Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD^ Zaterdag 18 Februari 1933
Vierde Blad
No. 22368
Buitenl. Weekoverzicht
BINNENLAND.
^STEL VAN VERTROUWEN....
iel van vertrouwen is het eerst
voor de wereld en het wereld
dat was de leus, die vorig jaar
treure werd aangeheven. En
Wat blijft er evenwel over van
ratel van vertrouwen? Waarheen
jai blik ook richt, nergens ziet men
reden tot blijdschap. Overal onrust
Mantrouwen, die allesbehalve ge-
zjin om vertrouwen te wekken
■uropa keert zelfs langzamerhand
arlijke tijd der allianties terug, die
twichtige rol heeft gespeeld in de
^geschiedenis van den wereldoor-
j 1914. Wat er precies achter de
.n zich afspeelt
lekkige geruchten hebben de ronde
over een verdrag tusschen Italië,
iie en Duitschland. Uit alle drie
aatsen dezer landen heeft men
chaast. om een dementi de we-
te zenden, doch geheel overtuigd
rüt niet. Al is er dan geen regel-
erdrag sloten, toch zijn genoem-
e dicht tot elkaar gekomen na
ingen over en weer! Er is iets aan
i, dat lijkt op herstel van den
id". Als reactie daarop hebben
eds de staten der Kleine Entente,
sjecho-Slowakije, Zuid-Slavië en
lie. een politieke eenheid gevormd,
t speciaal in Italië verontwaardi-
leeft gewekt. Het is een direct be-
lóezeer men daar de vorming van
litieke eenheid tegen zich zelf ge-
jelt. De Italiaansche aandrang op
ilë om dit land los te maken uit
■me Entente is daarmede volledig
ilukt te beschouwen. De Itaiiaan-
xpansie-politiek naar den Balkan
jeheel op Bulgarije moeten worden
xijk, dat juist den laatsten tijd be
treezen voor verlies van zijn bond-
n, gnuift natuurlijk over den gang
len!
;en en ander echter weinig bevor-
is voor „herstel van vertrouwen",
zeker geen verder betoog. Vol
iwen integendeel slaat men elkaar
em daarnevens eens de positie van
rouwen als gevolg van de binnen-
toestanden in de Europeeschc
Een sterk staaltje, hoever het
in de landen zelf gaat, levert
rwachte crisis in België, waar men
durfde in liberalen kring om de
g de Broqueville te doen sneuvelen
de kwestie van al dan niet hand
van de nietigverklaring van een
eraadsverkiezing in een Waalsch
Hoe vast het liberaal-katholiek
tot saneering der finantiën dus
t wel op eigenaardige wijze gede
erd. Koning Albert heeft de klei-
tot haar ware proportie terugge
en 't kabinet bewogen', om op zijn
Itot aftreden terug te komen, maar
r een kleinigheid kan leiden tot
i belangrijke stap als een kabinets-
I ich steeds blijft vooral in moei-
I (den als de huidige hoe moet
gaan, wanneer gewichtige sanee-
iluiten moeten worden getroffen?
alen beginnen steeds meer over te
een samengaan met de socia-
iaki zooals te Antwerpen plaatselijk
eschiedt, zooals bekend-
RO iknjk heeft Daladier in de Kamer
ierd, zij het met moeite. Doch nu
IJ lem de Senaat en het gevaar is
■enkbeeldig, dat daar wijzigingen
worden aangebracht, die voor de
ten onaanvaardbaar zijn, zoodat in
acht van de veilige haven het
ie kabinet toch nog zou verzinken,
dan in Frankrijk een meerderheid
Jvenden aard wel te verstaan
/jIHransch gebruik, waar een kabinet
paar jaar al „lang" is! tot
loet worden gebracht?
ouwen
an Duitschland. Langzaam maar
oont de regeering Hitier zijn ware
le. Druk is men aan het „politiek
n", d. w- z. soc.-dem. of centrum-
l die op verantwoordelijke posities
7Cc/®teld, te ontslaan en te vervangen
gen partij-menschen. Het is een
er veeg teeken ten aanzien van
IMFRSflkche politiek. Begint men immers
te betreden, dan ontkomt men
an willekeur en vervalt men van
tot erger.
evens wordt de" oppositie-pers al
inzer gemuilkorfd. De minste aan-
de regeering wordt bijkans beant-
met een verschijningsverbod voor
dagen. En dat met de verkiezin-
5 Maart in het gezicht! De be
is duidelijk.
"o is nu ook in handen van Hitier
meer wordt daarvan gemaakt
ipaganda-materiaal voor de regee-
ijen met volkomen uitschakeling
upartij. In Duitschland is men op
^»upveg naar den ouden druk van
^fepositie houdt zich stil, verzamelt
^■r krachten Zij is geenszins ver-
B wie dat denkt, denkt verkeerd!
■pet ageeren der regeering wordt zij
IfJJP één hoop gedreven en zoo beluis-
~en thans reeds de eerste aanmanin-
b een eenheidsfront te vormen tus-
j socialisten en communisten. Zelfs
T-htige soc. dem. leiders als Loebe
laaraan mee! Welke gevaren daar-
innen voortvloeien is evident- Bij
jgjerbonfi zullen de communisten de
'riuJ001 een deel drijven in ex-
nchting waartoe de soc.-dem. al-
,'et zouden overgaan. Het is hoog
J?' ln Duitschland wordt gespeeld.
,Lae, hooggeroemde Duitsche een-
f®c?i in het gedrang komt.
wacht men op de verkiezingsuit-
C ?P °c beslissing van Leipzig inzake
Jr~cne conflict, doch daarna
jcoet vertrouwen worden gewekt te-
tJM dergelijke wantrouwen ver
fde toestanden?
d»n buiten Europa, dan wordt
:.eer- Het conflict in het Verre
ÏI^Baiib i, onborstelbaar naar de bot-
^Hti hcil?veri k Genève is vergeefsch:
„5 Mantsjoekwo en eischt
'■"rtt het ?Wn.cie Dzjehol op. Weldra
j, !ro°k offensief der Japanners
rnnen provincie verwacht en dan zijn
'iiti ?an het dansen. China heeft
J hoepenmachten daar ter ver-
k „;?ncehtreerd en zal ze gebrui-
van wonder. Feitelijk treedt als
Pftana in i26, botsing dan de oorlogs-
hiL wie i,me' alle consequenties daar-
Ocote beianün vootspellen, gelet op de
8ang van daarbij betrokken, hoe
verder zal zijn? De
iWIJi
verk
nish
ik.
yep
BARON VAN WIJNBERGEN.
Niet meer beschikbaar als Kamerlid.
Door mr. A. I. M. J. baron Van Wijnber
gen is in verband met de a.s. Kamerver
kiezingen aan het bestuur der R.K. Staats
partij medegedeeld, dat een candidatuur
voor d-e Tweede Kamer voor de komende
periode niet door hem zal kunnen worden
aanvaard.
In verband hiermede kunnen wij mede-
deelen, dat baron Van Wijnbergen, die
ondervoorzitter is van den Centr, Raad v.
Beroep te Utrecht den tegenwoordigen
voorzitter van dien Raad mr. dr. H. Reuyl
die tegen 1 April deze functie zal neer
leggen zal opvolgen, terwijl mr. dr. Beu-
mer, lid van voormelden Raad. in de plaats
van baron Van Wijnbergen onder-voorzit
ter wordt.
Baron van Wijnbergen heeft sedert April
1904 deel uitgemaakt van ons Parlement.
Hij werd 8 Maart 1869 geboren, bezocht
het gymnasium te Katwijk aan den Rijn
en studeerde aan de universiteit te Am
sterdam, waar hij in 1893 promoveerde.
Daarna was baron Van Wijnbergen als ad
vocaat te Zutphen werkzaam en vervolgens
ambtenaar van het O. M. te Eindhoven. In
het arrondissement Eindhoven was hij
voorts schoolopziener. Verder was baron
Van Wijnbergen eenigen tijd voorzitter van
den Raad van Beroep voor de ongevallen
verzekering te Arnhem Thans is hij ge
lijk hiervoor is gezegd een der onder
voorzitters van den Centrale Raad van Be
roep te Utrecht en verder voorzitter van
den Centralen Jeugdraad voorzitter van
den Middenstandsraad. President-curator
van de R.-K. Handelshoogeschool te Til
burg en lid van het college van curatoren
der Rijksuniversiteit te Utrecht.
Zijn verdiensten werden erkend door
zijn benoeming tot ridder in de Orde van
den Ned. Leeuw.
REGEERINGSVERKLARING
EN EERSTE KAMER.
Er is niet van den regel afgeweken.
De voorzitter van den Ministerraad ver
klaart, in antwoord op een schriftelijke
vraag van het Eerste-Kamerlid Briët in
zake het niet-afleggen van een Regeerings-
verklaring in de Eerste Kamer naar aan
leiding van de muiterij aan boord van
H. M.'s „De Zeven Provinciën", het vol
gende:
In tegenstelling met wat in andere
landen parlementair gebruik is. plegen in
ons land Regeeringsverklaringen slechts
in een der beide takken van Volksverte
genwoordiging te worden afgelegd. De
Regeeringsverklaring van 3 Augustus 1914
is, voor zoover der regeering bekend, het
eenige geval, waarin van dezen regel is
afgeweken.
De muiterij op „De Zeven Provinciën"
heeft een schok van verontwaardiging
doen gaan door schier de geheele natie.
Men verliest echter de verhoudingen uit
het oog, als men deze muiterij zou willen
vergelijken met het ontzaglijk wereldge
beuren, dat in de eerste dagen van Augus
tus 1914 een aanvang nam.
Zoo ooit. dan was toen aanleiding om,
in afwijking van het gebruik, de Regee
ringsverklaring in beide takken van Volks
vertegenwoordiging af te leggen.
Regeeringsverklaringen worden afgelegd
in die Kamer, welke op het oogenblik ver
gadert. De parlementaire geschiedenis
heeft zoowel gevallen aan te wijzen, dat
dit is geschied in de Eerste als in de
Tweede Kamer.
In het onderhavige geval, nu de Regee
ringsverklaring zou worden gevolgd door
een interpellatie ter zake in de Tweede
Kamer, lag het voor de hand. dat de
Regeeringsverklaring in dat deel der
Volksvertegenwoordiging werd afgelegd.
NA DE MUITERIJ IN INDIE.
Maandag verklaring in den Volksraad.
Aneta meldt uit Batavia:
Het departement der marine in Ned.-In-
dië deelt mede. dat in de op 20 Febr. as.
door de regeering in den Volksraad af te
leggen verklaring betreffende de muiterij
aan boord van ..De Zeven Provinciën" alle
positieve gegevens zullen worden opgeno
men. welke tot dien datum in zake het
uitbreken en het verloop van de muiterij
van de commissie van onderzoek zullen
zijn ontvangen.
De gunstige situatie welke momenteel bij
de marine kan worden geconstateerd heeft
aanleiding gegeven tot verzachting van het
verbod tot passagieren bij de marine.
Thans krijgt de helft van de schepelingen
om den anderen dag verlof tot passagie
ren. Een der twee marechaussee-compag
nieën keert heden naar Malang terug; de
tweede compagnie waarschijnlijk de vol
gende week.
Amerik. vloot blijft niet voor niets in den
Stillen Oceaan!
En in Zuid-Amerika duurt de strijd in
den Gran Chaco geregeld voort, al hoort
men er slechts weinig van- Het conflict
Peru en Columbia over Leticia is boven
dien eveneens getreden in oorlogsvorm,
alle waarschuwingen van Volkenbond en
Amerikaansche staten ten spijt.
Herstel van vertrouwen schoone leus,
hoe ver zijt gij af van de verwezen-
bj king
VERKEERSBELEID VAN
MINISTER REYMER.
VOORLOOPIG VERSLAG DER
EERSTE KAMER.
Aan het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over de Waterstaat-s begrooting
voor 1933 is het volgende ontleend:
Eenige leden verklaarden niet tevreden
te zijn over het 'oeléid van den minister.
Zij betoogden, dat te weinig initiatief van
hem is uitgegaan en dat vele zaken, wel
ker oplossing dringend noodig was, door
hem niet tot afdoening zijn gebracht. Met
name ten opzichte van het verkeersvraag-
stuk had naar het oordeel van deze leden
zijn beleid gefaald.
Andere leden waren van oordeel, dat
hoewel inderdaad verscheidene zaken om
oplossing vragen, men dezen bewindsman
daarover niet te zeer lastig mag vallen,
gelet op de vele gewichtige vraagstukken,
welke zijn aandacht eisehen. Vooral het
verkeersvraagstuk is zoo omvattend en
moeilijk, dat het niet billijk zou zijn den
minister in gebreke te stellen, nu dit nog
niet is opgelost.
Anderzijds mag ook gewezen worden op
het goede werk van den minister, met
name de voortvarendheid op het gebied
van wegenaanleg en bruggenbouw.
Sommige leden betoogden, dat evenals
het geheele bestaande stelsel van produs-
t.ie en distributie om nieuwe vormen roept
dit mede het geval is met het verkeers
wezen in ons land. Instede echter, dat de
minister minstens maatregelen nam ten
einde eigen- en gemeenschapsbelang zoo
goed mogelijk met elkander in overeen
stemming te brengen, handhaafde hij een
toestand die zelfs door voorstanders van
den huidigen maatschappij vorm ontoe
laatbaar moet worden geacht. Immers,
deze bewindsman laat niet alleen onge
hinderd voortduren, dat de verschillende
vervoermiddelen door hun ongebreidelde
onderlinge concurrentie de gemeenschap
ernstig schaden, doch zijn gemis aan
doortastendheid heeft ten gevolge gehad,
dat de auto een zoodanigen voorsprong
op de andere verkeersmiddelen heeft ge
kregen, dat aan het vervoer op spoor- en
waterwegen groote schade is toegebracht.
Deze leden drongen er ernstig bij den
minister op aan, dat hij onverwijld maat
regelen zou treffen, waardoor althans aan
de bevoorrechting van het wegverkeer een
einde kome.
Door verschillende leden werd de veilig
heid van het verkeer op den weg ter
sprake gebracht en gewezen op het groot
aantal ongevallen, waarvan vele met doo-
delijken afloop. De indruk bestond bij
deze leden dat, naast roekeloos gebruik
van de auto door opdrijving van rijsnel
heid, de eisehen. gesteld aan de motoren,
zoomede de keuring en de controle, veel
te wenschen overlaten
Veel te laag noemden zij voorts de straf
fen, die gegeven worden aan hen, die door
eigen schuld oorzaak zijn van ongelukken
op den weg.
Door verschillende leden werd de wen-
schelijkheid betoogd van de instelling
eener verkeersinspectie.
Eenige leden hadden bezwaar tegen het
standpunt van den minister inzake het
niet toepassen van de' tollectieve arbeids
overeenkomsten bij bestekken van Rijks
werken. Zij noemden de houding van de
regeering onsociaal en vroegen met aan
drang wijziging van dit standpunt.
Andere leden konden met het oog op de
tijdsomstandigheden het standpunt van
den minister in dezen billijken.
Eenige leden hadden groot bezwaar te
gen een verbreeding van 't kanaal Hans-
weert-Wemeldinge, waardoor het voor
schepen van zeer groote afmetingen ge
schikt zou worden.
Komt deze tot stand, dan heeft België
feitelijk al wat het noodig heeft inzake
een Rijn-Scheldeverbinding. Men maakt
zich echter illusies, als men meent, dat
daardoor de aandrang tot aanleg van een
nieuwe verbinding zal verminderen. Dat
zal niet het geval zijn, maar wel zal de
positie van België bij de onderhandelin
gen aanzienlijk versterkt zijn, omdat, als
het toch reeds een voortreffelijken vaar
weg heeft verkregen, het minder dan ooit
gevergd zal zijn, behoorlijke compensaties
te geven voor den aanleg van een kanaal
BathDintelsas. Deze aangelegenheid is
dus niet alleen van waterstaatkundigen,
maar mede van internationalen aard.
Eenige leden vroegen, of het bij de te
genwoordige tijdsomstandigheden niet ge-
wenscht in de verbinding van Amsterdam
met den Boven-Rijn en het Twente-Rijn-
kanaal nog eens rustig te bezien; zij be
twijfelden de urgentie van beide werken
en zagen tegen de hooge kosten daar
van op.
Betoogd werd. dat moet worden ge
streefd naar vereenvoudiging bij het
spoorwegvervoer. Door afschaffing van
het verschil in klassen zou bijv. reeds een
belangrijke bezuiniging kunnen worden
verkregen.
Hulde werd den minister gebracht voor
de groote verbetering der spoorwegver
bindingen van België en Frankrijk met
het Oosten en Noorden des lands. Van
dezelfde zijde werd thans de aandacht
van dezen bewindsman gevraagd voor
betere en snellere directe verbindingen
van Twenthe met Westfalen, met name
met- Münster, en dan niet meer via
Rheine.
WAAROM DE KAMER WORDT
ONTBONDEN.
OVERWEGINGEN VAN DEN RAAD
VAN MINISTERS.
Rapport van Minister Ruys de
Beerenbrouck aan de Koningin.
De „Staatscourant" van gisteravond be
vat het volgende rapport aan H. M. de
Koningin inzake de ontbinding van de
Tweede Kamer der Sta ten-Generaal:
Aan H. M. de Koningin,
In aansluiting aan het onderhoud, dat
ik met Uwe Majesteit mocht hebben, ver
oorloof ik mij zeer eerbiedig het navol
gende onder" de aandacht van Uwe
Majesteit te brengen.
In de vergadering der Tweede Kamer
van 9 Februari jj. heeft de Minister van
Justitie de mededeeling gedaan, dat van
het Kabinet niet is te verwachten, dat het
in het gebrek aan medewerking, dat zich
in de terzijdestelling van de wetsontwer
pen betreffende de rechterlijke macht
al dan niet bij wijze van motie zou
betoonen, kan berusten.
1 Daarna heeft de Tweede Kamer op dien
i zelfden dag een motie van orde aangeno-
j men van den volgenden inhoud:
„De Kamer,
van oordeel, dat bezuiniging op de
kosten der rechtspleging' en rechterlijke
organisatie noodzakelijk en mogelijk is,
i dat echter opheffing van 4 Rechtban
ken en van een zoo groot aantal kanton-
gerechten ongewenscht is,
schorst de beraadslaging over de onder-
I havige wetsontwerpen."
I Hierdoor is een conflict ontstaan tus-
1 schen het Kabinet en de Tweede Kamer.
In dezen tijd van ongeëvenaard groote
moeilijkheden van economischen en ande
ren aard acht het Kabinet zich niet ver
antwoord. Uwer Majesteit zijne portefeuil
les ter beschikking te stellen. De eenige
uitweg is ontbinding van de Tweede Ka
mer, waardoor het terrein geëffend kan
worden voor de vervroegde vorming van
een parlementair Kabinet, dat in ons
huidig tijdsgewricht zeker niet minder dan
onder normale omstandigheden als het
meest in overeenstemming met ons
Staatsbestel moet worden geacht.
De buitengewone tijdsomstandigheden
leiden er mede toe, dat de Kamer behoort
te worden ontbonden op zoodanig tijdstip,
dat de nieuw gekozen Kamer onmiddellijk
in hare plaats kan treden. Op dezen zelf
den grond behoort ook de zitting van de
Staten-Generaal te worden gesloten op
een tijdstip, aan die ontbinding onmid
dellijk voorafgaande. Het is toch wensche-
lijk. dat ieder oogenblik het Kabinet met
het oog op maatregelen, waarvan de tot
standkoming geen uitstel gedoogt, een be
roep op de medewerking van de Volks
vertegenwoordiging kan doen.
Op grond van het bovenstaande veroor
looft de Raad van Ministers zich zeer
eerbiedig ingevolge de machtiging, op 14
Februari j.l. door Uwe Majesteit monde
ling aan zijn Voorzitter verleend, hierbij
ter bekrachtiging aan te bieden een ont-
werp-besluit, strekkende tot sluiting van
de zitting van de Staten-Generaal op 6
Mei e.k.. alsmede tot ontbinding van de
Tweede Kamer met 8 Mei e.k., onder vast
stelling van den 15den Maart voor de
candidaatstelling van de verkiezing van
de leden der Tweede Kamer en bepaling
van den 9den Mei als den dag van de
eerste samenkomst van de Eerste Kamer
en de nieuw verkozen Tweede Kamer.
's-Gravenhage, 15 Februari 1933.
De Minister van Staat
Minister van Binnenlandsche Zaken
Voorzitter van den Raad van Ministers
Ruys de Beerenbrouck.
SMOKKELEN MET GEHUURDE AUTO'S.
Een waarschuwing tot de eigenaars.
De aandacht van houders van automo
bielen, vaartuigen en andere vervoermid
delen wordt er op gevestigd, dat het in den
laatsten tijd veelvuldig voorkomt, dat ge
leende, gehuurde of in huurkoop ge
kochte vervoermiddelen dienstig worden
gemaakt aan het plegen van frauduleuzen
in-, uit- of vervoer van goederen
In een zoodanig geval zal het vervoer
middel, overeenkomstig de desbetreffende
wettelijke bepalingen, ongeacht of de
fraudeur zelf, dan wel een ander de eige
naar is, in beslag worden genomen en zal
in daartoe leidende gevallen de verbeurd
verklaring daarvan gevorderd worden.
Zij, die vervoermiddelen verhuren, of
op welken voet ook aan anderen in gebruik
afstaan, dienen zich derhalve in hun eigen
belang zekerheid te verschaffen, dat het
vervoermiddel niet voor smokkeldoelein
den zal worden gebezigd.
HET BEDANKEN VAN DEN HEER
VLIEGEN.
In aansluiting op het bericht, dat de
heer Vliegen ontslag heeft genomen als
lid der Nederlandsche delegatie ter Ont
wapeningsconferentie, publiceert „Voor
waarts" den brief, die de heer Vliegen tot
den minister van buitenlandsche zaken
j heeft gericht:
Excellentie,
Ondergeteekende ziet zich tot zijn leed
wezen genoopt zijn ontslag te nemen als
lid van de delegatie, die de Nederlandsche
regeering vertegenwoordigt ter „Conferen
tie voor de beperking en vermindering der
bewapeningen".
De reden, die hem tot dezen stap noopt,
is gelegen in de wijze waarop namens die
regeering en onder haar verantwoorde
lijkheid, de muiterij op het oorlogsschip
,De Zeven Provinciën" is onderdrukt. On-
dergeteekendes oordeel over die muiterij
zelf is u bekend. Het sluit aan bij dat wat
door den heer Wibaut in de Eerste Kamer
is uitgesproken. Het was een daad van
onbezonnenheid, waarvan voor de betrok
kenen niet anders dan treurige gevolgen
waren te wachten. Maar na kennisneming
van de verschillende er over verschenen
berichten, is naar zijn innigste overtuiging
de slachting, die op het schip heeft plaats
gehad, niet te verdedigen.
Als lid van de Nederlandsche delegatie
ter Ontwapeningsconferentie was aan
ondergeteekende o.a. opgedragen de dele
gatie te vertegenwoordigen in de Commis
sie voor de Luchtvaart. Het voornaamste
Nederlandsche voorstel, dat hij daar met
volle overtuiging heeft verdedigd, was het
verbod van ieder bombardement uit de
lucht en afschaffing van de speciale bom
bardementsvliegtuigen, aldaar terecht be
stempeld als „les avions maudits" (ver
vloekte vliegtuigen). Na hetgeen op 10
Februari in de Nederlandsch-Indische wa
teren geschiedde tegenover eigen onder
danen, zullen dergelijke voorstellen, ko
mend van Nederiandschen kant door velen
niet dan met welverdienden weerzin wor
den aangehoord en elk moreel gezag
missen.
Ondergeteekende kan dan ook na het
gebeurde in deze de woordvoerder namens
de Nederlandsche regeering niet meer zijn.
Daarom verzoekt hij Uwe Excellentie
beleefd, hem als lid van die delegatie ont
slag te willen verleenen.
Met oprechten dank aan alle leden der
delegatie en aan het secretariaat voor de
ondervonden medewerking,
,(w.g.) W. H, VLIEGEN.
COLIJN OVER DE POLITIEKE SITUATIE.
Hij juicht de Kamerontbinding toe.
Voor de anti-revolutionaire kiesvereeni-
ging te 's Gravenhage heeft dr. H. Colijn
gisteravond een rede gehouden.
De groote zaal van den Dierentuin was
tot op de laatste plaats bezet; velen moes
ten zich met een staanplaats tevreden
sellen. Onder de belangstellenden waren
de ministers Terpstra en Donner en de
voorzitter van de Eerste Kamer, baron de
Vos van Steenwijk.
De bijeenkomst werd door mr. J. A. de
Wilde, voorzitter van den Rijkskieskrlna'
's Gravenhage, op de gebruikelijke wijze
geopend.
Dr. Colijn werd met een hartelijke
ovatie begroet.
Na eenige woorden gewijd te hebben aan
den algemeenen toestand van de wereld,
kwam dr. Colijn tot de politieke crisis in
ons eigen land. Het conflict, dat tusschen
Kamer en regeering gerezen was, kon
slechts op twee manieren opgelost worden;
óf de regeering ging heen öf de Kamer
ging heen. De Kroon heeft, op advies
Harer ministers, tot het laatste besloten.
Spr. juicht die beslissing toe. Welke ern
stige mannen zouden zich beschikbaar
hebben gesteld voor een ministersfunctie,
wanneer het kabinet zou zijn afgetreden?
En welke stagnatie in de noodzakelijke
maatregelen zou er niet door veroorzaakt
zijn? Daarom, nogmaals zeide spreker het,
juichte hij de door de Kroon genomen be
slissing toe. Wat zal het gevolg van de
vervroegde verkiezingen zijn? Het nieuwe
kabinet zal thans in Mei op kunnen treden
in plaats van in Augustus, zooals anders
het geval zou zijn geweest. En wie eenig
begrip heeft van de ontzaggelijke taak,
welke op dit nieuwe kabinet zal komen te
rusten. zal dit niet anders dan
kunnen toejuichen. Want nu zal het ka
binet, na rustig beraad met wei-overwogen
plannen in September voor de Staten-
Generaal kunnen versvhijnen. Dit is verre
te verkiezen boven de vaak planlooze wijze
waarop soms de ministers de plannen in
enkele weken moeten samenstellen.
Een Kamer zal moeten worden gekozen,
welke bereid is samen te werken tot her
stel van de ontredderde financiën en tot
opheffing van het vervallen economische
leven. Voorts zal er een Kamer moeten
komen, die onder een krachtig bewind een
krachtigen aanval zal doen op de grootste
sociale plaag, welke ons volksleven teistert,
de werkloosheid.
STRAFMAATREGELEN IN INDIË.
Antwoord van den minister van koloniën
op vragen van het kamerlid Cramer.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Cramer betreffende invrijheidstelling van
twee in voorlooplge hechtenis gestelde af
gevaardigden naar het Kerstcongres van
het Nederlandsch-Indisch Onderwijzers
Genootschap en van het aangehouden af-
deelingsbestuur der P.N.I. te Soerabaya en
betreffende intrekking van de aan be
stuurders van de onderofficiersvereeniging
„Ons Aller Belang" opgelegde straffen,
heeft de minister van koloniën geant
woord:
Tot de aanhouding van de bedoelde af
gevaardigden naar het Jongste Kerstcon
gres van het Nederlandsch-Indisch Onder
wijzers Genootschap, de heeren Q. P. Vrij
burg en H. Reens, is niet overgegaan naar
aanleiding van uitlatingen hunnerzijds.
Wel heeft de Indische regeering termen
gevonden om op grond van uit de des
betreffende verslagen in de dagbladen, o.a.
in het Algemeen Indisch Dagblad van 27
December 1932, te harer kennis gekomen
uitlatingen van die afgevaardigden tegen
hen een strafvervolging te doen instellen.
Tot hun aanhouding, op 5 Januari jl„ is
overgegaan op grond van een, later juist
gebleken, vermoeden van bemoeilijking
van het justitieel onderzoek door gedeel
telijke vernietiging van de notulen der
vergadering.
Beide genoemde personen zijn op 20 Ja
nuari d.o.v. weder op vrije voeten gesteld.
De oplegging van disciplinaire straffen
aan eenige bestuursleden van de onder
officiersvereeniging „Ons Aller Belang", is
geschied ter zake van vergrijpen tegen de
krijgstucht. Het ligt niet op den weg der
regeering om de intrekking van tucht
rechtelijke straffen van den hier bedoel
den aard te bevorderen.
Tot de arrestatie, op 6 Januari j.l, van
de bestuursleden der afdeeling Soerabaya
van de Pendidikan Nasional Indonesia zag
de overheid zich verplicht op grond van
de verspreiding, vanwege dat afdeelings-
bestuur, van eenige duizendtallen strooi
biljetten tot oproeping naar een vergade
ring, op welke biljetten tot revolutie werd
aangespoord.
Op 9 Januari d.o.v. werden de gearres
teerden weer op vrije voeten gesteld, met
uitzondering van een hunner, tegen wien
een strafvervolging wordt ingesteld. De
ondergeteekende kan geen aanleiding vin
den te bevorderen, dat deze persoon in
vrijheid wordt gesteld.
Onrust en verbittering worden verwekt
door feiten als die, waartegen de voren
bedoelde maatregelen waren gericht, niet
door die maatregelen.
De ondergeteekende houdt zich ver
zekerd, dat alle langs wettigen weg en op
ordelijke wijze voorgebrachte grieven
onder de verschillende groepen der In
dische samenleving door de overheid ern
stig worden overwogen.
DE LEIPZIGER MESSE.
Men schrijft ons:
Door de Duitsche spoorwegen is een
nieuwe, belangrijke concessie gedaan ten
behoeve van hen, die als exposant aan de
Leipziger Messe deelnemen. Tot nu toe
werden alleen de in de technische afdee
ling tentoongestelde goederen zonder be
rekening van vracht op Duitsch grondge
bied tenigvervoerd. Deze gunstige bepaling
zal voortaan ook gelden voor alle andere
artikelen, die op de Leipziger Messe zijn
tentoongesteld, mits het bewijs wordt ge
leverd. dat zij niet zijn verkocht of om
geruild.
o
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij Kon. besluit zijn, met ingang van
22 Febr. 1933, bij het leger in Ned.-Indië
benoemd tot generaal-majoor bij het wa
pen der infanterie de kolonels M. L. F,
Bajetto en J. L. Ravenek.