WRK3LEY
DE VIJANDEN VAN HET BIJENDORP
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Maandag 27 Maart 1933
KUNST EN LETTEREN.
GEVEILDE PERCEELEN.
KERK- EN SCH00LNIEHWS.
CORRESPONDENTIE.
LAND- EN TUINBOUW.
FAILLISSEMENTEN.
1
RADIO-PROGRAMMA.
NEDERL. VEREENIGING „SCHOONHEID
IN OPVOEDING EN ONDERWIJS".
Werk van Teekenleeraren.
Zelden hebben we de tentoonstellings
zalen van de Lakenhal zoo tjokvol gezien
als gisterenmiddag, toen de openingsplech
tigheid van de tentoonstelling van werken
van teekenleeraren plaats had. Onder de
aanwezigen merkten we op de heer Cool,
Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs,
het Bestuur der Leldsche Kunstvereeni-
ging, vertegenwoordigd door Mr. J. Slagter
en Overste Irish Stephenson, de Bestuurs
leden van „De Kunst om de Kunst"; Dr.
Ubbels, Mevr. Schouten—Lelgnes Bakho
ven. Verder de bestuursleden van .Schoon
heid in Opvoeding en Onderwijs" en een
groot aantal teekenleeraren en leeraressen
vrijwel uit alle hoeken van ons land, en
verdere belangstellenden.
Het eerst werd het woord gevoerd door
den heer A. J. M. van Dijk Azn. de voor
zitter van de inrichtende vereeniging.
Spr. begon met den heer Inspecteur van
het Nijverheidsonderwijs, de vertegen
woordigers van bevriende vereenigingen,
belanghebbenden en belangstellenden van
harte welkom te heeten, en bracht dank
aan het Gemeentebestuur, de Commissie
voor de Lakenhal en den Directeur van het
Sted. Museum voor hun bereidwilligheid
deze tentoonstelling mogelijk te maken en
tenslotte een hartelijk dankwoord aan
Prof. Luns, die zoo vriendelijk zal zijn de
openingsrede uit te spreken.
Volgens art. 2 van de Statuten der Ver
eeniging stelt deze zich ten doel de bevor
dering van de Scb ortheld in Opvoeding en
Onderwijs. Het doel is goed, maar de me
thode is niet afdoende. Men begint bij vol
wassenen, bij hen die reeds gevormd zijn.
Men brengt van buiten af aan, waar van
binnen uit moet worden gewerkt. Men
moet met de jeugd beginnen, waar nog te
vormen is.
Deze woorden sprak Ros. de voorzitter
van het Hoofdbestuur in 1910. Deze raad
heeft de vereeniging steeds voor oogen ge
houden en ik zal U niet vermoeien met
alles te noemen, wat wij deden wat nu
gewoonte is te doen en toen modern werd
genoemd. Zou het doel onzer vereeniging
dus zijn waarde verloren hebben? Neen,
wij spreken uit ervaring. Juist nu, minder
dan ooit. De overdrijving der Nieuwe Zake
lijkheidsprincipes heeft, al werkte zij in
den aanvang saneerend, het dreigement
gebracht der geestelijke armoede, en het
loslaten van waarden, die nimmer onge
straft losgelaten kunnen worden. Ons doel
is een levensdoel, onze taak een schoone
taak. en met klem zullen wij blijven pro-
pageeren voor de schoonheid in het on
derwijs. Vele vakken zijn hiertoe aange
wezen Feitelijk is schoonheid in alles voor
wie oogen heeft om te zien, maar het
kunstonderwijs, nog verouderd „de tee-
kenles" genoemd, is hiertoe wel bij uitstek
geschikt. En zoo is de leeraar in dat vak de
in 't bizonder aangewezene die het schoon
heidsbegrip en de eerste technische vor
ming moet aanbrengen. Heeft de jeugd dus
onze volle aandacht, de teekenleeraar ver
dient deze niet minder.
Naast het doel onzer Vereeniging hebben
we in Art. 3 de middelen tot dat doel. het
organiseeren van tentoonstellingen. Het
zijn nu weer de woorden van Ros die ik
aanhaal. Wij stellen ons voor tentoonstel
lingen te houden ter onderlinge leering
der leden en ter inlichting van het pu
bliek. Niet om elkaar de loef af te steken
of vliegen af te vangen, maar om den
wille van het vrije onderzoek en met het
oog in liefde gericht op het onderwijs.
Deze woorden van 1905 in verband
gebracht met de taak van den teeken
leeraar zijn de oorzaak van deze tentoon
stelling. De heer Wierink, eerevoorzitter
van de Ned. Ver. van Teekenonderwijs zei
eens: „Wil de teekenleeraar een teeken-
meester zijn, voor zijn leerlingen, dan moet
hij vóór alles een meester in het teekenen
zijn en voegt spr. er aan toe, daarnaast
moet hij een apostel, een drager van
schoonheid in zich zelf zijn met de moge
lijkheid deze schoonheidsemotie naar ver
mogen te uiten en over te dragen op an
deren Het is dus niet juist te blijven den
ken, dat een teekenleeraar slechts een
mislukt" kunstenaar kan zijn. Iedere tee
kenleeraar moet een kunstenaar zijn, het
zij van kleiner of van grooter gewicht. De
wetgever heeft dit gelukkig ook ingezien,
getuige het vernieuwde programma voor
de M.O.akten-teekenen van Nov. '32.
Nadat spr. in 't kort de elschen voor de
Akten A en B heeft gereleveerd, zegt hij:
Wie hieraan met hart en ziel en uit roe
ping werkt is een kunstenaar, hetzij met
een"groote of een kleine K. En wil deze
werker, later leeraar, een man uit éen stuk
zijn. dan moet met zijn groei als leeraar,
zijn groei als kunstenaar gelijken tred
houden. En wil hij in zijn kunst groeien
dan heeft hij behoefte aan de stimulans
van het tentoonstellen. En omdat nu 't
werk van vele leeraren aan de belangstel
ling der groote schildersvereenigingen ont
gaat, hebben wij deze eerste tentoonstel
ling gearrangeerd. Deze tentoonstelling
beoogt dus niet een resultaat maar een
begin en we hopen dat ze bij zal dragen
tot grootere waardeering van een groep
toegewijde werkers.
Hiermee geeft spr. het woord aan prof.
Huib Luns, om de tentoonstelling te
openen.
„Opvoeden is wekken. In het kind den
mensch wekken, het karakter oproepen"
aldus begon Prof. Luns. In dien zin hebben
de schilders ofts volk gewekt, opgevoed. Zij
hebben ons volk tot het bewustzijn van
zijn eigen aard gebracht. Spr. noemt als
een der eerste voorbeelden van schilders
die uitdrukking gaven aan sommige trek
ken van ons volkskarakter, de Leidenaar
Geertken tot St Jans, in wien we reeds
iets vinden van dien werkelijkheidszin, die
later in de beeldende kunst onze roem en
glorie vertolkt. Wij zijn een volk van lang
zaam en lang werken Wij bezigen niet de
vlotte frescotechniek der vurige Italianen,
ons bindmiddel is de traag drogende olie.
Wij schrijven niet in vlammenschrift
grootsche visies op de wanden van kerken
en paleizen Wij bezleen het zwaar omlijs
te kleine Daneeltje waarop de voorstelling
eindeloos wordt uitgediept en met de tee-
derste liefde verzorgd Wij hebben een
godsdienst zonder beelden: we hebben
geen geschilderde historie, want we maak
ten historie. Wij dienden en dienen nog de
RECLAME.
IS LEKKER EN
GEZONDI
6336
wetenschap, doch onze literatuur verhief
zich toch slechts in een paar nog wel in t
latljn geschreven werken als de „Imitatio"
op het niveau der wereldliteratuur. Uit
wetenschap en literatuur zou de vreemde
ling ons nooit begrijpen. Doch onze schil
ders waren het. die onze aard zoo zuiver
spiegelden, dat de wereld het heeft begre
pen.
Komend tot teekenen noemt Prof. Luns
dit een taal, in waarheid een universeele
taal. De oermensch. die nog nauwelijks een
taal tot zijn beschikking had, nam terug-
keerend van de rendier jacht een stift en
kraste voor de stamgenooten de spanning
van de achtervolging en den strijd op de
wanden van het hol, en kleurde dit met
allerlei aardkleuren. Teekenen was voor
de oude rendierjagers beeldend schrift.
Men zou kunnen zeggen: in de wieg der
menschheid lag de teekenstift. De tëeke-
naar in de grot was de beste spreker.
Na verder uitgeweid te hebben over deze
praehistorische teekenkunst, vervolgt spre
ker de lotgevallen van het teekenen met
de opmerking, dat in het Grieksch schrij
ven en teekenen één woord hebben:
grafein.
Spr. is nog altijd een voorstander van
de klassieke opvoeding en groote waarde
hecht hij aan de studie der klassieken.
Doch even belangrijk is de taal der orden:
Dorische. Jorische en Corinthische. Even
veel historisch inzicht krijgt men door de
studie van de profileering der basementen,
de wijzen van limpanvulling, de versiering
der vazen. Dat alles is even belangrijk als
de letterkunde. De teekentaai staat vaak
in waarde naast en boven de schrijftaal.
Komende tot de inrichting der tentoon
stelling door de Leidsche afdeeling van de
Ver. „Schoonheid en Opvoeding in Onder
wijs", wijst spr. op een plaats in de be
roemde autobiografie van Benvenuto Cel
lini. Nadat deze breedvoerig heeft uitge
weid over zijn kunstinzichten gaat hij uit
voerig een zijner werken, het beroemde
zoutvat, bespreken „opdat de lezer wete,
dat ik mijn leeringen van de kunst niet
bij anderen afgebedeld heb. maar dat ik
het door eigen ervaring veroverde mede
deel".
Hierin ziet Prof. Luns de rechtvaardi
ging van deze expositie, óók echter de
rechtvaardiging van den leeraar tegen
over den leerling en tegenover zijn mede-
leeraren en niet minder de aanwijzing,
dat de teekenleeraar op onze middelbare
scholen de aangewezene is om op te
komen voor de schoonheid in de beel
dende kunst.
Deze punten wordên door spr. ontwik
keld. Hij spreekt over de bizondere betee-
kenis van Jan Veth als kunsthistoricus,
wijst op Éugène Delacroix en op Rodin
om tot de slotsom te komen, dat hij, die
zelf teekent, schildert, kunsthistorie heeft
gestudeerd het geleerde kan mededeelen,
enthousiasme kan overdragen, als niemand
geschikt is kunstgeschiedenis les te geven,
omdat hij, hoe bescheiden dan ook, iets
van het scheppen heeft doorleefd.
De hoofdtaak van de teekenleeraren
blijft echter het geven van teekenlessen.
In dezen tijd een zware taak, die minder
zal bestaan in het oproepen van elk expe
riment in de school, dan in het handha
ven van de beelding in haar eeuwen lang-
zamen opbouw en verandering. Spr. haalt
Albrecht Dürer aan: „de geheimen der
kunsten worden gemakkelijk en snel ver
loren, maar het vergt veel tijd en moeite
ze terug te vinden." Deze tentoonstelling
moge bijdragen den teekenleeraar en Zijn
vak te achten Wel zegt men steeds: onze
kinderen op school luisteren maar steeds
in klassen, waar te veel door leeraren ge-
suroken wordt, maar een van de weinige
vakken, waar de leerling doet, dreigt, bij
elke inkrimping van het rooster, het kind
van de rekening te worden. Ten slotte
dankt spr. uit naam van de exposanten de
initiatiefnemers van deze tentoonstelling,
waarvan hij hoopt, dat ze door andere en
steeds meer belangrijke zal worden ge
volgd. op dat steeds meer moge blijken,
dat onder de Nederlandsche teekenleera
ren schoonheidsbezoekers zijn. Tot besluit
van zijn rede verklaarde Prof. Luns uit
naam van het Nederlandsche teekenonder
wijs de tentoonstelling voor geopend
Ten slotte werd nog even het woord ge
voerd door den heer H. Ellens, voorzitter
van de Ned. Ver. van Teekenonderwijs.
Deze verklaarde, het moeilijk te vinden,
na de inleidende woorden van den heer
Van Dijk en de rede van Prof. Luns, nog
te moeten spreken. Evenwel vond hij in
het resultaat van wat door de teeken
leeraren in gestolen uren, immers uitge-
zuinigd na het volbrengen van hun dag
taak, was vervaardigd, genoegzame stimu
lans er nog enkele woorden aan te wij
den. Herinnerend aan een passage uit de
rede van den heer Van Dijk merkte spr.
op, dat hetzij hier werken van kunst met
een hoofdletter of met een kleine letter k
vertegenwoordigd waren, de leeraar toch
op zekere hoogte kunstenaar moet zijn.
Dit ernstig werk soms met moeite ver
vaardigd ln gestolen uren getuigt van
idealisme er wilskracht en verhoogt de
waarde van het dagwerk: het komt ten
bate aan de stand der leeraren en recht
vaardigt deze voor zich zelf en voor het
CONGRES KUNSTENAARS IN NOOD.
Op een Zaterdag en Zondag te Amster
dam gehouden congres Kunstenaars ln
Nood, waar diverse referaten zijn gehou
den, is de volgende resolutie aangenomen:
..Het Congres constateert, dat in alle
takken van kunst en nijverheid een zoo
danige noodtoestand heerscht, dat de
kunstenaars en hun kunst door volkomen
ondergang bedreigd worden, indien niet
ten spoedigste zoodanige maatregelen ge
nomen worden, dat tenminste ln den eer
sten nood waar het geld ter ondersteu
ning van kunstenaar ln Nederland aan
wezig is voorzien wordt.
Het congres constateert verder, dat deze
toestand onmiddellijk samenhangt met
den economlschen noodtoestand van de
overgroote meerderheid der Nederlandsche
bevolking en dat een afdoende verbetering
in den noodtoestand der kunstenaars
slechts mogelijk is bij een intensieve ver
heffing van het cultureele en economische
peil der massa.
Het is daarom de taak der kunstenaars
met de intellectueelen en de arbeiders
klasse den strijd te voeren voor die ver
heffing. Hun congres besluit daarom on
middellijk actie en strijd in te zetten voor
de verbetering van die wantoestanden en
doorvoering van die partieele elschen,
welke in het congres naar voren zijn ge
komen en hierom onmiddellijk opdracht
te geven aan een Commissie van Actie,
teneinde die eischen te formuleeren en de
middelen te zoeken en aan te wenden,
welke tot hun verwezenlijking kunnen
voeren. Tenslotte besluit het congres
maatregelen te nemen ter bestendiging
van de op dit congres gelegde banden."
In het Comité van Actie zijn een aantal
kunstenaars gekozen, die de verschillende
kunstuitingen vertegenwoordigen.
Ten overstaan van de notarissen:
Mr. H. M. A. Coebergh: huls Waard-
gracht 175 ln bod f.900. koooer de heer
S. van Kins voor f. 1020; hulzen Oranje-
gracht 32a en Molensteeg 22 uit de hand
verkocht. Huis Oude R"n 100 niet ge"und.
A. J. C. van der Heiiden: huis Witte-
Rozenstraat 54'54a in bod f.5300. koooer
de heer H J. A. van Giffen op voor
f.5600; w'nkelhuis Nleuwsteeg 16 in bod
f.5900. koooer de beer E. P Mug"e a.q.
voor f.5901: huis Haarlemmerweg 57c in
bod f. 4500. kooper de heer H. Regeer q.q„
voor f. 4725.
H. M Markusse: huis Kaeerstraat 24 in
bod f 6600. koooer de heer G. W. Prooer
o.q„ voor f.6 600; huls 1ste Haverslrsat
36 In bod f. 990. koooer de heer H J Slewe
o o. voor f. 1015: huis ROkstrant 4 in bod
f.380 koooer de heer W F. Brands a.q.
voor f.380. Overige perceelen niet gegund.
PREDIKBEURT.
BODEGRAVEN.
Geref. Gem.: Dinsdagnam. 7 uur. ds. J.
D. Barth van Borselen.
NED HERV KERK.
Beroepen: Te NIeuw-Lekkerland. Joh.
van der Dorssen te Nleuw-Beijerland.
GEBOREN.
Antonlus Johannes, Z. van T. J. Brug
man en M. G. den Boestert Willem Jo
hannes Maria, Z. van H. J. Fennes en C.
O. de Lange.
ONDERTROUWD.
J. H. v. Os jm. 29 j. en C. Heil jd. 32 j.
L. H Broers jm. 26 j. en E. T. Philip jd.
21 j. J. Meljers gesch 39 j. en C. J. G.
Abrahams wede. 34 j. W. F. Stouten Jm.
23 j .en E. M. J .Rijsbergen jd. 23 j. J.
Rijnsburger wedr. 36 .en E. v. Vliet jd.
23 j. P. Ju jm. 25 j. en E. Laterveer id.
22 JJ. Olivier jm. 27 j. en A. van Es
jd. 24 J. J. Boom jm. 24 j. en C. Segaar
id. 20 j. J. T. Welling jm. 25 j. en J. T.
de Haan jd. 19 j. C. Rijsbergen jm. 20
j, en H. M. Van Oosten jd 19 j.
OVERLEDEN.
Nico van Rhijn, Z. 4 dagen G. P. v.
d. MeulenBrinkman wede. 74 j.
Ongeteekende stukken kunnen door ons
niet worden opgenomen.
„EET MEER" OVERDRIJVING.
Kan men zoo de crisis oplossen?
We lezen in het offlcieele orgaan van de
gefedereerde R.K, boerenorganlsaties het
volgende stukje, dat getuigt, dat men ln
agrarische kringen het zeer betrekkelijke
der „eet meer"-manie goed inziet:
„Wat zijn we toch een volk van hope-
looze suffers. Daar zitten we neer en pie
keren en mopperen over de crisis, over
steunmaatregelen, over het stuk slaan van
onzen export, over het te gronde gaan van
onze bedrijven. We houden protestverga
deringen en spreken er een vlammende
taal, we schrijven artikelen met de meest
scherpe pen, we richten de meest drin
gende verzoekschriften aan de regeering,
we roepen moord en brand, omdat de eco-
mische toestand van onzen land- en tuin
bouw reddeloos te loor dreigt te gaan.
En nu komt ineens de oplossing, ze lag
zoo maar voor het grijpen, maar we ken
den ze niet. „Eet meer?", dat is het wacht
woord, dat is de allesomvattende toover-
formule. Toen onze kaasexport in het ge
drang werd gebracht, toen zou men ver
wacht hebben dat men in Den Haag de
vuist op tafel zou hebben gelegd, om zoo
noodig met tegenmaatregelen onzen export
te behouden, Lariel, man waar denk Je
aan? Toen luidde 't advies van boven af:
„Eet. meer kaas". Toen onzen elerenuitvoer
den hals werd omgedraaid hoorden we
weer 't zelfde lied: „Eet meer eieren".
Toen we dit alles hadden gehoord en ge
lezen. hebben we ons stilletjes neergezet en
zijn we in diep gepeins verzonken. Het was
ons als had er een Salomo uit de oudheid
gesproken, ln al zijn gedegen wijsheid
„Eet meer!", en we zagen aan onzen geest
voorbijtrekken, eet meer kaas en eet meer
eieren, eet meer haring en schelvisch, eet
meer biefstuk en varkenspootjes, eet meer
groenten en fruit, eet meer brood en ver-
sche kadetjes, eet meer aardappelen en
kool, eet meerenz. enz. De pijn is ge
leden en als goede vaderlanders zetten we
ons neer en gaan we aan den slag en we
eten als we opstaan tot dat wie slapen
gaan en bij iedere gelegenheid die zich
voordoet en we eten, eten, eten, tot dat we
geen boe meer kunnen zeggen, maar het
vaderland is gered.
Vaarwel slanke lijn en lenige gestalte,
want we moeten eten en we worden een
geslacht met een welgedaan buikje en een
dubbele kin. Tot op heden hebben we
blijkbaar aan ondervoeding geleden en
waren we een volk van schimmen. Maar
straks zal de wereld met verbazing tot ons
opzien en de „eet-meer-beweging" zal van
uit ons land haar zegetocht aanvangen en
't eene land na 't andere zal gered worden.
We zullen ln de oogen der andere naties
een gewichtig volk zijn en onze waarde zal
in kilogrammen worden vastgesteld.
Een boertje kwam bij me en sprak,
ook hij had 't „eet meer kaas" gelezen
„meester ze moesten maar een eetpremle
uitloven". Best idee, verheven gedachte.
Het zou muziek brengen in de eet-meer-
beweging, geen steunmaatregelen meer en
geen drukdoende beraadslagingen, hef ze
op en geef premies aan diegenen, welke 't
meeste eten, dat zijn de redders en red
sters. Aan 't departement komt een afdee
ling „Eet meer" de rest kan wel ophoepe
len, hij die 't meest kan eten wordt als lei
der benoemd en de ambtenaren en ambte
naressen bestaan uit koks en keukenmei
den. welke al maar door nieuwe gerechten
moeten uitvinden. En aan 't volk zal wor
den kond gedaan dat er in den lande cur
sussen in 't proefeten zullen worden gege
ven. Zij die met vrucht deze cursussen heb
ben gevolgd en verder in practijk brengen
zu"en van crisisbeiastingen verschoond
bliiven.
De werkloosheid wordt opgeheven, men
zal eten bij wijze van werkverschaffing,
het leger krijgt eetoefenlngen, overal moet
worden gegeten, gegeten. En er zal een
vretesconferentie worden belegd en de af
gevaardigden moeten minstens 150 kg
wegen en als men daar dan ook het „eet
meer" ln praktijk zal hebben gebracht, dan
zal er vrede zijn, want na al die eterij zal
men zoo voldaan zijn dat men aan geen
gekibbel meer denkt. En in de geschiede
nis van de eerste helft der twintigste eeuw
zal men later kunnen lezen als er sprake
is over de crisis welke de wereld teisterde:
Ende 't volk zette zich neer en begon te
eten en 't at dagen en weken lang en ze
aten dat de kipnen en de koeien hen niet
bij konden houden. Ende ze aten de crisis
oo, heelemaal op, met huid en haar op,
ende er bleef niets meer van over.
En 't nageslacht zal verstomd staan over
de wijsheid hunner vaderen".
RECLAME.
(Witte tanden: Chlorodont
In de week van 2025 Maart zijn
Nederland 97 faillissementen uitgesproken,
-Pt'cheven wegens gebrek aan actief: a
W, H Schmal (Bloemisterij w, H.I
Schmal). Stompwljk.
J. C. Vink Oradz., bloembollenkweekerj
Noordwijk.
VOOR DINSDAG 28 MAART 1933.
Hilversum (1875 M.) AVRO-uitzending
5.30—6.00 VPRO. 8.00: Gramofoonpl.
10 00: Morgenwijding. 10.15: Gramo
foonpl. 10.30: Kamermuziek door het
Hermann-Trio. 11.00: Kook- en bak-
praatje door Mevr. R. Lotgering—Hille-
brand. 11.30: Vervolg kamermuziek. -
12.0012.15: Omroeporkest O. 1. v. N. Treep
en Gramofoonpl. 2.30: Gramofoonpl.
3.00: Knipcursus. 4.00: Pianorecital door
Julia Noach. 4.30: Radio-Kinderkoor
zang o. 1. v. J. Hamel. 5.00: Verhalen
voor kleine kinderen door Mevr. A. v. Dijk.
5.30: Jeugdhalfuur van den VPRO.
6.00: Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. I
7.00: Planoduetten door Rae Robertson enl
Ethel Bartlett. 7.30: Engelsche les Fred
Fry. 8.00: Vaz Dlas. 8.05: Gramo-I
foonpl. 8.10: Verkiezingsredevoeringen. I
8.40: Het ensemble „Russla" en Draal-
orgelmuziek. Hierna Paul Ostra (liedjes
d. Vleugel). 10.00: Tweede bedrijf
van „Justltia", drama van Galsworthy.
Leiding: Kommer Kleyn. 10.50: Kovacs
Lajos en zijn orkest. 11.00: Vaz Dias.
12 00: Sluiting.
Huizen (296 M.). KRO-Uitzending. -
8.009.15 en 10.00: Gramofoonpl. 11.301
12.00Godsd. halfuurtje. 12.15145:
Sextetconcert. 2.00: Cursus. 2.35:
Voor de Vrouw. 3.30: Modecursus.
4.30: Schlagermuziek. 6.30: Cursus.
б.60: Gramofoonmuziek. 7.00: Lezing.
7.20: Gramofoonpl. 7.45: Causerie.
8 00 Lijdensmeditatie. 9.30: Vaz Dias.
9 35: Orkest- en sollstenconcert. 1030:
Vaz Dlas. 10.35: Zangrecital. 10 55:
Or'-estconcert. - 11 30—12 00: Gramofoonpl.
Daventry (1554 Ml. 10.35: Morgen
wijding. 10 50: Tijdsein, berichten,
11.0511.20: Lezing. 12.20' GramofoonpL
1.20: Commodore Grand Orkest o. 1. v.
J. Muscant. 2.35: Northern Studio
Orkest o. 1. V. J. Bridge. 3.20: Concert.
Ph. C. Foster (sopraan) en het Brearley
Strijkkwartet. 4.05' Gramofoonpl.
4 50: R. Tapponier en zijn orkest. 5 35:
Kinderuur. 6.20: Berichten. 6 50:
Pianoduetten van Mozart door D. Folkatd
en M. Warne. 7.10: Fransche conver
satie. 7.40: Radio-Militair orkest o. 1. v.
B. Walton ODonnell m. m. v. M. Blvth
(soDraan). 8.50: Lezing. 9.20: Be
richten. 9.40: John Johnson en zijn
orkest. M. mj. v. W. Watevns (bariton).
10.45: Declamatie. 10 5012 20: Dans
muziek door Lew Stone en de Monseigneur
Band.
Parijs „Radio Paris" (1724 M. 7.05:
Gramofoonpl. 11.20: Concert d. h
Krettly-orkest. 6,40: dito. 8.05:
„Palias". oriera van Leoncavallo (gr. pl.l.
Kalundborg (1153 M). 11.20—1 20:
Concert u. h. Beilevue-Strandhotel. 2.20
4 20: Concert d. h. Omroeporkest o. I. v,
Gröndhahl. 7.201020: „Drei al te
Schachtel", operette van Walter Kollo.
Dir.: J. Gade. 10.3511.50: Dansmuziek
o. 1. v. O. Werner
Laneenberg (473 M). 6 25 en 10.40:
Gramofoonpl. 11120: Concert o. 1 v.
Wa'f. 1.50: Gramofoonpl. 4.20: Con
cert o. 1. v. Wolf, m. m. v. sooraan. 7 20'
Strausseoncert door het Josef Holzerori--''
m. m. v. sopraan en planosolist (uit
Weenen).
Rome (441 M.). Avondprogramma niet
opgegeven.
Brussel (338 en 508 M.). 338 M.: 11 20:
Gramofoonol. en pianosoli. 12.30: Om-
roeo-kleinorkest o. 1. v. Leemans. 4 20:
Rad'o-Symnhonienrkest o. 1. v. J. Kumos.
5.50: Gramofoonpl. 7.20: Radio-
Pvropi'onie-orkpst m. m. v. zangsoliste.
8 35: Omroeporkest o. 1. v. Waloot m. m. v.
Aeeo'deonduo. 9.30: G'amofoonpl.
508 M.: 11.20: Omroeokletnorkest O. 1. v.
LeemttS. 12 30: Gramofoonpl. 4.20:
Omroeporkest 0. 1. v. Walpot. 5.50: om
roeoklelnorkest 0. 1. v. Léemans. 6 05:
Zanavooi'dracht. 620: Debussv-concert.
7.20: Omroeporkest I. v. Walpot.
8.20: Padio-Symphonie-Orkest m. m. v.
harosoHste 0 1. v. J. Kumps. 9.30—
10 °0: Gramofoonmuziek.
Zeesen (1635 M.). 7.20: Uit Weenen:
Strauss-concert, door Josef Holzer's con
cert m. m. v. Maria Gerhart (sopraan) ctt
O. Schulhof (piano). 9 20 en 10 50: Be
richten. 10.2011 20: Avondconcert uit
Hamburg 0. 1. v. Otto Ebei von Sosen.
vaardigt
publiek.
Bpr. hoopt dat deze eerste tentoonstel
ling zooveel waardeering mag ondervinden
dat ze door meerdere kan worden gevolgd.
229. De koningin, die intusschen van de ramp, voort
gekomen uit het eten van Ohineesche honing gehoord
had, Het Jaap bij zich ontbieden. Jaap gedroeg zich echter
zoo oneerbiedig, dat het niet te verwonderen was, dat de
koningin hem op liet sluiten. Daarna wilde de Koningin
met haar raadsheeren ovèr eht geval gaan spreken.
230. Was het een wonder, dat de koningin, toen ze ook
haar raadsheeren zoo gek springend vond, naar haar
vertrekken vluchtte. Hoe komen we Van zooiets af, peinsde
de koningin, doch ze kon er geen oplossing voor vinden
en vertoonde zich dien dag aan niemand meer.
GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. I
lederen dag van 8 uur voorm tot 12 uur I
nam aansluiting op Hilversum en Huizen. I
Voorts Woensdags. Vrijdags en Zater- I
dags van 8—11 uur gramofoonmuziek.