r m r$£> w m 'm m M m m m M Mi m ■r /y, bhb m lam ~r o MÊÊt m m. m m V/A,/ w ■mt y/,f\ m Wm 9 mm W> m m m ma m 9 1 'Z*&. m mgm m m m m m m m n m 'M m mj >33 LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Vrijdag 7 April 1933 Radactie1507 Directie en Administr 2500 HISTORISCHE FIGUREN. SCHAKEN. c Bfe Hl lifi g? i S Wh 4 ms£ mm. i ff I Jé 1st DAMMEN. H w i 1 f- r.i Éi I W l O rn fi .1 fy 1 'm '1 fff Cl SB_Ji li i is "ii i a L® LI Bi l p: it NU 1 li, l n TER AAR. De veiling. Met het oog op de grootere aanvoeren. wordt thans drié maal per week groen i tinveiling gehouden. >ea em Hln- Raadsagcnda. Morgen des voorm. te 10 uur komt de Raad dezer gemeênte ln openbare zitting lnt>e' bijeen. Te behandelen punten: nar" l Ingekomen stukken. 2. Benoeming van een Ud van de com missie tot wering van Schoolverzuim (vac. C. v. Rooyen); ren- i 3. Benoeming plaatsvervangend lid van lam het stembureau voor district n (vac.-A. Volgering); 'r 4. Begrooting voor 1934 en rekening en n. verantwoording over 1932 overgelegd door de Gezondheidscommissie; 5. Vaststelling der vergoeding inge- rc,r volge art. 101 der L. O. Wet over het Jaar 2i 1930 met verrekening der oter de Jaren 1928 tot en met 1930 werkelijk gemaakte kosten. 6. Beschikbaarstelling van een bedrag ten behoeve der Willem de Zwijgerher denking. 7 Nadere vaststelling der veroidcnlng regelende de eischen van benoembaar heid en bezoldiging der gemeente-veld wachters. 8. Voorstel van Burgemeester en Wet houders inzake het aanwijzen van stand plaatsen voor ijscowagens. 9. Voorstel van Burgemeester en Wet houders tot: a. opheffing van de onbewoonbaarver klaring van het perceel, plaatselijk ge merkt B. 2; b. het onbewoonbaar verklaren van het perceel, plaatselijk gemerkt D. No. 40. 10 Vaststelling van het kohier honden- lEec belasting, dienst 1933 en suppletoir kohier over 1932. >ur( u, Comptabele besluiten. 'ahv De Werkverschaffing. Het eerste werkverschaffingsobject, n.l. -de weg tusschen Papenveer en de veiling is thans vrijwel voltooid. Uit verkeersoog- I punt bezien heeft de toestand daar ter vai plaatse ongetwijfeld een groote verbetering rtgi ondergaan. Doch ook uit schoonheidsoog punt ls veel verbeterd. Behoudens een r[t. ontsierende paal van het Electriciteltsbe- tei. drijf komt het veilingsgebouw, bezien van af Papenveer thans veel mooier uit. Dit resultaat Is mede bereikt door het weg- Tal breken van een oud gebouw. Als volgende punt staat thans op het 0] werkverschaffingsprogramma verbetering 1! van den weg door Langeraar. Hiermede -ir zal, naar wij vernemen dezer dagen een begin worden gemaakt. Co: WADDTNXVEEN. Burgerlijke Stand. Geboren: Matthijs, zoon van J. van Rijswijk en D. Wolvers Elizabeth, doch- m- ter van G. Neven en E. Groen Hermann ?t Aart Walter, zoon van W. C. H. Scliildt en C. Schmidt Cornelia Elisabeth, doch- j, ter van J. Fens en C. M. Traats. UUJ Getrouwd: B. van der Hoeven, 25 jaar en H. de Pater, 24 jaar A. Hoogendoorn 22 jaar en A. C. van Nielen, 19 jaar. rs* lat Rijkspostspaarbank. In de maand Maart 1.1. werd aan het postkantoor in de rijkspostspaarbank in gelegd f. 7013.81 en terugbetaald f. 5236.62. Het nummer van het laatst uitgegeven boekje ls 4013. r. I n.: mij m.' int Onrechtmatig steun getrokken. Tegen T. B. alhier ls door de politie proces-verbaal opgemaakt, daar hij zich onrechtmatig steungelden toeeigende. De Readingsbrigadc. Het bestuur van de Reddingsbrigade Is als volgt samengesteld: Voorzitter, dr. van Gellikum, Secretaris p. Bonefaas en penningmeester P. Revet. De afdeeling die nog geen jaar bestaat, telt reeds 50 leden. Het ontspanningslokaal der werkloozen. De aandacht der belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat het ontspan ningslokaal van de werkloozen steeds voor stempelen en uitbetalen gebruikt zal wor den. WOUBRUGGE. Butt 9 Stand. n. Geboren: Dirk z. van D. Hoogendoorn en P. de Vries. Loop der Bevolking. Gevestigd: P ,J. Zwaan van Alphen J. van Egmond van Zevenhove E. M. van Arkel van Den Haag P. D. Boogaard van Alkemade D. Ph. Bontenbal van Bennebroek E. Jongerius van Rijnsburg A Roosemalen en gezin van Nleuwveen P. C Hoogendoorn van Wassenaar J. C. van Dongen en gezin van Koudekerk D. Evers van Rijnzaterwoude G. van Ravenhorst van Bodegraven. Vertrokken: G Stigter en gezin naar Leimuiden E. Otte naar Mechalen K. Hillebrand en gezin naar Wassenaar W. B van der Pouw Kraan naar Alphen T. Leenhouts en gezin naar Koudekerk P van Rijsdan naar Alphen R. J. Bloembere naar Berkel en Fodenriis G van der Zwan naar Rijnzaterwoude J. A Oostre naar Alphen H. IJpma naar Alphen J Krulze en gezin naar Alphen J. Verzaal naar Wassenaar G. M. Grandia en gezin naar Rijnzaterwoude M. Grandia naar Ouderkerk a.d. IJssel. Been gebroken. Bij het voetballen brak het zoontje van den heer den O. een been. Dr. Loth ver- 9 leende heelkundige hulp. ONZE TELEFOONNUMMERS: (op 2 lijnen) drie afstammelingen van den zwijger. iii. Het geluk, dat Emllie van Nassau ge zocht had ln haar huwelijk met den prins van Portugal, duurde slechts kort. Teleur stellingen bleven niet uit. Na de „amoureusheyt". die door den Leidschen hoogleeraar-medicus Heurnius „rasernye ende dolllgheyt" was genoemo, toen hU haar in de woning op het Binnenhol over haalde om eenlg voedsel te gebruiken, kwam de realiteit van het leven en deed zich meedoogenloos in haar harde eischen gevoelen. Er was in de allereerste plaats de persoon van haar man, In wien zfj zich bedrogen, gevoelde. Zijn belofte om de Roomsch-Katholieke huwelijksinzegening te doen volgen door een tweede plechtig heid, naar de voorschriften van den Her vormden Eeredlenst, kwam hij niet na. Hij achtte zulk een ceremonie volgens de be lijdenis zijner vrouw nutteloos en wilde die niet meer. Zoo bleef haar huwelijk voor haar een pijnlijke herinnering aan beschaamd vertrouwen harerzijds en dub belhartigheid aan den kant van don Emmanuel. Naast deze moreeie smart waren er de nijpende moeilijkheden ten gevolge van geldgebrek. De financieele middelen van het Jonge echtpaar waren uiterst beschei den. Don Emmanuel was een man van een onbezorgd karakter. Met schulden was hij naar Wezel vertrokken; het had zelfs wei nig gescheeld of men had hem in gijzeling gehouden. De vooruitzichten, dat het ge zin zich zou uitbreiden, maakten de toe komst niet lichter. Toen werd besloten naar Holland terug te keeren. zoo Maurits en de Staten- Generaal dit goedkeurden. Een langdurige correspondentie volgt: eindelooze wisse ling van stukken, direct en indirect met Maurits, direct met de Staten. Het zou wellicht op niets zijn uitgeloopen, want noch Maurits, noch de Staten wenschten Emilie en Emmanuel terug te zien, zoo niet Emilie's half-zwager Philips, graaf van Hohenlohe-Langenburg, zich over haar had bekommerd. Hij bood haar een zijner woningen in de Nederlanden aan, wist van de Staten-Generaal een jaargeld voor Emilie te bedingen en werkte aldus krach tig mede tot de latere verzoening tusschen Maurits en zijn zuster, hoewel Maurits hem eerst zijne bemoeiingen zeer kwalijk nam en verklaarde, dat hij niet met de zaak te maken wilde hebben. Die verzoening laat echter tot het jaar 1608 op zich wachten: elf jaar waren er sedert het sluiten van het huwelijk ver- loopea Inmiddels was het gezin, dat te Delft woonde, vermeerderd met twee zoons en zes dochters. Willem Lodewijk van Nassau en Philips van Hohenlohe bewer ken de toenadering, die, het jaar daarop gevolgd wordt door eene verdeeling van de nalatenschap van den Zwijger, waardoor de financieele positie van Emilie en don Emmanuel minder zwak wordt, al zal, zoo lang zij leeft, een druk op haar blijven rusten, die het gevolg ls van haar onbera den huwelijk met een man, die op haar kosten leefde enruim wilde leven. Hoe dikwijls de Staten-Generaal om hulp en bijstand zijn aangezocht, is niet te zeg gen; hoe dikwijls zij effectief hielpen, óók niet. Doch wanneer wij lezen, dat don Em manuel in 1616 voor den tijd van één jaar eene maandelljksche toelage ontvangt van vijfhonderd gulden, omdat hij was „heb bende een huys vol cleyne kinderen met sobere gelegentheyt ende middelen", be grijpen we, dat onder den schijn van weelde, in de woning van den prins van Portugal de levensomstandigheden moei lijk waren. Het ongeluk wilde, dat noch Maurits. noch de Staten-Generaal dezen vreemdeling toelieten in den dienst van den Staat. Zij wantrouwden hem en of schoon hij, naar zijne vrouw zich beklaagt, „bijna van deur tot deur en met den hoed in de hand" bedelt om een aanstelling in het leger, krijgt hij niets. Emilie ergert zich daarover; zij denkt aan hare kin deren: „Zoo men hem niet ter wille wil zijn", schrijft zij aan graaf Willem Lodewijk van Nassau, „moest men ten minste de wel levendheid betrachten en denken aan al deze kleinen, die niet verantwoordelijk zijn voor deze ongenade; men zal mis schien zeggen: „dit huwelijk ls gesloten tegen den wil van die anderen", zeker dat is zoo, maar ls dat dan nóg vergeten? Is er dan niet een dag van verzoening ge weest? Wanneer de f o u t vergeven is, moet dan nog steeds de straf gedragen worden?" Arme vrouw, die aldus lijdt. Toch ls de houding van Maurits en de Staten-Gene raal begrijpelijk. Welken waarborg bood de Portugeesche prins, dat hem met ver trouwen een post kon worden gegeven in het Staatsche leger? Zijn zwagerschap van Maurits maakte, dat hij niet als de eerste de beste kon worden beschouwd en behan deld. Van zijn persoon en gedrag was niet veel anders bespeurd dan wat lichtzinnig was. Bovendien, het land was nog in oor log met Spanje. Ging het aan. een vreem deling, die herhaaldelijk blijk had gegeven, zich met zijne belangen tot Spanje te wil len keeren, ln de rangen van het leger op te nemen? Het is, als men alles overdenkt en don Emmanuel's houding van later be ziet, waarschijnlijk, dat de Heeren Hoog- mogenden en Prins Maurits verstandig deden, bij hun afwerend gebaar te blijven. Zij waren stellig betere menschenkenners dan Emilie van Nassau. Voor het uiterlijk was er echter na de verzoening en de verdeeling der nalaten schap van den Zwijger veel in het leven van Emilie veranderd. Een groot deel van het jaar bracht zij door op het kasteel Wychen, waarheen een deel van haars vaders kostbare meubelen was vervoerd en dat een dotatie haar in staat stelde met zekere pracht te bewonen. Dat kasteel Wychen ln het zuiden van Gelderland, ten zuid-westen van Nijme gen, was een uitgestrekt goed van vier honderd hectare begiftigd, met tal van voordeelige feodale rechten, waarmede Emilie. volgens een historische aanteeke- ning, in 1609 jaar van de boedelverdee- ling „beleend" werd. De overlevering wil dat de bouwer van het slot ln de ver deeling er van een symbolische aandui ding wilde leggen Men zeide - voor de waarheid sta ik niet ln, al schijnt hei kasteel zeer groot geweest te zijn dal het had: één grooten toren: het jaar; 4 kleine torens: de jaargetijden. 12 kelders: de maanden; 52 kamers: de weken; 365 vensters: de dagen; 24 ruiten per venstor: de uren. (1.) Hier, waar uitgebreide Jachtterreinen lagen, kon don Emmanuel zijn hart op halen Het kasteel lokte uit tot het houden van een grooten staat. Bovendien was hij als katholiek ln een omgeving van geloofs- genooten. Den tijd, dien hf) niet te Brus sel. te Parijs of te Delft doorbracht, be steede hij aan een genoeglijk bestaan, waarin hij het leven van een rijken edel man leidde. De paardenstallen waren goed voorzien; koppels rashonden, met zorg voor de jacht gedresseerd, wachtten op de Jagers. Deze bleven niet uit; jachtpartijen en feesten volgden elkaar op. Doch binnen de muren van het kasteel, verborgen voor de buitenwereld, voltrok zich het proces eener geestelijke schelding tusschen de twee echtgenooten. Emilie voert een feilen strijd tusschen haar liefde, tusschen de bekoring, die haar man tel kens weer op haar uitoefent en haar ge loof. Zij Is, bi) het klimmen der Jaren, ln haar protestantsche overtuiging verdiept. De gebreken, de lichtzinnigheid van haar man ziet zij en veroordeelt zij. Maar de omwikkeling van zijn stem, van zijn blik. valt haar moeilijk te weerstaan. Het con flict pijnigt haar. Langzamerhand accentueert zich de schelding: twee levensrichtingen verwijde ren zich scherp van elkaar In het kasteel vereenigt de moeder haar zes dochters en de protestantsche bedienden en gaat voor bij de dageHJksche lezing van den bijbel en de godsdienstoefening, want een pro- testantsch geestelijke wordt er niet ge duld. De vader daarentegen, de twee zoons en de katholieke onderhoorigen, hebben den bijstand van een katholieken priester. Na een ernstige ziekte van don Emmanuel, waarbij geestelijke hulp niet ontbrak, neemt hij zelf de monnikspij en zijn beeld, in steen gehouwen, zal hem aldus te zien geven boven de toegangspoort van het kasteel. Zijn protestantsche vrouw boezemt hem vrees in. Een korten tijd schijnt het of hij der wereld ls afgestorven. Het pro testantisme hi zijn omgeving wekt zijn ver zet. Zijn oudste zoon, die later monnik werd (2) in Belgiè, vertelt bij gelegenheid van zijn overgang voor het Consistorie to Delft (hij werd toen weer Hervormd): „Un jour, monsieur ie prince mon père me voyant un nouveau Testament en la main et me Fayant arraché et JetC dans un jardin, il me maltraita de paroles et de coups, desquels pour me consoler, feu madame ma mére me dit: „Tu es blen-heureux, car tu souffres pour justice." (3.) Toen deze zoon later de monnikspij af legde en protestant werd. was de vader diep gekwetst. „Hij heeft", schrijft hij, ,zijn God en zijn eer verlaten en een zeer leelijke smet op ons zeer illuster bloed geladen; het ergste Is, dat God, die rechtvaardig is, hem gestreng zal straf fen, zooals hij doet met hen, die Hem verlaten voor de onreinheden dezer we reld." Na de ernstige ziekte van don Emma nuel, toen zijn genezing volkomen was, keerde hij weer tot het oude leven terug. Maar dat oude leven kost geld, veel geld. De schuldeischers vervolgen hem. Zij laten niet af. Dan verdwijnt hij eensklaps uit Wychen. Het is een soort van vlucht naar Brussel, waar hij, zoon van den door de Spanjaarden onttroonden Portugeeschen koning, zich onder de hoede stelt van aartshertog Albert en Isabella. Dan bevangt Emilie de vrees die zij al herhaaldelijk had gekoesterd, dat haar man zich gebonden zal overgeven aan Spanje, dat hij zijn aanspraken op den Portugeeschen troon zal verkoopen. zich ln drenst stellen van Spanje en haar. de dochter van den door Spanje vermoorden Zwijger, zal dwingen zijn leven te deelen. In haar hulpeloosheid richt zij zich weer tot den beproefden vriend, haar half- zwager Hohenlohe. „Mijnheer mijn broeder. Ik ben op het punt schrijft zij het grootste ongeluk te ondergaan, waarvoor ik steeds gevreesd heb, n.l. dat mijnheer en gemaal, zonder de bedriegelijkheden der Spanjaarden te doorzien, zich zal laten vangen door hunne beloften om met hen een maar al te gevaarlijke en schadelijke overeenkomst aan te gaan. wat zijne be langen betreft. Niet. dat Ik dit door hem- zelven wete. Integendeel: geen woord heeft hij doorover gesproken; alles wat ik daar. van te weten kon komen, heb ik vernomen door een brief van graaf Egmond, die mij wil overreden Hare Hoogheden te gaan bedanken, de hand van de Infante te gaan kussen en de bewijzen te gaan ontvangen van de gunst, die Zij mij wil bewijzen. Helaas! God weet, dat ik dat alles gelaten zou willen ondergaan, zij het ook met weerzin, zoo ik slechts gewaarborgd ware tegen dat, wat ik boven alles vrees, nl mijn kinderen in hun onvermijdelijk ver derf te zien storten. Ik heb over deze zaak aan mijnheer mijn broeder geschreven en smeek hem thans een broedelijke daad te doen door met zijn autoriteit tusschen ons te willen richten". Dat doet „mijnheer mijn broeder". Hij neemt don Emmanuel onder handen: deze belooft beterschap, wil naar Maurits' wensch handelen, maar blijft te Brussel, waar hij zich ln schulden steekt, die de revenuen van Wychen niet kunnen dekken Doch de mogelijkheid, dat Emilie Wychen zal verlaten, waardoor ook voor hem de toekomst zich belangrijk zou wijzigen, doet hem voorzichtig zijn. De financieele moei lijkheden waarin zijne vrouw door hem is gekomen, erkent hij en hij wil die voor haar verminderen door haar de helft af te staan van de som. die de Staten als subsidie voor hun huishouding hebben toegestaan. Deze welwillendheid van zijn kant ls te danken aan de tusschenkomst van een man, die van den aanvang van hun huwelijk af, niet nagelaten heeft een trouw vriend van hen te zijn. Die man ls de graaf van Cuylenburg, Florls van Pallandt. In de correspondentie met dezen „monsieur mon cousin" komt telkens uit, hoezeer hij de steun was en de hulp van beiden, zoodra zij in moeilijkheden waren. Doch dan slaat het lot zijn forschen slag en trekt een lijn voor het verdere leven van Emilie. Maurits sterft. Het is het jaar 1625. Nu acht don Emmanuel zich bevrijd van den eenigen band, die hem ln zijne be wegingen belemmerde. HIJ bereidt zijn vertrek naar Spanje voor. Spanje betaalt zijn schulden ln ruil voor de toestemming ln de Spaansche overheerschlng van Portugal Dat is het onaannemelijke, het onover komelijke, waarvoor Emilie steeds heeft gevreesd Deze overeenkomst bindt haar I gemaal aan Spanje, zal haar dochter van den Zwijger! in Spanje's greep stellen.,. Dat nooit. Zij volgt haar man niet, die met De oplossing van het probleem van Ernst ls 1 Pf7. Na Kd4 volgt dan Dhl, na Kf5 Pd6t, na Kd5 kan De7. na Kf3 Pg5t. De auteursoplossing van het probleem van Ellerman Is Ta4. De bedoeling is de va rianten Db4, d6t en Lc4 g5t te geven. Helaas zit er een leelijke nevenoplossing ln, zooals de heer van den Hom uit Zwolle terecht opmerkte: Le5. Mijn excuses aan de lezers, het was me ontgaan. HlerbU een vernuftig geconstrueerd pro bleem van onzen beroemden landgenoot uit de Betuwe. J. J. RIETVELD. 2e prijs Chwlla 1932/33. 1 XX tel Wit begint en geeft mat in twee zetten. Wit: Kd7, Dc2, Ta8, Lel en fl, Pa4 en c4, pi d6. Zwart: Kb5, Tf3, Pa5 en d2, pi a3 en 17. De volgende partij won de schoonheids prijs in het Trebitsch tournooi te Weenen. Kmoch Rubinstein 1. e4 c6 2. c4 d5 De zet c4 is zeker niet de beste in deze opening. Er komt een leelijk gat op d4. Maar zwart moet niet d5 antwoorden. Aangewezen is e6. 3. cd5: cd5: 4. ed5: Dd5: Ook Pf6, Lb5t, Ld7, Lc4 geeft niet veel. 5. Pc3 Dd8 6. d4 Pf6 7. Lc4 e6 8. Pf3 Le7 9. 0—0 0—O 10. De2 Pc6 11. Tdl Pb4 12. Lg5 Te8 Een onnoodige zet. Beter was Ld7 en Tc8. 13. Tacl Pbd5 14. Pfe5 Pc3: Nog steeds is Ld7 enz. hard noodlg. 15. bc3: Pfd5 16. Ld2 Ld6 17. Dh5 Dc7 18. Ld3 g6 Na h6 kan al Lh6: 19. Dh4 Ld7 Na Le5: volgt de5:, De5:, c4, Pe7, Lc3, Pf5, Lf5:, Df5:, De7. 20. c4 Pb4 21. Lb4: Lb4: 22. Pf7: Kf7: Iets beter is Tf8 en Le8. 23. Dh7:t Kf6 24. Dg6:t Ke7 25. Dg5f Kf8 Op Kd6 kan De5t, Kc6, Db5t, Kd6, Db4:f, Kc6, Le4j 26. Df6t Kg8 27. Lh7t Kh7: 28. Td3 e5 29. Tg3 Lg4 30. Tg4: opgegeven. Dreigt Dh4 en na Le7 ,Dg7t. Dr. P. FEENSTRA KUIPER. zijn belde zonen het land verlaat. En zelve zoekt zij ook elders een verbijt voor haar laatste levensjaren. We weten reeds waar heen zij zich begeeft. Te Pranglns. om ringd door eene calvinistische bevolking, in de buurt van haar calvinistische vrien den te Genève, zal zij het slot betrekken dat tot dusver aan de heeren von Dlesbach behoorde. Daar zal haar moeilijk leven eindigen. Met haar half-broeder Frederik Hendrik heeft zij geen teedere verhouding. Holland is voor haar een land van vele beproeving geweest en het tooneel van haar vervlogen Uluslën. Een wijder af stand plaatst zij tusschen het verleden en het heden. Met haar dochters die haar aanhangen, zal zij een nieuw leven aan vangen, Aan de vrienden, die zij achterlaat, aan de trouwen ln blijde en droeve dagen, graaf en gravin van Pallandt van Cuylen burg, zendt zij echter een groet, die be wijst, dat zij ondervonden weldaden ln dankbare herinnering weet te bewaren: .Adieu, mein freud und meine trost in dissem land, adieu mein contentement des welchen Euch Lieben, beide so herzlich sein gewest. Adieu, hunderi aausend adieu Gott almeehtig wolle beide E. L segenen und gebenedeien und in langwerige ge- sundheid und leben erhalten. Adieu, adleu!"(') A. J. BOTHENIUS BROUWER. (1) Het kasteel is in 1906 verbrand. De be woonster. mevrouw de douairière van Andringa de Kempenaer. geb. Jonkvrouwe van den Sant heuvel, Het bet weer opbouwen in den stUl van het verbrandde. Ik betwijfel echter of er de hier boven vermelde indeellng is te vinden. (2) Onder den naam van broeder Fellx, ln de orde der Ongeschoeide Carmelleten. De vader, hoewel katholiek, was hierover zeer geörgerd. HIJ schrijft, dat „de monnik broeder Felix, of beter gezegd Infellx. zich tegen zijn wil monnik heeft gemaakt." (Feiix en infellx gelukkig cn ongelukkig.) (3) „Eens. toen mijnheer do prins, mijn vader, een nieuw Testament ln myn handen zag en het mij afgescheurd en ln den tuin gewor pen had. mishandelde bij mU ln woorden en met 6lagen; om m(J daarovoj te troosten, zelde mij wijlen mevrouw mijne moeder: „GU zljt wei-gelukzalig, want HJdt om der gerechtigheid wille." (4.) „Vaartwel, mijne vreugde, vaartwel mUn troost ln dit land, vaartwel mijn genoegen trlj, lieven, die belden zoo hartelijk voor mU zyt geweest. Vaartwel, honderd duizend raaien vaartwel God Alm chtig moge u belde lieven eegeneD en zaligen en ln langdurige gezondheid bewaren. Vaartwel, vaartwel." Alle correspondentie betreffende deze rubriek te zenden aan het Bureau van ons Blad of aan den Red. C. de Nle Storten bekers tr. 176 's-Oravenhage Oplossingen binnen drie weken na publicatie. Probleemwedstrijd. PROBLEEM No. 881. L. R. V. DUYN, SASSENHEIM. Zwart 9 sch. op 8. 9. 10, 12, 17, 18, 20, 29 en 34. Zwart Mii 4S 47 41 4» Wit Wit 9 sch. op: 21 23. 28 32, 42, 44, 48, 49 en 60. PROBLEEM No 882. S. V. DUYN ABBENES. Zwart 9 sch. op: 8. 12. 13. 14, 20, 22 27, 32 en 38. Zwart i 4» 47 48 4> eo Wit Wit 0 sch. op: 23 25, 30 38. «1, 43 44, 47 en 48. PROBLEEM No. 883. J. C. HOBO ABBENES. Zwart 9 sch. op: 2, 7. 8, 10, 11, 16, 20, 25 en 37. Zwart 4. 47 >- 4. s0 Wit Wit 10 sch. op: 19. 22. 23 30, 32. 34 41, 43, 49 en 50. Wit begint en wint, We beginnen onzen wedstrijd met drie aardige stukjes uit onzen lezerskring; zij zijn niet moeilijk de oplossing niet diep of Ingewikkeld doch hl) die oog heeft voor problematiek zal erkennen dat het aar dige stukjes zijn. Indien al onze problemls- ten hun geestesgave Inzenden kunnen we den wedstrijd. In afwijking van voor heen uit louter zelf geconstrueerde pro blemen van onze abonné's doen bestaan, hetgeen niet alleen aantrekkelijk ls maar ook een belangrijk punt voor prijsbepaling zou zijn. De problemen worden dan regel matig geplaatst met kans od een Drifs en ook voor de oplossers kunnen we er op andere wijze twee prijzen aan verbinden. Zooals men reeds weet heeft de Directie van ons Blad opnieuw drie orllzen be schikbaar gesteld. Ik stel mil voor ln ver band met betgeen wordt Ingezonden od de helft van den wedstrijd definitief vast te stellen hoe het verder verloop zijn zal. Een prijs voor het mooiste probleem, te beoor- deelen door alle lezers een prijs voor op lossers, zonder meer; dus alleen zij die al leen oplossingen inzenden en een prijs voor den oplosser die de beste beoordee ling daarbll Inzendt. De verwachting ls dus dat onze medewerkers van voorheen gaan inzenden: zoo soepel mogelllk zal hierin worden gehandeld dwz voor den wedstriid zal zoo veel mogellik tijd worden beschikbaar gesteld. Nu allen aan 't w»rk. Oplossingen van vorige problemen wor den nog geplaatst. Correspondentie S. v. D. Is het laatste probleem een lc nubllcatle en alleen het motief n'et orejneel? R. v. D Het doet mil genoegen dat uw animo ls oovewekt: zooals u bemerkt hoop Ik er een moolen wedstrijd van te kunnen organlseeren. 8—1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 7