Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 Februari 1933 Derde Blad No. 22374 [leffing van een Om zet-Be lasting. Één ten honderd voor iederen omzet. JAAROPBRENGST GERAAMD OP 60 MILLIOEN PARLEMENTAIR OVERZICHT Buitenl. Weekoverzicht Crematie en Auto-Transport VRAGENRUBRIEK. Ijjedienti is een wetsontwerp tot hef- jeener omzetbelasting, ion de artikelen van dit ontwerp wordt tolgende ontleend: 'm i. Onder den naam omzetbelasting ■dt een belasting geheven van iederen toop hier te lande in het vrije verkeer entrepot van binnenlandsche goederen ironder begrepen aanwezige koop- en andere zaken, die uit haren aard roerende zaken worden aangemerkt, ien de levering van de goederen in Ierland plaats vindt. let verkoop wordt ten deze gelijkgesteld ing en voorts iedere andere overdracht bezwarenden titel, met dien ver- tie, dat ruiling als tweezijdige ver- fp wordt beschouwd. [oor de toepassing van deze wet wordt verkooper mede verstaan degene, iin de gevallen, bedoeld in het tweede 311 dit artikel de goederen vervreemdt, ijl onder kooper mede wordt verstaan ne, die in bedoelde gevallen de goe- n verkrijgt. Klere overeenkomst, krachtens welke Irdracht van goederen plaats vindt, dt aangeduid als omzet, rt. 2. Als omzet worden mede aange- kt alle verplaatsingen van goederen o£ vanwege fabrikanten en groot- Idelaren uit hun fabrieken, werkplaat- 1 oi opslagplaatsen naar hun winkels of lere verkoops- of afleveringslokalen, [rin zoodanige goederen voor hun reke- rechtstreeks aan verbruikers plegen ïorden verkocht. Onderlinge verplaat- tusschen bedoelde verkoops- of af- ringslokalen wordt niet als omzet be- rnwd. lor de toepassing van het eerste lid Iit de fabrikant of de groothandelaar terkooper en het hoofd of de beheer- van het verkoops- of afleverings- al als kooper van de goederen aan- erkt. t 3. Als omzet wordt niet beschouwd afstaan door leden van een coöpera- t vereeniging, aan'die vereeniging van |teren, welke bestemd zijn om, al dan na bewerking of verwerking in het ijf van de vereeniging, door deze te den verkocht. rt. 4. De belasting bedraagt voor iede- omzet één ten honderd van den ver- psprijs der goederen, ij omzetten, welke niet zijn overeen- isten van koop en verkoop, treedt in de lts van den verkoopsprijs het bedrag eld, dat de goederen bij verkoop onder ile omstandigheden zouden op- Ingen mder verkoopsprijs is te verstaan het lere bedrag, dat door den kooper aan i verkooper moet worden betaald, i belasting wordt berekend over veel den van tien gulden, met dien ver fde, dat onderdeden van een tiental lens voor een geheel tiental worden Itkend. tt. 5. De belasting is verschuldigd door l verkooper. De kooper is hoofdelijk ir de belasting mede aansprakelijk, 'nrzoover de belasting verschuldigd is r een commissionnair. kan deze de be- fing verhalen op zijnen commissiegever heeft hij deswege het voorrecht, ge ïnd in de artikelen 80 e.v. van het wet- 't van Koophandel. *n belasting is verschuldigd wegens Rtten door personen, die niet in hun Rp of bedrijf handelen, indien de ver- Joorijs niet meer is dan honderd gulden *n belasting ingevolge dit hoofdstuk (verschuldigd indien verkoop van goe- Jen geschiedt door den Staat een pro- Jtie een gemeente of een ander pu- lirechtelijk lichaam. \t. 6. De volgens dit hoofdstuk ver- luldigde belasting wordt voldaan door [de! van plakzegels. ter waarde van de schuldigde belasting, welke de verkoo- I aan de factuur hecht en daarna voor lluald gebruik ongeschikt maakt. [ii algemeenen maatregel van bestuur |den bepalingen vastgesteld omtrent B, kleur en waarde van de zegels, de van verkrijgbaarstelling en de wijze, ftop de zegel moeten worden gebruikt hoor herhaald gebruik ongeschikt moe- Iworden gemaakt. §1 7. De verkooper. die wegens een van goederen belasting is verschul- is verplicht aan den kooper een van Ivereischte zegel voorziene factuur uit reiken, waarin zijn vermeld: dagteeke- ïvan den omzet namen en woonplaat- fvan den verkooper en kooper. aard en weiheid van de verkochte of op an- t wijze vervreemde goederen en de ver- 'josprijs. De verkooper is verplicht een 'hel van de uitgereikte factuur te be ten. nadere voorschriften ter uitvoering i het eerste lid van dit artikel worden slg. maatregel van bestuur vastgesteld. Hoofdstuk n. Belasting wegens invoer n goederen. Art. 3 luidt o.a Hij. die koopwaren of idere goederen, als bedoeld zijn in art, hetzij rechtstreeks of over entrepot, hier lande invoert, met bestemming tot ver tik binnenslands, is op grond van den ivoer van die goederen een bijzonder in- Nnecht verschuldigd ten bedrage van il la art. 4 genoemde percentage over de aarde der goederen. 10 hoofdstuk III zijn bepalingen opge- twen omtrent vrijstelling en teruggaaf belasting. «o bepaalt art, 9 dat vrijgesteld van be- ~uib. overeenkomstig hoofdstuk I zijn: h verkoopen van brood, aardappelen, 'Srgarrne en turf; I.4 'erkoopen aan den Staat, aan provin ce1 aemeenten en andere publiekrechte- ff lichamen: 1 4 verkoopen van goederen rechtstreeks TT barüculieren voorzoover deze de goe- r*5 kennelijk voor persoonlijk gebruik Nchaffen; .„Jfhcenen van goederen in den groot- Ji^l die naar den aard der overeen- [o ''Het tot gevolg hebben dat de eoede- bj" worden verplaatst om in de onmiddel- Rthk 4 dïn koooer ,e w°rden ge- J verkoopen van goud gemunt en in Ittad a's»ede van munten in zilver of kh* e efaal van het Rijk of de Overzee s-Gewesten. De onder 3 van het eerste lid genoemde vrijstelling geldt niet ten aanzien van ver koopen van goederen, die rechtstreeks aan particulieren worden geleverd uit fabrie ken en andere panden, waarin in het alge meen geen verkoop in het klein met on middellijke aflevering aan den kooper plaats vindt. (Bij alg. maatregel van bestuur worden bepalingen vastgesteld ter uitvoering van het bepaalde onder nummer 4 van het eerste lid van laatstgenoemd artikel, ter wijl wordt voorbehouden het toestaan bij alg. maatregel van bestuur van andere vrijstellingen. Memorie van Toelichting. In de Memorie van Toelichting, welke het ontwerp vergezelt, worden als voor naamste voordeelen genoemd: 1. hare opbrengst beloopt zelfs bij hef fing van een zeer matig .percentage een aanzienlijk bedrag; 2. hare algemeene werking geldt gelijke lijk voor alle bedrijven; 3. haar druk wordt over een groot opper vlak uitgeoefend en is voor niemand uiter mate bezwaarlijk; 4. de opbrengst heeft een zekere stabili teit; 5. de perceptiekosten zijn in verhouding tot de opbrengst zeer laag. Grondslagen en wijze van heffing van de belasting. De nadeelen die een omzetbelasting als verkeersbelasting en als verbruiksbelas ting, in theorie zouden aankleven, worden, naar het oordeel van den minister, vrijwel uitgeschakeld, althans tot de kleinste pro porties teruggebracht, indien: a. een eenvoudig systeem van heffing wordt toegepast; b. de belasting tot een laag percentage wordt geheven; c. de belasting zooveel mogelijk gelijke lijk door alle takken van voortbrenging, handel en bedrijf wordt gedragen; d. vrijstelling van de belasting wordt be perkt tot de allernoodzakelijkste levens middelen. Op deze wijze drukt een omzetbelasting als een ondeelbare gemeenschappelijke, doch zeer lichte, last op het geheele eco nomische leven van den Staat. Eenerzijds kan niemand zich geheel aan den druk van dezen last onttrekken, doch anderzijds wordt deze last door een zoo groot, opper vlak gedragen, dat niemand persoonlijk onevenredig zwaar door den druk van dien last wordt getroffen De hier ontwikkelde denkbeelden liggen ten grondslag aan het stelsel van heffing, hetwelk in het onderhavige wetsontwerp is belichaamd De opbrengst wordt geraamd op f. 60.000.000 per jaar, hetgeen bij invoering der wet op 1 Juli a.s. leidt tot een bate van 30 millioen over het loopende jaar. Verdere financieele plannen. Ook na de invoering van deze belasting zal het budget van 1934 nog een tekort, van t. 20.000.000 vertoonen. Dit laatste tekort zal kunnen dalen door: 1. een vermindering van het spoorweg tekort; 2. de voorgenomen technische herzie ning der tariefwet. Ad. 1 Hoewel dit vraagstuk de ernstigs aandacht der regeering heeft, zal. naar te vreezen staat, de exploitatie over 1933 nog tot een weinig bevredigende uitkomst leiden, zoodat de rijksbegrooting voor 1934 nog met een vrij aanzienlijk bedrag te dezer zake zal moeten worden bezwaard. Ad. 2. Deze herziening wordt zooals be kend. voorbereid door een commissie onder voorzitterschap van den heer Lovink. Tegenover deze beide factoren staan echter drie andere, die het tekort met stelligheid zullen doen stijgen, t.w. de verdere inzinking der rijksmiddelen, stij ging der rente tengevolge van de nood zakelijke consolidatie van vlottende schuld en een post op het budget van 1934 om het tekort van den gewonen dienst over 1932 althans ten deele op te vangen. Het staat- dan ook wel vast, dat dieper ingrijpende bezuinigingen noodzakelijk zullen blijken. De voorgenomen omzetbelasting zal de functie vervullen van steenslag op de glooiing van den dijk. die nog menigen storm te verduren zal hebben. De minister wijst hierbij nog op den crisisdienst. Op dit oogenblik staat reeds vast, dat het saldo van het leeningsfonds op 1 Jan. 1933 tot 82,6 millioen is gedaald tegenover 143.5 millioen. waarop het een paar jaar eeleden tegen 1 Jan 1933 werd geraamd. De kans is niet gering, dat het met 1 Jan. 1934 zal verkeerd zijn in een groot na- deelig saldo. In het aanstaande najaar zal een ont werp tot verlenging (voorloopig waar schijnlijk tot 1943 van de crisisheffingen aan de orde gesteld moeten worden. De urgentie van het wetsontwerp. Nadat het onderhavige wetsontwerp het departement van financiën had verlaten, teneinde den voorgeschreven weg te vol gen, is het Kamervotum van 9 Februari jl. uitgebracht,, dat tot de huidige politieke situatie heeft geleid. Het is nu onwaar schijnlijk geworden, dat het ontwerp vóór de verkiezingen zal kunnen worden afge handeld. Daar niettemin de inwerking treding op 1 Juli a.s. in hooge mate ge- wenscht is. heeft de minister in art. 28 van het ontwerp dien datum gehandhaafd: hij zal het op prijs stellen, indien het ont werp alsnog in deze zittingsperiode in de afdeelingen zal kunnen worden onderzocht en indien dan de nieuwe Kamer de ge legenheid zal vinden de openbare behan deling daarvan tijdig tot een goed einde te brengen. EERSTE KAMER. ALGEMEENE BESCHOUWINGEN RIJKSBEGROOTING. Op den vierden dag van het algemeen debat hebben eerst nog eenige sprekers (mevr. PothuisSmit en de heeren Droog- leever Fortuyn en Moltmaker) het woord gevoerd. Maar toen was dan eindelijk de Regee ring in de gelegenheid haar beleid te ver dedigen. De Minister-President heeft allereerst de groote en algemeene lijnen van dat beleid verdedigd. Dat er een krachtig be wind noodig is, erkende hij, maar met kracht alleen komt men er niet, er is ook beleid noodig. Staatkundig gesproken er kende de Minister opnieuw de wensche- lijkheid van een parlementair kabinet. Vrij breedvoerig heeft de Minister het econo misch beleid van het weldra aftredende kabinet verdedigd. Hij deelde mede, dat spoedig een wetsontwerp zal worden inge diend tot steun aan de veenkoloniale aard appelteelt: inzake de consumptie-aardap pelen is de steungedachte nog in onder zoek Onderzocht wordt nog hoe de crisis- lasten tusschen Rijk en gemeenten ver deeld moeten worden; inzake de uitkeerin- gen aan de gemeenten voor werkloosheids- zorg wordt de nieuwe regeling ontworpen. De Minister achtte het onmogelijk een al gemeen plan tot economischen opbouw te ontwerpen. Krachtig ontkende hij, dat het kabinet den socialen zorg heeft verwaar loosd: het heeft, integendeel, de afbraak onzer sociale wetgeving voorkomen en daarnaast heeft het eenige nieuwe rege lingen tot stand gebracht, terwijl het ook de Bedrïjfsradenwet er nog door hoopt te krijgen. Doch een nationale doorvoering van de 40-uren-week acht de Regeering onmogelijk; dit punt moet internationaal worden geregeld. Zoo behandelde de Mi nister nog enkele punten om aan te too- nen. dat de Regeering haar economische crisis-taak naar behooren heeft verricht. De Minister heeft vervolgens, op de be kende gronden, nog eens de ontbinding der Tweede Kamer verdedigd: de Regeering zag ernstig inbreuk gemaakt op haar bezuinigings-arbeid. en toen was ontbin ding de beste uitweg. Toegevende dat een ontbinding op deze manier een eenigszins bijzonder aspect vertoont, bleek de -Mi nister anderzijds van oordeel, dat men zich inzake de leer der ontbinding toch niet moet vastklampen aan en blindstaren op een abstracte staatsrechtelijke theorie. En wat het andere groote feit van de laatste weken betreft, het gebeurde op en met „De Zeven Provinciën", betoogde de Minister dat hier wel degelijk SDrake was van mui. terij. waartegen krachtig en ernstig moest worden opgetreden. Geen enkele staats vorm kan muiterij toelaten, zei de minister en hij wees daarbij op Duitschland, waar ook socialistische ministers in dergelijke omstandigheden krachtig en met geweld optraden De zuivering der marine zoo beloofde de Minister zal krachtig wor den ter hand genomen en alles zal wor den gedaan om herhal{ng van zulke ge beurtenissen te verboavfen. Minister De Geer hëèft ook in deze Kamer den somberen financieelen toe stand geschetst en de denkbeelden van den heer Oudegeest afgewezen; verschei dene van die denkbeelden zouden in uit voering veel kosten en weinig opleveren. Ook de wenschelijkheid van een staats- credietbank bestreed de Minister, die voor spelde. dat over 1934 de toestand nog veel ernstiger zal zijn, en dat ons jaren van groote tekorten wachten. Hij deelde voorts mede, dat spoedig bij de Tweede Kamer een wetsontwerp zal inkomen tot dekking van het tekort van 30 millioen over het loopende jaar. Wélke maatregel zal wor- d%n voorgesteld, zei de Minister echter niet, wél, dat hij van blijvenden aard zal zijn, en dat hij hoopt op invoering tegen 1 Juli a.s. (Wij wijzen er op, dat heden een wetsontwerp inzake een omzetbelas ting is ingediend. - Red. ,,L. D."). En dat terwijl er sterke geruchten loo- pen, dat de Kamer zelfs de weeldeverte- ringsbelasting niet in behandeling zal willen nemen TWEEDE KAMER. ALLERLEI WETSONTWERPEN. Bij den aanvang der vergadering waren de volgende wetsontwerpen aan de orde: 1. Wetsontwerp wijziging van de grens tusschen de gemeenten Stad-Hardenberg en Ambt-Hardenberg; 2. wetsontwerp onteigening van percee- len, erfdienstbaarheden en andere zake lijke rechten, noodig voor het verbreeden en verbeteren van den Plattenburgerweg te Arnhem: 3. wetsontwerp wijziging van het IXde hoofdstuk der rijksbegrooting voor 1932 (verschillende onderwerpen); 4. wetsontwerp verzekering van mijn arbeiders tegen geldelijke gevolgen van in validiteit en ouderdom; 5. wetsontwerp wijziging van het Xlde hoofdstuk der rijksbegrooting voor 1932 (proefnemingen met een mechanisch be drijf voor rijst en andere gewassen in-Su riname) 6. wetsontwerp wijziging van de wet van 25 Juli 1932, strekkende tot voorziening in de behoefte aan geldmiddelen in ver band met de aflossing van de Neder- landsch-Indische pondsterlingleeningen 1921C en 1923B; 7. wetsontwerp tijdelijke afwijking van het bepaalde in artikel 9, eerste lid. dei- ouderdomswet 1919 en in artikel VIII, 2de lid. der wet van 13 Juli 1923 tot wijziging der ouderdomswet 1919. Al deze ontwerpen werden zonder, of na kort debat, aangenomen. Bij ontwerp Nr. 4 had een gedachtenwisseling plaats over de verzekerings-belangen der mijnwerkers, waarbij de heer Drop een lange motie in diende. die later zal worden behandeld. Bij een der kleinere ontwerpen (inzake Suriname) kwam de heer Wijnkoop plot seling met een motie uitsprekend dat de communist Dekom, in Paramaribo gear resteerd. in vrijheid moet worden gesteld. De voorzitter weigerde in weerwil van de protesten van den heer Wijnkoop deze motie aan de orde te stellen aange zien zij met het betrokken ontwerp niets te maken hadden. OORLOGSGERUCHT IN HET VERRE OOSTEN GEVAAR VOOR MIDDEN-EUROPA. Te Genève is één kogel door de kerk! De Volkenbondsvergadering heeft eindelijk een oordeel geveld inzake het Chineesch-Ja- pansch conflict! Met algemeene stemmen, Japan alleen uitgezonderd, heeft de Vol kenbond zich vereenigd met de conclusie van de commissie van 19, die weer ge baseerd was op het Lytton-rapport. Japan is in het ongelijk gesteld. Mandsjoekwo blijft Chineesch territoir zij het dat een bijzonder bestuursapparaat ingesteld moet worden. Moreel is de Japansche actie ver oordeeld Maar daarbij zal het voorloopig wel blij ven, want bij de groote mogendheden is de lust om iets te „doen", bijzonder klein, daar zij nog steeds bedacht zijn op zuiver eigen-belang zonder meerJapan weet dat. maar al te goed en zet dientengevolge kalm door alsof er geen vuiltje aan de lucht is! Het rekken en trekken te Genève, totdusver ten toon gespreid, doet nu dui delijk zien, hoe verkeerd is gehandeld! De waarschijnlijkheid is groot, jat Japan, als Genève direct flink was opgetreden, eieren voor z n geld zou hebben gekozen; al het treuzelen en aarzelen gaf de militaire partij te Tokio maar al te gereede aanlei ding om haar zin door te drijven en nu zit men met de gebakken peren. Voor beide partijen is er geen uitweg meer. Japan heeft uit den treure herhaald dat Mandsjoekwo een vrije staat is en dat daaraan niets meer is af of toe te doen. de Volkenbond heeft nu de Chineesche rechten op dit gebied gehandhaafd. Doch Japan is in het bezit van Mandsjoekwo en wie zal het daar verdrijven? China is even wel tevreden met de moreeie veroordeeling van zijn tegenstander, tenminste voorloo pig. We vermoeden echter dat spoedig de volgende stap zal worden eeëischt: het nemen van sancties tegen den aanvaller, zooals die zijn neergelegd in het Volken bondsstatuut. Dit als gevolg van het nieuwe Japan sche optreden. Japan heeft immers den aanval op de provincie Jehol. die naar zijn beweren deel uitmaakt van Mandsjoekwo ingezet en. al is geen oorlog verklaard, daar is de oorlog in optima forma begon nen! China denkt er niet aan om deze provincie, die bovendien gemakkelijk te verdedigen is. op te geven en het Japan sche ultimatum is dan ook met bekwamen spoed geweigerd. Na wat geschermutsel zal spoedig strijd volgen, waarop beide par tijen zich volkomen hebben voorbereid! Zooals steeds zijn de berichten van het „oorlogsfront" onbetrouwbaar en men zal goed doen de wederzlidsche communiqués niet voetstoots te vertrouwen. China zal echter wel niet nalaten op nieuw zich od den Volkenbond te beroepen en wat dan? De situatie is zeer precair INTERPELLATIE COMMU NISTISCHE CANDIDATEN. De heer De Visser kreeg daarna gele genheid tot het houden zijner interpellatie in verband met het niet doorzenden van telegrafische berichten aan communisti sche Kamer-candidaten, die in het kamp Boven Digoel zijn geïnterneerd. Hij stelde deze vragen: 1. Is het den minister bekend, dat de Communistische Partij candidaat heeft gesteld een aantal Indonesiërs, waarvan twee met name: Sardjono en Boedisoet- j itro vertoeven in het Boven-Digoel- kamp, waarvan ondergeteekende hen in overeenstemming met het bepaalde in art 39 van de Kieswet, telegrafisch be richt zond, plus telegrafische postwissels voor 18 telegrafische bewilligingsverkla- ringen? 2. Is het eveneens bekend, dat onderge teekende bericht ontving, dat telegram men en postwissels onbestelbaar waren, omdat uitreiking aan de betrokkenen wordt geweigerd? 3. Wil de Minister oogenblikkelijk maat regelen treffen, dat telegrammen en post wissels aan betrokkenen worden uitge reikt, door dringend telegrafisch hiertoe opdracht te geven, wijl de weigering voornoemd, verhindert dat de voorschrif ten omtrent candidaatstelling voor de Tweede Kamer, artikel 39 van de Kieswet, worden uitgevoerd? 4. Is het den minister bekend, dat de bedragen van de postwissels zijn vastge steld in overleg met de directie der poste rijen en wel zoo dat het gestuurd bedrag strikt noodzakelijk is voor het zenden van 18 telegrafische bewilligingsverklaringen? Bij zijn toelichting betoogde hij, dat door de weigering om deze telegrammen en wissels uit te reiken, de Grondwet en de Kieswet zijn geschonden. De Minister van Koloniën heeft, in ant woord op deze vragen van den heer De Visser zich bereid verklaard omtrent deze zaak inlichtingen te vragen aan den gou verneur-generaal, daarna zijn standpunt te bepalen en te overwegen, hoe de moei lijkheden kunnen worden opgelost Doch reeds aanstonds verklaarde de heer Mar- chant, dat de Regeering zich dient te hou den buiten de candidaatstellingen. Hier moet volkomen vrijheid zijn; mr. Mar- chant verklaarde niet te begrijpen, welke moeilijkheden er zouden kunnen zijn om de betrokken personen telegrafisch te be reiken. De heer Vliegen sprak in denzelf den geest; de Indische Regeering mag niet beletten, dat de betrokken menschen candidaat. worden gesteld. Het eind van dit debatje was, dat de behandeling der interpellatie werd ge schorst; zij zal Dinsdag worden hervat, om ondertusschen den Minister gelegenheid te geven inlichtingen in te winnen bij den landvoogd. BEGROOTING VAN NEDERLANDSCH-INDIË Na afdoening van het bovenstaande is de behandeling der Indische Begrooting hervat. Hierbij heeft de heer Wijnkoop een rede gehouden die zij het in anderen vorm een herhaling was van die van zijn partijgenoot De Visser: de afgevaardigde heeft opnieuw de communistische kolo- nale politiek op verschillende punten toe gelicht en kwam daarbij herhaaldelijk in botsing met den Voorzitter. Dinsdag de Minister. HAGENAAR. RECLAME. Begrafenisonderneming Q. M; SEUGÜNQ Kosterij Evang, tulh. Gem. Middelweg 36 Tel. 3101 Leiden 2453 W. J. O., te L Als u kunt aantoonen, dat de goederen, die nog voor u gereser veerd zijn, van slechtere qualiteit zijn dan die welke bij het aangaan der overeen komst werden getoond en ook niet over eenkomen met de goederen, die al gele verd werden, kunt u ontbinding der over eenkomst vorderen, C. K„ te L. U hebt recht op volledige schadevergoeding. Het verdient aanbeve ling te trachten de zaak in der minne naar billijkheid te schikken. M. te L. Het Sint Janshof aan de Haarlemmerstraat 264 staat open voor personen van alle gezindten. De huurprijs bedraagt gemiddeld f. 3.— per week. Aan vragen moeten worden gericht tot B. en W. van Leiden. P. K. Hetgeen u bedoelt is in hoofd zaak reeds doorgevoerd. Tweede vraag: ja, mits geen vonken kunnen overspringen, 't Blijft daarom ge vaarlijk. W. de R. te O. Het hout afnemen met sjiiritus of amon a. Daarna opnieuw beitsen in gewenschte kleur. L. S. te A. Probeer met melk. Anders chemisch laten reinigen. Nu de Volkenbond a heeft gezegd, zal het zich moeilijk aan b kunnen onttrekken, doch papieren protesten geven geen baat. Wat dan echter wel moet geschieden Het laat bijkans geen twijfel, dat Japan uit den Volkenbond zal treden, al is nog niet bekend in welken vorm Ook al treedt het uit. blijft het niettemin officieel nog twee jaar aan den Volkenbond gebonden, doch daarvan zal het zich wel bitter weinig aantrekken. Misschien echter zal het wel zoo brutaal zijn om te doen alsof er niets gebeurd is en kalmpjes blijven deelnemen aan de Ontwapeningsconferentie en andere oncier de hoede van den Volkenbond staan de commissies en conferenties.... en toe- geiaten blijven bovendien! Deze gang van zaken is een bedenkelijke deuk in het prestige van den Volkenbond en de verdere ontwikkeling kan weinig minder dan catastrophaal worden. De kans lijkt ons toch maar al te groot dat Japan, als het in Jehol tegenslag ondervindt hetgeen lang niet denkbeeldig is tot verder strekkende maatregelen zal over gaan en zelfs niet zal terugdeinzen tot een aantasten van het eigenlijke China ook al zal het door de uitgestrektheid daarvan moeilijk een beslissende slag kunnen slaan, en al dreigt een economische de bacle tengevolge van een volledigen boycot zijner waren! Doch zal dit geduld kunnen worden ook door de Vereenigde Staten en sovjet-Rusland? Het antwoord kan o.i. niet moeilijk zijn! En waarom werken de Engelsche muni tie-fabrieken reeds weer od oorlogskracht. Somber, zeer somber hangt dé lucht in het Verre Oosten! En alsof dat nog niet genoeg is, pakken in midden-Europa zich de wolken even eens meer en meer samen. Welke aspecten vertoont niet het geval HirtenbergVoor geen middel Ls teruggedeinsd om de wa penzending uit Italië naar Hongarije door te zenden; tenslotte, toen de Oostenrijk- sche regeering was gezwicht voor een Engelsch-FYanschen stap, al dan niet in ultimatum-vorm gekleed, zelfs niet voor omkooperij van het spoorweg-personeel! De Oostenrijksche directeur der spoor wegen heeft zich in eigen persoon willen leenen voor dit bedrog en moest op staan- den voet ontslagen worden Vol be zorgdheid vraagt men zich af, waartoe dit j alles moet leiden en wat de juiste motie- I ven zijn voor een dergelijk optreden! Het bevestigt echter in ieder geval reeds de I geruchten over dichte toenadering tus- schen Italië en Hongarije, waartegen de Kleine Entente een eenheidsfront meende te moeten vormen. Zie daarbij ook de ontwikkeling in Duitschland, waar groote gevaren opdoe men. Van de regeering Hitier merkt men niets dan een verwoede verkiezingsstrijd met behulp van alle middelen, waarover staat en Harzburger-front slechts kunnen I beschikken, met gelijktijdige miskenning van de rechten der tegenstanders, die eenvoudig gemuilkorfd worden Zelfs het Centrum werd bedreigd en beleedigd, bijeenkomsten verhinderd, oud-minister Stegerwald gemolesteerdHitler in eigen persoon en ook Goering hebben moeten ingrijpen om daaraan een einde te maken door een proclamatie tot de vol gelingen. Hetgeen er echter op wijst, dat Hitier het Centrum niet tot een onver zoenlijk tegenstander wil maken, doch de mogelijkheid open laten om straks daar mede aan te pappen. Reeds gaan geruch ten, dat Hitier, zoo het Centrum wil en de verkiezingen het door de Nazis ge wenschte resultaat opleveren, Hugenberg en von Papen over boord wil zetten en sa mengaan met de aanhangers van dr 1 Kaas! Het zou een uitweg kunnen zijn uit net slop, waarin de Duitsche politiek is I beland. Edoch, deze mogelijkheid wordt van andere zijde ernstig bedreigd. Nadat en kele losse opmerkingen reeds het vermoe den hadden doen postvatten, dat de re geering Hitier ook de andere Duitsche landen zou willen behandelen ais zij Prui sen deed, laat een redevoering van dr. Frick in dezen niets te wenschen over aan duidelijkheid. Doch de Zuid-Duitsche lan den zullen zich dat onder geen omstan digheden laten welgevallen. Speciaal Beieren zal voor niets terugdeinzen om zijn rechten volledig te handhaven en blijkbaar wordt ter afweer daar ernstig gedacht aan een herstel van het Huis Wittelsbach in persoon van den populai- ren prins Ruprecht op den troon, mede ter afweer tegen de Hohenzollerns.En deze actie vindt zelfs steun in het katho lieke Rynland Ernstige gevaren doemen op voor de eenheid van het Duitsche rijk!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 9