over baar! Zij was van bet
begin af een kwade. Wij verpleegsters
wisten heel wat van haar en van haar
boezemvriendin, een meisje Philips. Zij
en Baxter en iemand, die Gregg heette,
waren altijd bij elkaar, er werd veel over
hen gesproken. Wij waren allen verbaasd,
toen Baxter met haar trouwde, niet om
hem hij was dol op haar maar om
dat wij allemaal dachten, dat zij naar
iets beters uitzag. Zij behoorde tot die
meisjes, die er alles op zetten, een goed
huwelijk te sluiten en er over het alge
meen tenslotte ook in slagen. Gewoonlijk
slaan zij een rijken patiënt aan den haak,
als zij uit het ziekenhuis zijn, en zoowel
zij als het meisje Philips waren er slim
genoeg voor."
„Was Gregg op een van haar verliefd?"
vroeg Fayre.
„Dat geloof ik niet. Hij amuseerde zich
heel best met Philips, maar hij werd niet
door haar ingepalmd. Hij was erg tegen
Baxter's huwelijk, dat weet ik, en deed
zijn best het tegen te houden. Die oude
Gregg was niet kwaad. Hij was norsch en
had een slecht humeur, maar wij werkten
graag met hem."
„Weet u, wat er met mrs. Baxter ge
beurde nadat zij haar echtgenoot ver
laten had?"
„Daar heb ik geen flauw idee van. Hij
scheidde eindelijk van haar, naar ik
hoorde. Zij behoorde tot dat soort, dat
altijd op zijn voeten terecht komt."
„Hoe was haar meisjesnaam? Het Is
vreemd, dat ik dat nooit hoorde, maar
bet gebeurde bijna allemaal, nadat bc
Engeland had verlaten," verklaarde Fayre,
zorgvuldig Henderson's ondeugende blik
ken ontwijkend.
„Tina Allen," antwoordde mrs. Benson.
„Zij was van goede afkomst, geloof ik, en
hoorde eens, dat haar familie het alles
behalve goed vond, dat zij verpleeg
ster was."
Even was Fayre van zijn spraak be
roofd en toen hij weer sprak, hield hij
zijn stem met moeite in bedwang. Dat
mrs. Draycott haar leven als verpleegster
in St. Swithins was begonnen, was wel
het laatste wat hij verwacht had
„U zegt, dat zij dien Gregg goed kende?"
vroeg hij eindelijk.
„Dat moet wel. Die vier waren altijd bij
elkaar. Toch geloof ik niet, dat hij haar
mocht. Zooals ik zei, deed hij zijn best
het huwelijk te verhinderen".
„U hebt na uw vertrek van daar zeker
geen van hen meer gezien?"
Zij schudde het hoofd.
„Ik trouwde zelf en kwam hier. Van tijd
tot tijd kreeg ik bericht over alle oude
kennissen van een vriendin, die in het
ziekenhuis bleef. Ik kan u verzekeren dat
het er soms raar toeging!"
Zoo babbelde zij voort, maar Fayre liet
den stroom van haar herinneringen achte
loos over zich heen gaan. Geheel vervuld
van mrs. Benson's laatste onthulling zat
hij in gedachten te rooken, zijn oogen op
den gloelenden haard gevestigd- „Christina
Mary Draycott", de naam was bij het ver
boor voluit genoemd. En miss Allen bad
van haar zuster gesproken als van: Tina.
De vrouw van den vicaris had gezinspeeld
op haar scheiding van haar eersten man,
maar had zijn naam niet genoemd. Tina
Allen, daarna Tina Baxter en tenslotte
Tina Draycott! Alles paste zoo nauwkeu
rig in elkaar als de stukken van een leg
kaart Niet alleen was haar bekendheid
met Gregg eindelijk verklaard, maar zijn
blijkbare kwaadaardigheid had alle reden
gehad En er was nu niets verrassends
meer in haar nieuwsgierigheid omtrent
hem, gevolgd door haar dwazen tegenzin,
hem te ontmoeten. Stel dat zij dien avond
op de boerderij toch tezamen waren ge
komen! Hij kon zich voorstellen, hoe die
ontmoeting moest zijn geweest en waartoe
die bij een man van Gregg's temperament
kon hebben geleld! Met moeite verzamelde
hij zijn wegdwalende gedachten en wendde
zich tot mrs. Benson, die uit puur gebrek
aan adem een oogenbllk stil was.
„Zou het erg lastig zijn, als ik u vroeg,
die fotografie eens te mogen bekijken,
waar u van sprak?" vroeg hij. „Ik zou wel
weer eens een kiekje van Baxter willen
zien".
Mrs. Benson sloeg haar eigen record
van nieuwtjes aanbrengster.
„Ik heb het bij me!" verkondigde zij
triomfantelijk- „Toen ik hoorde, dat u een
oude vriend van Baxter was, dacht ik bij
mijzelf: „hij zal wel plezier hebben in die
foto!" Ze lag op tafel, waar ik ze gisteren
had neergelegd en zoo nam ik ze mee".
.(Wordt vervolgd), j
Voorjaar op het land. Zware paarden trekken den ploeg in rechte lijnen door don grond
VELDLOOP VAN DEUTSCHE SOLDATEN TE Wii.NSÜOltF. Generaal von ftundstedt inspecteert tevoren de
deelnemers.
MINISTER RUTS HE BEEKENKROUCK
steekt te Nieuwstad bij Slttard de eerste spade in
den groDd voor de afwateringswerken in Zuid-
Limburg.
PAARDENRENNEN VOOR VROUWELIJKE MEJ. JOSETTE t'ORTEZ die
JOCKEY'S - bij Parijs. - Een der deelneemsters, als M,ss Parijs I933 gcko2en is.
mlle Nest.
NIEUWE ITAIJAANSCHE POSTZEGELS waarvan de beide linksche luchtpost-
zegels zijn, ons toegezonden door den Haagschen Postzegelhandel Manuskowski.