MacDonald in Rome - De aardbevingen te Californië De roode Vulpenhouder 74^ Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Molly Thyme, door A. W. v. E.—v. R. 14) ..Wat is dat voor een geschiedenis van Mn huiszoeking?" vroeg Kean plotseling. ..Zij doorzochten het heele huis," ant woordde Leslie. De hemel mag weten wat 2'J zochten. Ik mocht niet met hen mee". „Wat hebt u hun verteld van uw gedra gingen op Maandagavond?" .Eenvoudig, dat ik een wandeling was taan maken. Ik wou er Cynthia buiten houden," „Weet u zeker, dat u niemand ontmoet hebt, die u kende?" .Ik vrees van niet. Ik was uit mijn numeur en wou het weg wandelen. Ik liep ojars door de velden, ver van alle wegen. Ik een man met een schop over den tthouder een of andere landman, die war huis ging denk ik, maar hij was Htoed eind weg en het begon al donker 2, "orden Ik herinner mij hem, omdat wh hond blafte". Roe laat?" „Ongeveer zes uur, denk ik. Ik had zoo- a*oen uur geloopen". l„"Wy zouden dien man kunnen opsporen, geval vrees ik, dat er niet anders op staat, dan een volledig verslag te geven van uw handelingen, den tijd inbegrepen, dat u bij Cynthia was. U wint er op het oogenblik niets bij, het te verzwijgen. Nu zal ik heengaan en die miss Allen opzoe ken. Misschien weet zij iets te vertellen, dat licht op de zaak werpt. Is het te loopen?" „Neem de auto van Staveley, waarmee ik hier ben gekomen," stelde Fayre voor. „Die wacht bij het hek en Staveley zei dat ik hem mocht gebruiken zoo lang ik wilde". „Dan stel ik voor, dat wij voor de lunch allemaal in het hotel te Whitbury samen komen. Dan zijn we meteen aanwezig bij het verhoor. Je weet toch zeker, dat Sybil mij niet verwacht?" Fayre glimlachte. „Dit Is een van haar kleine samenzwe ringen. Herkende je er haar hand niet In? Zij vroeg mij je te zeggen, dat zij je niet verwachtte, voordat zij je zag." „Dan zullen we elkaar In het hotel ont moeten." Fayre vergezelde hem over het paadje naar het hek, waar de auto stond te wach ten. Zij hadden bijna het eind van het pad bereikt, toen Fayre, die diep in gedachten met de oogen op den grond gevestigd had doorgeloopen, zich plotseling bukte en iets uit het hooge gras opraapte, dat opzij van het pad groeide. „Iets gevondep?" vroeg Kean. „Een oud model vulpenhouder," zei Fayre, hem nieuwsgierig bekijkend. „Ik herinner mij hem uit mijn jeugd. „Red Dwarf" geloof ik, dat zij genoemd werden. Ik ben benieuwd, hoe die hier komt." Kean stak er zijn hand naar uit. „Hij heeft er waarschijnlijk al een poos gelegen. We zullen Leslie vragen of hij hem herkent. We zullen hem in elk geva! bewaren. Hij kan van belang zijn." Fayre onderzocht het gras. „Er ligt niets anders," zei hij, „dan wat koperkleurige loovertjes drie in het ge heel hier op het pad. Ik denk, dat het arme schepsel een japon met loovertjes droeg, en daar wij weten, dat zij waar schijnlijk langs dit pad kwam, brengt ons dat niet verder. De vulpenhouder zal mis schien van meer belang blijken te zijn." „Die is daar waarschijnlijk na den moord gekomen," herinnerde Kean hem. „Het is moeilijk aan te nemen, dat de politie hem niet zou hebben gevonden. Zij hebben hier alles heel nauwkeurig onderzocht. Vergeet niet, dat hier al journalisten zijn geweest. Een van hen kan hem hebben laten vallen." Onder het spreken het hij den penhou der in zijn zak glijden. Toen Kean in de auto was gestapt, bleef Fayre een oogenblik met zijn hand op het portier staan. „Ik wil geen bemoeial zijn, Edward," zei hij, „maar als er iets is. dat ik doen kan, kun je mij aan het werk zetten. Ik maak mij bezorgd over die kinderen en zou er veel voor over hebben, ze te kunnen hei pen. Ik heb geen geregelde bezigheid en geen enkele band, die mij terughoudt. Als er een speciale richting is. die je zou wil len laten volgen, zou ik dat misschien met meer tact en onopvallender kunnen doen dan een van die speurders van de politie." Kean knikte. „Ik zal er om denken. Maar onderschat de detectives niet. Het is niet zoo'n gemak kelijk baantje als jij schijnt te denken. Als je intusschen Sybil van al dat tobben zou kunnen afbrengen, zou ik dat heel vrien delijk van je vinden. Ik moet vanavond weer naar de stad terug en ik zou haar graag in goede handen achterlaten. Die van jou zijn de beste, die ik ken, oude jongen!" De outo reed weg en liet Fayre, niet tegenstaande zijn gelijkmatig humeur, wat verstoord achter. Zijn aanbod, al was het dan misschien niet erg practisch, was daarom toch niet minder hartelijk bedoeld en was kalm, maar beslist, afgeslagen. Het klontje suiker, dat handig na de pil was toegediend, misleidde hem niet, en hij was menschelijk genoeg om zich afgeslagen te voelen. Er was ook iets veelbeteekenends in de wijze, waarop Kean zijn vondst in den tuin kalm in den zak had gestoken. Blijk baar was hij niet van plan, zijn ouden vriend in zijn vertrouwen te nemen, wat de behandeling van de zaak betrof. Fayre, die hem had willen vragen, wat hij van plan was te doen, ingeval Leslie vervolgd zou worden, besloot dergelijke vragen aan lady Kean over te laten. Zij hadden bei den gehoopt, dat Kean zich zou laten overhalen de verdediging op zich te ne men, en hij voelde nu, dat zij de eenige was, die invloed op hem kon uitoefenen, als het zoover kwam. Zoo slecht gehu meurd als met iemand van zijn tempera ment mogelijk was. en zeer verstoord over de wettelijke macht, keerde hij naar de hoeve terug, „Als Edward zóó doet, laat ik me han gen, als ik niet op eigen houtje op onder zoek uitga," zei hij knorrig in zichzelf. „Hij is altijd een bekrompen kerel ge weest. Waarom liet hij Cynthia niet naar miss Allen gaan? Als vrouw tegen vrouw had zij waarschijnlijk meer uit haar ge kregen dan hij. Weer zoo'n staaltje van ambtenlijke beleefdheid!" Intusschen hield het voorwerp van zijn woede zich met de zaak bezig, terwijl de auto hem naar Greycross bracht. Als Cyn thia zijn gezicht nu had kunnen zien, zou zij zelfs het kleine sprankje hoop, dat zij bij zijn bezoek op de hoeve gekregen had, verloren hebben. Toch viel er niet aan Leslie's onschuld te twijfelen. Zijn manier van doen, zijn geheele ver leden, het algeheele gebrek aan eenige beweegredenen, alles pleitte hem vrij; maar. zooals Kean uit langdurige onder vinding wist, zou voor de rechtbank alleen het gebrek aan beweegredenen gelden. Hij had geraden, dat Leslie dien Maandag middag in Cynthia's gezelschap had door gebracht en hij had op haar gerekend voor een afdoend alibi; daarbij had hij ver wacht, op niets ernstigers te zullen stuiten dan op het ridderlijke verlangen van den jongen man haar te sparen. Toen hij be grepen had, dat Cynthia's getuigenis geen waarde had, had hem dat meer ontsteld, dan hij zelfs aan Fayre had willen be kennen. Zóó diep was hij in gedachten, dat hij geheel onverwachts bemerkte dat de auto voor miss Allen's aardig, schilder achtig oud huis stond. .(Wordt yervolgdj, -v W mm tmI CROSS VOOR EQUIPES in de omgeving van Lage Vuur- sche. Meta en Piet Leeuwen burgh, die den equipe-prijs wonnen. UIT DEN VOETBALWEDSTRIJD Z.F.C.— H.B.S. door Z.F.C. met 21 gewonnen. Een uitval van den H.B.S.-keeper Mul. NAAR DE ONTWAPENINGSCONFE RENTIE! Radiofoto van de aankomst van MacDonald te Rome. Links Mussolini en minister Balbo. DE KEIZER VAN ABESSYNIë (tweede van rechts, met helm) bezocht het s.s. Resolute'' van de HamburgAmerika lijn, toen dit in de haven van Djibouti lag. PRESIDENT LEBRUN bezocht de landbouwtentoonstelling te Parijs. Meisje uit den Elzas biedt den president een glas wijn aan. MACDONALD IN ROME. De Britsche premier in gesprek met Mussolinf. DE AARDBEVING IN CALIF0R- Nlë. Het zoeken naar slacht offers onder de puinhoopen van de huizen van Compton.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5