74,le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 7 April 1933
Vierde Blad
No. 22409
PARLEMENTAIR OVERZICHT
KUNST EN LETTEREN.
LAND- EN TUINBOUW.
TWEEDE KAMER.
REGELING VAN WERKZAAMHEDEN
De Machtigingswet (inzake den land
bouw) zal niet worden behandeld Gis
teravond werd dit reeds door ons mede
gedeeld.
Eveneens rezen er ernstige bezwaren
tegen de behandeling van het boomkwee
kers-ontwerp, waarin op 't laatste oogen-
blik de aankoop van het landgoed „De
Hooge Veluwe" werd opgenomen, maar
het ontwerp werd op de agenda geplaatst,
nadat ook de Voorzitter het vertrouwen
had uitgesproken, dat de Nota van Wijzi
ging tijdens het openbare debat zou wor
den teruggenomen.
Na eenig debat werd vervolgens besloten
tot afdeellnes-nnderzoek van het wetsont
werp Inzake den versnelden bruggenbouw,
doch de heeren dr. Vos en Albarda ver
klaarden, dat zij aan openbare behande
ling van dat ontwerp nog in deze periode
niet zouden meewerken.
Tenslotte werd besloten, ook het ont
werp tot wijziging der Personeele Belas
ting niet op de agenda te plaatsen.
NOMINATIE LID VAN DEN
HOOGEN RAAD.
De Kamer heeft daarna de nominatie
opgemaakt voor de benoeming van een
lid van den Hoogen Raad (vacature-
Seghers) en wel aldus:
1. dr. G. A. Servatius. vice-president van
de arrondissements-rechtbank te Am
sterdam;
2. dr. J. E. van der Meulen, vice-presi
dent van de arrondissements-rechtbank
te Utrecht;
3. dr. P. van Regteren Altema. raadsheer
in het Gerechtshof te Amsterdam.
Deze voordracht zal aan H.M. de Ko
ning worden aangeboden.
VERSCHILLENDE
WETSONTWERPEN.
Vervolgens zijn aan de orde de volgende
wetsontwerpen:
1. Wetsontwerp naturalisatie van W.
Bielkine en 19 anderen;
2. Wetsontwerp naturalisatie van K.
Abramowicz en 19 anderen;
3. Wetsontwerp naturalisatie van L. J.
Bilo en 19 anderen;
4. Wetsontwerp naturalisatie van Ph. K.
Bock en 19 anderen;
5. Wetsontwerp voorbehoud van de be
voegdheid tot bekrachtiging van het Ver
drag met Protocol van onderteekening tot
beperking van de vervaardiging en tot re
geling van de distributie van verdoovende
middelen van 13 Juli 1931;
6. Wetsontwerp wijziging van de grens
tysschen de gemeenten Barradeel en Har-
lingen;
7. Wetsontwerp wijziging van de grens
tusschen de gemeente Zutphen en
Gorssel;
8. Wetsontwerp wijziging en verhooging
van de begrooting van inkomsten en uit
gaven van het Gemeentefonds voor het
begrootingsjaar 1931—1932 (Verhooging
bedragen voor ultkeeringen aan ge
meenten)
9. Wetsontwerp wijziging van de Wet
van den llden Juli 1908 (Staatsblad No.
226) houdende Instelling eener Consig
natiekas.)
Al deze wetsontwerpen werden aange
nomen.
DE STEUN AAN DE BOOM-
KWEEKERS TE BOSKOOP.
In behandeling kwam daarna het wets
ontwerp inzake den steun aan de boom
kweekers, waarin de Regeering bij Nota
van Wijziging had opgenomen het voor
stel tot aankoop, voor 1 millioen gulden,
van het landgoed De Hooge Veluwe" van
den heer dr. A. G. Kröller. met de bedoe
ling daarvan een park- en bosch-gebied
te maken.
Bij den aanvang van het debat deelde
Minister Verschuur' mede, dat dc Regee
ring deze Nota van Wijziging voorloopig
intrekt, zich het recht voorbehoudend
later op het aankoopplan terug te komen.
Als gevolg van deze mededeellng was
dus het voorstel, om het landgoed van dr.
Kröller aan te koópen. thans van de baan.
In de discussie die volgde, heeft de heer
van den Heuvel gevraagd de credtetver-
leening ook uit te strekken tot gemeenten,
waar slechts weinige boomkweekers ge
vestigd zijn een verzoek dat door de
heeren Knottenbelt, van Dis en K. ter
Laan werd gesteund. De Minister beloofde
overweging en zeide dat ook de boomkwee
kers. die niet onder de steunverieening
vallen, zullen worden geholpen door den
aankoop van kweekgoed.
Zonder hoofdelijke stemming is 't wets
ontwerp daarna aangenomen.
ALLERLEI CRISIS-ONTWERPEN
Aan de orde waren daarna de volgende
crisis-ontwerpen
1. Wetsontwerp wijziging en verhooging
van het tiende hoofdstuk der Ryksbegroo-
ting voor 1933 (Uitkeeringen ten behoeve
van de teelt en de verwerking van vlas
over den oogst 1933);
2. Wetsontwerp wijziging van het tiende
hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 1933
(Dekking van het verlies op den gefor-
ceerden verkoop van 600.000 balen aard
appelmeel);
3. Wetsontwerp wijziging en verhooging
van het tiende hoofdstuk der Rijksbegroo
ting voor 1933 (Garantieregeling 1933 ten
behoeve van de kippen- en eenden-
houderij
4. Wetsontwerp wijziging en verhooging
van het tiende hoofdstuk der Rijksbegroo
ting voor 1933 (Steun aan de riet- en
griendcultuur, oogst 1933)
5. Wetsontwerp wijziging en verhooging
van het tiende hoofdstuk der Rijksbegroo
ting voor 1933 (Steun ten behoeve van
verbouwers van rogge, oogst 1933);
6. Wetsontwerp wijziging van het tiende
hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 1933
(Garantieregeling 1933 ten behoeve van
verbouwers van fruit en warmoezerijge-
wassen)
7. Wetsontwerp wijziging en verhooging
van het tiende hoofdstuk der Rijksbegroo
ting voor 1933 (Credietverleening ten be
hoeve van bloemenkweekers te Aalsmeer
en Haarlemmermeer)
8. Wetsontwerp wijziging en verhooging
van het tiende hoofdstuk (oud hoofdstuk
V) der Rijksbegrooting voor 1932 (Steun
aan de verbouwers van fabrieksaardap
pelen in de veenkoloniën.)
Bij het crisis-ontwerp Inzake den steun
aan de vlasteelt een kort debat; waarbij
de Minister verklaarde eenige wenken
gaarne te zullen overwegen, en zoo noodig
aan wantoestanden, wat de arbeidsvoor
waarden betreft, een eind te zullen maken.
Bij het ontwerp inzake de eieren ver
klaarde de Minister dat, Indien Duitsch-
land zijn plannen terzake van den eieren-
uitvoer blijft handhaven, het bedrijf niet
meer te redden is.
Bij het ontwerp inzake de rogge be
toogde de heer Weitkamp. dat het ver
schil tusschen de garantie-prijzen voor
rogge en tarwe te groot is; vroeg de heer
van den Heuvel steun voor alle markt-
rogge, en de heer van Voorst tot Voorst
voor alle geteelde rogge; bepleitte de heer
Bierema steun voor de gemengde bedrij
ven, en de heer van Rappard voor de zand-
bedrijven; klaagde de heer Braat dat deze
steun veel te laat komt. Op dit alles ant
woordde de Minister, dat de Regeering
beseffend dat veel nood ongelenlga blijft,
thans onmogelijk verder kan gaan.
Bij het ontwerp inzake den tuinbouw,
zei de heer Duys het steunbedrag van 5
milliard veel te laag te vinden. De Minister
deelde mede. dat er naar gestreefa wordt
in den groven tuinbouw de koolbouw te
vervangen door tarwe- en bietenbouw.
Bij het ontwerp inzake de fabrieks
aardappelen vragen de heeren van Voorst
tot Voorst, van den Heuvel, Lovlnk en
Bierema den toeslag te brengen op 30 ct.
per Hi., evenals verleden jaar. De heer
Braat, wil er zelfs 35 cent van maken.
Doch de Minister meent, dat thans met
een bedrag van 25 cent kan worden vol
staan. Alle ontwerpen werden aange
nomen.
Nadat de heer Kortenhorst zijn inter
pellatie over onzen handelspolitiek had
ingetrokken met het oog op de ander-
handelingen, welke te Berlijn worden ge
voerd, werd de vergadering gesloten tot
nadere bijeenroeping.
EERSTE KAMER.
INTERPELLATIE - OUDEGEEST IN
ZAKE DUITSCHE VLUCHTELINGEN
De heer Oudegeest heeft in den Senaat
geïnterpelleerd over de toepassing der
Vreemdelingenwet in verband met de
Duitsche vluchtelingen.
De afgevaardigde deelde mede, dat er
zich alléén in Amsterdam al 1500 vluch
telingen bevinden, die meest tot den ge
goeden middenstand behooren en aan de
cischen der Vreemdelingenwet voldoen.
Maar zeide hij er kunnen er ook ko
men, die daaraan niet voldoen? Zal de
wet dan soepel worden toegepast! Tegen
over politieke vluchtelingen moet conside
ratie worden betracht. De Minister van
Justitie heeft geantwoord, dat bij het
toelaten alle bestaande bepalingen moe
ten worden overwogen, en dat ook de
vraagt dient te gelden of 'n toelating zon
der papieren en zonder geld wel in het
belang is van onze eigen bevolking. De
bestaande voorschriften zijn tot nog toe
gehandhaafd, zonder dat er klachten
rezen. Bovendien is de toeloop in de laat
ste dagen geluwd.
Conclusie:
de bestaande regelen zullen worden ge
handhaafd, behoudens gevallen waarin
om redenen van humaniteit afwijking
gerechtvaardigd is.
Bij de replieken verklaarde de heer
Oudegeest zich niet geheel gerustgesteld
en betoogde prof. Kranenburg, dal het
asylrecht eenigszins ruimer moet worden
toegepast, in dezen zin dat, wat anders
uitzondering is, thans op wat ruimer
schaal kan gelden. De vluchtelingen moe
ten hun leven kunnen redden, en ons land
heeft zijn traditie te handhaven. Hier
tegenover verklaarde de Minister nog eens
dat hij niet al te ruim mag zijn in de toe
passing en dat hij naar bevind van om
standigheden zal handelen. Wordt een
vluchteling achtervolgd, en is er direct
levensgevaar, dan zal hij niet worden te
ruggewezen.
Hierbij bleef het.
PSYCHOPATENWET.
Bij het ontwerp inzake de psychopaten-
regeling hebben de heeren van Sassc van
Ysselt, Mendels. Janssen en Kranenburg
verschillende bezwaren ontwikkeld: in
hoofdzaak dit, dat de Minister op andere
wijze had dienen te waken als hij dit
noodig oordeelde tegen een te ruime
toepassing van de bestaande bepalingen
inzake de psychopaten. Alleen de heer
Pollema verdedigde het ontwerp.
De Minister stelde in het licht, dat al
leen reeds om financieele redenen ge
streefd moest worden naar een begren
zing in de toepassing van de beslaande
wet. Voor overdrijving behoefd men niet
te vreezen; een circulaire, om een juiste
toepassing van dit nieuwe ontwerp te be
vorderen. ligt reeds gereed
Later wordt er gestemd.
De wijziging van de Crisis-pachtwet
werd aangenomen.
INSTELLING VAN
BEDRIJFSRADEN.
De Kamer heeft het wetsontwerp tot in
stelling van bedrijfsraden aangenomen
met 29 tegen 11 stemmen. Tegen stemden
de liberalen, de Chrlstelijk-Historischen en
de katholieke heer Blomjous.
Zoodat Minister Verschuur deze vrucht
nog juist heeft kunnen plukken.
REGLEMENT VAN ORDE.
Ingekomen was een voorstel van den
heer Wibaut, tot wijziging van het Regle
ment van Orde.
Zeer vermoedelijk heeft dit ten doel,
voortaan niet meer door den president,
maar door de Kamer te laten uitmaken,
wanneer wetsontwerpen behandeld zullen
worden.
De Kamer is uiteen.
HAGENAAR.
RECLAME.
\o+uUudu Ai'-utunv-
8749
RECLAME.
HUMEURIGE EN KNORRIGE VROUW.
Ongeschikt om mee om te gaan.
Herstelde zichzelf volkomen.
„Ik ben 39 jaar," schrijft een vrouw,
„maar een tijd lang heb ik er uitgezien
cn me gevoeld of ik 100 Jaar was. Ik kreeg
nu en dan zonder eenige reden eet. gevoel
van totale uitgeputheid. Ik was niet ge
schikt om mee om te gaan. omdat ik altijd
humeurig en knorrig was. Ik had absoluut
geen lust meer om mijn huishouden te
doen en evenmin om eens hier en daar
heen te gaan. Ik was altijd maar dood
moe. zoodat ik het leven als een voort-
durenden last begon te voelen
Twee jaar geleden kreeg ik ischias langs
mijn geheele linkerzij vanaf de heup naar
beneden Ik nam Kruschen Salts en vond
dat het me uitstekend hielp. Sedert ik het
begon te gebruiken ben ik een heel ander
mensch geworden. Ik ben gaan inzien, dat
het leven waard is om geleefd te worden.
Mijn werk valt me gemakkelijker en ik
heb veel meer energie." Mevr-. G. M.
In negen en negentig van de honderd
gevallen is een slechte gezondheid de oor
zaak van een slecht humeur. Een zieke
lijke geest vindt zijn oorzaak in een zie
kelijk Innerlijk het gevolg van traag
werkende organen, waardoor de afval
stoffen zich ln het lichaam ophoopen.
De „kleine, dagelljksche dosis" Kruschen
maakt een eind aan dit alles, omdat het
de afvoerorganen tot geregelde werking
aanspoort. Het gevolg van deze Inwen
dige schoonheid is, dat verfrlscht en ver
nieuwd bloed door Uw aderen stroomt.
Uw lichaam en geest zullen van deze zui
verende werking den weldadigen invloed
ondervinden: U voelt zich gezonder en
gelukkiger. 8752
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en drogisten
a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon. Stralende
gezondheid voor één cent per dag.
MONTE CARLO.
Dinsdag 11 April a.s. geeft het Vereenigd
Rotterdamsch-Hofstad-Tooncel. directeur
Cor v. d. Lugt Melsert in den schouwburg
alhier een ponulalre voorstelling van
„Monte Carlo" Blijspel van Ladislaus Fo-
dor, schrijver van Juffrouw Kerkmuis".
Annle v. d. Luet Melsertv Ees soeelt de
hoofdrol, bijgestaan door Louis Gimberg,
en Jan van Ees in de voornaamste manne
lijke rollen
LEEUWARDER BOTERNOTEERING.
Dc Leeuwarder boternoteering is vast
gesteld op 52 ct. per K G.
MIMIEK EN SCHMINK.
Een groot gedeelte van het publiek be
wondert in de karakterspelers hoofdzake
lijk de typeerkunst en hierin komen slechts
zeer weinig groote talenten voor.
Lon Chaney was ongetwijfeld de grootste
en beroemdste en tot op heden is nog nie
mand gevonden, die zijn plaats innemen
kan.
Jean Hersholt, die in de film „De misstap
van Madeion Claudet", de rol van Dokter
Dulac speelt, heeft jaren geleden de
kleedkamer van Lon Chaney gedeeld en
hij weet nog veel te vertellen van de
typeerkunst van Chaney, die tegen moeite
noch ongemak opzag om een bepaalde rol
zoo sterk mogelijk uit te beelden. Hersholt
zegt, dat hij veel van zijn, helaas te vroeg
gestorven, collega geleerd heeft.
In den laatstèn tijd komt ook de Ame-
rikaansche acteur Walter Huston zeer naar
voren in karakterrollen. Bijv. in „Alcohol"
en „Congo" geeft een zeer sterke schmink
en typeerkunst te zien.
Om zichzelf goed te kunnen schminken
moet men zijn eigen gezicht goed kennen
moed om leelijk te zijn is zeer belangrijk
en niet gemakkelijk.
Helen Hayes in haai' rol van Madeion
Claudet heeft blijk gegeven, dit voor haar
kunst te durven doen. Zelfs in het begin
van de film, als zij een jong meisje speelt,
ziet men haar niet zooals zij werkelijk is,
daar deze tijd volgens het manuscript
veertig jaar geleden is en zij gekleed was
volgens de mode van het einde der negen
tiende eeuw, die voor onzen tegenwoor-
digen smaak vreemd aandoet. In het ver
loop van de film ziet men haar als straat
meid, als zwerfster en tenslotte als oud
mouwtje, waarbij zij blijk geeft van een
zeer sterk typeer-talent.
De filmspeler mag nooit vergeten, dat
het geschminkte gezicht niet het belang
rijkste is. Dit blijft altijd uiterlijk doch,
wat de vertolking vereischt, is de Inner
lijke uitbeelding, dus ook mimisch spel en
dit beteckcnt niet alleen volledige be-
heersching van de gelaatsuitdrukkingen,
doch ook houding, loop en bewegingen.
Zelfs degene, die zich zoo in een rol heeft
ingeleefd, .dat hij zijn eigen persoonlijk
heid vergeet en geheel in de gedachten-
Lewis Stone en Helen Hayes in „De misstap van Madeion Claudet".
en de mogelijkheden hiervan bestudeerd
hebben. Eén voorwaarde is beweeglijke en
geoefende gezichtsspieren, daar schmink
niet alleen voldoende is om aan het gelaat
een uitdrukking te geven.
Ook moet men alle gevoel van ijdelheid
terzijde stellen, wat voor vrouwen het
moeilijkste is, die toch altijd en voor alles
op het witte doek mooi willen zijn. De
gang van den uit te beelden persoon op
gaat, kan de uitbeelding geloofwaardig
maken. Het publiek in de zaal moet niet
denken: dat is de beroemde acteur of
actrice zoo en zoo, maar slechts de uitge
beelde persoon zien en vergeten, dat er
nog een werkelijkheid bestaat buiten dat,
wat er voor zijn oogen afspeelt.
ZOOIETS VERGEET JE NIET!
De bijval van het publiek is voor ons een
noodzakelijk requisiet; het enthousiasme,
dat publiek voor ons aan den dag legt, is
noodig om onze geestdrift aan te vuren,
aldus vertelt Hans Albers. Goede artikelen,
enthousiaste artikelen over ons werk en
ons doen en laten, kunnen ons aansporen
tot een steeds vlijtiger studie van ons zelf.
Dit alles heb ik in mijn loopbaan als kun
stenaar natuurlijk veel en dikwijls beleefd.
Wat mij echter tot diep in mijn hart heeft
verheugd en ook geroerd, dat is de vreugde
waarmede de kinderen mij begroetten op
de Greifswalder Oie en in de Göhren.
Jongens, met roode wangen, meisjes met
blauwe oogen en blonde haren! Lachen
de, stralende oogen glinsterden mij tegen,
als ik na een dag van zwaar werk tijdens
de verfilming van ,.FJ. 1 antwortet nicht"
terugkeerde. Ik wil het eerlijk verklaren:
den geheelen dag verheugde ik mij op mijn
kleine vereerders, en hun gejuich en ap
plaus kunnen mij zelfs niet worden ver
goed door een uitverkocht huis en de
grootste lauwerkransen. Wie de jeugd
heeft, triomfeert. Dat de tegenwoordige
generatie, de sportieve jeugd, mij behoort,
dat zij er erkentelijk voor is, dat ik altijd
werk zonder trucs en alle acrobatische,
gymnastische- en behendigheidstoeren
zelf verricht, heeft mij zeer veel pleizier
gedaan. Dat echter kleine „Gören" uit
Göhren mij toejuichen, dat zij aan mijn
jas hangen en mij met echte vreugde en
gejubel ontvangen, dat zij hun best doen
mij op die manier hun dankbaarheid te
toonen, dat heb ik pas voor 't eerst be
leefd. Reeds 's morgens om halfzeven wek
ten zij mij, voor zij naar school gingen. De
mij zoo bekende klanken van „Das ist die
Liebe der Matrosen" maakten mij wakker
en bij het „Jawohl. Herr Kapitan" sprong
ik uit bed
Nauwelijks stond ik op de landingsbrug
of het koor zette in: „Hanschen klein, ging
allein". Aardige oude kinderversjes, een
klank uit mijn verre jeugd, het eerste
lied, dat mijn moeder mij leerde, schalde
uit de frissche kindermonden. Ik was hun
Hanschen, en „doch er ist kein Hanschen
mehr, nein, ein grosser Hans ist er", deze
woorden vervulden mij met stillen wee
moed.
Ik trad mijn schare nooit onvoorbereid
tegemoet. Des morgens was mijn eerste
gedachte, voorzorgsmaatregelen voor de
kleinen te nemen die mij 's avonds wacht
ten. Het was niet veel wat zij van mij
verwachtten. Een kinderhand is gauw ge
vuld en kinderoogen zijn snel dankbaar. Ik
had „Bontches" in mijn zak. zooals wij
Hamburgers zeggen en het was altijd een
verwoed gevecht, eer ieder er een had. Zij
brachten mij tot aan mijn hotel en zelfs
nog boven in mijn kamer hoorde ik de
kinderen juichen.
In den loop der jaren, waarin ik heel
wat films heb gedraaid, zijn natuurlijk
ook de vroolijke en komische gebeurtenis
sen niet uitgebleven Menig werkelijk ont
roerend teeken van aanhankelijkheid en
vriendschap heb ik ontvangen, maar ik
weet zeker, dat mij de kleine schaar van
vereerders van de Greifswalder Ole tot in
mijn ouderdom onvergetelijk zal blijven.
Een volwassene toont bijval, lof, geestdrift
en dankbaarheid. Dank zij zijn goede op
voeding zal hij het steeds brengen in een
vorm. die ons aan zijn eerlijkheid doet ge-
looven. Een kind kent geen aanstellerij; op
j een kindergezicht leest men ais in een
spiegel wat zijn jonge innerlijk voelt. Niet
voor veel geld, niet voor het wildste ap-
j plaus zou ik die dagen willen missen, die
mij zoo oneindig veel vreugde brachten
I door de vriendschap der kinderen.
Een blonde jongen vroeg mij eens, wel
een beetje schuchter, maar toch met een
dosis mannelijkheid in zijn stem: „Oom
Albers, was je bang toen je vandaag met
de paraschute naar beneden moest sprn-
gen?" Verdwenen was al mijn eerzucht en
alle zucht naar een onvoorwaardelijke
helden-pose. Even open, als deze kleine
bengel het mij vroeg, even eerlijk gaf ik
hem ten antwoord: „Ja, jongen, reuze-
bang!" En toen vertelde ik: „Weet je, kin
deren, toen ik vandaag naar beneden
moest springen en bij mijzelf dacht, of het
valscherm wel op tijd zou opengaan, toen
had ik op 't oogenblik van het springen,
zooals men in 't Hamburgsch zegt: einen
Beber in der BEn stel je nu voor, dat,
terwijl ik naar de diepte suisde, het ding
absoluut niet openging. Toen kreeg ik
angst, echten angst, kinderen. Op 't laat
ste oogenblik ging het ding toch nog open
en dat bracht mij er weer boven op. maar
bijna was ik werkelijk verdronken. Want
wat heb je er aan of je een goed zwemmer
bent, als je in zoo'n ongelukkig valscherm-
vest vastzit? Nu, maar zooals gezggd, ge
lukkig ben ik er weer". Een donderend
hoera! en zij hingen als klitten aan mijn
lijf. Men kon echter aan hun verschrikte
oogen zien en aan het herademen, dat zij
werkelijk in den angst, dien ik had door
staan, hadden meegeleefd. Ik moest ze ook
vertellen, of ik daarboven in de lucht dui
zelig was geworden. Of de vlieghelm pijn
deed. Hoe snel het vliegtuig gaat. Of het
erg bonst, als men landt. Of ik had gezien,
dat zij beneden hadden gewuifd en of je
daarboven precies midden in de wolken
was. Duizend vragen, waarop ik duizend
antwoorden moest geven. Ik deed het ech
ter graag. Ik ben er van overtuigd, dat
wanneer deze kleine kereltjes en meisjes
zelf eens groote menschen zijn geworden,
hun evenals mij de dagen op de Greifswal
der Oie een herinnering zullen zijn, die zij
niet vergeten en waarvan zij misschien
eens hun kinderen zullen vertellen. Zooals
gezegd, voor een acteur is het minstens een
even groot geluk, de geestdrift der kinde
ren op te wekken, als den bijval der vol
wassenen te oogsten.
HEINZ RUEHMANN'S CARRIÈRE.
Zooals alle komieken heeft ook Heinz
Rühmann zijn eigen stijl. Max Adalbert
is de met pathos kijvende nurks" Otto
Wallburg stottert opgewonden. Felix Bres-
sart radbraakt mopperende woorden en
zinnen.
Waarin liet nu de artistieke bekoring
van Heinz Rühmann? Waarom meesmuilt
het publiek al als zijn sympathiek Jon
gensgezicht op het witte doek verschijnt?
Rühmanns kunst ligt in den toon. Of
liever in zijn toon-Ioosheid. Teedere liefde
woorden zegt hij even onverschillig en
klankloos als een bevel of zooals hij In
een dronken bul dingen openbaart die voor
menigen partner pijnlijk zijn. Deze droge,
onpathetische humor van Heinz Rühmann.
tezamen met al de lichtjes in zijn snaak-
sche. trouwhartige en open oogen en zijn
jongensachtig verlegen lachje, heeft Iets
onnavolgbaar komisch! Dus lacht het pu
bliek over al zijn goede moppen en woord
spelingen en verheugt zich bovendien nog
over zijn sympahtieke verschijning.
.Ik geloof dat mijn levensloop weinig
afwijkt van dien mijner collega's, zegt de
jonge acteur na de begroeting met be
scheiden reserve.
„U werd immers den 7en Maart te Essen
geboren als de zoon van een hotel-eige
naar? Doch uw ouders verhuisden weldra
met u naar München, waar u het gymna
sium bezocht?" vraag lk met mtjn potlood
klaar om te schrijven.
Hij bewondert mijn „kennis", glimlacht
dan als bij een herinnering: Ach. dat goeie
ouwe hok! Ik was een ontzettend luie Jon
gen en dus de beroemde nagel aan de
doodkist van mijn leeraars! Want ik droom
de al lang hoewel niet direct meer een
kind, van heldenrollen, van tooneelroem
Na mijn schooltijd nam lk dadelijk vier
maanden les bij den bekenden hof-acteur
Fritz Basil en kreeg daarna mijn eerste
engagement als een jeugdige minnaar ln
Breslau. In het begin gaf men mij zeer
onbeduidende rollen. Doch lk leerde veel,
van het begin af aan."
Spoedig daarna staat Heinz Rühmann
op het tooneel t« Hannover. Daar ontdekt
men plotseling zijn schitterende humoris
tische gave als hij ln het stuk Die fremde
Frau" met geweldig succes de rol speelt
van een eigenaardigen tragi-komischen
kellner. Kort daarop wordt hij voor drie
jaar geëngageerd bij Hermine Körner aan
den schouwburg te München zoodat hij
een goed bestaan kreeg bU de .Kammer-
splele" die daar werden gespeeld. Hier
trad hij veel op met Maria Bard en het
repertoire was meestal: Fulda. Stemheim,
Verneuil In 1927 ging hij naar het
Relnhardt-tooneel te Berlijn Rühmann
werd nu zeer snel bekend zoodat het ver
wende publiek alleen al kaarten kocht om
hem, en de theater-directeuren al ruzie om
hem kregen. In 1930 strekte ook de jonge
toonfilm de hand naar hem uit. Erich
Pommer die hem in de revue Wie werde
ich relch und glücklich?" had gezien en
gageerde hem (met Lilian Harvey en Willy
Fritsch) voor de Ufa-toonfilm Die Drei
von der Tankstelle" Zoo maakten hem al
de Ufa-toonfllms ,,De man die zijn moor-
denaar zoekt" Mijn vrouw, de avontu
rierster" Es wird schon wieder besser",
..Een streep door de rekening" „Lachende
Erben" tot een beroemd man.
„In de groote Ufa-toonftlm .Ich und die
Kaïserin" speelt hij als partner van Lilian
Harvey onder de regie van Friedrleh
Hollaender een wat mallen kapelmees
ter: van deze rol heeft hll veel plezier
beleefd. Niet het minste omdat hii de ee-
woonte heeft zijn manchetten vaak te
verliezen, wat hem natuurlijk in de meest
dwaze situaties brengt,"