Jaargang LEIDSCH DAGBLAD^ Zaterdag 18 Februari 1933 Vierde Blad No. 22368 Buitenl. Weekoverzicht BINNENLAND. ^STEL VAN VERTROUWEN.... iel van vertrouwen is het eerst voor de wereld en het wereld dat was de leus, die vorig jaar treure werd aangeheven. En Wat blijft er evenwel over van ratel van vertrouwen? Waarheen jai blik ook richt, nergens ziet men reden tot blijdschap. Overal onrust Mantrouwen, die allesbehalve ge- zjin om vertrouwen te wekken ■uropa keert zelfs langzamerhand arlijke tijd der allianties terug, die twichtige rol heeft gespeeld in de ^geschiedenis van den wereldoor- j 1914. Wat er precies achter de .n zich afspeelt lekkige geruchten hebben de ronde over een verdrag tusschen Italië, iie en Duitschland. Uit alle drie aatsen dezer landen heeft men chaast. om een dementi de we- te zenden, doch geheel overtuigd rüt niet. Al is er dan geen regel- erdrag sloten, toch zijn genoem- e dicht tot elkaar gekomen na ingen over en weer! Er is iets aan i, dat lijkt op herstel van den id". Als reactie daarop hebben eds de staten der Kleine Entente, sjecho-Slowakije, Zuid-Slavië en lie. een politieke eenheid gevormd, t speciaal in Italië verontwaardi- leeft gewekt. Het is een direct be- lóezeer men daar de vorming van litieke eenheid tegen zich zelf ge- jelt. De Italiaansche aandrang op ilë om dit land los te maken uit ■me Entente is daarmede volledig ilukt te beschouwen. De Itaiiaan- xpansie-politiek naar den Balkan jeheel op Bulgarije moeten worden xijk, dat juist den laatsten tijd be treezen voor verlies van zijn bond- n, gnuift natuurlijk over den gang len! ;en en ander echter weinig bevor- is voor „herstel van vertrouwen", zeker geen verder betoog. Vol iwen integendeel slaat men elkaar em daarnevens eens de positie van rouwen als gevolg van de binnen- toestanden in de Europeeschc Een sterk staaltje, hoever het in de landen zelf gaat, levert rwachte crisis in België, waar men durfde in liberalen kring om de g de Broqueville te doen sneuvelen de kwestie van al dan niet hand van de nietigverklaring van een eraadsverkiezing in een Waalsch Hoe vast het liberaal-katholiek tot saneering der finantiën dus t wel op eigenaardige wijze gede erd. Koning Albert heeft de klei- tot haar ware proportie terugge en 't kabinet bewogen', om op zijn Itot aftreden terug te komen, maar r een kleinigheid kan leiden tot i belangrijke stap als een kabinets- I ich steeds blijft vooral in moei- I (den als de huidige hoe moet gaan, wanneer gewichtige sanee- iluiten moeten worden getroffen? alen beginnen steeds meer over te een samengaan met de socia- iaki zooals te Antwerpen plaatselijk eschiedt, zooals bekend- RO iknjk heeft Daladier in de Kamer ierd, zij het met moeite. Doch nu IJ lem de Senaat en het gevaar is ■enkbeeldig, dat daar wijzigingen worden aangebracht, die voor de ten onaanvaardbaar zijn, zoodat in acht van de veilige haven het ie kabinet toch nog zou verzinken, dan in Frankrijk een meerderheid Jvenden aard wel te verstaan /jIHransch gebruik, waar een kabinet paar jaar al „lang" is! tot loet worden gebracht? ouwen an Duitschland. Langzaam maar oont de regeering Hitier zijn ware le. Druk is men aan het „politiek n", d. w- z. soc.-dem. of centrum- l die op verantwoordelijke posities 7Cc/®teld, te ontslaan en te vervangen gen partij-menschen. Het is een er veeg teeken ten aanzien van IMFRSflkche politiek. Begint men immers te betreden, dan ontkomt men an willekeur en vervalt men van tot erger. evens wordt de" oppositie-pers al inzer gemuilkorfd. De minste aan- de regeering wordt bijkans beant- met een verschijningsverbod voor dagen. En dat met de verkiezin- 5 Maart in het gezicht! De be is duidelijk. "o is nu ook in handen van Hitier meer wordt daarvan gemaakt ipaganda-materiaal voor de regee- ijen met volkomen uitschakeling upartij. In Duitschland is men op ^»upveg naar den ouden druk van ^fepositie houdt zich stil, verzamelt ^■r krachten Zij is geenszins ver- B wie dat denkt, denkt verkeerd! ■pet ageeren der regeering wordt zij IfJJP één hoop gedreven en zoo beluis- ~en thans reeds de eerste aanmanin- b een eenheidsfront te vormen tus- j socialisten en communisten. Zelfs T-htige soc. dem. leiders als Loebe laaraan mee! Welke gevaren daar- innen voortvloeien is evident- Bij jgjerbonfi zullen de communisten de 'riuJ001 een deel drijven in ex- nchting waartoe de soc.-dem. al- ,'et zouden overgaan. Het is hoog J?' ln Duitschland wordt gespeeld. ,Lae, hooggeroemde Duitsche een- f®c?i in het gedrang komt. wacht men op de verkiezingsuit- C ?P °c beslissing van Leipzig inzake Jr~cne conflict, doch daarna jcoet vertrouwen worden gewekt te- tJM dergelijke wantrouwen ver fde toestanden? d»n buiten Europa, dan wordt :.eer- Het conflict in het Verre ÏI^Baiib i, onborstelbaar naar de bot- ^Hti hcil?veri k Genève is vergeefsch: „5 Mantsjoekwo en eischt '■"rtt het ?Wn.cie Dzjehol op. Weldra j, !ro°k offensief der Japanners rnnen provincie verwacht en dan zijn 'iiti ?an het dansen. China heeft J hoepenmachten daar ter ver- k „;?ncehtreerd en zal ze gebrui- van wonder. Feitelijk treedt als Pftana in i26, botsing dan de oorlogs- hiL wie i,me' alle consequenties daar- Ocote beianün vootspellen, gelet op de 8ang van daarbij betrokken, hoe verder zal zijn? De iWIJi verk nish ik. yep BARON VAN WIJNBERGEN. Niet meer beschikbaar als Kamerlid. Door mr. A. I. M. J. baron Van Wijnber gen is in verband met de a.s. Kamerver kiezingen aan het bestuur der R.K. Staats partij medegedeeld, dat een candidatuur voor d-e Tweede Kamer voor de komende periode niet door hem zal kunnen worden aanvaard. In verband hiermede kunnen wij mede- deelen, dat baron Van Wijnbergen, die ondervoorzitter is van den Centr, Raad v. Beroep te Utrecht den tegenwoordigen voorzitter van dien Raad mr. dr. H. Reuyl die tegen 1 April deze functie zal neer leggen zal opvolgen, terwijl mr. dr. Beu- mer, lid van voormelden Raad. in de plaats van baron Van Wijnbergen onder-voorzit ter wordt. Baron van Wijnbergen heeft sedert April 1904 deel uitgemaakt van ons Parlement. Hij werd 8 Maart 1869 geboren, bezocht het gymnasium te Katwijk aan den Rijn en studeerde aan de universiteit te Am sterdam, waar hij in 1893 promoveerde. Daarna was baron Van Wijnbergen als ad vocaat te Zutphen werkzaam en vervolgens ambtenaar van het O. M. te Eindhoven. In het arrondissement Eindhoven was hij voorts schoolopziener. Verder was baron Van Wijnbergen eenigen tijd voorzitter van den Raad van Beroep voor de ongevallen verzekering te Arnhem Thans is hij ge lijk hiervoor is gezegd een der onder voorzitters van den Centrale Raad van Be roep te Utrecht en verder voorzitter van den Centralen Jeugdraad voorzitter van den Middenstandsraad. President-curator van de R.-K. Handelshoogeschool te Til burg en lid van het college van curatoren der Rijksuniversiteit te Utrecht. Zijn verdiensten werden erkend door zijn benoeming tot ridder in de Orde van den Ned. Leeuw. REGEERINGSVERKLARING EN EERSTE KAMER. Er is niet van den regel afgeweken. De voorzitter van den Ministerraad ver klaart, in antwoord op een schriftelijke vraag van het Eerste-Kamerlid Briët in zake het niet-afleggen van een Regeerings- verklaring in de Eerste Kamer naar aan leiding van de muiterij aan boord van H. M.'s „De Zeven Provinciën", het vol gende: In tegenstelling met wat in andere landen parlementair gebruik is. plegen in ons land Regeeringsverklaringen slechts in een der beide takken van Volksverte genwoordiging te worden afgelegd. De Regeeringsverklaring van 3 Augustus 1914 is, voor zoover der regeering bekend, het eenige geval, waarin van dezen regel is afgeweken. De muiterij op „De Zeven Provinciën" heeft een schok van verontwaardiging doen gaan door schier de geheele natie. Men verliest echter de verhoudingen uit het oog, als men deze muiterij zou willen vergelijken met het ontzaglijk wereldge beuren, dat in de eerste dagen van Augus tus 1914 een aanvang nam. Zoo ooit. dan was toen aanleiding om, in afwijking van het gebruik, de Regee ringsverklaring in beide takken van Volks vertegenwoordiging af te leggen. Regeeringsverklaringen worden afgelegd in die Kamer, welke op het oogenblik ver gadert. De parlementaire geschiedenis heeft zoowel gevallen aan te wijzen, dat dit is geschied in de Eerste als in de Tweede Kamer. In het onderhavige geval, nu de Regee ringsverklaring zou worden gevolgd door een interpellatie ter zake in de Tweede Kamer, lag het voor de hand. dat de Regeeringsverklaring in dat deel der Volksvertegenwoordiging werd afgelegd. NA DE MUITERIJ IN INDIE. Maandag verklaring in den Volksraad. Aneta meldt uit Batavia: Het departement der marine in Ned.-In- dië deelt mede. dat in de op 20 Febr. as. door de regeering in den Volksraad af te leggen verklaring betreffende de muiterij aan boord van ..De Zeven Provinciën" alle positieve gegevens zullen worden opgeno men. welke tot dien datum in zake het uitbreken en het verloop van de muiterij van de commissie van onderzoek zullen zijn ontvangen. De gunstige situatie welke momenteel bij de marine kan worden geconstateerd heeft aanleiding gegeven tot verzachting van het verbod tot passagieren bij de marine. Thans krijgt de helft van de schepelingen om den anderen dag verlof tot passagie ren. Een der twee marechaussee-compag nieën keert heden naar Malang terug; de tweede compagnie waarschijnlijk de vol gende week. Amerik. vloot blijft niet voor niets in den Stillen Oceaan! En in Zuid-Amerika duurt de strijd in den Gran Chaco geregeld voort, al hoort men er slechts weinig van- Het conflict Peru en Columbia over Leticia is boven dien eveneens getreden in oorlogsvorm, alle waarschuwingen van Volkenbond en Amerikaansche staten ten spijt. Herstel van vertrouwen schoone leus, hoe ver zijt gij af van de verwezen- bj king VERKEERSBELEID VAN MINISTER REYMER. VOORLOOPIG VERSLAG DER EERSTE KAMER. Aan het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de Waterstaat-s begrooting voor 1933 is het volgende ontleend: Eenige leden verklaarden niet tevreden te zijn over het 'oeléid van den minister. Zij betoogden, dat te weinig initiatief van hem is uitgegaan en dat vele zaken, wel ker oplossing dringend noodig was, door hem niet tot afdoening zijn gebracht. Met name ten opzichte van het verkeersvraag- stuk had naar het oordeel van deze leden zijn beleid gefaald. Andere leden waren van oordeel, dat hoewel inderdaad verscheidene zaken om oplossing vragen, men dezen bewindsman daarover niet te zeer lastig mag vallen, gelet op de vele gewichtige vraagstukken, welke zijn aandacht eisehen. Vooral het verkeersvraagstuk is zoo omvattend en moeilijk, dat het niet billijk zou zijn den minister in gebreke te stellen, nu dit nog niet is opgelost. Anderzijds mag ook gewezen worden op het goede werk van den minister, met name de voortvarendheid op het gebied van wegenaanleg en bruggenbouw. Sommige leden betoogden, dat evenals het geheele bestaande stelsel van produs- t.ie en distributie om nieuwe vormen roept dit mede het geval is met het verkeers wezen in ons land. Instede echter, dat de minister minstens maatregelen nam ten einde eigen- en gemeenschapsbelang zoo goed mogelijk met elkander in overeen stemming te brengen, handhaafde hij een toestand die zelfs door voorstanders van den huidigen maatschappij vorm ontoe laatbaar moet worden geacht. Immers, deze bewindsman laat niet alleen onge hinderd voortduren, dat de verschillende vervoermiddelen door hun ongebreidelde onderlinge concurrentie de gemeenschap ernstig schaden, doch zijn gemis aan doortastendheid heeft ten gevolge gehad, dat de auto een zoodanigen voorsprong op de andere verkeersmiddelen heeft ge kregen, dat aan het vervoer op spoor- en waterwegen groote schade is toegebracht. Deze leden drongen er ernstig bij den minister op aan, dat hij onverwijld maat regelen zou treffen, waardoor althans aan de bevoorrechting van het wegverkeer een einde kome. Door verschillende leden werd de veilig heid van het verkeer op den weg ter sprake gebracht en gewezen op het groot aantal ongevallen, waarvan vele met doo- delijken afloop. De indruk bestond bij deze leden dat, naast roekeloos gebruik van de auto door opdrijving van rijsnel heid, de eisehen. gesteld aan de motoren, zoomede de keuring en de controle, veel te wenschen overlaten Veel te laag noemden zij voorts de straf fen, die gegeven worden aan hen, die door eigen schuld oorzaak zijn van ongelukken op den weg. Door verschillende leden werd de wen- schelijkheid betoogd van de instelling eener verkeersinspectie. Eenige leden hadden bezwaar tegen het standpunt van den minister inzake het niet toepassen van de' tollectieve arbeids overeenkomsten bij bestekken van Rijks werken. Zij noemden de houding van de regeering onsociaal en vroegen met aan drang wijziging van dit standpunt. Andere leden konden met het oog op de tijdsomstandigheden het standpunt van den minister in dezen billijken. Eenige leden hadden groot bezwaar te gen een verbreeding van 't kanaal Hans- weert-Wemeldinge, waardoor het voor schepen van zeer groote afmetingen ge schikt zou worden. Komt deze tot stand, dan heeft België feitelijk al wat het noodig heeft inzake een Rijn-Scheldeverbinding. Men maakt zich echter illusies, als men meent, dat daardoor de aandrang tot aanleg van een nieuwe verbinding zal verminderen. Dat zal niet het geval zijn, maar wel zal de positie van België bij de onderhandelin gen aanzienlijk versterkt zijn, omdat, als het toch reeds een voortreffelijken vaar weg heeft verkregen, het minder dan ooit gevergd zal zijn, behoorlijke compensaties te geven voor den aanleg van een kanaal BathDintelsas. Deze aangelegenheid is dus niet alleen van waterstaatkundigen, maar mede van internationalen aard. Eenige leden vroegen, of het bij de te genwoordige tijdsomstandigheden niet ge- wenscht in de verbinding van Amsterdam met den Boven-Rijn en het Twente-Rijn- kanaal nog eens rustig te bezien; zij be twijfelden de urgentie van beide werken en zagen tegen de hooge kosten daar van op. Betoogd werd. dat moet worden ge streefd naar vereenvoudiging bij het spoorwegvervoer. Door afschaffing van het verschil in klassen zou bijv. reeds een belangrijke bezuiniging kunnen worden verkregen. Hulde werd den minister gebracht voor de groote verbetering der spoorwegver bindingen van België en Frankrijk met het Oosten en Noorden des lands. Van dezelfde zijde werd thans de aandacht van dezen bewindsman gevraagd voor betere en snellere directe verbindingen van Twenthe met Westfalen, met name met- Münster, en dan niet meer via Rheine. WAAROM DE KAMER WORDT ONTBONDEN. OVERWEGINGEN VAN DEN RAAD VAN MINISTERS. Rapport van Minister Ruys de Beerenbrouck aan de Koningin. De „Staatscourant" van gisteravond be vat het volgende rapport aan H. M. de Koningin inzake de ontbinding van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal: Aan H. M. de Koningin, In aansluiting aan het onderhoud, dat ik met Uwe Majesteit mocht hebben, ver oorloof ik mij zeer eerbiedig het navol gende onder" de aandacht van Uwe Majesteit te brengen. In de vergadering der Tweede Kamer van 9 Februari jj. heeft de Minister van Justitie de mededeeling gedaan, dat van het Kabinet niet is te verwachten, dat het in het gebrek aan medewerking, dat zich in de terzijdestelling van de wetsontwer pen betreffende de rechterlijke macht al dan niet bij wijze van motie zou betoonen, kan berusten. 1 Daarna heeft de Tweede Kamer op dien i zelfden dag een motie van orde aangeno- j men van den volgenden inhoud: „De Kamer, van oordeel, dat bezuiniging op de kosten der rechtspleging' en rechterlijke organisatie noodzakelijk en mogelijk is, i dat echter opheffing van 4 Rechtban ken en van een zoo groot aantal kanton- gerechten ongewenscht is, schorst de beraadslaging over de onder- I havige wetsontwerpen." I Hierdoor is een conflict ontstaan tus- 1 schen het Kabinet en de Tweede Kamer. In dezen tijd van ongeëvenaard groote moeilijkheden van economischen en ande ren aard acht het Kabinet zich niet ver antwoord. Uwer Majesteit zijne portefeuil les ter beschikking te stellen. De eenige uitweg is ontbinding van de Tweede Ka mer, waardoor het terrein geëffend kan worden voor de vervroegde vorming van een parlementair Kabinet, dat in ons huidig tijdsgewricht zeker niet minder dan onder normale omstandigheden als het meest in overeenstemming met ons Staatsbestel moet worden geacht. De buitengewone tijdsomstandigheden leiden er mede toe, dat de Kamer behoort te worden ontbonden op zoodanig tijdstip, dat de nieuw gekozen Kamer onmiddellijk in hare plaats kan treden. Op dezen zelf den grond behoort ook de zitting van de Staten-Generaal te worden gesloten op een tijdstip, aan die ontbinding onmid dellijk voorafgaande. Het is toch wensche- lijk. dat ieder oogenblik het Kabinet met het oog op maatregelen, waarvan de tot standkoming geen uitstel gedoogt, een be roep op de medewerking van de Volks vertegenwoordiging kan doen. Op grond van het bovenstaande veroor looft de Raad van Ministers zich zeer eerbiedig ingevolge de machtiging, op 14 Februari j.l. door Uwe Majesteit monde ling aan zijn Voorzitter verleend, hierbij ter bekrachtiging aan te bieden een ont- werp-besluit, strekkende tot sluiting van de zitting van de Staten-Generaal op 6 Mei e.k.. alsmede tot ontbinding van de Tweede Kamer met 8 Mei e.k., onder vast stelling van den 15den Maart voor de candidaatstelling van de verkiezing van de leden der Tweede Kamer en bepaling van den 9den Mei als den dag van de eerste samenkomst van de Eerste Kamer en de nieuw verkozen Tweede Kamer. 's-Gravenhage, 15 Februari 1933. De Minister van Staat Minister van Binnenlandsche Zaken Voorzitter van den Raad van Ministers Ruys de Beerenbrouck. SMOKKELEN MET GEHUURDE AUTO'S. Een waarschuwing tot de eigenaars. De aandacht van houders van automo bielen, vaartuigen en andere vervoermid delen wordt er op gevestigd, dat het in den laatsten tijd veelvuldig voorkomt, dat ge leende, gehuurde of in huurkoop ge kochte vervoermiddelen dienstig worden gemaakt aan het plegen van frauduleuzen in-, uit- of vervoer van goederen In een zoodanig geval zal het vervoer middel, overeenkomstig de desbetreffende wettelijke bepalingen, ongeacht of de fraudeur zelf, dan wel een ander de eige naar is, in beslag worden genomen en zal in daartoe leidende gevallen de verbeurd verklaring daarvan gevorderd worden. Zij, die vervoermiddelen verhuren, of op welken voet ook aan anderen in gebruik afstaan, dienen zich derhalve in hun eigen belang zekerheid te verschaffen, dat het vervoermiddel niet voor smokkeldoelein den zal worden gebezigd. HET BEDANKEN VAN DEN HEER VLIEGEN. In aansluiting op het bericht, dat de heer Vliegen ontslag heeft genomen als lid der Nederlandsche delegatie ter Ont wapeningsconferentie, publiceert „Voor waarts" den brief, die de heer Vliegen tot den minister van buitenlandsche zaken j heeft gericht: Excellentie, Ondergeteekende ziet zich tot zijn leed wezen genoopt zijn ontslag te nemen als lid van de delegatie, die de Nederlandsche regeering vertegenwoordigt ter „Conferen tie voor de beperking en vermindering der bewapeningen". De reden, die hem tot dezen stap noopt, is gelegen in de wijze waarop namens die regeering en onder haar verantwoorde lijkheid, de muiterij op het oorlogsschip ,De Zeven Provinciën" is onderdrukt. On- dergeteekendes oordeel over die muiterij zelf is u bekend. Het sluit aan bij dat wat door den heer Wibaut in de Eerste Kamer is uitgesproken. Het was een daad van onbezonnenheid, waarvan voor de betrok kenen niet anders dan treurige gevolgen waren te wachten. Maar na kennisneming van de verschillende er over verschenen berichten, is naar zijn innigste overtuiging de slachting, die op het schip heeft plaats gehad, niet te verdedigen. Als lid van de Nederlandsche delegatie ter Ontwapeningsconferentie was aan ondergeteekende o.a. opgedragen de dele gatie te vertegenwoordigen in de Commis sie voor de Luchtvaart. Het voornaamste Nederlandsche voorstel, dat hij daar met volle overtuiging heeft verdedigd, was het verbod van ieder bombardement uit de lucht en afschaffing van de speciale bom bardementsvliegtuigen, aldaar terecht be stempeld als „les avions maudits" (ver vloekte vliegtuigen). Na hetgeen op 10 Februari in de Nederlandsch-Indische wa teren geschiedde tegenover eigen onder danen, zullen dergelijke voorstellen, ko mend van Nederiandschen kant door velen niet dan met welverdienden weerzin wor den aangehoord en elk moreel gezag missen. Ondergeteekende kan dan ook na het gebeurde in deze de woordvoerder namens de Nederlandsche regeering niet meer zijn. Daarom verzoekt hij Uwe Excellentie beleefd, hem als lid van die delegatie ont slag te willen verleenen. Met oprechten dank aan alle leden der delegatie en aan het secretariaat voor de ondervonden medewerking, ,(w.g.) W. H, VLIEGEN. COLIJN OVER DE POLITIEKE SITUATIE. Hij juicht de Kamerontbinding toe. Voor de anti-revolutionaire kiesvereeni- ging te 's Gravenhage heeft dr. H. Colijn gisteravond een rede gehouden. De groote zaal van den Dierentuin was tot op de laatste plaats bezet; velen moes ten zich met een staanplaats tevreden sellen. Onder de belangstellenden waren de ministers Terpstra en Donner en de voorzitter van de Eerste Kamer, baron de Vos van Steenwijk. De bijeenkomst werd door mr. J. A. de Wilde, voorzitter van den Rijkskieskrlna' 's Gravenhage, op de gebruikelijke wijze geopend. Dr. Colijn werd met een hartelijke ovatie begroet. Na eenige woorden gewijd te hebben aan den algemeenen toestand van de wereld, kwam dr. Colijn tot de politieke crisis in ons eigen land. Het conflict, dat tusschen Kamer en regeering gerezen was, kon slechts op twee manieren opgelost worden; óf de regeering ging heen öf de Kamer ging heen. De Kroon heeft, op advies Harer ministers, tot het laatste besloten. Spr. juicht die beslissing toe. Welke ern stige mannen zouden zich beschikbaar hebben gesteld voor een ministersfunctie, wanneer het kabinet zou zijn afgetreden? En welke stagnatie in de noodzakelijke maatregelen zou er niet door veroorzaakt zijn? Daarom, nogmaals zeide spreker het, juichte hij de door de Kroon genomen be slissing toe. Wat zal het gevolg van de vervroegde verkiezingen zijn? Het nieuwe kabinet zal thans in Mei op kunnen treden in plaats van in Augustus, zooals anders het geval zou zijn geweest. En wie eenig begrip heeft van de ontzaggelijke taak, welke op dit nieuwe kabinet zal komen te rusten. zal dit niet anders dan kunnen toejuichen. Want nu zal het ka binet, na rustig beraad met wei-overwogen plannen in September voor de Staten- Generaal kunnen versvhijnen. Dit is verre te verkiezen boven de vaak planlooze wijze waarop soms de ministers de plannen in enkele weken moeten samenstellen. Een Kamer zal moeten worden gekozen, welke bereid is samen te werken tot her stel van de ontredderde financiën en tot opheffing van het vervallen economische leven. Voorts zal er een Kamer moeten komen, die onder een krachtig bewind een krachtigen aanval zal doen op de grootste sociale plaag, welke ons volksleven teistert, de werkloosheid. STRAFMAATREGELEN IN INDIË. Antwoord van den minister van koloniën op vragen van het kamerlid Cramer. Op vragen van het Tweede Kamerlid Cramer betreffende invrijheidstelling van twee in voorlooplge hechtenis gestelde af gevaardigden naar het Kerstcongres van het Nederlandsch-Indisch Onderwijzers Genootschap en van het aangehouden af- deelingsbestuur der P.N.I. te Soerabaya en betreffende intrekking van de aan be stuurders van de onderofficiersvereeniging „Ons Aller Belang" opgelegde straffen, heeft de minister van koloniën geant woord: Tot de aanhouding van de bedoelde af gevaardigden naar het Jongste Kerstcon gres van het Nederlandsch-Indisch Onder wijzers Genootschap, de heeren Q. P. Vrij burg en H. Reens, is niet overgegaan naar aanleiding van uitlatingen hunnerzijds. Wel heeft de Indische regeering termen gevonden om op grond van uit de des betreffende verslagen in de dagbladen, o.a. in het Algemeen Indisch Dagblad van 27 December 1932, te harer kennis gekomen uitlatingen van die afgevaardigden tegen hen een strafvervolging te doen instellen. Tot hun aanhouding, op 5 Januari jl„ is overgegaan op grond van een, later juist gebleken, vermoeden van bemoeilijking van het justitieel onderzoek door gedeel telijke vernietiging van de notulen der vergadering. Beide genoemde personen zijn op 20 Ja nuari d.o.v. weder op vrije voeten gesteld. De oplegging van disciplinaire straffen aan eenige bestuursleden van de onder officiersvereeniging „Ons Aller Belang", is geschied ter zake van vergrijpen tegen de krijgstucht. Het ligt niet op den weg der regeering om de intrekking van tucht rechtelijke straffen van den hier bedoel den aard te bevorderen. Tot de arrestatie, op 6 Januari j.l, van de bestuursleden der afdeeling Soerabaya van de Pendidikan Nasional Indonesia zag de overheid zich verplicht op grond van de verspreiding, vanwege dat afdeelings- bestuur, van eenige duizendtallen strooi biljetten tot oproeping naar een vergade ring, op welke biljetten tot revolutie werd aangespoord. Op 9 Januari d.o.v. werden de gearres teerden weer op vrije voeten gesteld, met uitzondering van een hunner, tegen wien een strafvervolging wordt ingesteld. De ondergeteekende kan geen aanleiding vin den te bevorderen, dat deze persoon in vrijheid wordt gesteld. Onrust en verbittering worden verwekt door feiten als die, waartegen de voren bedoelde maatregelen waren gericht, niet door die maatregelen. De ondergeteekende houdt zich ver zekerd, dat alle langs wettigen weg en op ordelijke wijze voorgebrachte grieven onder de verschillende groepen der In dische samenleving door de overheid ern stig worden overwogen. DE LEIPZIGER MESSE. Men schrijft ons: Door de Duitsche spoorwegen is een nieuwe, belangrijke concessie gedaan ten behoeve van hen, die als exposant aan de Leipziger Messe deelnemen. Tot nu toe werden alleen de in de technische afdee ling tentoongestelde goederen zonder be rekening van vracht op Duitsch grondge bied tenigvervoerd. Deze gunstige bepaling zal voortaan ook gelden voor alle andere artikelen, die op de Leipziger Messe zijn tentoongesteld, mits het bewijs wordt ge leverd. dat zij niet zijn verkocht of om geruild. o VERSPREIDE BERICHTEN. Bij Kon. besluit zijn, met ingang van 22 Febr. 1933, bij het leger in Ned.-Indië benoemd tot generaal-majoor bij het wa pen der infanterie de kolonels M. L. F, Bajetto en J. L. Ravenek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 13