SCHOONMAAKTIJD S. VAN WEESELssFa. W. H. MARKS Alléén gevestigd Hoogewoerd 112 Voor Schoonmaak Benoodigdhedeo jVLEESCH WAREN| I ANTON v. LEEUWEN I Wasscherij SPRONK, Witte Singel 14, Leiden, Tel. 1035 SHELL VLOERGLANS I EEN ZAAK VAN VERTROUWEN LENTEWIND. TUINGEREEDSCHAPPEN Drogisterij Fa. BRIEJER-BLLYS, Moordeinde 24, Tel. 1168 1933 LEIDSCH DAGBLAD - Vijfde Blad Dinsdag 28 Maart 1932 Moderne Kameraden. Dekens stoomen ..af. 0.75 en f. 1.00 per stuk Pluche Tafelkleeden.vanaf f. 1.00 per stuk Gordijnen en Spreien spannen a f. 0.12 V* p. vierkante el Boorden 7 ct Overhemden 25 ct. Korte Jassen. 25 ct. Lange Jassen 30 ct Voor elk werk het juiste Gereedschap, dat is het principe, dat bij de Wolf Tuingereedschappen is toegepast. Ijzerwaren Gereedschappen Bouw-artikelen DONKERSTEEG 8 - LEIDEN. Prima Engelsche Grasmaaimachines vanaf f. 10.30 HOOGEWOERD112 - TELEF. 354 - POSTGIRO 97670 NOORDEINDE 37 - TELEFOON 716 Gedurende deze week krijgt U als Extra Reclame ji onze lijne Boterhamworst a 16 cent per halt pond jj Lentewind holde en sprong door de (traten. dol van blijdschap, want voor het Lrst wist nil wat het was om „vrij" te zijn. Hi) had al zoo dikwijls aan zijn moeder die goede, wijze moeder „Natuur" iteviaagd oi hij niet aan het werk mocht gaan. beneden op de aarde. Maar ze had gezegd: „Nog niet, Lentewind; Je bent nog loo jong en niet sterk genoeg, om mijn »erk te doen; kijk eens naar Je broer Winterwind", wat heelt die niet een zware taakl Hij moet door de bosschen heenbre- geii en al de doode takken afsnijden, om plaats te maken voor de nieuwe scheutjes In de lente; hij moet over de zee strijken jn de golven slaan en het water omroeren, joodat het heelemaal weer schoon en zuiver wordt; en soms moet hij met zijn teven. „Donder" en „Bliksem", een groo- ten storm wakker roepen om den mensch te laten zien dat hij niet altijd heer en meester ls. Dan moet hij de straten schoonvegen van vuil en van allerlei ziek ten en de leeüjke kiemen dood maken, die daar pp de loer liggen. En dan weer moet hij zware hagelsteenen en sneeuwwolken uit het Noorden halen en het land bezaaien met sneeuw, het water aangrijpen van de meren en rivieren tot ze in zijn handen bevriezen, en dan de „vorst" van huis tot huis dragen, om mooie landschappen op de ramen te schilderen. O, die werkt hard! die broer van je. „Winterwind". Jij zoudt dat werk niet kunnen doen!" En, telkens als hij haar gevraagd had hem toch te laten gaan, had ze geantwoord „Nog niet, Lentewind; nog niet!" Maar nu had ze hem dan toch eindelijk bij zich geroejjen en ze had gezegd: „Nu ben Je ouder geworden en het is je tijd. Ca nu maar naar de aarde, om mijn werk te doen". Lentewind was opgesprongen van vreug de. Hij kon haast niet wachten om hare bevelen aan te hooren, en haar llefdevol- len afscheidskus te ontvangen. En in een wip was hij buiten, en wilde naar beneden, naar de aarde, vliegen. Op den drempel ontmoette hij zijn broe der, „Winterwind", die, moe en uitgeput, van zijn zwaren arbeid terugkeerde. Zijn gezicht was gerimpeld en verschrompeld; zijn handen hard en vol naden, en zijn rug was gebogen door de zware sneeuw wolken, die hij op zijn schouders droeg. Zijn mantel was nog bedekt met sneeuw vlokken, en. toen hij zijn broer vroolljk „Goed succes" toewenschte, glimlachend over het vertrouwen en de kracht van zijn „jeugd", schudde hij dartel zijn kleed, zoo dat de sneeuwvlokken naar beneden vlo gen en den mantel van Lentewind bedek ten, toen hij naar de aarde afdaalde. Nu vloog de Jonge knaap vroolijk voort en probeerde zooveel leven te maken als hij maar kon; net zooveel als Winterwind had gemaakt, terwijl de vlokken achver hem aan vlogen. Hij snelde door het bosch en blies de doode blaadjes In het rond, tot ze in wol ken de lucht in vlogen; de groote boomen kraakten en de vogeltjes kropen dicht bij elkaar, en hoopten maar, dat de koude winter spoedig voorbij zou zijn. Toen ging hij naar de zee en deed de golven hoog op het strand komen. In de stad sloten de menschen de deu ren van hunne huizen en zeiden: „We dachten, dat de lente kwam, maar de winter ls er nog, hoor!" Lentewind schreeuwde het uit van ver rukking en vond zichzelf héél knap en sterk en flink, want de menschen hielden hem immers voor zijn broer. Hij blies hunne hoeden af en deed die de straat op rollen, zoodat hunne eigenaars ze haast niet konden krijgen; hij trok de dakpannen van de huizen af en deed ze kletterend op den grond vallen. Hier en daar vond hij een schoorsteen, die stond te wankelen, en, o! wat was het dan heerlijk als hij den geheelen boel naar beneden kon gooien, op straatl Maar op de stoep van een deur zat een arme. kleine, havelooze jongen, die er zwak en vermagerd uitzag. Toen „Lentewind" hem voorbijging, huiverde het ventje, want de koude sneeuwvlokken raakten zijn wangen aan. Iets in zijn treurig gezichtje maakte Lentewind treurig en ernstig; hij bleef voor hem staan en was plotseling kalm geworden. De knaap trok zijn gescheurd Jasje dich ter om zich heen. alsof hij zijn arm lijfje voor de kille aanraking van Lentewind wilde beschutten. Lentewtnd's hart werd 1 van medelijden vervuld. „Arm kind", dacht hij. „hij heeft genoeg van den winter ge had en verlangt naar den zonneschijn". Een oogenbllk bleef hij staan. Toen spreidde hij zijn vleugels uit en vloog op, naar den grooten koning „Zon". „Wat verlangt ge, mijn zoon?" vroeg de koning, toen de Lentewind voor hem neerknielde. „O, groote koning", zei Lentewind „laat die sneeuwvlokken van mijn mantel smel ten, en geef mij zonneschijn, om aan de aarde-kinderen te brengen!" De koning zag glimlachend op hem neer. „Ik zag je uitgaan, vroolijk en wel, malle jongen" ze! hij „en ik heb om je malle sprongen gelachen, maar ik ben toch bit), te zien. dat Je ook een hart hebt. Spreid Je mantel uit en Ik zal doen wat Je vraagt". Lentewind spreidde zijn mantel wijd uit, en toen koning Zon er zijn licht op liet schijnen, smolten de sneeuwvlokken en vielen neer op de aarde, zoodat de men schen zeide: „O. het regent, het regent! Wat heerlijk! Maar toch voel je nog, dat het winter is!" Toen vulde de koning den mantel van Lentewind met gouden zonneschijn en met vele groeten aan de aarde, zond hij hem Weer naar beneden. Lentewind spoedde zich voort met lich ten st-ap Hit liep wat kalmer, maar voelde zich gelukkiger dan ooit, want, toen hij het bosc hdoorgtng. voelden de bloemen den wannen zonneschijn en zelden: „De lente komt! We moeten groeien en bloeien!" De vogeltjes hieven hun kopjes op en tjilpten- ..De lente komt! We moeten ome nestjes bouwen!" A's bit over de zee streek, dansten en schitterden de golven van verrukking. In de stad deden de mDnschen de ramen open en zelden- .Wat schijnt de zon lek ker! En wat is het zacht in de lucht De lente is heusch gekomen!" Lentewind was gelukkig dat ledereen zoo veel van hem hield en toen hij verder lleD begonnen de bloemen op te bloeien; de vogeltles begonnen te zineen en de ge- heelp wereld was vroollik en blij. Hü vergat den Jongen ln het nauwe straatje niet, en rustte niet voor hij by hem was: toen opende hy zyn mantel wyd. zoodat de heldere zonneschyn op den knaap viel, die met een kreet van vreugde zijn hoofd ophief. Hy sloeg zyn haveloos jasje open en.... kijk! niet zyn eigen magere lijfje had hy zoo zorgvuldig be schut, maar een arm, klein vogeltje, dat hy half verstyfd en bevroren gevonden had, en dat hy aan zyn borst geprobeerd had te verwarmen. Lentewind was diep getroffen. De tranen liepen hem langs de wangen en voor een oogenbllk verduister den zy het licht der zon. Nu zelden de menschen: ,Dat ls nu een echte lenteregen! Wat ls het warm en lekker!". Maar lentewind, die gauw weer bedacht, J dat de Jongen en de vogel zonneschyn 1 noodig hadden, veegde zyn tranen af met een tipje van zijn mantel en spreidde dien toen weer wUd uit. De Jongen zette den vogel in de warme stralen en voedde hem met kruimpjes van zyn eigen droge broodkorstjes. Den geheelen dag bleef Lentewind by hen en ademde zachtjes over ze heen, en kustte hen met reine, frissche kussen van nieuw leven en gaf hem zyn ganschen voorraad zonneschyn, terwiil de knaap het vogeltje voedde en liefderijk verzorgde. Toen het nacht werd, was de vogel ge heel hersteld. Hii spreidde zün vleugels uit en vloog naar zün huls, het bosch. Toen ging hy een klein hutje in en kroop in zUn eigen bed, dat niet veel beter was dan 't nest van den vogel, en Lente wind ging wat sluimeren in het bosch, onder de groote boomen. En toen die twee, Lentewind en de knaap, daar lagen te droomen over den Dag, kwamen de engelen naar beneden en kusten hen beiden. Jongmeisje, met academische opleiding, zoekt eenzelfde partner voor sportieve on dernemingen. tochten etc.. alles voor eigen rekening; galante toenadering uitgesloten. Condities: goede manleren en verzorgd voorkomen. Inzendingen onder „Habeaut Sibi" aan het bureau van dit blad „Prachtig!" juichte Willy Habenfeld en knipte meteen de anonce uit de courant. Zóó iets had hy zich nu Juist altüd ge- wenseht. Een eeriyke kameraadschap zon- oer flirt. Als ze nu maar niet al te leelijk ia. Je slaat niet graag een mal figuur met een „partner", zelfs als alle erotiek ge bannen ls. Hij wierp een blik naar den spiegel. .Dn wat. als ze op my verliefd raakt?" schoot het door zyn brein. Och Ja. voorloopig be trof het nog maar een proef. Hij beeeerde geen liefdesgeschiedenissen, maar een bondgenoot ln vacantie-dagen. En juist een vrouweiyke omdat hy met manneiyke kameraden al genoeg tezamen was. Sentimentaliteiten kon hij niet ge bruiken dat bederft maar elk plezier en juist alle sport. Gelukkig, daar was er nu één die net zoo dacht ais hy! Hy monsterde besluiteloos zün photo's. Ten slotte liet hy de keuze vallen op een kiek in ski-tenue, echter niet zonder een geheime vrees dat ze toch mogelijk te onwederstaanbaar zou kunnen biyken te zyn. Hy wachtte heel lang op antwoord. Aan- vankeiyk verwonderde hy zich alleen maar Daarna werd hy geprikkeld. Dat moest er nog bij komen I En het aardige kiekje ook mogelijk nog weg! Doch dit lag goed geborgen onder een hoop andere, als het zóó en zóó veelste. dat Mutz Holmer toegezonden kreeg. Eigeniyk was er geen enkel, die haar echt beviel. Biykbaar had zil zich te over dreven voorstellingen gemaakt van haar toekomstigen kameraad. Het was om dood te gaan van verveling je sport-uitingen als een zwijgende derwisch vaarwel te zeggen en alléén met collega's in de geograDhle rond te tippelen. Je had er schoon genoeg van! Het werd gewoonweg ridicuul om als een jongvrouwen-gilde steeds weer voor den dag te komen, zy wilde het nu eens met mannen probeeren. Die waren niet alleen ondernemender, ze waren ook intellegenter. En zeker deze hier! Hemel, wat voor ydeltuitige gezichten hadden de meesten. En wat armzalige bee- nen en wat voor smalle borstkassen! De beste was dan nog die lange ski-ér. hoewel ook minder dan mooi te noemen. Maar hy scheen geoefende spieren te hebben. Dus dan maar in 'shemels naam die....! Den eerstvolgenden Zondag ondernamen zy reeds hun eersten tocht. Tameiyk stijf en gereserveerd. Mutz wedüverde om het hardst met den ander in het aannemen van een zekere houding en stond elk oogenblik bereid, haar begeleider te ne- geeren. Maar.... al te spoedig echter moet zy zich zelf toegeven, dat hy zich zeer cor rect gedroeg en dat zy het heel erg goed getroffen had. Geen was er onder haar kennisjes, die een zoo leuken jongeman op den kop had getikt. Het was waar, dat hij een tikje teveel had van egn type uit een modeblad, maar hy had manleren van een gentleman en Mutz kon geweldig veel van hem leeren. omdat hU op sportgebied van alle markten thuis was. Ook wist hy overal raad op, bezat de zekerheid van een gediplomeerden gids en verloor nooit het geduld of het sneeuw de of regende de zon zou steken, het zeil- bootle omkantelen. Mutz haar proviand vergeten hebben of haar kaartje verloren en dansen deed hy eenvoudig zalig! „Eenig, zooals jy alles handig weet te doen!" prees ze hem meermalen, zy stond er n.l. op. elkaar by- den naam te noemen, direct van het begin af. want, juist omdat ze zich als kameraden wenschten te zien, absoluut van geen verschillend geslacht, zou een te conventloneele al te preutsche omgang al heel dwaas ïyken. Ook de menschen om hen heen begre- j>en deze situatie Niemand, die hen voor een verliefd paartie hield: zoo heelemaal zonder eenige erotiek deden zü zich voor Maar juist deze houding pakte langza merhand hand Mutz' zenuwen aan Als lk maar eens even kon weten wat hy zoo denkt als hU urenlang met me danst of als we moederziel alleen In het gebergte aan het rondklauteren ztln?" vroeg zii zich af Zou hli nog steeds niet ongelet hebben dat Ik een eoed fleuur heb? Toch wel lammer....: lk zou net zoo goed een krommen rug kunnen heb- iiiiiiiiiiiiiijnjMiiifiiiiiiiiniiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiniiiiiiiiiiiniiiiiiinniiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiniHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii (Franje oi Strookcn worden apart berekend). ini ben! Af en toe trekt hy weliswaar een typisch gezicht. Maar er komt niets. Zelfs in mün badpak schyn ik niet den minsten indruk te maken. Biykbaar heeft hy abso luut geen temperament 1" Een enkelen keer probeerde zy. heel ge decideerd hem wat uit zün tent te lokken, maar dan staarde hy haar zoo verbaasd aan, dat zü er verlegen onder werd. „Vertel toch eens op. wat ben jy voor jongeman eigeniyk?" barstte zy op zekeren dag los. toen ze van de tennisbaan terug keerden. „Hoe bedoel je dat?" vroeg hy haastig. „Ben lk in lets niet correct geweest?" „Integendeel!" viel ze verachteiyk in. „Maar jou ontbreekt manneiykheid, beste Jongen! Ik heb er genoeg van. myn tyd aan een neutraal Iets te verbeuzelen, daar ls het leven te kort voor!" zy schrok zelf toen ze haar eigen woor den hoorde. Hy dacht echter; „zy wil van me af. Daarom barst ze zoo uit. Maar ze behoeft geen angst te hebben. Ik zal me niet by haar opdringen!" Om zyn bitterheid voor haar te verber gen. dwong hU zichzelf tot dien zekeren toon van meerderheid, dien zy niet uit kon staan. „Het al te lange trainen pakt je zenu wen aan. We moeten liever niet aan de match meedoen." „Ben Je mal?" wond zy zich op. „Ik heb me nog nooit zóó goed gevoeld. Maar als jy niet met my spelen wilt. zeg het dan maar gerust. Ik kan gemakkeiyk een an deren partner vinden!" Zyn oogen vatten vuur. maar hy knikte koel. .Des te beter! Ik kan dan elders even eens moeite doen!" .Deel begrijoeiyk meneer Huberfeld!" stemde ze op dreigend- beleefde wyze in. „Het schijnt, dat u reeds hieromtrent een plan gemaakt hebt?" Hü trok de schouders op. „Dit plan n.l., om voortaan my by iemand aan te sluiten, wier inneriyk bij me past!" „U bedoelt natuurUjk een meisje!" bracht Mutz onder een krampachtig lachje met veel moeite eruit. .Mag ik misschien ook weten, aan welk sfiecimen u de voor keur geeft?" „Ik geloof niet dat het op uwe instem ming zou kunnen rekenen" antwoordde hy afwyzend Ik denk aan een wezen, dat iets anders in me ziet dan alléén maar een be we vings-apparaat „Zóóviel ze hem in de reden, en haar hart klopte onstuimig. ..Zóó.... u snakt een beetje naar liefde! Maar die was immers niet in ons program opge nomen. Hij weerde af. „Laten we daarover zwygen. Alles by el kaar was dat een hol plan. Ten slotte lk heb het zelf gewild; lk heb me echter ln myzelf vergist. In my heb lk iets van de sensivltelt. die u ontbreekt. Daarom be grijpt u niet, dat het een onmogeiyk iets is. een kameraad te hebben, wiens hart hongert. De eenige herinnering die ik aan onze kameraadschao bewaar is het noti tie-boekje. waarin onze tochten staan ge boekt. Toe wees zoo goed en geef het mij terug. Het zit in de linkerzak van uw pantalon Zy trok het met trillende vingers te voorschUn. .Dier hier hebt u het. En ook de naar francs, die u my leende om den chauffeur te betalen. U weet onze afspraak ieder zyn eigen rekening!" voegde ze er aan toe en trachtte te glimlachen, „Inderdaad, zoo is het!" zei hy. het geld bij zich stekend. .Het was een van uwe voorwaarden en er wordt aan voldaan!" ..Ook aan de andere?" onderbrak Mutz hem met een smeekend» uitdrukking naar hem Of zoudt u mli willen w!i«maken. dat het u zwaar zou zün gevallen?" „Waarom wilt u dat weten?" vroeg hy hoogmoedig Toen kon zy zich niet langer bedwingen Zij moest zijn arm grypen en hem dooréén schudden. „Omdat ik wil. dat je mij lief zult heb ben, monster!" riep ze geheel bulten zich zelf uit. Hü bleef staan en lachte haar toe: „Maar dat doe ik toch al zoo lang.... en Hi?". „Vraag niet zoo ontactvol!" antwoordde ze. zün Mik ontwykend. .Dat kun Je toch wel zien!" Toen gebeurde er iets wat haar nog nooit was overkomen: Hii kuste haar de handMutz glim lachte zalig Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit, De Nederlandsche Industrie. Hiermede dient sii Uw land En bestrijdt gij de werkloosheid Laat U inlichten en vraagt beschrijvende prijslijst hiervan. Gewapende Tuinslang 30 cent per Meter. eioi LOODGIETERIJ OPGERICHT 1882 KOPERSLAGERIJ ninnnininiiiiiiuiniiiinmHiuiiiiiiiiiniiiiiiiinniiuiiiiinniiniiniiuiinniiHimimnnniiiiiniimiiiiifiuDioininnniiniiiiininiiiiininin Handel in Sanitaire Artikelen, Gascomforen enz. Reparatie-Inrichting. Aanleg van Gas-. Water-, Stoom- en Electrische geleidingen. Koperslagerij 8075 en Loodgieterij. Baden, Kachels en Gas-gloeilicht onderdeelen. Bureau voor Centrale Verwarming imunniiiiiiiiimitniiniimiiuiiininiunfiimninifflinininiininiiiiiiiuuiuiiuiinniniiuiianniiiiiimmmmi&ninfliinminnuuinuni Zooals Sponsen, Zeemleder, Dweilen, Borstelwerk, Was- en Poetsartikelen, is uw adres toch zeker ook Uitsluitend Ie soorten Grond- Glans- en Lakverven Kwasten, Penseelen, Teerproducten enz. Vakkundige Bereiding en Voorlichting. sosi het beste voor alle soorten Vloerbedekking zooals Linoleum, Parket enz. Probeert U het ook eens 1 HJiiiiiiiiniiinniiiiuiiiniiiiininiiiniiiiiiiniiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiininiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiHiiiiniiiiinifniinnniri-i IS HET DAT OP HET GEBIED VAN II OOK VOORAL VAN FIJNE VLEESCHWAREN STEEDS HET BESTE KRIJGT 1 Ij I HIERVOOR BIJ 8068 U imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiwiiiiwiiiiulumuninn; M

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 23