Bruggenbouw in de Wieringermeer - Felle brand te N FEUILLETON. EN EPISODE ONDER HET SCHRIKBEWIND Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad N [BRAND IN DE VLIEGHAVEN VAN NEW YORK. Een felle brand brak uit op het vliegveld „ftoosevelt Field". Enkele vliegloodsen en een drietal vliegtuigen verbrandden. Op den voor grond in veiligheid gebrachte vliegtuigen. ALS PROTEST TEGEN MARLENE DIETRICH'S NIEUWSTE MODE om in manneii- klèeren te verschijnen, trokken de bekende A merikaansche komieken Robert Woolsey en Bert Wheeler een rok aan. De beide komieken ,,in rok", in het midden Wallace Beery en Tom Mix. [KORT VOOR DEN AANSLAG OP ROOSEVELT. Roosevelt spreekt de MRS. CROSS die Roosevelt het DE EERSTE KENNISMAKING VAN DEN NIEUWEN POLITIEPRESIDENT TE BERLIJN leven redde, door bij den aanslag den )TT T - j >v menigte te Miami toe. Kort daarna loste de Italiaan de revolverschoten. arm van den Italiaan omhoog von L«vetzow met de Berlijnsche Schupo s. Von Levetzow inspecteert de politiemannen, te Slaan aaar het Fransch van Honoré de Balzac door Hellen Randers. Il) °P den 22sten Januari van het jaar 1793 IJiep, tegen acht uur In den avond, te Pa- 1 "!s, een oude dame den stellen heuvel af, Jie eindigde voor de Sint-Laurens-kerk, in jen (aubourg Sint-Martin. Het had den I S? n daS zoo hard gesneeuwd, dat men 15,;u®e"ihs voetstappen kon hooren. De IS»1 zagen er verlaten uit. De instlnc- lyve angst, dien de natuur soms onder I diepe stilte weet in te boezemen, werd I versroot door het schrikbewind, waar- JMer Frankrijk in die dagen gebukt ging. on^e dame was nog niemand tegen Smen' maar haar sedert langen tijd af- gezichtsvermogen belette haar 'Jngens, om, bij het flauwe licht der ^Wams, in de verte enkele voorbijgan- ™i„°P te merken, die als schaduwen Wbi) gleden in de uitgestrekte straat «iL e stadswljk. Moedig liep ze voor- ikM a"een door de eenzaamheid heen, S haar oudrdom een talisman was. naar tegen alle onheil moest bescher- L~oen ze de Rue des Morts voorbij ze plotseling een zwaren, krachtigen mannenstap achter zich en meteen werd het haar bewust, dat zij dit geluid niet voor het eerst waarnam. Zij vreemde, dat ze vervolgd werd, en haastte zich in de richting van een winkel, ho pende, dat daar voldoende licht zou zijn om zich van de waarheid van dit vreese- lijke vermoeden te overtuigen. Zoodra zij zich dan ook in de flauwe horizontale lichtstraal, die uit den winkel viel, bevond, draalde ze plotseling haar hoofd om en bespeurde een menschelijke gedaante in de mist, wat reeds voldoende voor haar was. Overweldigend door schrik, wankelde zij even, want zij twijfelde er niet meer aan, of deze onbekende had haar gevolgd van het oogenblik af, dat zij haar huis had verlaten. De wensch, om aan een spion te ontsnappen, gaf haar kracht. Ze was niet meer in staat om na te denken, maar verdubbelde haar pas, alsof het mogelijk zou zijn te ontsnappen aan een man, die natuurlijk veel vlugger in zijn bewegingen was dan zij. Na zoo een paar minuten hard te hebben doorgeloopen, bereikte ze een banketbakkerswinkel, liep naar binnen en plofte op een stoel neer, die voor de toonbank stond. Op het knar send geluld der deurklink sloeg een jonge vrouw, die zat te borduren, de oogen op en herkende, door de winkelruiten heen, den wijden antieken paarszijden mantel, waarin de oude dame was gehuld. Haastig stond ze op en trok een lade open als wilde ze er iets uitnemen, dat zij haar moest aangeven. Zoowel houding als ge baar der jonge vrouw gaven duidelijk te kennen, dat zij zich zoo spoedig mogelijk van haar bezoekster wilde bevrijden en dat zij haar liever niet zag dan wel, maar toen ze merkte, dat de lade leeg was, gaf ze haar ongeduld te kennen en, zonder naar de dame om te zien, liep ze haastig van de toonbank weg naar den achter winkel en riep haar man, die onmiddellijk kwam. Waar heb je het toch neergelegd vroeg ze geheimzinnig, terwijl ze met haar oogen in de richting van de oude dame wees, zonder haar zin verder af te maken. Hoewel de banketbakker niets anders kon zien dan de breede zwart zijden muts, met paarse linten en strikken, die de on bekende tot hoofdbedekking diende, ver dween hij, na zijn vrouw een blik te heb ben toegeworpen, die zooveel zeggen wilde als: Dacht je nou. dat Ik dat in je toon bank zou laten liggen? De koopvrouw, die verwonderd was over het stilzwijgen en de onbewegelijkheid der oude dame, ging naar haar toe en toen ze haar zoo zag zitten, werd ze vervuld van medelijden, maar misschien was het ook wel nieuwsgierigheid. Niettegenstaande de natuurlijke vaalheid van het teint dezer vrouw, dat er uitzag als van iemand, die een heimelijke gelofte tot boetedoening gedaan heeft, was het duidelijk te zien, dat een pas doorgestane emotie er een onge wone bleekheid over wierp. Haar haren, die ongetwijfeld wit waren van ouderdom, waren door haar kapsel verborgen, want uit de zindelijkheid van den kraag van haar japon was op te maken, dat ze geen poeder gebruikt had. Het gemis van dit kunstmiddel gaf aan haar uiterlijk een soort religieuze gestrengheid. Haar trek ken waren ernstig en fier. Vroeger waren de manieren en gewoonten der aanzien lijken zoo heel anders dan die der andere klassen, waardoor men hen gemakkelijk kon herkennen. De jonge vrouw was er dan ook van overtuigd, dat de onbekende vroeger tot de nu afgeschafte adellijke klasse en tot de hofkringen had behoord. Madame?zei ze onwillekeurig en met eerbied vergetend, dat deze titel ver boden was. De oude dame antwoordde niet. Ze hield haar óogen strak gevestigd op de winkel ruit, alsof daar iets verschrikkelijks op was te zien. Wat is er, burgeres? vroeg de baas van het huis, die intusschen was terug gekomen. De banketbakker bracht haar tot de werkelijkheid terug door haar een, met blauw papier overtrokken kartonnen doosje aan te geven. Niets, niets, beste vrienden, ant woordde zij met zachte stem. Zij sloeg haai- oogen naar den banket bakker op en keek hem met dankbaren blik aan, maar toen ze een roode muts op zijn hoofd zag, slaakte ze een keet. O!hebt ge me verraden?.... De jonge vrouw en haar man ant woordden door een gebaar van afschuw, wat haar een kleur naar de wangen joeg, hetzij uit schaamte over haar veronder- Stellingen, hetzij van vreugde. Vergeef me, zei ze met iets bijna kinderlijk liefs. Toen haalde ze een gouden louis uit haar zak en bood het den banketbak ker aan. Hier is de overeengekomen prijs, voegde zij er aan toe. De banketbakker en zijn vrouw keken elkaar met een veelbegrijpenden blik aan, terwijl beiden dezelfde gedachte hadden. Dit moest de laatste gouden louis zijn, dien ze bezat. Haar oude handen beefden, terwijl ze het geldstuk aanbood, dat ze met smart, maar zonder de minste gierigheid bekeek. Vasten en ontberen waren in even duidelijke trekken in dat gezicht te lezen, als angst en ascetische gewoonten. Haar kleeren waren overblijfselen van verganen luister: versleten zijde, een keurige wijde mantel, hoewel uit den tijd, zorgvuldig verstelde kant. kortom, de flarden van eenmaal gekenden overvloed! De kooplie den, die zich tusschen medelijden en eigenbelang voelden geplaatst, begonnen hun gemoed door woorden te luchten. Maar, burgeres, wat ziet ge er ver moeid uit. Wil madame misschien iets gebrui ken? viel de vrouw haar man in de rede. Wij hebben uitstekende bouillon, zei de banketbakker. Het is zoo koud, misschien is madame onder het loopen wel bevangen; maar O kunt hier uitrusten en wat warmen. Wij- zijn niet zoo kwaad als we er uit zien, riep de banketbekker uit. (Wordt vervolgd). OL CrlBRUGGENBOUW IN DE WIERINGERMEER. Nieuwe betonnen brug te Medemblik. Op den de II achtergrond het gemaal Lely. Pref BESTi „ARENA" TE ROTTERDAM ONDER SLOOPERSHANDEN. Met det afbraak van het verbrande gebouw is men begonnen. Waar schijnlijk zal op deze plaats een nieuw theater verrijzen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 5