Aardbeving in Californië - Inauguratie president Roosevelt
De roode Vulpenhouder
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
LONGBEACH de stad, die het ergste door de
aardbeving getroffen is. Gezicht op de stad vanuit
een vliegmachine.
De aardbevingen in Californië.
De eerste draadloos van New York naar Londen overgebrachte foto uit het
aardbevingsgebied. Vernielde huizen te Longbeaeh.
K OLIETANKS van de Union Oil Company op Terminal Mand te San
Pedro, welke grootendeels verwoest zouden zijn bij de aardbeving.
DE INAUGURATIE VAN FRANKLIN D. ROO- VELDLOOP van de vereen. „Graaf Willem II
SEVELT den nieuwen president van Amerika. te Wassenaar. Het nemen van een hindernis Op den
De plechtigheid te Washington. Roosevelt spreekt. voorgrond Jan Zeegers, die winnaar werd.
HOOVER WENSCHT ZIJN OPVOLGER ROOSEVELT GELUK NA DE INAUGURATIE-PLECHTIGHEID
TE WASHINGTON.
DE HITLERIANEN IN BEIEREN. Bij de bezetting van het Gewerkschaftshaus te Muncben zette
de S.A.-hulppolitie de omgeving van het gebouw af.
Geautoriseerde vertaling naar
het Engelsch van Molly Thynne,
door A. W. V. E.—V. R.
?i
Gedurende de lange zeereis had hij zich
?™ijls afgevraagd hoe dit tweetal 't wel
J»u hebben ln hun huwelijk, en, zonder-
™B genoeg, was hij altijd bevreesd ge
lest voor Sybil. Want zelfs in zijn jeugd
Kean hard geweest, als hij een doel
™de bereiken, misschien even hard voor
«sizelf als voor anderen, een man die
™ts door de vingers zag en dit ook niet
anderen verwachtte. Zijn oordeel was
""barmhartig en meedoogenloos nauwkeu-
yjj. en zonder de hulp van kruiwagens of
had hij zich uitsluitend door zijn per-
«onlijkheid en zijn verbazingwekkende,
«bitterende geest en welbespraaktheid,
weg gebaand. Als hij pleitte, wist hij
®a handig gevoel in zijn rede te leggen,
I slechts zij dat kunnen, wier waarne-
™hgsvermogen nooit door ontroering
™rdt vertroebeld, en bij getuigenverhoo-
betoonde hij zich wreed,
be advocaat Kean verbaasde Fayre, die
j™1 tb den eersten tijd van zijn loop-
had gekend, niet, maar als echtge
noot was hij een openbaring voor hem.
De teederheid en toegevendheid, die hij
zijn vrouw betoonde, leken Fayre bijna
ongeloofelijk, totdat hij zich herinnerde,
dat Kean zelfs in zijn jeugd altijd slechts
één ding tegelijk had nagestreefd.
Hij had alles slaap, vermaak, zelfs
voedsel opgeofferd aan zijn werk en
had zijn heele wezen geconcentreerd op 't
bereiken van succes in de loopbaan, die
hij zich had gekozen; en nu was er een
invloed in zijn leven gekomen, die zelfs
sterker was dan zijn eerzucht, en had hij
er zich geheel aan toegewijd met die vol
komen overgave van zichzelf, die hem
kenmerkte. En het beklagenswaardige er
van was, dat al zijn toegewijde zorg, ge
steund door de weelde, waarmee hij nu
in staat was haar te omringen, Sybil's
zwakke levenskracht niet kon versterken.
Fayre's vriendelijk hart leed, als hij die
twee gadesloeg: Sybil Kean, ongeloofelijk
tenger en nog mooi, haar veertig jaren
ten spijt, half begraven onder de kussens
in een gemakkelyken armstoel, en Kean
over haar heengebogen, zijn lengte nog
meer uitkomend door zijn gewoonte,
steeds somber met dé handen in den zak
en met gebogen schouders te staan, nu
met een gezicht, dat glansde van genoe
gen over iets, dat zijn vrouw had gezegd.
„Wanneer kom je terug, Edward?" vroeg
lady Staveley.
„Donderdag op zijn laatst, als je mij
werkelijk nog wat langer kunt hebben. Ik
zal probeeren, het je morgen te laten
hooren, dan weet ik er meer van."
„Intusschen heb ik Sybil een paar dagen
voor mij alleen. Over het algemeen ben
ik blij, dat je weggaat, Edward!"
Kean lachte.
„Maak, dat zij goed voor zichzelf zorgt,
en als dat brutale kind, die Cynthia, mid
den in den nacht thuis komt, zooals zij
zeker doen zal, houd haar dan uit Sybil's
kamer, wil je? Ze hebben elkaar minstens
een week niet gezien, en ze zal behoefte
hebben, haar wedervaren te vertellen."
„Je zult moeten toegeven, dat het de
moeite waard is," mompelde lady Kean
vanuit de diepte van den grooten stoel.
„Maar ze zal er pas morgenochtend aan
het ontbijt mee klaar zijn", zei haar man
droogjes. „Nu moet ik gaan, als ik den
trein van vijf veertig wil halen."
„Hoe laat ben je thuis?" vroeg zijn
vrouw, toen hij zich over haar hen boog.
„Zes uur morgenochtend. Een barbaar-
sche tijd!"
„Laat ze je een goed ontbijt geven, voor
dat je naar kantoor gaat."
„Zul je je goed houden?" hoorde Fayre
hem mompelen.
„Natuurlijk! Ga nu gauw, anders mis je
den trein. Ik wou, dat het niet zulk slecht
weer was. Hoor dien wind eens!"
„Uitstekend weer om te reizen. Goeden
dag!"
„Vertel mij wat van Cynthia", zei hij
eindelijk. „Hoe is zij mi? Jullie zijn allen
vrij geheimzinnig geweest over haar!"
Sybil Kean keek hem aan. Er lag de
zelfde tinteling in haar blik, die hij ook
In lady Staveley's oogen had gezien.
„Ik ben benieuwd, hoe je haar zult vin
den", zei ze nadenkend. „Ik geloof, dat je
werkelijk nog wat ouderwetsch bent, Hat-
ter.Zij is op en top het type van het mo
derne meisje, ziet er buitengewoon goed
uit en heeft natuurlijke charme. Zij zet
haar ouders heelemaal naar haar hand,
als zij er moeite voor doet, en anders gaat
zij haar eigen weg en trekt zich niets van
ons aan."
„Zij staat bekend als een brutaal kind",
merkte Fayre droog op.
„O neen, dat is zij niet! Bovendien zijn
er tegenwoordig geen brutale meisjes meer
Zij is erg hartelijk, heel eerlijk, en heeft
een helder hoofd. Als ik zeg, dat zij zich
niets van ons aantrekt bedoel ik alleen,
dat zij haar eigen oordeel tegenover het
onze stelt en er zich door laat leiden. Ik
ben er nog zoo zeker niet van, dat zij
geen gelijk heeft!"
„Wat beteekent, dat zij er een dezer
dagen nog eens inloopt en dan kunnen
haar ouders er voor opdraaien.
Lady Kean keek zeer nadenkend.
„Dat weet ik nog zoo niet! De nieuwe
generatie is beter in staat, voor zichzelf
te zorgen, dan wij wel willen toegeven. Als
zij er eens inloopt, wat meer dan waar
schijnlijk is, ben ik geneigd te denken,
dat zdj er zelf wel voor zal opdraaien en
niets zal zeggen. Zij is flinker, dan ik
ooit geweest ben, Hatter!"
„Nonsens!" barstte Fayre uit, maar zij
viel hem in de rede.
„Het is waar", ging zij met trillende
stem treurig voort „ik kwam nooit in op
stand tegen het leven en werd er door
gebroken. Als ik het wel had gedaan, zou
ik nu niet het nuttelooze wezen zijn, dat
ik nu ben. Cynthia zal als een kleine tij
gerin vechten en eindelijk overwinnen;
misschien zal zij wel lidteekens overhou
den, maar waarschijnlijk zal zij er een
wijzer en betere vrouw door worden, dan
zij eerst was. Zij heeft iets fiers
Haar stem brak af en Fayre begreep,
dat zij aan het verleden dacht.
„Nutteloos wezen is schromelijk onjuist,"
zei hij barsch. „Niemand, die jou met Ed
ward heeft gezien, zou je zoo noemen.
Zij wendde zich heftig naar hem toe.
„Je gelooft dus, dat hij gelukkig is?"
vroeg zij zoo dringend, dat het hem ver
raste. „Hij geeft zooveel, en het lijkt, of ik
hem maar zoo weinig terug kan bieden."
„Je bent alles voor hem," antwoordde hij
met overtuiging. „Ik heb nog nooit een
man zoo zien veranderen. Ik geloof, dat
hij nu jonger van hart is, dan toen ik hem
pas kende."
„Zijn werkvermogen is nog boveninen-
schelijk. Als hij geen stalen zenuwen had,
zou hij al lang in elkaar zijn gezakt. Ik
voel mij soms beangst om hem. Hij is zoo
heelemaal niet ln staat tot halve maat
regelen. Soms denk ik, dat zulke sterke
menschen eigenlijk het meest kwetsbaar
zijn. Zij houden zoo geweldig aan iets vast,
dat, als zij het verliezen
(Wordt vervolgd),