IPRESBURC 73ste Jaargang MAANDAG 16 JANUARI 1933 No. 22339 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Olt nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. OFFICIEELE KENNISGEVING Leidsch Crisis-Comité. STADSNIEUWS. De kwestie prof. Colenbrander. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Ct». per regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertentlën 35 Cts per regel Kleine Advertentlën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANTj Voor Lelden per 3 maanden f.2.35; per week t.0.18 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.10 Franco per post t. 2.35 -t- portokosten. UITLOTING GELDLEENING. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat op 26 Januari 1933 des namiddags te 2 uur in een der vertrekken van het Gemeentehuis zal worden overgegaan tot de uitloting van 50 obligatiën ad f. 1.000,— In de 4V, °/o «■eldleenlng der gemeente Leiden van 1928 groot f. 2.000.000.—. A VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. 3937 Leiden, 16 Januari 1933. POSTGIRO No 188690. Heden ontvingen wij per kas: Fam. H. van Str. 5. ANTWOORD VAN DEN HOOGLEERAAR. Een commissie van onderzoek door de Curatoren der Universiteit ingesteld. Professor dr. Colenbrander heeft naar aanleiding van den z.g. op 10 Januari 1.1. aan „De Gids"-redactie verzonden, op he den. 16 Januari, nog niet aan het adres dier redactie ontvangen brief, het volgende als eerste tevens laatste woord, op te mer ken: „Ik denk er niet aan, heb er nooit aan gedacht en zal er nooit aan denken de afhankelijkheid van het grootste gedeelte van mijn opstel ter herdenking van Willem van Oranje, in .De Gids" van Januari 1933 van Plrenne's Histoire de Belgique te ont kennen, Ik heb geen nieuwe Oranje-bio- graphie willen geven en dit in 't opschrift boven mijn stuk gezegd. Ik heb de geschie denis der Nederlanden van 15551584 wil len doen spreken, niet naar eigen bronnen studie, doch naar de voorstelling der schrijvers, die ik voor de beste erken: Pirenrie en Fruin. Ik heb gemeend, dat de afhankelijkheid van Pirenne voor ieder deskundige volko men duidelijk zou zijn; ook zonder dat ik hem telkens opnieuw noemde, heeft elk historicus moeten weten, dat ik Pirenne in de eerste plaats volgde. Opzettelijke mis leiding was voor deze categorie van lezers daardoor uitgesloten. Het is intusschen een ernstige en voor mij zelve tenslotte onverklaarbare fout ge weest niet te hebben ingezien, dat mijn overnemen ook van noten, bij den leek den indruk zou kunnen opwekken als waren die bewijsplaatsen door mij zelve bijeenge zocht en dat ik in het opschrift van mijn stuk voor den leek niet veel duidelijker dan daar geschiedde heb aangegeven dat mijn artikel in hoofdzaak niet op eigen bron nenstudie. maar voor het grootste deel op de studie van Pirenne berustte. De vraag in hoeverre mijn wetenschap pelijke integriteit door dit verzuim is aan getast, laat ik ter beoordeeling over aan degenen, die door de bevoegde autoriteit zijn aangezocht de tegen mij gerichte be schuldiging te onderzoeken", m Op grond van de ernstige beschuldi ging, tegen prof. Colenbrander ingebracht door dr. P. N. v. Eyck en prof. dr. P. Geyl hebben curatoren der Leidsche Universi teit in overleg met het senaatsbestuur be sloten, zich omtrent de gegrondheid van de geuite beschuldigingen te doen voorlichten door een deskiV-Jge commissie waartoe zijn uitgenoodiga de heeren Kernkamp, hoogleeraar te Utrecht, Gosses. hoogleeraar te Groningen en Brugmans, hoogleeraar aan de Gem. Universiteit van Amsterdam Het ligt in de bedoeling den uitslag van dit onderzoek na bekomen toestemming van Je commissie, openbaar te maken HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Nieuwe inschrijving: Radio Jesse, Rijnsburgerweg 88, Oegst- geest; radio-handel en reparatie-inrich ting. Eigenaar H. J. Jesse Jr., Oegstgeest. Wijzigingen: Broodfabriek „Ceres", J. C. van Heus- den, Oude Rijn li Leiden. Nieuwe eigenaar J. de Fey, Leiden. Firma Simon de Wit (filiaal), Donker- steeg 11; hoofdz. Westzijde 154, Zaandam; kruideniers-, grutters-, koloniale waren en sigaren. Vestiging filiaal Haarlemmer straat 274, Leiden. N. van der Wiel Gzn., Stijntjes Duin straat 16, Noordwijk aan Zee; timmerman en aannemer. Overleden eigenaar N. van öer Wiel Gzn., Noardwijk aan Zee, dd. 20 Oct. 1932, JUBILEUM VAN Ds. D. KUILMAN. Gedachtenisrede. In de geheel gevulde Hooglandsche Kerk heeft gisterenavond ds. D. Kuilman in een gewonen dienst zijn 25-jarig jubileum her dacht. Onder de vele aanwezigen, waaronder verschillenden van elders, merkten wij o.a. op de predikanten J. C. van Apeldoorn, W. Th. Boissevain, C. Hartwigsen, J. C. S. Locher, M. J. Punselie en J. Riemens voorts wethouder J. Splinter, de Gemeente-com missie met haren voorzitter en nagenoeg den geheelen kerkeraad. Als overdenkingswoord koos spr. 1 Cor. 12 3 B. „en niemand kan zeggen Jezus den Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest" Spr. begon met een bekentenis te doen, dat hij, alhoewel hij het recht van niet te willen jubileeren voor zich had willen hou den, hij door den grooten aandrang, die van verschillende kanten op hem uitge oefend is, tenslotte er toch toe is overge gaan een gedachtenisrede uit te spreken. Spr. dankte voorts voor de vele blijken van Hollandsche hartelijkheid die hij in de af- geloopen week heeft mogen ondervinden. Als spreker vanavond iets wil zeggen over zijn persoonlijk leven, dan is het zijn bedoeling hierin Christus' grootheid te openbaren; daarom wil hij ook spreken over het zooeven geciteerde tekstwoord. Die eenvoudige belijdenis, dat Christus de Heere is. is van groote beteekenis in de eerste plaats voor het persoonlijke leven. Hierin toch wordt uitgedrukt dat in heel ons leven Jezus den Heer is. Ook voor spreker heeft dit woord van den apostel reeds in zijn jeugd groote beteekenis ge had. Reeds vroeg in zijn leven voelde spr. het vurig verlangen in aanraking te komen met menschen die dit woord van den apos tel in hun leven tot werkelijkheid trachten te maken. Met dankbaarheid en smart gedenkt sor. eenige Groningsche predikanten, onder wiens prediking spr. veel zegen heeft mo gen ondervinden. Met dank denkt spr. ook aan zijn leer meesters, de professoren Wildeboer, Van Dijk en Van Rhijn, zij zijn het geweest die spr. de oogen hebben geooend voor het re latieve. Zij hebben hem den weg gewezen naar Hem, die alleen is de Weg, de Waar heid en het Leven. Hun arbeid en hun werk heeft er mij voor bewaard om eenzijdig-modern. een- zijdig-orthodox te worden. Nadat spr. drie jaar de Universiteit be zocht had. had hij het plan opgevat de studie te staken en niet tot- het oredikambt in te gaan. maar door een inaugureele rede van prof. Jonker in dien tijd te Gronineen gehouden over „Het persoonlijke geloofs leven en de theologische wetenschap" is spr. van inzicht veranderd. Onnoemelijk rijken zegen heeft spr. van prof. Jonker mogen ondervinden. Doch niet alleen voor het persoon lijke leven, ligt er in de bekentenis, dat Jezus is de Heer groote sterkte, ook voor staat en maatschannij ligt hierin een groo ten kracht. De eigenaardige kracht van het Christendom ligt. ook in dit Woord. Uitdrukkelijk verklaart spr dat ziin groote svmpathie naar de ieugd uitbaat en hij zal dan ook trachten die jeugd te blij ven vastbonden. Sor. strijdt mee en leidt voor de jongeren oodat zij ook ondanks alles in hun per soonlijk leven Jezus als Heer mogen erken nen. Ook de liefde voor de zending, het vurig verlangen naar grooter sociaal recht en zijn vurige actie tegen het alcoholisme kwamen voort uit één zaak in sor. leven, den naam van Jezus Christus, Hij heeft spr. tot dit alles aangezet, Hij heeft spr. geroepen. Jezus Christus is echter niet alleen van beteekenis voor het persoonlijke leven maar ook van de allergrootste beteekenis voor het publieke leven, hetgeen nader door sor. wordt aangetoond. Er ligt in deze woorden een blijde ver wachting. dat alles wat wij verknoeien, alleen maar gered kan worden, door Christus, den Heer. Als gemeente zullen wij onze onvolko menbeden kennen en bidden om een Geest van Boven. Maar ook voor degenen buiten de gemeenten zullen wii met ontferming vervuld zijn. Daarom is het noodig om te bidden om den Heiligen Geest en te buigen voor Jezus Christus God is, aldus spreker misschien bezig om in dezen ernstigen tijd de Kerk wakker te schudden, 't is echter de vraag of wij wil len hooren Laat ons indachtig bliiven aan het woord van Paulna in X Cor. 15: ziit standvastig, onbeweegbik. altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren. als die weet dat uw arbeid niet iidel is in den Heer. Aan het einde van den dienst werd ds. Kuilman staande toegezongen Gezang 91 3. Met een enkel woord dankte ds. Kuilman voor deze zegenbede en herinnerde aan het Schriftwoord Wees getrouw tot den dood en Ik zal U geven de kroon des Levens. In den nacht van Zaterdag op Zon dag is ingebroken in een broeikas van den heer K. aan de Julianastraat, waaruit 8 palmen en 2 cactusplanten werden ge stolen. De politie heeft als verdacht zich aan dezen diefstal te heM^n schuldig ge maakt, aangehouden 28-iarigen H H. alhier, te wiens huize 6 pn'men en 1 cactus in beslag werden genomen. Hij zal ter beschikking van den Officier van Justitie worden gesteld. CENTRAAL ISRAëLIETISCH WEES- EN DOORGANGSHUIS. BUITENGEWONE LEDENVERGADERING. Naar aanleiding van de malversaties van den afgetreden penningmeester. In het gebouw van de Beurs voor den Diamanthandel te Amsterdam is gister middag een buitengewone ledenvergade ring gehouden door de vereeniging Cen traal Israëlietisch Wees- en Doorgangs huis alhier. Deze vergadering was bijeengeroepen naar aanleiding van de malversaties door den afgetreden regent-penningmeester gepleegd, waardoor het Weehuis een schade heeft geleden van ruim f. 110.000. De vergadering was goed bezocht; leden van uit het geheele land waren aanwezig: verder de eere-voorzitter van het College van Regenten opperrabbijn I. Maarsen uit Den Haag en de heer A. S. Onderwijzer, opperrabbijn van het Synagogaal Ressort Noord-Holland te Amsterdam. De voorzitter van het College van Re genten prof. dr. J. L. Palache opende de vergadering met eenige treffende woorden van herdenking gewijd aan de overleden directrice van het Gesticht, mevr. S. ItaliëSchaap. Spreker herinnerde vervolgens aan de tweede ramp. die het weeshuis slechts eenige dagen na de begrafenis van mevr. Italië heeft getroffen: het aan het licht komen van de door den heer Viskoper ge pleegde malversaties. Alvorens over te gaan tot het geven van een overzicht van het gebeurde wees spr. op de ondoor dachte, onverantwoordelijke wijze, waarop men in woord en geschrift op het bekend worden dezer malversaties heeft gerea geerd. Er liepen geruchten over feiten, waarvan men niets wist of weten kon; het publiek oordeelt vlug, maar veroordeelt ook gaarne. Men heeft zich niet ontzien te insinueeren en ongemotiveerde beschul digingen te uiten aan het adres van het bestuur. Tegen een en ander meende spr. een woord van protest hier niet achter wege te moeten laten. Niemand was pijnlijker verrast bij het bekend worden van het gebeurde dan het Bestuur zelf, dat ineens een belangrijk stuk van zijn werk zag afgebroken, een werk waaraan de regenten met ongeloof lijke ijver en toewijding vele jaren ge arbeid hebben. Wat er thans ook gebeurd moge zijn, aldus spr.. dit weeshuis, dit mooie gebouw staat in Leiden onbezwaard, de kinderen hebben er tot heden geen boterham min der om gegeten en spreker hoopte, dat dit ook in de toekomst niet het geval zal be hoeven te zijn. Dankbaar maakte spr. ver der melding van de vele roerende en tref fende bewijzen van medeleven, die het be stuur in deze dagen vanuit het geheele land heeft mogen ontvangen. Vóór alles dienen de belangen van de kinderen en van het weeshuis in het oog te worden gehouden. De regenten zullen de handen uit de mouwen hebben te steken om te trachten het geleden verlies te doen her stellen; mooie voorbeelden zijn op dit ge bied reeds door eenige regenten gegeven. De heer Viskoper is op 30 November 1919 lid van het college van regenten ge worden en toen er op 21 December 1924 een vacature van penningmeester ont stond, werd hij met algemeene stemmen als zoodanig gekozen. In de vergaderingen was zijn optreden er een van rustige zekerheid. Bij het debat was hij steeds van alles op de hoogte en zijn jaarversla gen waren steeds uitstekend in orde en. hij genoot het volste vertrouwen. Vervol gens wees spr. erop hoe het de aandacht had getrokken dat de panden van den heer Viskoper in de Spuistraat in Den Haag publiek te koop stonden. Een onder zoek werd ingesteld en nadat eenige con ferenties waren gehouden, bleek het, dat het geheele kapitaal van het weeshuis zoek was. Den 17en December 1932 heeft Viskoper als regent bedankt. In de verga dering van regenten is tot twee maal toe besloten den afgetreden penningmeester niet aan de justitie over te geven. Behalve om practisehe redenen waren er ook andere motieven, waarom spr. had ont raden den man aan de justitie over te leveren. Geheel buiten de bedoeling van het bestuur om verscheen er in een der bladen een uitvoerig verslag van het ge beurde. Als gevolg hiervan heeft de justi tie ingegrepen en werd V. in hechtenis genomen. Hoe was het mogelijk, aldus spr. dat deze malversaties konden voorkomen, zonder dat het bestuur er iets van heeft geweten. Spr. las hierna de bepalingen uit de statuten voor, die in het toezicht op het beleid van den penningmeester voorzagen. Hieraan is stipt de hand ge houden. Jaarlijks moesten de boeken en bescheiden worden nagezien door een ac countant, die een rapport uitbracht aan de ledenvergadering, die naar aanleiding van dit rapport den penningmeester décharge verleende. Tot het jaar 1920 wer den de bescheiden nagezien door een com missie uit de leden, maar nadien is vast gesteld dat er een accountants-onderzoek zou plaats hebben. Dit is sedert dien steeds geschied, eerst door het accoun- tanskantoor Van Dien, Van Uden en Co., later door den heer Rutten, accountant te Den Haag. hoofdboekhouder van de Nutsspaarbank, in het jaar 1929 over het jaar 1928 door den accountant de Tombe te Leiden en sedert dien weer door den heer Rutten. Op advies van den accoun tant de Tombe werd besloten, dat de effecten in open bewaargeving bij een bank moesten worden gegeven. In het rapport van accountant Rutten over de jaren 1929, 1930 en 1931 komt geregeld de verklaring voor, dat de effecten inderdaad conform het besluit der vergadering in openbewaargeving waren gegeven. Toen den heer Rutten thans gevraagd werd, hoe het mogelijk was, dat hij een dusda nige verklaring kon onderteekenen ter wijl de effecten er niet waren, gaf deze toe zooveel vertrouwen in Viskoper gesteld te hebben, dat hij zonder zich van de aanwezigheid der effecten overtuigd te hebben, hij zijn handteekening onder het rapport plaatste, waarmede hij tevens verklaarde, dat na onderzoek de effecten in orde bevonden waren. Door deze onbegrijpelijke nalatigheid van den accountant, door de onbetrouw baarheid van den penningmeester moest het bestuur misleid worden. Binnen de perken van de statuten heeft het bestuur ten volle zijn plicht gedaan en het wijst daarom alle eventueele beweringen die van eenige verantwoordelij klieid van het bestuur zouden spreken af. Laten we overigens niet te hard oordee- len over den afgetreden penningmeester: we weten niet welke moeilijkheden de heer Viskoper in zijn privé-leven heeft ondervonden; laten wij ons niet tot voor zienigheid opwerpen om hem een steen op het hoofd te werpen. De zaak is in de war geloopen; we moeten trachten het weeshuis weer in het goede spoor terug te brengen. We zullen trachten de statutaire bepalingen dusdanig te wijzigen, dat her haling van het gebeurde onmogelijk is. Laten wij echter vóór alles het belang van de weezen en van het weeshuis in het oog houden. Hierna werd gelegenheid gegeven tot het stellen van vragen. De heer Leverpoll (Arnhem) vraagt of regenten zich ooit vergewist hebben of het geen op papier stond aanwezig was en of regenten ooit gebruik hebben gemaakt van hun bevoegdheid na te gaan of de zaak in orde was. De voorzitter antwoordt dat regenten het nooit hebben gedaan, maar de accountant had dit wel behooren te doen. De secretaris de heer Levisson, zegt. dat in 1928 gebleken is, dat in een safe effec ten v/aren geborgen. Daarvoor is toen door den accountant een opmerking gemaakt. De penningmeester heeft toen gezegd dat de stukken bij een bank in Den Haag wa ren gedeponeerd. Daarna heeft de accoun tant deze verklaring bevestigd. Toen bekend werd, zegt de heer Levisson verder, dat de perceelen van den heer Vis koper zouden worden verkocht, heeft deze laatste gezegd dat van ongerustheid geen sprake behoefde te ziin. want dat hij zon der een tweede handteekening daar toch niet kon aankomen. Spr. is toen naar de bank gegaan en toen bleek, dat er geen bewaargeving was. De heer Menko (Enschedé) merkt op dat wanneer er ooen bewaargeving is. men een recu ontvangt. Is er een safe dan zijn er twee sleutels. De secretaris antwoordt, dat de bank het recu zendt aan den penningmeester Her haaldelijk heeft de accountant gezegd, dat alles in orde was. Machtiging voor een safe is nooit gegeven. Door den heer Levy (Amsterdam) wordt opgemerkt, dat hij vroeger als lid van de commissie tot nazien van de rekening van den penningmeester gezegd heeft, dat dit niet kon gaan in een vloek en een zucht. Hij heeft toen voorgesteld dat dit werk zou worden gedaan door een acountant. Het accountantskantoor van de heeren Van Dien Van Uden en Co. heeft het toen ge daan. Later heeft spr. gehoord dat deze firma er niet meer mee belast is en zich wel eens over de behandeling door het bestuur heeft beklaagd. De voorzitter zegt dat het een feit is dat het accountantskantoor Van Dien. Van Uden en Co. de rekening in 1925 heeft nagezien. In 1928 heeft de penningmeester zich weer gewend tot dit accountantskantoor. Er zijn toen bezwaren gerezen, omdat het onderzoek zou moeten gaan over de jaren 1926, 1927 en 1928. Toen is de heer Rut ten benoemd tot accountant. De heer Van Dam (Enschedé) vraagt of men ooit een bewijs van open bewaarge ving heeft gegeven. De voorzitter zegt: Neen. er is nooit be schikt over effecten in open bewaargeving. De heer Leverpoü concludeert dat wel nooit geld in open bewaargeving is ge weest. Het bestuur had zich daarvan moe ten overtuigen Er is een blind vertrouwen geweest. We hebben nu alles gehoord en nu mogen we er meent spr niet meer over reppen. Het zal voor het bestuur een levens les zijn. Het bestuur moet onbezwaard ver der gaan en dient in zijn taak gesteund te worden. Hadden de malversaties drie of vier ja ren geleden plaats gehad dan zou het ge makkelijker geweest zijn geld bijeen te brengen. Men moet thans zien versterking te krijgen van de gewone middelen. Spr. geeft het bestuur in overweging een rente- looze leening uit te schrijven. Nadat nog enkele sprekers het woord hadden gevoerd werd overgegaan tot be noeming van een commissie tot voorberei ding van de statutenwijziging In deze commissie werden benoemd de heeren S. Menco (Enschedé), mr. C A. Cosman (Leiden) H Kaufmann (Amster dam) en M H. Pimentel (Amsterdam). Het bestuur kreeg hierna machtiging te doen wat verder gedaan moet worden wei- licht het voeren van een proces Aan het slot der vergadering dankte de opperrabbijn Maarsen den voorzitter voor de goede leiding van de vergadering, en sprak zijn voldoening uit over het rustige verloop der bijeenkomst Hij besloot met een propagandistisch woord. BINNENLAND. Door Curatoren der Leidsche Universi teit is een commissie van onderzoek inge steld inzake de tot nrof. Colenbrander gerichte beschuldigingen. (Stadsnieuws, lste Blad). Buitengewone ledenvergadering van het Centraal Isr. Wees- en Doorgangshuis. (Stadsnieuws, lste Blad). De meubelindustrie en de jaarbeurs; deelname aan de najaarsbeurs. (Binnen land, 3e Blad). Speenvarkens zullen te Amsterdam en Groningen voor de consumptie worden gebruikt. (Binnenland, 3e Blad). Maatregelen van de Varkenscentrale. (Land- en Tuinbouw, 3e Blad). Te Noordwijk, Delft en Bussum werd gisteren reeds op kunstijsbanen gereden (Gemengd, 3e Blad). Een duik van 65 M. in de Koningshaven te Rotterdam. (Gemengd, 3e Blad). „Arena" te Rotterdam door brand ver woest. (Gemengd, 3e Blad en Laatste Be richten le Blad). Ernstig ongeluk op onbewaakten over weg te Houten; twee dooden en één zwaar gewonde. (Laatste Berichten, le Blad). BUITENLAND. De verkiezingsuitslag in den Duitschen staat Lippe. Winst voor Hitier. (Bultenl., le Blad). Waarschuwing der Duitsche regeering aan de pers. (Buitenl., le Blad). Het conflict in het verre Oosten. (Bui tenl. en Tel., le Blad). Geen coalitie tusschen Tielman Roos en Smuts in Zuid-Afrika. (Buitenl., le Blad). In Roemenië is een kabinet Vajda Wojwod gevormd; in Griekenland Kaphan- daris kabinetsformateur. (Buitenl., le Bh). De Duitsche rijkskanselier pleit nog maals voor een militie-leger. (Buitenl. le Blad). RECLAME. GA NAAR DQNKERSTEEG, LEIDEN, TEL. 1322 ■NPAAR STEUNSCHOENEN EN HET LEED IS GELEDENI 8770 AMBTSJUBILEUM Ds. J. Ph. MAKKINK. Donderdag 19 Januari a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat ds. J. Ph. Makkink, geboren 13 Juni 1884, als predikant werd bevestigd en zijn intrede deed in de Evangelisch-Luthersche gemeente van Zierikzee. Niet lang bleef hij werkzaam in dezen voor hem zoo geliefden kring. Reeds het volgende jaar veranderde hij van stand plaats De Lutheranen uit Kampen had den hem geroepen. Ds. Makkmk gaf daar aan gehoor en mocht toen drie jaar, van 19091912 als leeraar en vriend van de gemeenteleden en vele belangstelling zijn gaven en krachten aan hen wijden. Het was ook te Kampen dat hij haar vond, die nu nog zijn gade en trouwe hulp is en hem ijverig en liefdevol terzijde staat in het heerlijke ambt. 20 October 1912 volgde de intrede alhier. Meerderen zullen er zijn, die dezen feestdag mochten medemaken, al hebben sindsdien de dood en de veranderlijkheid des levens menigeen weggeroepen, juist onder de leidende en toonaangevende per soonlijkheden der gemeente. Er zal a.s. Donderdag den jubileerenden predikant heel veel liefs voor den geest komen, doch ook veel waaraan hij met weemoed zal terugdenken Daarom kunnen wij het be grijpen dat hij den wensch heeft te Ken nen gegeven, om in de stille binnenkamer zijn weg te overdenken waarlangs God hem heeft geleid, en zich tegen feeste lijkheden heeft verklaard. Doch, welke gemeente is het altijd met haar predi kant eens? Juist zij onder de Lutherschen, die met ds. Makkink symnathiseeren om zijn vrijzinnige prediking, zijn het in dit geval niet met hem eens en vele anders denkenden met hen. Donderdag za' wis en zeker blijken, dat men hem wil danken en eeren voor de liefde, trouw, hartelijkheid, hulpvaardig-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 1