De vliegramp te Dixmuiden - Gevangen genomen Chineesche officieren De roode Vulpenhouder 74,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Het vliegongeluk te Dixmuiden. Wat er overgebleven is van bet groote Engelsohe vliegtuig City of Liverpool, dat bij Dixmuiden neergestort is. Bij dit ongeluk werden lö personen gedood. PROFESSOR EINSTEIN KEERT NIET MEER NAAR DUITSCHLAND TERUG. Hij zal zich in België vestigen. De aankomst van prof. Einstein per s.s. „Belgenland"- te Antwerpen. ZONDERLINGE POSITIE VAN EEN MOTORVRACHTBOOT. De Martini" is in den Hollandschen IJssel nabij EEN DAMES-JAZZBAND TE BERLIJN marcheert in de rij van het hotel waar zij Gouda op een kleidam geloopen. Toen het water van de rivier zakte, kwam het schip in deze bijzondere .positie wonen naar het theater, waar de kapel optreedt. te .liggen. :bvnv GEVANGEN GENOMEN CHINEESCHE OFFICIEREN in Jehol bij hun verhoor door Japansche officieren. De HET VISCHSELZOEN VOOR DE JEUGD is begonnen. Op een vrijen Woensdag- middag worden met alle mogelijke soorten hengels de sloten afgevischt naar jonge officier links is een vrouw. Zij werd later door den Japanschen commandant Taniguchi vrijgelaten. stekelbaarsjes. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thynne, door A. W. v. E.—v. K. 23) Terwijl hij sprak, verscheen Gregg bovenaan de trap, en spoedig waren hij en Fayre op weg naar het station. „Het ziet er leelljk uit voor Leslie, als het blijkt, dat ze toch niet den rechten man gepakt hebben," zei Gregg onver wacht. „Ik ontmoette lady Cynthia boven en zij zag er nogal gedrukt uit. Het doet mijn patiënte ook geen goed." „U bent toch niet bang voor haar?" viel Fayre snel ln. „Het ls niet erger met haar, als u dat bedoelt maar zij kan niet tegen verdriet. Ik zou het beter voor haar vinden, als zij hier vandaan was. Als ik mijn zin had. zou zij nu ln Londen ln haar bed liggen." „Wat denkt u van Leslie's kansen?" „Die staan slecht. U en ik weten, dat hij er niet de man naar is, zooiets te doen, maar de schijn ls sterk tegen hem. Het hangt er van al wat voor oude wijven er in de Jury zitten, als het zoo ver komt Ik hoop van niet, nu ze dien landlooper hebben." „Het motief ontbreekt. Wat mij persoon lijk aangaat, geloof ik niet, dat hij mrs. Draycott ooit in zijn leven gezien had vóór dien avond. U was daar immers? Welken indruk maakte hij op u?" „Hij sprak de waarheid. Hij gedroeg zich precies als u en ik ons onder die omstan digheden gedragen zouden hebben. Het is vreeselijk, het lijk van een vreemde vrouw in je zitkamer te vinden. Over het geheel gedroeg hij zich kranig." „Ik wou, dat ze een spoor konden vin den, waaruit viel op te maken, waarom mrs. Draycott naar de boerderij ging. Ik geloof dat de oplossing, van die heele verwenschte zaak daarin ligt." „Het ls een geheimzinnige geschiedenis. Hoewel, naar wat ik van de dame ge hoord heb, is dat nog niet het vreemdste van alle vreemde dingen, waarin zij ge moeid was," zei Gregg droogjes. „Is er alweer kwaad gesproken? Dat konden ze zeker niet laten. Ze hadden het arme schepsel maar liever in vrede moeten laten rusten." „Als u hier woonde, zoudt u weten, dat het laatste zou zijn. wat ze zouden doen Als het waar is wat zij zeggen, was er niets aan haar verloren." Fayre werd getroffen door de bitterheid in Gregg's stem. „U hebt haar nooit ontmoet, wel?" vroeg hij „Ik heb verscheidene bezoeken op Sta- velev afgelegd terwijl zij er was, maar ik heb haar nooit ontmoet. Volgens het alvemeene oordeel was zij een echte klets- tante." Gregg's toon was ruw en Fayre voelde zijn instinctieve afkeer van den man toenemen. „Ik heb dat soort vrouwen eens of twee keer in mijn leven ontmoet, en ik laak den man niet, die haar doodde," ging Gregg voort. ,'Zij verdiende het waar schijnlijk ten volle!" „Nu, de arme vrouw ls dood, en onge lukkig heeft zij haar geheim, wat het ook was mee in het graf genomen," ant woordde Fayre op een toon, die duidelijk te kennen gaf, dat hij een eind aan het gesprek wilde maken. Maar Gregg was niet zoo gemakkelijk tot zwijgen te brengen. „Heel gevoelig," gaf hij met een spot lachje ten antwoord, „maar noch juist, noch logisch, 't Is hard, maar waar, dat de daden van slechte menschen nog na hun dood invloed hebben en ik geloof zelfs niet aan het louteringsproces. De wereld is ge baat bij haar dood, waarom zou ik het dan niet zeggen?" „Dat is kras gezegd van een vrouw, die, op zijn ergst uitgedrukt, harteloos en bere kenend was, en, ln aanmerking genomen, dat ik haar slechts oppervlakkig, en u haar heelemaal niet kende, kunnen wij er ons niet over uitlaten." herinnerde Fayre hem In weerwil van zichzelf stelde hij toch be lang in het gezichtspunt van een man, die zich zoo opwond over een vrouw, die hem toch vreemd was. Zijn eerste gedachte was geweest het onderwerp te laten rusten maar nu merkte hij, dat hij den dokter verlangde uit te hooren. „Mijn ondervinding ls, dat het de dom- men en begeerigen zijn, die werkelijk kwaad doen in deze wereld, niet de slech ten. De slechte man werkt met een doel en heeft hij dat eenmaal bereikt, dan laat hij gewoonlijk zijn medemensch met rust. De domme man sukkelt op zijn stuntelige manier voort en laat overal een spoor van onheil achter." Brandmerkt u mrs. Draycott als een domme vrouw?" Fayre was zelf getroffen geweest door de intense domheid, die onder de opper vlakkige kennis van mrs. Draycott ver borgen had gelegen, en hij was verbaasd over de juistheid, waarmee Gregg haar beoordeelde. „Naar ik van haar gehoord heb, behoorde zij tot het gevoellooze, ziellooze type en was zij een geboren intrigante. Maar mis schien heb Ik ongelijk. Ik ga af op wat ik gehoord heb, ziet u." „Het is merkwaardig, hoe de menschen aan hun inlichtingen komen," zei Fayre nadenkend. „Ik geloof dat niet meer dan een half dozijn menschen hier in de buurt haar ontmoet hebben." „Zij lezen toch hun kranten, en u moet bedenken, dat zij meer dan eens in een of ander zaakje betrokken is geweest. Het feit alleen, dat zij miss Allen's zuster was. was al voldoende om de aandacht op haar te zestigen. En dan dat geval Dare." „Daar was zij bij betrokken, nietwaar? Ik ben zoo lang uit Engeland weg geweest, dat ik niet goed op de hoogte ben." „Zij werd als getuige opgeroepen en kwam er vrij slecht af, zoover lk ml) k&t herinneren. Ik lees die dingen zelf niet veel." „Met dat al hebt u haar toch vrijwel heelemaal afgemaakt," merkte Fayre droog op. De dokter zweeg een oogenblik. „Ik vrees, dat ik mij Het gaan op het onderwerp domheid," zei hij eindelijk, dat is iets waartegen wij doktoren altijd te strijden hebben en wij haten het. Mis schien deed ik mrs. Draycott groot onrecht." Hij scheen te hebben ingezien, dat hij te veel had gezegd, want ondanks Fayre's pogingen hem over de praatjes, die er liepen, uit te hooren, vermeed hij dat onderwerp gedurende hun verderen rit naar het station beslist. De trein uit Londen was te laat en ter wijl Fayre op het perron wachtte, las hij de aanteekeningen over, die hij den avond tevoren had gemaakt. Na eenlg nadenken voegde hij er een aanteekening bij over dr. Gregg. „Schijnt merkwaardig veel te weten van het verleden van mrs. Draycott en van haar algemeene karaktereigenschappen, en is bijna vijandig in zijn houding tegen over haar. Kwam niet vóór tien uur op de plaats van den moord. Tot dat oogenblik waren zijn handelingen onbekend, maar hij bezocht waarschijnlijk patiënten. In dien mogelijk, van Leslie zien te weten te komen of die ongewoons opmerkte aan zijn gedragingen op de hoeve." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5