r
m
r$£>
w m 'm
m
M
m
m
m
M
Mi
m
■r
/y, bhb
m
lam ~r o
MÊÊt
m
m.
m
m
V/A,/
w
■mt
y/,f\
m
Wm
9
mm
W>
m
m
m
ma
m
9 1
'Z*&.
m
mgm
m
m
m
m
m
m
m
n
m
'M
m
mj
>33 LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Vrijdag 7 April 1933
Radactie1507
Directie en Administr 2500
HISTORISCHE FIGUREN.
SCHAKEN.
c
Bfe Hl lifi
g? i
S Wh
4
ms£ mm.
i
ff I Jé
1st
DAMMEN.
H
w
i
1
f-
r.i
Éi
I W
l
O
rn fi
.1
fy
1 'm '1
fff
Cl
SB_Ji li
i
is
"ii
i
a
L®
LI
Bi
l
p:
it
NU
1
li,
l
n
TER AAR.
De veiling.
Met het oog op de grootere aanvoeren.
wordt thans drié maal per week groen
i tinveiling gehouden.
>ea
em
Hln-
Raadsagcnda.
Morgen des voorm. te 10 uur komt de
Raad dezer gemeênte ln openbare zitting
lnt>e' bijeen. Te behandelen punten:
nar" l Ingekomen stukken.
2. Benoeming van een Ud van de com
missie tot wering van Schoolverzuim
(vac. C. v. Rooyen);
ren- i 3. Benoeming plaatsvervangend lid van
lam het stembureau voor district n (vac.-A.
Volgering);
'r 4. Begrooting voor 1934 en rekening en
n. verantwoording over 1932 overgelegd door
de Gezondheidscommissie;
5. Vaststelling der vergoeding inge-
rc,r volge art. 101 der L. O. Wet over het Jaar
2i 1930 met verrekening der oter de Jaren
1928 tot en met 1930 werkelijk gemaakte
kosten.
6. Beschikbaarstelling van een bedrag
ten behoeve der Willem de Zwijgerher
denking.
7 Nadere vaststelling der veroidcnlng
regelende de eischen van benoembaar
heid en bezoldiging der gemeente-veld
wachters.
8. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders inzake het aanwijzen van stand
plaatsen voor ijscowagens.
9. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot:
a. opheffing van de onbewoonbaarver
klaring van het perceel, plaatselijk ge
merkt B. 2;
b. het onbewoonbaar verklaren van het
perceel, plaatselijk gemerkt D. No. 40.
10 Vaststelling van het kohier honden-
lEec belasting, dienst 1933 en suppletoir kohier
over 1932.
>ur( u, Comptabele besluiten.
'ahv
De Werkverschaffing.
Het eerste werkverschaffingsobject, n.l.
-de weg tusschen Papenveer en de veiling
is thans vrijwel voltooid. Uit verkeersoog-
I punt bezien heeft de toestand daar ter
vai plaatse ongetwijfeld een groote verbetering
rtgi ondergaan. Doch ook uit schoonheidsoog
punt ls veel verbeterd. Behoudens een
r[t. ontsierende paal van het Electriciteltsbe-
tei. drijf komt het veilingsgebouw, bezien van
af Papenveer thans veel mooier uit. Dit
resultaat Is mede bereikt door het weg-
Tal breken van een oud gebouw.
Als volgende punt staat thans op het
0] werkverschaffingsprogramma verbetering
1! van den weg door Langeraar. Hiermede
-ir zal, naar wij vernemen dezer dagen een
begin worden gemaakt.
Co:
WADDTNXVEEN.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Matthijs, zoon van J. van
Rijswijk en D. Wolvers Elizabeth, doch-
m- ter van G. Neven en E. Groen Hermann
?t Aart Walter, zoon van W. C. H. Scliildt
en C. Schmidt Cornelia Elisabeth, doch-
j, ter van J. Fens en C. M. Traats.
UUJ Getrouwd: B. van der Hoeven, 25 jaar
en H. de Pater, 24 jaar A. Hoogendoorn
22 jaar en A. C. van Nielen, 19 jaar.
rs*
lat Rijkspostspaarbank.
In de maand Maart 1.1. werd aan het
postkantoor in de rijkspostspaarbank in
gelegd f. 7013.81 en terugbetaald f. 5236.62.
Het nummer van het laatst uitgegeven
boekje ls 4013.
r. I
n.:
mij
m.'
int
Onrechtmatig steun getrokken.
Tegen T. B. alhier ls door de politie
proces-verbaal opgemaakt, daar hij zich
onrechtmatig steungelden toeeigende.
De Readingsbrigadc.
Het bestuur van de Reddingsbrigade Is
als volgt samengesteld:
Voorzitter, dr. van Gellikum, Secretaris
p. Bonefaas en penningmeester P. Revet.
De afdeeling die nog geen jaar bestaat,
telt reeds 50 leden.
Het ontspanningslokaal der werkloozen.
De aandacht der belanghebbenden
wordt er op gevestigd, dat het ontspan
ningslokaal van de werkloozen steeds voor
stempelen en uitbetalen gebruikt zal wor
den.
WOUBRUGGE.
Butt 9 Stand.
n.
Geboren: Dirk z. van D. Hoogendoorn en
P. de Vries.
Loop der Bevolking.
Gevestigd: P ,J. Zwaan van Alphen
J. van Egmond van Zevenhove E. M.
van Arkel van Den Haag P. D. Boogaard
van Alkemade D. Ph. Bontenbal van
Bennebroek E. Jongerius van Rijnsburg
A Roosemalen en gezin van Nleuwveen
P. C Hoogendoorn van Wassenaar J.
C. van Dongen en gezin van Koudekerk
D. Evers van Rijnzaterwoude G. van
Ravenhorst van Bodegraven.
Vertrokken: G Stigter en gezin naar
Leimuiden E. Otte naar Mechalen K.
Hillebrand en gezin naar Wassenaar
W. B van der Pouw Kraan naar Alphen
T. Leenhouts en gezin naar Koudekerk
P van Rijsdan naar Alphen R. J.
Bloembere naar Berkel en Fodenriis G
van der Zwan naar Rijnzaterwoude J.
A Oostre naar Alphen H. IJpma naar
Alphen J Krulze en gezin naar Alphen
J. Verzaal naar Wassenaar G. M.
Grandia en gezin naar Rijnzaterwoude
M. Grandia naar Ouderkerk a.d. IJssel.
Been gebroken.
Bij het voetballen brak het zoontje van
den heer den O. een been. Dr. Loth ver-
9 leende heelkundige hulp.
ONZE TELEFOONNUMMERS:
(op 2 lijnen)
drie afstammelingen van
den zwijger.
iii.
Het geluk, dat Emllie van Nassau ge
zocht had ln haar huwelijk met den prins
van Portugal, duurde slechts kort. Teleur
stellingen bleven niet uit. Na de
„amoureusheyt". die door den Leidschen
hoogleeraar-medicus Heurnius „rasernye
ende dolllgheyt" was genoemo, toen hU
haar in de woning op het Binnenhol over
haalde om eenlg voedsel te gebruiken,
kwam de realiteit van het leven en deed
zich meedoogenloos in haar harde eischen
gevoelen. Er was in de allereerste plaats
de persoon van haar man, In wien zfj zich
bedrogen, gevoelde. Zijn belofte om de
Roomsch-Katholieke huwelijksinzegening
te doen volgen door een tweede plechtig
heid, naar de voorschriften van den Her
vormden Eeredlenst, kwam hij niet na. Hij
achtte zulk een ceremonie volgens de be
lijdenis zijner vrouw nutteloos en wilde
die niet meer. Zoo bleef haar huwelijk
voor haar een pijnlijke herinnering aan
beschaamd vertrouwen harerzijds en dub
belhartigheid aan den kant van don
Emmanuel.
Naast deze moreeie smart waren er de
nijpende moeilijkheden ten gevolge van
geldgebrek. De financieele middelen van
het Jonge echtpaar waren uiterst beschei
den. Don Emmanuel was een man van een
onbezorgd karakter. Met schulden was hij
naar Wezel vertrokken; het had zelfs wei
nig gescheeld of men had hem in gijzeling
gehouden. De vooruitzichten, dat het ge
zin zich zou uitbreiden, maakten de toe
komst niet lichter.
Toen werd besloten naar Holland terug
te keeren. zoo Maurits en de Staten-
Generaal dit goedkeurden. Een langdurige
correspondentie volgt: eindelooze wisse
ling van stukken, direct en indirect met
Maurits, direct met de Staten. Het zou
wellicht op niets zijn uitgeloopen, want
noch Maurits, noch de Staten wenschten
Emilie en Emmanuel terug te zien, zoo niet
Emilie's half-zwager Philips, graaf van
Hohenlohe-Langenburg, zich over haar
had bekommerd. Hij bood haar een zijner
woningen in de Nederlanden aan, wist van
de Staten-Generaal een jaargeld voor
Emilie te bedingen en werkte aldus krach
tig mede tot de latere verzoening tusschen
Maurits en zijn zuster, hoewel Maurits
hem eerst zijne bemoeiingen zeer kwalijk
nam en verklaarde, dat hij niet met de
zaak te maken wilde hebben.
Die verzoening laat echter tot het jaar
1608 op zich wachten: elf jaar waren er
sedert het sluiten van het huwelijk ver-
loopea Inmiddels was het gezin, dat te
Delft woonde, vermeerderd met twee zoons
en zes dochters. Willem Lodewijk van
Nassau en Philips van Hohenlohe bewer
ken de toenadering, die, het jaar daarop
gevolgd wordt door eene verdeeling van de
nalatenschap van den Zwijger, waardoor
de financieele positie van Emilie en don
Emmanuel minder zwak wordt, al zal, zoo
lang zij leeft, een druk op haar blijven
rusten, die het gevolg ls van haar onbera
den huwelijk met een man, die op haar
kosten leefde enruim wilde leven.
Hoe dikwijls de Staten-Generaal om hulp
en bijstand zijn aangezocht, is niet te zeg
gen; hoe dikwijls zij effectief hielpen, óók
niet. Doch wanneer wij lezen, dat don Em
manuel in 1616 voor den tijd van één jaar
eene maandelljksche toelage ontvangt van
vijfhonderd gulden, omdat hij was „heb
bende een huys vol cleyne kinderen met
sobere gelegentheyt ende middelen", be
grijpen we, dat onder den schijn van
weelde, in de woning van den prins van
Portugal de levensomstandigheden moei
lijk waren. Het ongeluk wilde, dat noch
Maurits. noch de Staten-Generaal dezen
vreemdeling toelieten in den dienst van
den Staat. Zij wantrouwden hem en of
schoon hij, naar zijne vrouw zich beklaagt,
„bijna van deur tot deur en met den hoed
in de hand" bedelt om een aanstelling in
het leger, krijgt hij niets. Emilie ergert
zich daarover; zij denkt aan hare kin
deren:
„Zoo men hem niet ter wille wil zijn",
schrijft zij aan graaf Willem Lodewijk van
Nassau, „moest men ten minste de wel
levendheid betrachten en denken aan al
deze kleinen, die niet verantwoordelijk
zijn voor deze ongenade; men zal mis
schien zeggen: „dit huwelijk ls gesloten
tegen den wil van die anderen", zeker dat
is zoo, maar ls dat dan nóg vergeten? Is
er dan niet een dag van verzoening ge
weest? Wanneer de f o u t vergeven is, moet
dan nog steeds de straf gedragen
worden?"
Arme vrouw, die aldus lijdt. Toch ls de
houding van Maurits en de Staten-Gene
raal begrijpelijk. Welken waarborg bood
de Portugeesche prins, dat hem met ver
trouwen een post kon worden gegeven in
het Staatsche leger? Zijn zwagerschap van
Maurits maakte, dat hij niet als de eerste
de beste kon worden beschouwd en behan
deld. Van zijn persoon en gedrag was niet
veel anders bespeurd dan wat lichtzinnig
was. Bovendien, het land was nog in oor
log met Spanje. Ging het aan. een vreem
deling, die herhaaldelijk blijk had gegeven,
zich met zijne belangen tot Spanje te wil
len keeren, ln de rangen van het leger op
te nemen? Het is, als men alles overdenkt
en don Emmanuel's houding van later be
ziet, waarschijnlijk, dat de Heeren Hoog-
mogenden en Prins Maurits verstandig
deden, bij hun afwerend gebaar te blijven.
Zij waren stellig betere menschenkenners
dan Emilie van Nassau.
Voor het uiterlijk was er echter na de
verzoening en de verdeeling der nalaten
schap van den Zwijger veel in het leven
van Emilie veranderd. Een groot deel van
het jaar bracht zij door op het kasteel
Wychen, waarheen een deel van haars
vaders kostbare meubelen was vervoerd en
dat een dotatie haar in staat stelde met
zekere pracht te bewonen.
Dat kasteel Wychen ln het zuiden van
Gelderland, ten zuid-westen van Nijme
gen, was een uitgestrekt goed van vier
honderd hectare begiftigd, met tal van
voordeelige feodale rechten, waarmede
Emilie. volgens een historische aanteeke-
ning, in 1609 jaar van de boedelverdee-
ling „beleend" werd. De overlevering
wil dat de bouwer van het slot ln de ver
deeling er van een symbolische aandui
ding wilde leggen Men zeide - voor de
waarheid sta ik niet ln, al schijnt hei
kasteel zeer groot geweest te zijn dal
het had:
één grooten toren: het jaar;
4 kleine torens: de jaargetijden.
12 kelders: de maanden;
52 kamers: de weken;
365 vensters: de dagen;
24 ruiten per venstor: de uren. (1.)
Hier, waar uitgebreide Jachtterreinen
lagen, kon don Emmanuel zijn hart op
halen Het kasteel lokte uit tot het houden
van een grooten staat. Bovendien was hij
als katholiek ln een omgeving van geloofs-
genooten. Den tijd, dien hf) niet te Brus
sel. te Parijs of te Delft doorbracht, be
steede hij aan een genoeglijk bestaan,
waarin hij het leven van een rijken edel
man leidde. De paardenstallen waren goed
voorzien; koppels rashonden, met zorg
voor de jacht gedresseerd, wachtten op de
Jagers. Deze bleven niet uit; jachtpartijen
en feesten volgden elkaar op.
Doch binnen de muren van het kasteel,
verborgen voor de buitenwereld, voltrok
zich het proces eener geestelijke schelding
tusschen de twee echtgenooten. Emilie
voert een feilen strijd tusschen haar liefde,
tusschen de bekoring, die haar man tel
kens weer op haar uitoefent en haar ge
loof. Zij Is, bi) het klimmen der Jaren, ln
haar protestantsche overtuiging verdiept.
De gebreken, de lichtzinnigheid van haar
man ziet zij en veroordeelt zij. Maar de
omwikkeling van zijn stem, van zijn blik.
valt haar moeilijk te weerstaan. Het con
flict pijnigt haar.
Langzamerhand accentueert zich de
schelding: twee levensrichtingen verwijde
ren zich scherp van elkaar In het kasteel
vereenigt de moeder haar zes dochters en
de protestantsche bedienden en gaat voor
bij de dageHJksche lezing van den bijbel
en de godsdienstoefening, want een pro-
testantsch geestelijke wordt er niet ge
duld. De vader daarentegen, de twee zoons
en de katholieke onderhoorigen, hebben
den bijstand van een katholieken priester.
Na een ernstige ziekte van don Emmanuel,
waarbij geestelijke hulp niet ontbrak,
neemt hij zelf de monnikspij en zijn beeld,
in steen gehouwen, zal hem aldus te zien
geven boven de toegangspoort van het
kasteel. Zijn protestantsche vrouw boezemt
hem vrees in. Een korten tijd schijnt het
of hij der wereld ls afgestorven. Het pro
testantisme hi zijn omgeving wekt zijn ver
zet. Zijn oudste zoon, die later monnik
werd (2) in Belgiè, vertelt bij gelegenheid
van zijn overgang voor het Consistorie to
Delft (hij werd toen weer Hervormd):
„Un jour, monsieur ie prince mon père
me voyant un nouveau Testament en la
main et me Fayant arraché et JetC dans
un jardin, il me maltraita de paroles et
de coups, desquels pour me consoler, feu
madame ma mére me dit:
„Tu es blen-heureux, car tu souffres
pour justice." (3.)
Toen deze zoon later de monnikspij af
legde en protestant werd. was de vader
diep gekwetst. „Hij heeft", schrijft hij,
,zijn God en zijn eer verlaten en een
zeer leelijke smet op ons zeer illuster
bloed geladen; het ergste Is, dat God, die
rechtvaardig is, hem gestreng zal straf
fen, zooals hij doet met hen, die Hem
verlaten voor de onreinheden dezer we
reld."
Na de ernstige ziekte van don Emma
nuel, toen zijn genezing volkomen was,
keerde hij weer tot het oude leven terug.
Maar dat oude leven kost geld, veel geld.
De schuldeischers vervolgen hem. Zij laten
niet af. Dan verdwijnt hij eensklaps uit
Wychen. Het is een soort van vlucht naar
Brussel, waar hij, zoon van den door de
Spanjaarden onttroonden Portugeeschen
koning, zich onder de hoede stelt van
aartshertog Albert en Isabella.
Dan bevangt Emilie de vrees die zij al
herhaaldelijk had gekoesterd, dat haar
man zich gebonden zal overgeven aan
Spanje, dat hij zijn aanspraken op den
Portugeeschen troon zal verkoopen. zich ln
drenst stellen van Spanje en haar. de
dochter van den door Spanje vermoorden
Zwijger, zal dwingen zijn leven te deelen.
In haar hulpeloosheid richt zij zich weer
tot den beproefden vriend, haar half-
zwager Hohenlohe.
„Mijnheer mijn broeder.
Ik ben op het punt schrijft zij het
grootste ongeluk te ondergaan, waarvoor
ik steeds gevreesd heb, n.l. dat mijnheer en
gemaal, zonder de bedriegelijkheden der
Spanjaarden te doorzien, zich zal laten
vangen door hunne beloften om met hen
een maar al te gevaarlijke en schadelijke
overeenkomst aan te gaan. wat zijne be
langen betreft. Niet. dat Ik dit door hem-
zelven wete. Integendeel: geen woord heeft
hij doorover gesproken; alles wat ik daar.
van te weten kon komen, heb ik vernomen
door een brief van graaf Egmond, die mij
wil overreden Hare Hoogheden te gaan
bedanken, de hand van de Infante te gaan
kussen en de bewijzen te gaan ontvangen
van de gunst, die Zij mij wil bewijzen.
Helaas! God weet, dat ik dat alles gelaten
zou willen ondergaan, zij het ook met
weerzin, zoo ik slechts gewaarborgd ware
tegen dat, wat ik boven alles vrees, nl
mijn kinderen in hun onvermijdelijk ver
derf te zien storten. Ik heb over deze zaak
aan mijnheer mijn broeder geschreven en
smeek hem thans een broedelijke daad te
doen door met zijn autoriteit tusschen ons
te willen richten".
Dat doet „mijnheer mijn broeder". Hij
neemt don Emmanuel onder handen: deze
belooft beterschap, wil naar Maurits'
wensch handelen, maar blijft te Brussel,
waar hij zich ln schulden steekt, die de
revenuen van Wychen niet kunnen dekken
Doch de mogelijkheid, dat Emilie Wychen
zal verlaten, waardoor ook voor hem de
toekomst zich belangrijk zou wijzigen, doet
hem voorzichtig zijn. De financieele moei
lijkheden waarin zijne vrouw door hem
is gekomen, erkent hij en hij wil die voor
haar verminderen door haar de helft af
te staan van de som. die de Staten als
subsidie voor hun huishouding hebben
toegestaan. Deze welwillendheid van zijn
kant ls te danken aan de tusschenkomst
van een man, die van den aanvang van
hun huwelijk af, niet nagelaten heeft een
trouw vriend van hen te zijn. Die man ls
de graaf van Cuylenburg, Florls van
Pallandt. In de correspondentie met dezen
„monsieur mon cousin" komt telkens uit,
hoezeer hij de steun was en de hulp van
beiden, zoodra zij in moeilijkheden waren.
Doch dan slaat het lot zijn forschen slag
en trekt een lijn voor het verdere leven
van Emilie.
Maurits sterft. Het is het jaar 1625.
Nu acht don Emmanuel zich bevrijd van
den eenigen band, die hem ln zijne be
wegingen belemmerde. HIJ bereidt zijn
vertrek naar Spanje voor. Spanje betaalt
zijn schulden ln ruil voor de toestemming
ln de Spaansche overheerschlng van
Portugal
Dat is het onaannemelijke, het onover
komelijke, waarvoor Emilie steeds heeft
gevreesd Deze overeenkomst bindt haar I
gemaal aan Spanje, zal haar dochter van
den Zwijger! in Spanje's greep stellen.,.
Dat nooit. Zij volgt haar man niet, die met
De oplossing van het probleem van
Ernst ls 1 Pf7. Na Kd4 volgt dan Dhl, na
Kf5 Pd6t, na Kd5 kan De7. na Kf3 Pg5t.
De auteursoplossing van het probleem van
Ellerman Is Ta4. De bedoeling is de va
rianten Db4, d6t en Lc4 g5t te geven.
Helaas zit er een leelijke nevenoplossing
ln, zooals de heer van den Hom uit Zwolle
terecht opmerkte: Le5. Mijn excuses aan
de lezers, het was me ontgaan.
HlerbU een vernuftig geconstrueerd pro
bleem van onzen beroemden landgenoot
uit de Betuwe.
J. J. RIETVELD.
2e prijs Chwlla 1932/33.
1 XX
tel
Wit begint en geeft mat in twee zetten.
Wit: Kd7, Dc2, Ta8, Lel en fl, Pa4 en
c4, pi d6.
Zwart: Kb5, Tf3, Pa5 en d2, pi a3 en 17.
De volgende partij won de schoonheids
prijs in het Trebitsch tournooi te Weenen.
Kmoch Rubinstein
1. e4 c6
2. c4 d5
De zet c4 is zeker niet de beste in deze
opening. Er komt een leelijk gat op d4.
Maar zwart moet niet d5 antwoorden.
Aangewezen is e6.
3. cd5: cd5:
4. ed5: Dd5:
Ook Pf6, Lb5t, Ld7, Lc4 geeft niet veel.
5. Pc3 Dd8
6. d4 Pf6
7. Lc4 e6
8. Pf3 Le7
9. 0—0 0—O
10. De2 Pc6
11. Tdl Pb4
12. Lg5 Te8
Een onnoodige zet. Beter was Ld7 en
Tc8.
13. Tacl Pbd5
14. Pfe5 Pc3:
Nog steeds is Ld7 enz. hard noodlg.
15. bc3: Pfd5
16. Ld2 Ld6
17. Dh5 Dc7
18. Ld3 g6
Na h6 kan al Lh6:
19. Dh4 Ld7
Na Le5: volgt de5:, De5:, c4, Pe7, Lc3,
Pf5, Lf5:, Df5:, De7.
20. c4 Pb4
21. Lb4: Lb4:
22. Pf7: Kf7:
Iets beter is Tf8 en Le8.
23. Dh7:t Kf6
24. Dg6:t Ke7
25. Dg5f Kf8
Op Kd6 kan De5t, Kc6, Db5t, Kd6,
Db4:f, Kc6, Le4j
26. Df6t Kg8
27. Lh7t Kh7:
28. Td3 e5
29. Tg3 Lg4
30. Tg4: opgegeven.
Dreigt Dh4 en na Le7 ,Dg7t.
Dr. P. FEENSTRA KUIPER.
zijn belde zonen het land verlaat. En zelve
zoekt zij ook elders een verbijt voor haar
laatste levensjaren. We weten reeds waar
heen zij zich begeeft. Te Pranglns. om
ringd door eene calvinistische bevolking,
in de buurt van haar calvinistische vrien
den te Genève, zal zij het slot betrekken
dat tot dusver aan de heeren von Dlesbach
behoorde. Daar zal haar moeilijk leven
eindigen. Met haar half-broeder Frederik
Hendrik heeft zij geen teedere verhouding.
Holland is voor haar een land van vele
beproeving geweest en het tooneel van
haar vervlogen Uluslën. Een wijder af
stand plaatst zij tusschen het verleden en
het heden. Met haar dochters die haar
aanhangen, zal zij een nieuw leven aan
vangen,
Aan de vrienden, die zij achterlaat, aan
de trouwen ln blijde en droeve dagen,
graaf en gravin van Pallandt van Cuylen
burg, zendt zij echter een groet, die be
wijst, dat zij ondervonden weldaden ln
dankbare herinnering weet te bewaren:
.Adieu, mein freud und meine trost in
dissem land, adieu mein contentement des
welchen Euch Lieben, beide so herzlich
sein gewest. Adieu, hunderi aausend adieu
Gott almeehtig wolle beide E. L segenen
und gebenedeien und in langwerige ge-
sundheid und leben erhalten. Adieu,
adleu!"(')
A. J. BOTHENIUS BROUWER.
(1) Het kasteel is in 1906 verbrand. De be
woonster. mevrouw de douairière van Andringa
de Kempenaer. geb. Jonkvrouwe van den Sant
heuvel, Het bet weer opbouwen in den stUl van
het verbrandde. Ik betwijfel echter of er de hier
boven vermelde indeellng is te vinden.
(2) Onder den naam van broeder Fellx, ln
de orde der Ongeschoeide Carmelleten.
De vader, hoewel katholiek, was hierover zeer
geörgerd. HIJ schrijft, dat „de monnik broeder
Felix, of beter gezegd Infellx. zich tegen zijn
wil monnik heeft gemaakt." (Feiix en infellx
gelukkig cn ongelukkig.)
(3) „Eens. toen mijnheer do prins, mijn
vader, een nieuw Testament ln myn handen zag
en het mij afgescheurd en ln den tuin gewor
pen had. mishandelde bij mU ln woorden en
met 6lagen; om m(J daarovoj te troosten, zelde
mij wijlen mevrouw mijne moeder:
„GU zljt wei-gelukzalig, want HJdt om der
gerechtigheid wille."
(4.) „Vaartwel, mijne vreugde, vaartwel mUn
troost ln dit land, vaartwel mijn genoegen trlj,
lieven, die belden zoo hartelijk voor mU zyt
geweest. Vaartwel, honderd duizend raaien
vaartwel God Alm chtig moge u belde lieven
eegeneD en zaligen en ln langdurige gezondheid
bewaren. Vaartwel, vaartwel."
Alle correspondentie betreffende deze
rubriek te zenden aan het Bureau van ons
Blad of aan den Red. C. de Nle Storten
bekers tr. 176 's-Oravenhage Oplossingen
binnen drie weken na publicatie.
Probleemwedstrijd.
PROBLEEM No. 881.
L. R. V. DUYN, SASSENHEIM.
Zwart 9 sch. op 8. 9. 10, 12, 17, 18, 20,
29 en 34.
Zwart
Mii
4S 47 41 4»
Wit
Wit 9 sch. op: 21 23. 28 32, 42, 44, 48,
49 en 60.
PROBLEEM No 882.
S. V. DUYN ABBENES.
Zwart 9 sch. op: 8. 12. 13. 14, 20, 22 27,
32 en 38.
Zwart
i
4» 47 48 4> eo
Wit
Wit 0 sch. op: 23 25, 30 38. «1, 43 44,
47 en 48.
PROBLEEM No. 883.
J. C. HOBO ABBENES.
Zwart 9 sch. op: 2, 7. 8, 10, 11, 16, 20,
25 en 37.
Zwart
4. 47 >- 4. s0
Wit
Wit 10 sch. op: 19. 22. 23 30, 32. 34 41,
43, 49 en 50.
Wit begint en wint,
We beginnen onzen wedstrijd met drie
aardige stukjes uit onzen lezerskring; zij
zijn niet moeilijk de oplossing niet diep of
Ingewikkeld doch hl) die oog heeft voor
problematiek zal erkennen dat het aar
dige stukjes zijn. Indien al onze problemls-
ten hun geestesgave Inzenden kunnen we
den wedstrijd. In afwijking van voor
heen uit louter zelf geconstrueerde pro
blemen van onze abonné's doen bestaan,
hetgeen niet alleen aantrekkelijk ls maar
ook een belangrijk punt voor prijsbepaling
zou zijn. De problemen worden dan regel
matig geplaatst met kans od een Drifs en
ook voor de oplossers kunnen we er op
andere wijze twee prijzen aan verbinden.
Zooals men reeds weet heeft de Directie
van ons Blad opnieuw drie orllzen be
schikbaar gesteld. Ik stel mil voor ln ver
band met betgeen wordt Ingezonden od de
helft van den wedstrijd definitief vast te
stellen hoe het verder verloop zijn zal. Een
prijs voor het mooiste probleem, te beoor-
deelen door alle lezers een prijs voor op
lossers, zonder meer; dus alleen zij die al
leen oplossingen inzenden en een prijs
voor den oplosser die de beste beoordee
ling daarbll Inzendt. De verwachting ls
dus dat onze medewerkers van voorheen
gaan inzenden: zoo soepel mogelllk zal
hierin worden gehandeld dwz voor den
wedstriid zal zoo veel mogellik tijd worden
beschikbaar gesteld. Nu allen aan 't w»rk.
Oplossingen van vorige problemen wor
den nog geplaatst.
Correspondentie S. v. D. Is het laatste
probleem een lc nubllcatle en alleen het
motief n'et orejneel?
R. v. D Het doet mil genoegen dat uw
animo ls oovewekt: zooals u bemerkt hoop
Ik er een moolen wedstrijd van te kunnen
organlseeren.
8—1