74,le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 April 1933 Vierde Blad No. 22409 PARLEMENTAIR OVERZICHT KUNST EN LETTEREN. LAND- EN TUINBOUW. TWEEDE KAMER. REGELING VAN WERKZAAMHEDEN De Machtigingswet (inzake den land bouw) zal niet worden behandeld Gis teravond werd dit reeds door ons mede gedeeld. Eveneens rezen er ernstige bezwaren tegen de behandeling van het boomkwee kers-ontwerp, waarin op 't laatste oogen- blik de aankoop van het landgoed „De Hooge Veluwe" werd opgenomen, maar het ontwerp werd op de agenda geplaatst, nadat ook de Voorzitter het vertrouwen had uitgesproken, dat de Nota van Wijzi ging tijdens het openbare debat zou wor den teruggenomen. Na eenig debat werd vervolgens besloten tot afdeellnes-nnderzoek van het wetsont werp Inzake den versnelden bruggenbouw, doch de heeren dr. Vos en Albarda ver klaarden, dat zij aan openbare behande ling van dat ontwerp nog in deze periode niet zouden meewerken. Tenslotte werd besloten, ook het ont werp tot wijziging der Personeele Belas ting niet op de agenda te plaatsen. NOMINATIE LID VAN DEN HOOGEN RAAD. De Kamer heeft daarna de nominatie opgemaakt voor de benoeming van een lid van den Hoogen Raad (vacature- Seghers) en wel aldus: 1. dr. G. A. Servatius. vice-president van de arrondissements-rechtbank te Am sterdam; 2. dr. J. E. van der Meulen, vice-presi dent van de arrondissements-rechtbank te Utrecht; 3. dr. P. van Regteren Altema. raadsheer in het Gerechtshof te Amsterdam. Deze voordracht zal aan H.M. de Ko ning worden aangeboden. VERSCHILLENDE WETSONTWERPEN. Vervolgens zijn aan de orde de volgende wetsontwerpen: 1. Wetsontwerp naturalisatie van W. Bielkine en 19 anderen; 2. Wetsontwerp naturalisatie van K. Abramowicz en 19 anderen; 3. Wetsontwerp naturalisatie van L. J. Bilo en 19 anderen; 4. Wetsontwerp naturalisatie van Ph. K. Bock en 19 anderen; 5. Wetsontwerp voorbehoud van de be voegdheid tot bekrachtiging van het Ver drag met Protocol van onderteekening tot beperking van de vervaardiging en tot re geling van de distributie van verdoovende middelen van 13 Juli 1931; 6. Wetsontwerp wijziging van de grens tysschen de gemeenten Barradeel en Har- lingen; 7. Wetsontwerp wijziging van de grens tusschen de gemeente Zutphen en Gorssel; 8. Wetsontwerp wijziging en verhooging van de begrooting van inkomsten en uit gaven van het Gemeentefonds voor het begrootingsjaar 1931—1932 (Verhooging bedragen voor ultkeeringen aan ge meenten) 9. Wetsontwerp wijziging van de Wet van den llden Juli 1908 (Staatsblad No. 226) houdende Instelling eener Consig natiekas.) Al deze wetsontwerpen werden aange nomen. DE STEUN AAN DE BOOM- KWEEKERS TE BOSKOOP. In behandeling kwam daarna het wets ontwerp inzake den steun aan de boom kweekers, waarin de Regeering bij Nota van Wijziging had opgenomen het voor stel tot aankoop, voor 1 millioen gulden, van het landgoed De Hooge Veluwe" van den heer dr. A. G. Kröller. met de bedoe ling daarvan een park- en bosch-gebied te maken. Bij den aanvang van het debat deelde Minister Verschuur' mede, dat dc Regee ring deze Nota van Wijziging voorloopig intrekt, zich het recht voorbehoudend later op het aankoopplan terug te komen. Als gevolg van deze mededeellng was dus het voorstel, om het landgoed van dr. Kröller aan te koópen. thans van de baan. In de discussie die volgde, heeft de heer van den Heuvel gevraagd de credtetver- leening ook uit te strekken tot gemeenten, waar slechts weinige boomkweekers ge vestigd zijn een verzoek dat door de heeren Knottenbelt, van Dis en K. ter Laan werd gesteund. De Minister beloofde overweging en zeide dat ook de boomkwee kers. die niet onder de steunverieening vallen, zullen worden geholpen door den aankoop van kweekgoed. Zonder hoofdelijke stemming is 't wets ontwerp daarna aangenomen. ALLERLEI CRISIS-ONTWERPEN Aan de orde waren daarna de volgende crisis-ontwerpen 1. Wetsontwerp wijziging en verhooging van het tiende hoofdstuk der Ryksbegroo- ting voor 1933 (Uitkeeringen ten behoeve van de teelt en de verwerking van vlas over den oogst 1933); 2. Wetsontwerp wijziging van het tiende hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 1933 (Dekking van het verlies op den gefor- ceerden verkoop van 600.000 balen aard appelmeel); 3. Wetsontwerp wijziging en verhooging van het tiende hoofdstuk der Rijksbegroo ting voor 1933 (Garantieregeling 1933 ten behoeve van de kippen- en eenden- houderij 4. Wetsontwerp wijziging en verhooging van het tiende hoofdstuk der Rijksbegroo ting voor 1933 (Steun aan de riet- en griendcultuur, oogst 1933) 5. Wetsontwerp wijziging en verhooging van het tiende hoofdstuk der Rijksbegroo ting voor 1933 (Steun ten behoeve van verbouwers van rogge, oogst 1933); 6. Wetsontwerp wijziging van het tiende hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 1933 (Garantieregeling 1933 ten behoeve van verbouwers van fruit en warmoezerijge- wassen) 7. Wetsontwerp wijziging en verhooging van het tiende hoofdstuk der Rijksbegroo ting voor 1933 (Credietverleening ten be hoeve van bloemenkweekers te Aalsmeer en Haarlemmermeer) 8. Wetsontwerp wijziging en verhooging van het tiende hoofdstuk (oud hoofdstuk V) der Rijksbegrooting voor 1932 (Steun aan de verbouwers van fabrieksaardap pelen in de veenkoloniën.) Bij het crisis-ontwerp Inzake den steun aan de vlasteelt een kort debat; waarbij de Minister verklaarde eenige wenken gaarne te zullen overwegen, en zoo noodig aan wantoestanden, wat de arbeidsvoor waarden betreft, een eind te zullen maken. Bij het ontwerp inzake de eieren ver klaarde de Minister dat, Indien Duitsch- land zijn plannen terzake van den eieren- uitvoer blijft handhaven, het bedrijf niet meer te redden is. Bij het ontwerp inzake de rogge be toogde de heer Weitkamp. dat het ver schil tusschen de garantie-prijzen voor rogge en tarwe te groot is; vroeg de heer van den Heuvel steun voor alle markt- rogge, en de heer van Voorst tot Voorst voor alle geteelde rogge; bepleitte de heer Bierema steun voor de gemengde bedrij ven, en de heer van Rappard voor de zand- bedrijven; klaagde de heer Braat dat deze steun veel te laat komt. Op dit alles ant woordde de Minister, dat de Regeering beseffend dat veel nood ongelenlga blijft, thans onmogelijk verder kan gaan. Bij het ontwerp inzake den tuinbouw, zei de heer Duys het steunbedrag van 5 milliard veel te laag te vinden. De Minister deelde mede. dat er naar gestreefa wordt in den groven tuinbouw de koolbouw te vervangen door tarwe- en bietenbouw. Bij het ontwerp inzake de fabrieks aardappelen vragen de heeren van Voorst tot Voorst, van den Heuvel, Lovlnk en Bierema den toeslag te brengen op 30 ct. per Hi., evenals verleden jaar. De heer Braat, wil er zelfs 35 cent van maken. Doch de Minister meent, dat thans met een bedrag van 25 cent kan worden vol staan. Alle ontwerpen werden aange nomen. Nadat de heer Kortenhorst zijn inter pellatie over onzen handelspolitiek had ingetrokken met het oog op de ander- handelingen, welke te Berlijn worden ge voerd, werd de vergadering gesloten tot nadere bijeenroeping. EERSTE KAMER. INTERPELLATIE - OUDEGEEST IN ZAKE DUITSCHE VLUCHTELINGEN De heer Oudegeest heeft in den Senaat geïnterpelleerd over de toepassing der Vreemdelingenwet in verband met de Duitsche vluchtelingen. De afgevaardigde deelde mede, dat er zich alléén in Amsterdam al 1500 vluch telingen bevinden, die meest tot den ge goeden middenstand behooren en aan de cischen der Vreemdelingenwet voldoen. Maar zeide hij er kunnen er ook ko men, die daaraan niet voldoen? Zal de wet dan soepel worden toegepast! Tegen over politieke vluchtelingen moet conside ratie worden betracht. De Minister van Justitie heeft geantwoord, dat bij het toelaten alle bestaande bepalingen moe ten worden overwogen, en dat ook de vraagt dient te gelden of 'n toelating zon der papieren en zonder geld wel in het belang is van onze eigen bevolking. De bestaande voorschriften zijn tot nog toe gehandhaafd, zonder dat er klachten rezen. Bovendien is de toeloop in de laat ste dagen geluwd. Conclusie: de bestaande regelen zullen worden ge handhaafd, behoudens gevallen waarin om redenen van humaniteit afwijking gerechtvaardigd is. Bij de replieken verklaarde de heer Oudegeest zich niet geheel gerustgesteld en betoogde prof. Kranenburg, dal het asylrecht eenigszins ruimer moet worden toegepast, in dezen zin dat, wat anders uitzondering is, thans op wat ruimer schaal kan gelden. De vluchtelingen moe ten hun leven kunnen redden, en ons land heeft zijn traditie te handhaven. Hier tegenover verklaarde de Minister nog eens dat hij niet al te ruim mag zijn in de toe passing en dat hij naar bevind van om standigheden zal handelen. Wordt een vluchteling achtervolgd, en is er direct levensgevaar, dan zal hij niet worden te ruggewezen. Hierbij bleef het. PSYCHOPATENWET. Bij het ontwerp inzake de psychopaten- regeling hebben de heeren van Sassc van Ysselt, Mendels. Janssen en Kranenburg verschillende bezwaren ontwikkeld: in hoofdzaak dit, dat de Minister op andere wijze had dienen te waken als hij dit noodig oordeelde tegen een te ruime toepassing van de bestaande bepalingen inzake de psychopaten. Alleen de heer Pollema verdedigde het ontwerp. De Minister stelde in het licht, dat al leen reeds om financieele redenen ge streefd moest worden naar een begren zing in de toepassing van de beslaande wet. Voor overdrijving behoefd men niet te vreezen; een circulaire, om een juiste toepassing van dit nieuwe ontwerp te be vorderen. ligt reeds gereed Later wordt er gestemd. De wijziging van de Crisis-pachtwet werd aangenomen. INSTELLING VAN BEDRIJFSRADEN. De Kamer heeft het wetsontwerp tot in stelling van bedrijfsraden aangenomen met 29 tegen 11 stemmen. Tegen stemden de liberalen, de Chrlstelijk-Historischen en de katholieke heer Blomjous. Zoodat Minister Verschuur deze vrucht nog juist heeft kunnen plukken. REGLEMENT VAN ORDE. Ingekomen was een voorstel van den heer Wibaut, tot wijziging van het Regle ment van Orde. Zeer vermoedelijk heeft dit ten doel, voortaan niet meer door den president, maar door de Kamer te laten uitmaken, wanneer wetsontwerpen behandeld zullen worden. De Kamer is uiteen. HAGENAAR. RECLAME. \o+uUudu Ai'-utunv- 8749 RECLAME. HUMEURIGE EN KNORRIGE VROUW. Ongeschikt om mee om te gaan. Herstelde zichzelf volkomen. „Ik ben 39 jaar," schrijft een vrouw, „maar een tijd lang heb ik er uitgezien cn me gevoeld of ik 100 Jaar was. Ik kreeg nu en dan zonder eenige reden eet. gevoel van totale uitgeputheid. Ik was niet ge schikt om mee om te gaan. omdat ik altijd humeurig en knorrig was. Ik had absoluut geen lust meer om mijn huishouden te doen en evenmin om eens hier en daar heen te gaan. Ik was altijd maar dood moe. zoodat ik het leven als een voort- durenden last begon te voelen Twee jaar geleden kreeg ik ischias langs mijn geheele linkerzij vanaf de heup naar beneden Ik nam Kruschen Salts en vond dat het me uitstekend hielp. Sedert ik het begon te gebruiken ben ik een heel ander mensch geworden. Ik ben gaan inzien, dat het leven waard is om geleefd te worden. Mijn werk valt me gemakkelijker en ik heb veel meer energie." Mevr-. G. M. In negen en negentig van de honderd gevallen is een slechte gezondheid de oor zaak van een slecht humeur. Een zieke lijke geest vindt zijn oorzaak in een zie kelijk Innerlijk het gevolg van traag werkende organen, waardoor de afval stoffen zich ln het lichaam ophoopen. De „kleine, dagelljksche dosis" Kruschen maakt een eind aan dit alles, omdat het de afvoerorganen tot geregelde werking aanspoort. Het gevolg van deze Inwen dige schoonheid is, dat verfrlscht en ver nieuwd bloed door Uw aderen stroomt. Uw lichaam en geest zullen van deze zui verende werking den weldadigen invloed ondervinden: U voelt zich gezonder en gelukkiger. 8752 Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg baar bij alle apothekers en drogisten a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon. Stralende gezondheid voor één cent per dag. MONTE CARLO. Dinsdag 11 April a.s. geeft het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad-Tooncel. directeur Cor v. d. Lugt Melsert in den schouwburg alhier een ponulalre voorstelling van „Monte Carlo" Blijspel van Ladislaus Fo- dor, schrijver van Juffrouw Kerkmuis". Annle v. d. Luet Melsertv Ees soeelt de hoofdrol, bijgestaan door Louis Gimberg, en Jan van Ees in de voornaamste manne lijke rollen LEEUWARDER BOTERNOTEERING. Dc Leeuwarder boternoteering is vast gesteld op 52 ct. per K G. MIMIEK EN SCHMINK. Een groot gedeelte van het publiek be wondert in de karakterspelers hoofdzake lijk de typeerkunst en hierin komen slechts zeer weinig groote talenten voor. Lon Chaney was ongetwijfeld de grootste en beroemdste en tot op heden is nog nie mand gevonden, die zijn plaats innemen kan. Jean Hersholt, die in de film „De misstap van Madeion Claudet", de rol van Dokter Dulac speelt, heeft jaren geleden de kleedkamer van Lon Chaney gedeeld en hij weet nog veel te vertellen van de typeerkunst van Chaney, die tegen moeite noch ongemak opzag om een bepaalde rol zoo sterk mogelijk uit te beelden. Hersholt zegt, dat hij veel van zijn, helaas te vroeg gestorven, collega geleerd heeft. In den laatstèn tijd komt ook de Ame- rikaansche acteur Walter Huston zeer naar voren in karakterrollen. Bijv. in „Alcohol" en „Congo" geeft een zeer sterke schmink en typeerkunst te zien. Om zichzelf goed te kunnen schminken moet men zijn eigen gezicht goed kennen moed om leelijk te zijn is zeer belangrijk en niet gemakkelijk. Helen Hayes in haai' rol van Madeion Claudet heeft blijk gegeven, dit voor haar kunst te durven doen. Zelfs in het begin van de film, als zij een jong meisje speelt, ziet men haar niet zooals zij werkelijk is, daar deze tijd volgens het manuscript veertig jaar geleden is en zij gekleed was volgens de mode van het einde der negen tiende eeuw, die voor onzen tegenwoor- digen smaak vreemd aandoet. In het ver loop van de film ziet men haar als straat meid, als zwerfster en tenslotte als oud mouwtje, waarbij zij blijk geeft van een zeer sterk typeer-talent. De filmspeler mag nooit vergeten, dat het geschminkte gezicht niet het belang rijkste is. Dit blijft altijd uiterlijk doch, wat de vertolking vereischt, is de Inner lijke uitbeelding, dus ook mimisch spel en dit beteckcnt niet alleen volledige be- heersching van de gelaatsuitdrukkingen, doch ook houding, loop en bewegingen. Zelfs degene, die zich zoo in een rol heeft ingeleefd, .dat hij zijn eigen persoonlijk heid vergeet en geheel in de gedachten- Lewis Stone en Helen Hayes in „De misstap van Madeion Claudet". en de mogelijkheden hiervan bestudeerd hebben. Eén voorwaarde is beweeglijke en geoefende gezichtsspieren, daar schmink niet alleen voldoende is om aan het gelaat een uitdrukking te geven. Ook moet men alle gevoel van ijdelheid terzijde stellen, wat voor vrouwen het moeilijkste is, die toch altijd en voor alles op het witte doek mooi willen zijn. De gang van den uit te beelden persoon op gaat, kan de uitbeelding geloofwaardig maken. Het publiek in de zaal moet niet denken: dat is de beroemde acteur of actrice zoo en zoo, maar slechts de uitge beelde persoon zien en vergeten, dat er nog een werkelijkheid bestaat buiten dat, wat er voor zijn oogen afspeelt. ZOOIETS VERGEET JE NIET! De bijval van het publiek is voor ons een noodzakelijk requisiet; het enthousiasme, dat publiek voor ons aan den dag legt, is noodig om onze geestdrift aan te vuren, aldus vertelt Hans Albers. Goede artikelen, enthousiaste artikelen over ons werk en ons doen en laten, kunnen ons aansporen tot een steeds vlijtiger studie van ons zelf. Dit alles heb ik in mijn loopbaan als kun stenaar natuurlijk veel en dikwijls beleefd. Wat mij echter tot diep in mijn hart heeft verheugd en ook geroerd, dat is de vreugde waarmede de kinderen mij begroetten op de Greifswalder Oie en in de Göhren. Jongens, met roode wangen, meisjes met blauwe oogen en blonde haren! Lachen de, stralende oogen glinsterden mij tegen, als ik na een dag van zwaar werk tijdens de verfilming van ,.FJ. 1 antwortet nicht" terugkeerde. Ik wil het eerlijk verklaren: den geheelen dag verheugde ik mij op mijn kleine vereerders, en hun gejuich en ap plaus kunnen mij zelfs niet worden ver goed door een uitverkocht huis en de grootste lauwerkransen. Wie de jeugd heeft, triomfeert. Dat de tegenwoordige generatie, de sportieve jeugd, mij behoort, dat zij er erkentelijk voor is, dat ik altijd werk zonder trucs en alle acrobatische, gymnastische- en behendigheidstoeren zelf verricht, heeft mij zeer veel pleizier gedaan. Dat echter kleine „Gören" uit Göhren mij toejuichen, dat zij aan mijn jas hangen en mij met echte vreugde en gejubel ontvangen, dat zij hun best doen mij op die manier hun dankbaarheid te toonen, dat heb ik pas voor 't eerst be leefd. Reeds 's morgens om halfzeven wek ten zij mij, voor zij naar school gingen. De mij zoo bekende klanken van „Das ist die Liebe der Matrosen" maakten mij wakker en bij het „Jawohl. Herr Kapitan" sprong ik uit bed Nauwelijks stond ik op de landingsbrug of het koor zette in: „Hanschen klein, ging allein". Aardige oude kinderversjes, een klank uit mijn verre jeugd, het eerste lied, dat mijn moeder mij leerde, schalde uit de frissche kindermonden. Ik was hun Hanschen, en „doch er ist kein Hanschen mehr, nein, ein grosser Hans ist er", deze woorden vervulden mij met stillen wee moed. Ik trad mijn schare nooit onvoorbereid tegemoet. Des morgens was mijn eerste gedachte, voorzorgsmaatregelen voor de kleinen te nemen die mij 's avonds wacht ten. Het was niet veel wat zij van mij verwachtten. Een kinderhand is gauw ge vuld en kinderoogen zijn snel dankbaar. Ik had „Bontches" in mijn zak. zooals wij Hamburgers zeggen en het was altijd een verwoed gevecht, eer ieder er een had. Zij brachten mij tot aan mijn hotel en zelfs nog boven in mijn kamer hoorde ik de kinderen juichen. In den loop der jaren, waarin ik heel wat films heb gedraaid, zijn natuurlijk ook de vroolijke en komische gebeurtenis sen niet uitgebleven Menig werkelijk ont roerend teeken van aanhankelijkheid en vriendschap heb ik ontvangen, maar ik weet zeker, dat mij de kleine schaar van vereerders van de Greifswalder Ole tot in mijn ouderdom onvergetelijk zal blijven. Een volwassene toont bijval, lof, geestdrift en dankbaarheid. Dank zij zijn goede op voeding zal hij het steeds brengen in een vorm. die ons aan zijn eerlijkheid doet ge- looven. Een kind kent geen aanstellerij; op j een kindergezicht leest men ais in een spiegel wat zijn jonge innerlijk voelt. Niet voor veel geld, niet voor het wildste ap- j plaus zou ik die dagen willen missen, die mij zoo oneindig veel vreugde brachten I door de vriendschap der kinderen. Een blonde jongen vroeg mij eens, wel een beetje schuchter, maar toch met een dosis mannelijkheid in zijn stem: „Oom Albers, was je bang toen je vandaag met de paraschute naar beneden moest sprn- gen?" Verdwenen was al mijn eerzucht en alle zucht naar een onvoorwaardelijke helden-pose. Even open, als deze kleine bengel het mij vroeg, even eerlijk gaf ik hem ten antwoord: „Ja, jongen, reuze- bang!" En toen vertelde ik: „Weet je, kin deren, toen ik vandaag naar beneden moest springen en bij mijzelf dacht, of het valscherm wel op tijd zou opengaan, toen had ik op 't oogenblik van het springen, zooals men in 't Hamburgsch zegt: einen Beber in der BEn stel je nu voor, dat, terwijl ik naar de diepte suisde, het ding absoluut niet openging. Toen kreeg ik angst, echten angst, kinderen. Op 't laat ste oogenblik ging het ding toch nog open en dat bracht mij er weer boven op. maar bijna was ik werkelijk verdronken. Want wat heb je er aan of je een goed zwemmer bent, als je in zoo'n ongelukkig valscherm- vest vastzit? Nu, maar zooals gezggd, ge lukkig ben ik er weer". Een donderend hoera! en zij hingen als klitten aan mijn lijf. Men kon echter aan hun verschrikte oogen zien en aan het herademen, dat zij werkelijk in den angst, dien ik had door staan, hadden meegeleefd. Ik moest ze ook vertellen, of ik daarboven in de lucht dui zelig was geworden. Of de vlieghelm pijn deed. Hoe snel het vliegtuig gaat. Of het erg bonst, als men landt. Of ik had gezien, dat zij beneden hadden gewuifd en of je daarboven precies midden in de wolken was. Duizend vragen, waarop ik duizend antwoorden moest geven. Ik deed het ech ter graag. Ik ben er van overtuigd, dat wanneer deze kleine kereltjes en meisjes zelf eens groote menschen zijn geworden, hun evenals mij de dagen op de Greifswal der Oie een herinnering zullen zijn, die zij niet vergeten en waarvan zij misschien eens hun kinderen zullen vertellen. Zooals gezegd, voor een acteur is het minstens een even groot geluk, de geestdrift der kinde ren op te wekken, als den bijval der vol wassenen te oogsten. HEINZ RUEHMANN'S CARRIÈRE. Zooals alle komieken heeft ook Heinz Rühmann zijn eigen stijl. Max Adalbert is de met pathos kijvende nurks" Otto Wallburg stottert opgewonden. Felix Bres- sart radbraakt mopperende woorden en zinnen. Waarin liet nu de artistieke bekoring van Heinz Rühmann? Waarom meesmuilt het publiek al als zijn sympathiek Jon gensgezicht op het witte doek verschijnt? Rühmanns kunst ligt in den toon. Of liever in zijn toon-Ioosheid. Teedere liefde woorden zegt hij even onverschillig en klankloos als een bevel of zooals hij In een dronken bul dingen openbaart die voor menigen partner pijnlijk zijn. Deze droge, onpathetische humor van Heinz Rühmann. tezamen met al de lichtjes in zijn snaak- sche. trouwhartige en open oogen en zijn jongensachtig verlegen lachje, heeft Iets onnavolgbaar komisch! Dus lacht het pu bliek over al zijn goede moppen en woord spelingen en verheugt zich bovendien nog over zijn sympahtieke verschijning. .Ik geloof dat mijn levensloop weinig afwijkt van dien mijner collega's, zegt de jonge acteur na de begroeting met be scheiden reserve. „U werd immers den 7en Maart te Essen geboren als de zoon van een hotel-eige naar? Doch uw ouders verhuisden weldra met u naar München, waar u het gymna sium bezocht?" vraag lk met mtjn potlood klaar om te schrijven. Hij bewondert mijn „kennis", glimlacht dan als bij een herinnering: Ach. dat goeie ouwe hok! Ik was een ontzettend luie Jon gen en dus de beroemde nagel aan de doodkist van mijn leeraars! Want ik droom de al lang hoewel niet direct meer een kind, van heldenrollen, van tooneelroem Na mijn schooltijd nam lk dadelijk vier maanden les bij den bekenden hof-acteur Fritz Basil en kreeg daarna mijn eerste engagement als een jeugdige minnaar ln Breslau. In het begin gaf men mij zeer onbeduidende rollen. Doch lk leerde veel, van het begin af aan." Spoedig daarna staat Heinz Rühmann op het tooneel t« Hannover. Daar ontdekt men plotseling zijn schitterende humoris tische gave als hij ln het stuk Die fremde Frau" met geweldig succes de rol speelt van een eigenaardigen tragi-komischen kellner. Kort daarop wordt hij voor drie jaar geëngageerd bij Hermine Körner aan den schouwburg te München zoodat hij een goed bestaan kreeg bU de .Kammer- splele" die daar werden gespeeld. Hier trad hij veel op met Maria Bard en het repertoire was meestal: Fulda. Stemheim, Verneuil In 1927 ging hij naar het Relnhardt-tooneel te Berlijn Rühmann werd nu zeer snel bekend zoodat het ver wende publiek alleen al kaarten kocht om hem, en de theater-directeuren al ruzie om hem kregen. In 1930 strekte ook de jonge toonfilm de hand naar hem uit. Erich Pommer die hem in de revue Wie werde ich relch und glücklich?" had gezien en gageerde hem (met Lilian Harvey en Willy Fritsch) voor de Ufa-toonfilm Die Drei von der Tankstelle" Zoo maakten hem al de Ufa-toonfllms ,,De man die zijn moor- denaar zoekt" Mijn vrouw, de avontu rierster" Es wird schon wieder besser", ..Een streep door de rekening" „Lachende Erben" tot een beroemd man. „In de groote Ufa-toonftlm .Ich und die Kaïserin" speelt hij als partner van Lilian Harvey onder de regie van Friedrleh Hollaender een wat mallen kapelmees ter: van deze rol heeft hll veel plezier beleefd. Niet het minste omdat hii de ee- woonte heeft zijn manchetten vaak te verliezen, wat hem natuurlijk in de meest dwaze situaties brengt,"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 13