RAADSEIS.
OPLOSSINGEN.
liep weer Paultje. „En als we het geld,
dat grootvader toen het oorlog was in een
kuil stopte, terugvinden, krijg ik dan óók
zoo'n ding vol suiker-eitjes, moeder?"
„Dan, dan krijg je 'n mand vol Paasch-
eieren, van die heele groote!" beloofde
vader lachende. „En ook nog een suiker
kip!"
„Vader kan hem fijn wat beloven, moe
der 1" lachte Anna. „Dat geld zullen wij
wel nooit meer terugvinden
„Misschien wèl, na eenige honderden
jaren," voorspelde moeder. „Als hier, waar
nu nog alles weiland en bosch is, huizen
of fabrieken worden gebouwd. Dan wordt
er natuurlijk overal gespit en gegraven en
zal er nog heel wat voor den dag
komen
„Voor onze achter-achter-achter-klein
kinderen," spotte de boer.
Ook aan tafel ging het vroolijk toe. En
toen het maal was geëindigd, liepen de
kinderen met vader en moeder naar bui
ten. Eerst mocht toen Paultje zijn takje
naast den put in de aarde planten, en ter
wijl hij daarmee bezig was. zei hij met een
ernstig gezichtje de woorden na. die Anna
hem toefluisterde: ..Moge Onze Lieve Heer
het water in dezen put helder en frisch
laten blijven en nooit laten opdrogen
Daarna gingen zij naar het graanveld.
Daar plantten vader en moeder hun takje,
zacht fluisterende hun gebed Marietjestak
toen haar takje in een kuiltje, dat zij met
haar kleine vingertjes onder de meidoorn
heg had gemaakt. En Louis plantte zijn
grooten tak in den tuin naast een jongen
kastanjeboom, dien hij ook zelf daar had
geplant.
.En jij, Anna?" vroeg vader. „Waar
plant jij je takje?"
„Komt u maar mee naar het veld", was
het antwoord. „Maar eerst wil ik wat uit
de schuur halenZe liep toen op een
draf naar de achter het huis gelegen
schuur en kwam daaruit terug met een
schop en een houweel.
„Draag jij de schop. Louis", begon ze tot
den. haar heel verbaasd aanstarenden
knaap. „En nu gaan we naar het groote
weiland!"
„Je schijnt groote plannen te hebben,
meisje", lachte moeder. „Een schop en een
houweel. En dat met je Zondagsche jurk
aan
.Ik zal mijn jurk niet vuil maken, moe
der". beloofde het meisje, dat met het
houweel vooruit liep langs het paadje, het
welk naar het weiland voerde en door een
vrij breede sloot van de omliggende velden
gescheiden was.
„Daar, heel aan 't einde, vlak bij de
sloot wil ik mijn palmtakje planten",
sprak ze. „Daar is een plek. waar niets wil
groeien, zelfs geen onkruid En plant ik op
die plek mijn palmtakje, dan zult u eens
zien. hoe spoedig daar het gras uit de
aarde komt
„Die Anna heeft altijd zoo iets vreemds!"
spotte Louis. Wat geeft het. dat op die
ééne plek geen gras of onkruid groeit? Op
het weiland groeit toch gras genoeg...."
Ook vader en moeder lachten.
„Op alle weilanden vindt je van die on
begroeide plekjes Anneke" legde vader
haar uit. „Daarop wil niets groeien, omdat
er steenen onder de aardlaag liggen
Dan wil ik beginnen met die steenen er
uit te halen" besloot het meisje. „Ik zal
beginnen met de plek om te spitten tot
heel diep. dan eerst plant ik mijn takje.
Zoo pratende waren allen op het weiland
en toen ook weldra op de onbegroeide plek
gekomen.
„Geef mij nu maar de schop. Louis",
sprak Anna toen weer. Ze wierp het
houweel neer en begon heel handig met de
nogal zware schop in den grond te graven.
„Het gat is nu diep genoeg. Anneke",
lachte vader na eenige oogenblikken. „Je
zoudt er wel een boom in kunnen planten,
't Is al te diep voor dat kleine palmtakje."
.,'t Zal er in verzinken!" spotte Louis.
„Maar er zit een steen dien wil ik er
eerst uithalen" legde Anna den anderen
uit. .Daarom graaf ik nog even door. We
kunnen er dan daarna weer wat aarde in
werpen
„Wacht-, zus ik zal dien steen er wel
even voor je uithalen", sprak Louis. Hij
nam toen het houweel van den grond en
begon er mee in de aarde te wroeten. „Die
steen zit véél te vast" zuchtte hij .Dien
krijgen we er niet zoo gemakkelijk uit. En
wie weet. hoe groot hij is."
.laat hem dan maar rustig in de aarde
blijven" waarschuwde moeder. .Met al dat
gewroet zouden jullie je beste kleeren
heelemaal bederven
..'t Is juist alsof die steen geen echte
steen is!" riep Louis, die weer met het
houweel in het gat stak. ,,'t Klinkt zoo
vreemd, als je er tegen aanstoot. Luister
maar eens, vader...."
Ja. 't was wel een vreemde klank, vond
ook Anna.
Maar vader lachte. „Een steen is 't. hol
en uitgesleten door het grondwater", ver
klaarde hij „Ik zal hem er eens uitgraven,
dan kunnen jullie hem zien.Zich bui
gende over het gat, begon hij toen met
beide handen de aarde om den steen los te
maken. Op zijn knieën liggende ging het
wat gemakkelijker, vond hij.
„Lieve help!" riep moeder Hortense.
„Denk toch om je Zondagsche broek Al
dat gewroet op Palm-Zondag! 't Is gewoon
bar! En wat heb je aan zoo'n steen te
zien?"
Juist op dit oogenblik trok de boer iets
naar boven, dat nogal zwaar scheen te zijn
,,'t Is geen steen!" hijgde hij, het ding, een
soort boterpot, te voorschijn brengende.
Voorzichtig plaatste hij den met vuile aar
de overdekten pot op den grond en schrap
te met zijn zakmes het vuil er eenigszins
af. Het bleek toen. dat de pot gesloten was
met een rond-gevijlden, grijzen tegelsteen,
waarmee in die streek de keukenvloeren
worden belegd. En toen met veel moeite
de steen er af was genomen, zagen allen
met groote verbazing, dat de pot bijna ge
heel was gevuld met geld. met echte zil
verstukken alle met de beeltenis van den
vroeger over België regeerenden Koning
Leonold. En tusschen al dat geld was een
papier gestoken waarop in het Waalsch
(de taal. welke in dit gedeelte van België
wordt gesprokenl haastig was neergekrab
beld: „Uit angst voor de Duitschers, die
heden ons land binnendrongen, begraaf ik
hier mijn geld. dat ik. na mijn dood. ver
maak aan mijn zoon Jean Dufour.
Visé. 4 Augustus 1914.
LOUIS DUFOUR.
„Het geld van grootvader!" juichte Louis
„Dat komt door het palmtakje, dat ik
hier wilde planten!" riep Anna. „En dat
plant ik nu ook dadelijk"
Nu krijg ik echt een suikerkip en
Paascheitjes. zooals Mia in dat ding droeg",
schreeuwde vroolijk Paultje. „En Marietje
krijgt óók een kip en eitjes, juist zooals ik.
hè moeder?"
Moeder kon alleen hem toeknikken. Zij
noch vader kon op dit oogenblik iets zeg
gen. Droef, omdat hun oude vader niet van
het reeds verloren gewaande geld had kun
nen genieten, en in armoede en zorgen
zooveel ellendige jaren had doorleefd,
keken zij elkander aan. Doch zij zegenden
het toeval, dat Anna juist op deze plek
haar palmtakje had willen planten.
„We zuilen hopen, dat vaders geld ge
vonden op dezen Palm-Zondag. ons geluk
zal aanbrengen", sprak de boer dien avond
tot zijn vrouw.
„Dat zal het zeker", zei moeder Horsense
't Was nog vroeg in den morgen, toen
op Paschen de klokken vroolijk beierden.
Ze beierden zóó vroolijk en zóó luid dat
Paultje er door ontwaakte. Hij sprong uit
bed en ging Marietie die nog sliep wek
ken. door haar in den neus te knijpen.
„Hè. wat is er?" riep het kleine meisje,
haar neusje wrijvend.
„Sta op. zus! Sta op!" juichte Paultje.
„De kip. de suiker-kip is er al! De klokken
brachten, met heel veel eieren, voor ons
ieder een suiker-kip en suiker-eitjes uit
Rome mee! Kom maar vlug mee!"
In geen iaren hadden de Dufours zulk
een heerlijk Paaschfeest gevierd als op
dezen Paaschdag.
„Dat komt door al dat geld van groot
vader". zei Anna tot Louis.
Doch Louis schudde lachende het hoofd.
.Neen. zusie". zei hii. Dat komt alléén,
om dat iii daar oo die kale plek ie palm
takje ging planten. Want hadt je dit op
een andere plek in de aarde gezet dan
hadden wij grootvaders geld nooit gevon
den."
(1) Dit is een algemeen gebruik in deze
streek, waar het meerendeel der bevolking
Katholiek is.
(Nadruk verboden).
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT Tl
KIEZEN, DE GROOTEREN 4,
DE KLEINEREN S.
I.
Ingezonden door Nico van der Nat.
Verborgen Meisjesnamen.
Ik schreef een brief aan Tante.
De menschen riepen hoezee van vreugfl
Ik kan niet lezen als het zoo
duidelijk is.
Adam is een bekend voetballer.
II.
Ingezonden door Annie Dorrepaal
Een woord van 2 lettergrepen nod
iets dat midden in het water ligt.
eerste is het begin van een leven,
tweede is een bezit.
III.
Ingezonden door Bram Wijnnobel.
Een m heeft vele tanden. Achter
voren is het als een lammetje.
Een t is een zeer bekend huisdier
achterste voren een deel van een bo,
Een p draagt men op het hoofd
achterste voren draagt men mij op allerl
manieren.
Die 2 puntjes zijn steeds dezelfde
letters.
IV.
Ingezonden door John Delfos.
Een dier met even zooveel pooten
Als 't lettrental zijns naams bedraagt
En gaat men 't woord van hoofd ontbloo
De visch wordt met de rest belaagd.
Daar ook het hoofd van weggemaaid, i
Blijft iets, waar veel zich rondom dra
V.
Ingezonden door Kobus Vervark.
Met p ben ik een specerij, niet k bi
stof waar sommige kleedingstukken r<
worden vervaardigd. éi
VI.
Ingezonden door Arie en Jan de Gra
Het geheel zult gij beste liên
In Leidens omgeving nooit meer zien
Negen letters zeggen u te saam
Van dat gevraagde iets den naam.
Met een 6, 3, 4, 9 breidelt men een pa:
Per 2, 7, 8, 5 reist menigeen op aard.
Een 3, 4, 9 een manlijk familielid
Een 7, 8, 5 een dier waar wol op
Een 9, 8, 2, 7, 3, 4, 1 werkt op een sc
'k Wed gij raadt het in een wip.
VII.
Ingezonden door Jannie van Groening
Welke jongens en meisjesnamen kan
net zoo goed van voren naar achtei
als van achteren naar voren lezen?
hi
in
li:
ee
V'
b(
O
S]
d
'tj
k
a
h
ei
v
a
d
VIII.
Ingezonden door Marjanna van den Ank* jj
Wie gooit er altijd zonder straf j
Van den vruchtboom vruchten af? jj
- a
9
li
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT Hf f
VORIGE NUMMER. J
1. Urk, kurk, schurk, jurk, Turk.
2. Aan den kapper en barbier.
3. De letter r.
4. Timmerman kleermaker.
5. Maïs, Siam.
6. De hond in de pot.
7. Middelburg, bed, mud, berg, gum, niifj
8. Predikant, kapelaan.