WRK3LEY DE VIJANDEN VAN HET BIJENDORP LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Maandag 27 Maart 1933 KUNST EN LETTEREN. GEVEILDE PERCEELEN. KERK- EN SCH00LNIEHWS. CORRESPONDENTIE. LAND- EN TUINBOUW. FAILLISSEMENTEN. 1 RADIO-PROGRAMMA. NEDERL. VEREENIGING „SCHOONHEID IN OPVOEDING EN ONDERWIJS". Werk van Teekenleeraren. Zelden hebben we de tentoonstellings zalen van de Lakenhal zoo tjokvol gezien als gisterenmiddag, toen de openingsplech tigheid van de tentoonstelling van werken van teekenleeraren plaats had. Onder de aanwezigen merkten we op de heer Cool, Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs, het Bestuur der Leldsche Kunstvereeni- ging, vertegenwoordigd door Mr. J. Slagter en Overste Irish Stephenson, de Bestuurs leden van „De Kunst om de Kunst"; Dr. Ubbels, Mevr. Schouten—Lelgnes Bakho ven. Verder de bestuursleden van .Schoon heid in Opvoeding en Onderwijs" en een groot aantal teekenleeraren en leeraressen vrijwel uit alle hoeken van ons land, en verdere belangstellenden. Het eerst werd het woord gevoerd door den heer A. J. M. van Dijk Azn. de voor zitter van de inrichtende vereeniging. Spr. begon met den heer Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs, de vertegen woordigers van bevriende vereenigingen, belanghebbenden en belangstellenden van harte welkom te heeten, en bracht dank aan het Gemeentebestuur, de Commissie voor de Lakenhal en den Directeur van het Sted. Museum voor hun bereidwilligheid deze tentoonstelling mogelijk te maken en tenslotte een hartelijk dankwoord aan Prof. Luns, die zoo vriendelijk zal zijn de openingsrede uit te spreken. Volgens art. 2 van de Statuten der Ver eeniging stelt deze zich ten doel de bevor dering van de Scb ortheld in Opvoeding en Onderwijs. Het doel is goed, maar de me thode is niet afdoende. Men begint bij vol wassenen, bij hen die reeds gevormd zijn. Men brengt van buiten af aan, waar van binnen uit moet worden gewerkt. Men moet met de jeugd beginnen, waar nog te vormen is. Deze woorden sprak Ros. de voorzitter van het Hoofdbestuur in 1910. Deze raad heeft de vereeniging steeds voor oogen ge houden en ik zal U niet vermoeien met alles te noemen, wat wij deden wat nu gewoonte is te doen en toen modern werd genoemd. Zou het doel onzer vereeniging dus zijn waarde verloren hebben? Neen, wij spreken uit ervaring. Juist nu, minder dan ooit. De overdrijving der Nieuwe Zake lijkheidsprincipes heeft, al werkte zij in den aanvang saneerend, het dreigement gebracht der geestelijke armoede, en het loslaten van waarden, die nimmer onge straft losgelaten kunnen worden. Ons doel is een levensdoel, onze taak een schoone taak. en met klem zullen wij blijven pro- pageeren voor de schoonheid in het on derwijs. Vele vakken zijn hiertoe aange wezen Feitelijk is schoonheid in alles voor wie oogen heeft om te zien, maar het kunstonderwijs, nog verouderd „de tee- kenles" genoemd, is hiertoe wel bij uitstek geschikt. En zoo is de leeraar in dat vak de in 't bizonder aangewezene die het schoon heidsbegrip en de eerste technische vor ming moet aanbrengen. Heeft de jeugd dus onze volle aandacht, de teekenleeraar ver dient deze niet minder. Naast het doel onzer Vereeniging hebben we in Art. 3 de middelen tot dat doel. het organiseeren van tentoonstellingen. Het zijn nu weer de woorden van Ros die ik aanhaal. Wij stellen ons voor tentoonstel lingen te houden ter onderlinge leering der leden en ter inlichting van het pu bliek. Niet om elkaar de loef af te steken of vliegen af te vangen, maar om den wille van het vrije onderzoek en met het oog in liefde gericht op het onderwijs. Deze woorden van 1905 in verband gebracht met de taak van den teeken leeraar zijn de oorzaak van deze tentoon stelling. De heer Wierink, eerevoorzitter van de Ned. Ver. van Teekenonderwijs zei eens: „Wil de teekenleeraar een teeken- meester zijn, voor zijn leerlingen, dan moet hij vóór alles een meester in het teekenen zijn en voegt spr. er aan toe, daarnaast moet hij een apostel, een drager van schoonheid in zich zelf zijn met de moge lijkheid deze schoonheidsemotie naar ver mogen te uiten en over te dragen op an deren Het is dus niet juist te blijven den ken, dat een teekenleeraar slechts een mislukt" kunstenaar kan zijn. Iedere tee kenleeraar moet een kunstenaar zijn, het zij van kleiner of van grooter gewicht. De wetgever heeft dit gelukkig ook ingezien, getuige het vernieuwde programma voor de M.O.akten-teekenen van Nov. '32. Nadat spr. in 't kort de elschen voor de Akten A en B heeft gereleveerd, zegt hij: Wie hieraan met hart en ziel en uit roe ping werkt is een kunstenaar, hetzij met een"groote of een kleine K. En wil deze werker, later leeraar, een man uit éen stuk zijn. dan moet met zijn groei als leeraar, zijn groei als kunstenaar gelijken tred houden. En wil hij in zijn kunst groeien dan heeft hij behoefte aan de stimulans van het tentoonstellen. En omdat nu 't werk van vele leeraren aan de belangstel ling der groote schildersvereenigingen ont gaat, hebben wij deze eerste tentoonstel ling gearrangeerd. Deze tentoonstelling beoogt dus niet een resultaat maar een begin en we hopen dat ze bij zal dragen tot grootere waardeering van een groep toegewijde werkers. Hiermee geeft spr. het woord aan prof. Huib Luns, om de tentoonstelling te openen. „Opvoeden is wekken. In het kind den mensch wekken, het karakter oproepen" aldus begon Prof. Luns. In dien zin hebben de schilders ofts volk gewekt, opgevoed. Zij hebben ons volk tot het bewustzijn van zijn eigen aard gebracht. Spr. noemt als een der eerste voorbeelden van schilders die uitdrukking gaven aan sommige trek ken van ons volkskarakter, de Leidenaar Geertken tot St Jans, in wien we reeds iets vinden van dien werkelijkheidszin, die later in de beeldende kunst onze roem en glorie vertolkt. Wij zijn een volk van lang zaam en lang werken Wij bezigen niet de vlotte frescotechniek der vurige Italianen, ons bindmiddel is de traag drogende olie. Wij schrijven niet in vlammenschrift grootsche visies op de wanden van kerken en paleizen Wij bezleen het zwaar omlijs te kleine Daneeltje waarop de voorstelling eindeloos wordt uitgediept en met de tee- derste liefde verzorgd Wij hebben een godsdienst zonder beelden: we hebben geen geschilderde historie, want we maak ten historie. Wij dienden en dienen nog de RECLAME. IS LEKKER EN GEZONDI 6336 wetenschap, doch onze literatuur verhief zich toch slechts in een paar nog wel in t latljn geschreven werken als de „Imitatio" op het niveau der wereldliteratuur. Uit wetenschap en literatuur zou de vreemde ling ons nooit begrijpen. Doch onze schil ders waren het. die onze aard zoo zuiver spiegelden, dat de wereld het heeft begre pen. Komend tot teekenen noemt Prof. Luns dit een taal, in waarheid een universeele taal. De oermensch. die nog nauwelijks een taal tot zijn beschikking had, nam terug- keerend van de rendier jacht een stift en kraste voor de stamgenooten de spanning van de achtervolging en den strijd op de wanden van het hol, en kleurde dit met allerlei aardkleuren. Teekenen was voor de oude rendierjagers beeldend schrift. Men zou kunnen zeggen: in de wieg der menschheid lag de teekenstift. De tëeke- naar in de grot was de beste spreker. Na verder uitgeweid te hebben over deze praehistorische teekenkunst, vervolgt spre ker de lotgevallen van het teekenen met de opmerking, dat in het Grieksch schrij ven en teekenen één woord hebben: grafein. Spr. is nog altijd een voorstander van de klassieke opvoeding en groote waarde hecht hij aan de studie der klassieken. Doch even belangrijk is de taal der orden: Dorische. Jorische en Corinthische. Even veel historisch inzicht krijgt men door de studie van de profileering der basementen, de wijzen van limpanvulling, de versiering der vazen. Dat alles is even belangrijk als de letterkunde. De teekentaai staat vaak in waarde naast en boven de schrijftaal. Komende tot de inrichting der tentoon stelling door de Leidsche afdeeling van de Ver. „Schoonheid en Opvoeding in Onder wijs", wijst spr. op een plaats in de be roemde autobiografie van Benvenuto Cel lini. Nadat deze breedvoerig heeft uitge weid over zijn kunstinzichten gaat hij uit voerig een zijner werken, het beroemde zoutvat, bespreken „opdat de lezer wete, dat ik mijn leeringen van de kunst niet bij anderen afgebedeld heb. maar dat ik het door eigen ervaring veroverde mede deel". Hierin ziet Prof. Luns de rechtvaardi ging van deze expositie, óók echter de rechtvaardiging van den leeraar tegen over den leerling en tegenover zijn mede- leeraren en niet minder de aanwijzing, dat de teekenleeraar op onze middelbare scholen de aangewezene is om op te komen voor de schoonheid in de beel dende kunst. Deze punten wordên door spr. ontwik keld. Hij spreekt over de bizondere betee- kenis van Jan Veth als kunsthistoricus, wijst op Éugène Delacroix en op Rodin om tot de slotsom te komen, dat hij, die zelf teekent, schildert, kunsthistorie heeft gestudeerd het geleerde kan mededeelen, enthousiasme kan overdragen, als niemand geschikt is kunstgeschiedenis les te geven, omdat hij, hoe bescheiden dan ook, iets van het scheppen heeft doorleefd. De hoofdtaak van de teekenleeraren blijft echter het geven van teekenlessen. In dezen tijd een zware taak, die minder zal bestaan in het oproepen van elk expe riment in de school, dan in het handha ven van de beelding in haar eeuwen lang- zamen opbouw en verandering. Spr. haalt Albrecht Dürer aan: „de geheimen der kunsten worden gemakkelijk en snel ver loren, maar het vergt veel tijd en moeite ze terug te vinden." Deze tentoonstelling moge bijdragen den teekenleeraar en Zijn vak te achten Wel zegt men steeds: onze kinderen op school luisteren maar steeds in klassen, waar te veel door leeraren ge- suroken wordt, maar een van de weinige vakken, waar de leerling doet, dreigt, bij elke inkrimping van het rooster, het kind van de rekening te worden. Ten slotte dankt spr. uit naam van de exposanten de initiatiefnemers van deze tentoonstelling, waarvan hij hoopt, dat ze door andere en steeds meer belangrijke zal worden ge volgd. op dat steeds meer moge blijken, dat onder de Nederlandsche teekenleera ren schoonheidsbezoekers zijn. Tot besluit van zijn rede verklaarde Prof. Luns uit naam van het Nederlandsche teekenonder wijs de tentoonstelling voor geopend Ten slotte werd nog even het woord ge voerd door den heer H. Ellens, voorzitter van de Ned. Ver. van Teekenonderwijs. Deze verklaarde, het moeilijk te vinden, na de inleidende woorden van den heer Van Dijk en de rede van Prof. Luns, nog te moeten spreken. Evenwel vond hij in het resultaat van wat door de teeken leeraren in gestolen uren, immers uitge- zuinigd na het volbrengen van hun dag taak, was vervaardigd, genoegzame stimu lans er nog enkele woorden aan te wij den. Herinnerend aan een passage uit de rede van den heer Van Dijk merkte spr. op, dat hetzij hier werken van kunst met een hoofdletter of met een kleine letter k vertegenwoordigd waren, de leeraar toch op zekere hoogte kunstenaar moet zijn. Dit ernstig werk soms met moeite ver vaardigd ln gestolen uren getuigt van idealisme er wilskracht en verhoogt de waarde van het dagwerk: het komt ten bate aan de stand der leeraren en recht vaardigt deze voor zich zelf en voor het CONGRES KUNSTENAARS IN NOOD. Op een Zaterdag en Zondag te Amster dam gehouden congres Kunstenaars ln Nood, waar diverse referaten zijn gehou den, is de volgende resolutie aangenomen: ..Het Congres constateert, dat in alle takken van kunst en nijverheid een zoo danige noodtoestand heerscht, dat de kunstenaars en hun kunst door volkomen ondergang bedreigd worden, indien niet ten spoedigste zoodanige maatregelen ge nomen worden, dat tenminste ln den eer sten nood waar het geld ter ondersteu ning van kunstenaar ln Nederland aan wezig is voorzien wordt. Het congres constateert verder, dat deze toestand onmiddellijk samenhangt met den economlschen noodtoestand van de overgroote meerderheid der Nederlandsche bevolking en dat een afdoende verbetering in den noodtoestand der kunstenaars slechts mogelijk is bij een intensieve ver heffing van het cultureele en economische peil der massa. Het is daarom de taak der kunstenaars met de intellectueelen en de arbeiders klasse den strijd te voeren voor die ver heffing. Hun congres besluit daarom on middellijk actie en strijd in te zetten voor de verbetering van die wantoestanden en doorvoering van die partieele elschen, welke in het congres naar voren zijn ge komen en hierom onmiddellijk opdracht te geven aan een Commissie van Actie, teneinde die eischen te formuleeren en de middelen te zoeken en aan te wenden, welke tot hun verwezenlijking kunnen voeren. Tenslotte besluit het congres maatregelen te nemen ter bestendiging van de op dit congres gelegde banden." In het Comité van Actie zijn een aantal kunstenaars gekozen, die de verschillende kunstuitingen vertegenwoordigen. Ten overstaan van de notarissen: Mr. H. M. A. Coebergh: huls Waard- gracht 175 ln bod f.900. koooer de heer S. van Kins voor f. 1020; hulzen Oranje- gracht 32a en Molensteeg 22 uit de hand verkocht. Huis Oude R"n 100 niet ge"und. A. J. C. van der Heiiden: huis Witte- Rozenstraat 54'54a in bod f.5300. koooer de heer H J. A. van Giffen op voor f.5600; w'nkelhuis Nleuwsteeg 16 in bod f.5900. koooer de beer E. P Mug"e a.q. voor f.5901: huis Haarlemmerweg 57c in bod f. 4500. kooper de heer H. Regeer q.q„ voor f. 4725. H. M Markusse: huis Kaeerstraat 24 in bod f 6600. koooer de heer G. W. Prooer o.q„ voor f.6 600; huls 1ste Haverslrsat 36 In bod f. 990. koooer de heer H J Slewe o o. voor f. 1015: huis ROkstrant 4 in bod f.380 koooer de heer W F. Brands a.q. voor f.380. Overige perceelen niet gegund. PREDIKBEURT. BODEGRAVEN. Geref. Gem.: Dinsdagnam. 7 uur. ds. J. D. Barth van Borselen. NED HERV KERK. Beroepen: Te NIeuw-Lekkerland. Joh. van der Dorssen te Nleuw-Beijerland. GEBOREN. Antonlus Johannes, Z. van T. J. Brug man en M. G. den Boestert Willem Jo hannes Maria, Z. van H. J. Fennes en C. O. de Lange. ONDERTROUWD. J. H. v. Os jm. 29 j. en C. Heil jd. 32 j. L. H Broers jm. 26 j. en E. T. Philip jd. 21 j. J. Meljers gesch 39 j. en C. J. G. Abrahams wede. 34 j. W. F. Stouten Jm. 23 j .en E. M. J .Rijsbergen jd. 23 j. J. Rijnsburger wedr. 36 .en E. v. Vliet jd. 23 j. P. Ju jm. 25 j. en E. Laterveer id. 22 JJ. Olivier jm. 27 j. en A. van Es jd. 24 J. J. Boom jm. 24 j. en C. Segaar id. 20 j. J. T. Welling jm. 25 j. en J. T. de Haan jd. 19 j. C. Rijsbergen jm. 20 j, en H. M. Van Oosten jd 19 j. OVERLEDEN. Nico van Rhijn, Z. 4 dagen G. P. v. d. MeulenBrinkman wede. 74 j. Ongeteekende stukken kunnen door ons niet worden opgenomen. „EET MEER" OVERDRIJVING. Kan men zoo de crisis oplossen? We lezen in het offlcieele orgaan van de gefedereerde R.K, boerenorganlsaties het volgende stukje, dat getuigt, dat men ln agrarische kringen het zeer betrekkelijke der „eet meer"-manie goed inziet: „Wat zijn we toch een volk van hope- looze suffers. Daar zitten we neer en pie keren en mopperen over de crisis, over steunmaatregelen, over het stuk slaan van onzen export, over het te gronde gaan van onze bedrijven. We houden protestverga deringen en spreken er een vlammende taal, we schrijven artikelen met de meest scherpe pen, we richten de meest drin gende verzoekschriften aan de regeering, we roepen moord en brand, omdat de eco- mische toestand van onzen land- en tuin bouw reddeloos te loor dreigt te gaan. En nu komt ineens de oplossing, ze lag zoo maar voor het grijpen, maar we ken den ze niet. „Eet meer?", dat is het wacht woord, dat is de allesomvattende toover- formule. Toen onze kaasexport in het ge drang werd gebracht, toen zou men ver wacht hebben dat men in Den Haag de vuist op tafel zou hebben gelegd, om zoo noodig met tegenmaatregelen onzen export te behouden, Lariel, man waar denk Je aan? Toen luidde 't advies van boven af: „Eet. meer kaas". Toen onzen elerenuitvoer den hals werd omgedraaid hoorden we weer 't zelfde lied: „Eet meer eieren". Toen we dit alles hadden gehoord en ge lezen. hebben we ons stilletjes neergezet en zijn we in diep gepeins verzonken. Het was ons als had er een Salomo uit de oudheid gesproken, ln al zijn gedegen wijsheid „Eet meer!", en we zagen aan onzen geest voorbijtrekken, eet meer kaas en eet meer eieren, eet meer haring en schelvisch, eet meer biefstuk en varkenspootjes, eet meer groenten en fruit, eet meer brood en ver- sche kadetjes, eet meer aardappelen en kool, eet meerenz. enz. De pijn is ge leden en als goede vaderlanders zetten we ons neer en gaan we aan den slag en we eten als we opstaan tot dat wie slapen gaan en bij iedere gelegenheid die zich voordoet en we eten, eten, eten, tot dat we geen boe meer kunnen zeggen, maar het vaderland is gered. Vaarwel slanke lijn en lenige gestalte, want we moeten eten en we worden een geslacht met een welgedaan buikje en een dubbele kin. Tot op heden hebben we blijkbaar aan ondervoeding geleden en waren we een volk van schimmen. Maar straks zal de wereld met verbazing tot ons opzien en de „eet-meer-beweging" zal van uit ons land haar zegetocht aanvangen en 't eene land na 't andere zal gered worden. We zullen ln de oogen der andere naties een gewichtig volk zijn en onze waarde zal in kilogrammen worden vastgesteld. Een boertje kwam bij me en sprak, ook hij had 't „eet meer kaas" gelezen „meester ze moesten maar een eetpremle uitloven". Best idee, verheven gedachte. Het zou muziek brengen in de eet-meer- beweging, geen steunmaatregelen meer en geen drukdoende beraadslagingen, hef ze op en geef premies aan diegenen, welke 't meeste eten, dat zijn de redders en red sters. Aan 't departement komt een afdee ling „Eet meer" de rest kan wel ophoepe len, hij die 't meest kan eten wordt als lei der benoemd en de ambtenaren en ambte naressen bestaan uit koks en keukenmei den. welke al maar door nieuwe gerechten moeten uitvinden. En aan 't volk zal wor den kond gedaan dat er in den lande cur sussen in 't proefeten zullen worden gege ven. Zij die met vrucht deze cursussen heb ben gevolgd en verder in practijk brengen zu"en van crisisbeiastingen verschoond bliiven. De werkloosheid wordt opgeheven, men zal eten bij wijze van werkverschaffing, het leger krijgt eetoefenlngen, overal moet worden gegeten, gegeten. En er zal een vretesconferentie worden belegd en de af gevaardigden moeten minstens 150 kg wegen en als men daar dan ook het „eet meer" ln praktijk zal hebben gebracht, dan zal er vrede zijn, want na al die eterij zal men zoo voldaan zijn dat men aan geen gekibbel meer denkt. En in de geschiede nis van de eerste helft der twintigste eeuw zal men later kunnen lezen als er sprake is over de crisis welke de wereld teisterde: Ende 't volk zette zich neer en begon te eten en 't at dagen en weken lang en ze aten dat de kipnen en de koeien hen niet bij konden houden. Ende ze aten de crisis oo, heelemaal op, met huid en haar op, ende er bleef niets meer van over. En 't nageslacht zal verstomd staan over de wijsheid hunner vaderen". RECLAME. (Witte tanden: Chlorodont In de week van 2025 Maart zijn Nederland 97 faillissementen uitgesproken, -Pt'cheven wegens gebrek aan actief: a W, H Schmal (Bloemisterij w, H.I Schmal). Stompwljk. J. C. Vink Oradz., bloembollenkweekerj Noordwijk. VOOR DINSDAG 28 MAART 1933. Hilversum (1875 M.) AVRO-uitzending 5.30—6.00 VPRO. 8.00: Gramofoonpl. 10 00: Morgenwijding. 10.15: Gramo foonpl. 10.30: Kamermuziek door het Hermann-Trio. 11.00: Kook- en bak- praatje door Mevr. R. Lotgering—Hille- brand. 11.30: Vervolg kamermuziek. - 12.0012.15: Omroeporkest O. 1. v. N. Treep en Gramofoonpl. 2.30: Gramofoonpl. 3.00: Knipcursus. 4.00: Pianorecital door Julia Noach. 4.30: Radio-Kinderkoor zang o. 1. v. J. Hamel. 5.00: Verhalen voor kleine kinderen door Mevr. A. v. Dijk. 5.30: Jeugdhalfuur van den VPRO. 6.00: Omroeporkest o. 1. v. N. Treep. I 7.00: Planoduetten door Rae Robertson enl Ethel Bartlett. 7.30: Engelsche les Fred Fry. 8.00: Vaz Dlas. 8.05: Gramo-I foonpl. 8.10: Verkiezingsredevoeringen. I 8.40: Het ensemble „Russla" en Draal- orgelmuziek. Hierna Paul Ostra (liedjes d. Vleugel). 10.00: Tweede bedrijf van „Justltia", drama van Galsworthy. Leiding: Kommer Kleyn. 10.50: Kovacs Lajos en zijn orkest. 11.00: Vaz Dias. 12 00: Sluiting. Huizen (296 M.). KRO-Uitzending. - 8.009.15 en 10.00: Gramofoonpl. 11.301 12.00Godsd. halfuurtje. 12.15145: Sextetconcert. 2.00: Cursus. 2.35: Voor de Vrouw. 3.30: Modecursus. 4.30: Schlagermuziek. 6.30: Cursus. б.60: Gramofoonmuziek. 7.00: Lezing. 7.20: Gramofoonpl. 7.45: Causerie. 8 00 Lijdensmeditatie. 9.30: Vaz Dias. 9 35: Orkest- en sollstenconcert. 1030: Vaz Dlas. 10.35: Zangrecital. 10 55: Or'-estconcert. - 11 30—12 00: Gramofoonpl. Daventry (1554 Ml. 10.35: Morgen wijding. 10 50: Tijdsein, berichten, 11.0511.20: Lezing. 12.20' GramofoonpL 1.20: Commodore Grand Orkest o. 1. v. J. Muscant. 2.35: Northern Studio Orkest o. 1. V. J. Bridge. 3.20: Concert. Ph. C. Foster (sopraan) en het Brearley Strijkkwartet. 4.05' Gramofoonpl. 4 50: R. Tapponier en zijn orkest. 5 35: Kinderuur. 6.20: Berichten. 6 50: Pianoduetten van Mozart door D. Folkatd en M. Warne. 7.10: Fransche conver satie. 7.40: Radio-Militair orkest o. 1. v. B. Walton ODonnell m. m. v. M. Blvth (soDraan). 8.50: Lezing. 9.20: Be richten. 9.40: John Johnson en zijn orkest. M. mj. v. W. Watevns (bariton). 10.45: Declamatie. 10 5012 20: Dans muziek door Lew Stone en de Monseigneur Band. Parijs „Radio Paris" (1724 M. 7.05: Gramofoonpl. 11.20: Concert d. h Krettly-orkest. 6,40: dito. 8.05: „Palias". oriera van Leoncavallo (gr. pl.l. Kalundborg (1153 M). 11.20—1 20: Concert u. h. Beilevue-Strandhotel. 2.20 4 20: Concert d. h. Omroeporkest o. I. v, Gröndhahl. 7.201020: „Drei al te Schachtel", operette van Walter Kollo. Dir.: J. Gade. 10.3511.50: Dansmuziek o. 1. v. O. Werner Laneenberg (473 M). 6 25 en 10.40: Gramofoonpl. 11120: Concert o. 1 v. Wa'f. 1.50: Gramofoonpl. 4.20: Con cert o. 1. v. Wolf, m. m. v. sooraan. 7 20' Strausseoncert door het Josef Holzerori--'' m. m. v. sopraan en planosolist (uit Weenen). Rome (441 M.). Avondprogramma niet opgegeven. Brussel (338 en 508 M.). 338 M.: 11 20: Gramofoonol. en pianosoli. 12.30: Om- roeo-kleinorkest o. 1. v. Leemans. 4 20: Rad'o-Symnhonienrkest o. 1. v. J. Kumos. 5.50: Gramofoonpl. 7.20: Radio- Pvropi'onie-orkpst m. m. v. zangsoliste. 8 35: Omroeporkest o. 1. v. Waloot m. m. v. Aeeo'deonduo. 9.30: G'amofoonpl. 508 M.: 11.20: Omroeokletnorkest O. 1. v. LeemttS. 12 30: Gramofoonpl. 4.20: Omroeporkest 0. 1. v. Walpot. 5.50: om roeoklelnorkest 0. 1. v. Léemans. 6 05: Zanavooi'dracht. 620: Debussv-concert. 7.20: Omroeporkest I. v. Walpot. 8.20: Padio-Symphonie-Orkest m. m. v. harosoHste 0 1. v. J. Kumps. 9.30— 10 °0: Gramofoonmuziek. Zeesen (1635 M.). 7.20: Uit Weenen: Strauss-concert, door Josef Holzer's con cert m. m. v. Maria Gerhart (sopraan) ctt O. Schulhof (piano). 9 20 en 10 50: Be richten. 10.2011 20: Avondconcert uit Hamburg 0. 1. v. Otto Ebei von Sosen. vaardigt publiek. Bpr. hoopt dat deze eerste tentoonstel ling zooveel waardeering mag ondervinden dat ze door meerdere kan worden gevolgd. 229. De koningin, die intusschen van de ramp, voort gekomen uit het eten van Ohineesche honing gehoord had, Het Jaap bij zich ontbieden. Jaap gedroeg zich echter zoo oneerbiedig, dat het niet te verwonderen was, dat de koningin hem op liet sluiten. Daarna wilde de Koningin met haar raadsheeren ovèr eht geval gaan spreken. 230. Was het een wonder, dat de koningin, toen ze ook haar raadsheeren zoo gek springend vond, naar haar vertrekken vluchtte. Hoe komen we Van zooiets af, peinsde de koningin, doch ze kon er geen oplossing voor vinden en vertoonde zich dien dag aan niemand meer. GEMEENTELIJKE RADIO DISTRIBUTIE. I lederen dag van 8 uur voorm tot 12 uur I nam aansluiting op Hilversum en Huizen. I Voorts Woensdags. Vrijdags en Zater- I dags van 8—11 uur gramofoonmuziek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 10