pn'Sneeuw- en ijsvermaak - Eerste hulp-verleening bij gas-aanvallen
m
Jste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
De Brouwersgracht te Amsterdam in wintertooi.
FEUILLETON.
IET MYSTERIE VAN HET
DIAMANTEN KRUIS
ZOODRA ER SNEEUW GEVALLEN IS nemen de Bloemendalers de ge
legenheid te baat om op de hellingen, va/n 't Kopje" sleetje te rijden.
DE GROOTE VIJVERS IN HET HAAGSCHE BOSCH zijn gisteren voor het publiek opengesteld.
Honderden schaatsenlieflhebbers konden profiteeren van goed ijs.
ïRSlt;kEN KAART VOOR GRETA GARBO. In een boekwinkel te Kopenhagen staat deze kaart, waarop be-
wonderaars van Greta Garbo hun naam mogen schrijven.
GAS-OEFENINGEN. Verpleegsters en Roode-Krui6-mannen te Londen krijgen les nn het geven
van eerste hulp bij gasaanvallen.
Schoei
iUÏÏTÜ
H0?r
MÜ3ö
muafl
CHSfil
•t het Êngelsch van Chester K. S. Steele
door A. W. v. E.—v. R.
„Ongeveer een uur geleden. Het is een
jediiMt'? T ,een Indiër, die een antiquiteiten-
nffiPf.?, "leid, dezelfde, waar U en ik de
P-™ weeli die grappige kandelaars in
l",En 'oni1 van een slang hebben bekeken."
p „bmga Phut's winkel? Goede genade,
:R"Ti'ennóord?^llt t0Ch nlet zeggen' dat die is
Elf „Neen, kolonel, die Singa Phut is niet
ermoord, maar zijn compagnon. Die heeft
n£E0 een rare baam. Hier heb ik een krant
oor u meegebracht." En Shag haalde een
ind s-xtra-editie van onder zijn vest vandaan,
jjvf^'aar hij ze zorgvuldig verborgen had ge-
i ucieri' t°t hij zich verzekerd had van
«n meesters gezindheid.
nil! *le ,li0'0bel 'as hegeerig de voorpagina
iet de vetgedrukte letters. Er was werke-
M» Jk iemand vermoord. Shere Ali, Singa
yjjr 'hut's compagnon, was met ingeslagen
'anc»'c1, pp en Sr°ind van den kleinen
V btiQuiteitenwmkel gevonden,
af „En in de hand van den dooden man
ei ig een tikkend horloge," las de kolonel.
2— ien poosje staarde hij op die woorden.
'?.en kwam er een glans over zijn gelaat.
"1 verfrommelde de krant in zijn hand,
spreidde ze toen weer uit, om het schok
kende nieuws nog eens over te lezen, en
mompelde:
„Het uurwerk des doods!"
HOOFDSTUK XI.
Geen alimentatie!
„Shag!" riep de kolonel.
„Ja, kolonel!"
„We gaan morgen visschen!"
„Werkelijk, kolonel? Dan denk ik, dat ik
alles
„Klaar moet hebben, ja. We zullen
weer naar diezelfde plaats gaan, waar
miss Mason mij heeft opgezocht. Er zit
daar veel visch, en ik zal er mijn geluk
weer eens beproeven."
„Ja, kolonel. Maar ik vraag excuus, kolo
nel, zei u niet zoo iets van detective-werk
te willen doen en het visschen op te
geven?" En met de vrijmoedigheid van
een ouden bediende keek Shag zijn mees
ter aan, alsof hij de nieuwe wending van
zaken niet goed begreep.
„Juist Shag, doe wat ik je gezegd heb!
fk ga visschen. Al vang ik niets dat
hoeft niet, als ik daar eenmaal ben. Maar
laat mij maar gaan visschen, als ik rustig
moet nadenken! En dat moet ik nu! Maak
de boel in orde, Shag!"
„Ja, kolonel,"
Nadat hij op deze wijze een middel
meende te hebben uitgedacht, om eenige
der raadsels, die met de Darcy-zaak in
verband stonden, op te lossen, ging kolo
nel Ashley naar het hoofdbureau van po
litie, om meer feiten te hooren over den
moord op den Indiër.
Carroll en Thong waren er, en al ver
welkomden zij den kolonel niet zoo harte
lijk als zij een der hunnen zouden hebben
gedaan, zij betoonden hem in elk geval
den eerbied, dien men verschuldigd is aan
den beoefenaar van dat bijzondere vak,
waarin soms geheel onverwacht begaafd
heid een rol speelt. En Carroll en Thong,
die nu, evenals de andere mannen op het
hoofdbureau, wisten, wie de kolonel was,
zagen er niet tegen op, nog wat te leeren,
al was het dan van een mededinger. Want
zij wisten zeer goed, dat de kolonel bij het
verhoor van James Darcy tegenover hen
en den officier van justitie zou staan.
„Wel jongens, wat hoor ik daar van een
nieuwen moord?" vroeg kolonel Ashley,
nadat hij eenige van zijn sigaren had aan
geboden, die de twee hoofdbureau-ambte-
ren gaarne wilden opsteken.
„Den een of anderen Dago zijn de her
sens ingeslagen," merkte Thong op. „Wij
hebben er niets mee te maken, daarom
weten wij er niet veel van."
„Neen? Wie behandelt het?"
„Pinkus en Donovan, is het niet, Car
roll?"
„Ja." Carroll was te veel verdiept in de
langzaam opkrinkelende rookwolkjes van
zjjn sigaar, om meer te zeggen.
„Wilt U hen soms spreken?" vroeg
Thong vriendelijk.
„Als zij hier zijn, ja."
„Ik geloof, dat zij juist zijn gekomen,"
zei Thong, terwijl hij zijn voeten met een
bons van de tafel, waarop hij ze had ge
legd, op den grond zette. „Gaat U dat
zaakje uitzoeken, kolonel?"
„O neen, ik stel er alleen belang in, om
dat Singa Phut ook genoemd werd bij den
moord op mis. Darcy."
„Maar daar was hij even weinig bij be
trokken als die kat daar, kolonel!" En
Carroll wees op de kat van het hoofd
bureau, die bij een radiator lag te slapen,
want het was koud geworden en de ver
warming was aan.
„Misschien niet" stemde kolonel Ashley
toe. „Maar er zijn eenige toevallig gelijke
omstandigheden, en als het jullie hetzelfde
is, zou ik wel eens willen zien, wat ik daar
van kan te weten komen."
„Doe, wat u wilt. kolonel!" antwoordde
Thong onnoodlg edelmoedig. „Wij hebben
onzen man te pakken en meer hebben wij
niet noodig. Met die andere zaak hebben
wij niets te maken. O, Donovan!" riep hij,
toen hij een speurhond in menschenge-
daante door een der buitenkamers zag
loopen. „Hier is iemand voor je!" Kamer-
raadschappelijk maakten de kolonel en
Donovan kennis met elkaar. Zij hadden
elkaar reeds eerder gezien, doch nog niet
gesproken.
„Het doet mij genoegen, U te leerer,
kennen, kolonel Ashley!" zei Donovan „Ik
heb heel wat over U gelezen! U hebt de
Darcy-zaak In handen, heb ik gehoord?"
„In zeker opzicht ja. Ik werk in het
belang van den jongen man. Maar ik hoor,
dat er weer een moord is gepleegd?"
„Ja, maar die is zoo klaar, dat er voor u
niets aan is. Het eenige, wat Pinkus en
ik te doen hebben, is, de hand te leggen
op de Dago, die het gedaan heeft en de
vlucht heeft genomen. Het zal ook niet
lang duren, of we hebben hem. Hij is
iemand, die zich niet gemakkelijk kan
verbergen, tenzij hij zich verstopt en zelf
moord pleegt, en dat mag hij gerust doen.
„Hoe gebeurde het? En is het waar, wat
de kranten vertelden, dat hetzelfde hor
loge. dat in mrs. Darcy's hand gevonden
werd, ook in de hand van den dooden man
lag?"
„Ja, dat deel van het verhaal is waar,
maar dat is dan ook alles. Het is alleen
een toevallige gelijkenis Singa Phut
kreeg zijn horloge terug, nadat het gerecht
had geoordeeld het niet noodig te hebben
als bewijsstuk. Singa had in het geheel
niets met de Darcy-zaak te maken, en hij
scheen er erg happig op, dat horloge terug
te krijgen. Dus werd het hem teruggeven."
„Maar vermoordde hij zijn compagnon
we. uk?"
„Dat staat zoo vast als een paal boven
waten! Hij sloeg hem het hoofd in met een
zwaren kandelaar één van een paar. Ik
heb hem hier, kijk maar!" Een kabinet
openend, waar hij zijn bewijsstukken voor-
loopig had opgeborgen, haalde Donovan
er een paar zware, bronzen kandelaars uit,
in den vorm van cobra's met opgezette
kappen.
„Met deze hier werd het gedaan", zei
de detective van de politie, op een der
kandelaars wijzend, waar iets donkers en
onbehagelijks aan het eind zat.
„Mijn God!" riep de kolonel uit, „juist
de kandelaar, die ik wilde koopen!"
„Wat? U koopen?" riep Donovan uit
„Luister een, kolonel, weet U er meer van?"
en het beroepsinstinct van den detective
kreeg de overhand boven zijn vriendelijk
heid.
(Wordt vervolgd).