IPRESBURC
73ste Jaargang
MAANDAG 16 JANUARI 1933
No. 22339
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Olt nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
OFFICIEELE KENNISGEVING
Leidsch Crisis-Comité.
STADSNIEUWS.
De kwestie prof. Colenbrander.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Ct». per regel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen
waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle
andere advertentlën 35 Cts per regel Kleine Advertentlën
uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANTj
Voor Lelden per 3 maanden f.2.35; per week t.0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.10
Franco per post t. 2.35 -t- portokosten.
UITLOTING GELDLEENING.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat op 26
Januari 1933 des namiddags te 2 uur in
een der vertrekken van het Gemeentehuis
zal worden overgegaan tot de uitloting van
50 obligatiën ad f. 1.000,— In de 4V, °/o
«■eldleenlng der gemeente Leiden van 1928
groot f. 2.000.000.—.
A VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
3937
Leiden, 16 Januari 1933.
POSTGIRO No 188690.
Heden ontvingen wij per kas:
Fam. H. van Str. 5.
ANTWOORD VAN DEN HOOGLEERAAR.
Een commissie van onderzoek door de
Curatoren der Universiteit ingesteld.
Professor dr. Colenbrander heeft naar
aanleiding van den z.g. op 10 Januari 1.1.
aan „De Gids"-redactie verzonden, op he
den. 16 Januari, nog niet aan het adres
dier redactie ontvangen brief, het volgende
als eerste tevens laatste woord, op te mer
ken:
„Ik denk er niet aan, heb er nooit aan
gedacht en zal er nooit aan denken de
afhankelijkheid van het grootste gedeelte
van mijn opstel ter herdenking van Willem
van Oranje, in .De Gids" van Januari 1933
van Plrenne's Histoire de Belgique te ont
kennen, Ik heb geen nieuwe Oranje-bio-
graphie willen geven en dit in 't opschrift
boven mijn stuk gezegd. Ik heb de geschie
denis der Nederlanden van 15551584 wil
len doen spreken, niet naar eigen bronnen
studie, doch naar de voorstelling der
schrijvers, die ik voor de beste erken:
Pirenrie en Fruin.
Ik heb gemeend, dat de afhankelijkheid
van Pirenne voor ieder deskundige volko
men duidelijk zou zijn; ook zonder dat ik
hem telkens opnieuw noemde, heeft elk
historicus moeten weten, dat ik Pirenne in
de eerste plaats volgde. Opzettelijke mis
leiding was voor deze categorie van lezers
daardoor uitgesloten.
Het is intusschen een ernstige en voor
mij zelve tenslotte onverklaarbare fout ge
weest niet te hebben ingezien, dat mijn
overnemen ook van noten, bij den leek den
indruk zou kunnen opwekken als waren
die bewijsplaatsen door mij zelve bijeenge
zocht en dat ik in het opschrift van mijn
stuk voor den leek niet veel duidelijker dan
daar geschiedde heb aangegeven dat mijn
artikel in hoofdzaak niet op eigen bron
nenstudie. maar voor het grootste deel op
de studie van Pirenne berustte.
De vraag in hoeverre mijn wetenschap
pelijke integriteit door dit verzuim is aan
getast, laat ik ter beoordeeling over aan
degenen, die door de bevoegde autoriteit
zijn aangezocht de tegen mij gerichte be
schuldiging te onderzoeken",
m
Op grond van de ernstige beschuldi
ging, tegen prof. Colenbrander ingebracht
door dr. P. N. v. Eyck en prof. dr. P. Geyl
hebben curatoren der Leidsche Universi
teit in overleg met het senaatsbestuur be
sloten, zich omtrent de gegrondheid van de
geuite beschuldigingen te doen voorlichten
door een deskiV-Jge commissie waartoe
zijn uitgenoodiga de heeren Kernkamp,
hoogleeraar te Utrecht, Gosses. hoogleeraar
te Groningen en Brugmans, hoogleeraar
aan de Gem. Universiteit van Amsterdam
Het ligt in de bedoeling den uitslag van
dit onderzoek na bekomen toestemming
van Je commissie, openbaar te maken
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Nieuwe inschrijving:
Radio Jesse, Rijnsburgerweg 88, Oegst-
geest; radio-handel en reparatie-inrich
ting. Eigenaar H. J. Jesse Jr., Oegstgeest.
Wijzigingen:
Broodfabriek „Ceres", J. C. van Heus-
den, Oude Rijn li Leiden. Nieuwe eigenaar
J. de Fey, Leiden.
Firma Simon de Wit (filiaal), Donker-
steeg 11; hoofdz. Westzijde 154, Zaandam;
kruideniers-, grutters-, koloniale waren en
sigaren. Vestiging filiaal Haarlemmer
straat 274, Leiden.
N. van der Wiel Gzn., Stijntjes Duin
straat 16, Noordwijk aan Zee; timmerman
en aannemer. Overleden eigenaar N. van
öer Wiel Gzn., Noardwijk aan Zee, dd. 20
Oct. 1932,
JUBILEUM VAN Ds. D. KUILMAN.
Gedachtenisrede.
In de geheel gevulde Hooglandsche Kerk
heeft gisterenavond ds. D. Kuilman in een
gewonen dienst zijn 25-jarig jubileum her
dacht.
Onder de vele aanwezigen, waaronder
verschillenden van elders, merkten wij
o.a. op de predikanten J. C. van Apeldoorn,
W. Th. Boissevain, C. Hartwigsen, J. C. S.
Locher, M. J. Punselie en J. Riemens voorts
wethouder J. Splinter, de Gemeente-com
missie met haren voorzitter en nagenoeg
den geheelen kerkeraad.
Als overdenkingswoord koos spr. 1 Cor.
12 3 B. „en niemand kan zeggen Jezus den
Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest"
Spr. begon met een bekentenis te doen,
dat hij, alhoewel hij het recht van niet te
willen jubileeren voor zich had willen hou
den, hij door den grooten aandrang, die
van verschillende kanten op hem uitge
oefend is, tenslotte er toch toe is overge
gaan een gedachtenisrede uit te spreken.
Spr. dankte voorts voor de vele blijken van
Hollandsche hartelijkheid die hij in de af-
geloopen week heeft mogen ondervinden.
Als spreker vanavond iets wil zeggen
over zijn persoonlijk leven, dan is het zijn
bedoeling hierin Christus' grootheid te
openbaren; daarom wil hij ook spreken
over het zooeven geciteerde tekstwoord.
Die eenvoudige belijdenis, dat Christus
de Heere is. is van groote beteekenis in de
eerste plaats voor het persoonlijke leven.
Hierin toch wordt uitgedrukt dat in heel
ons leven Jezus den Heer is. Ook voor
spreker heeft dit woord van den apostel
reeds in zijn jeugd groote beteekenis ge
had. Reeds vroeg in zijn leven voelde spr.
het vurig verlangen in aanraking te komen
met menschen die dit woord van den apos
tel in hun leven tot werkelijkheid trachten
te maken.
Met dankbaarheid en smart gedenkt sor.
eenige Groningsche predikanten, onder
wiens prediking spr. veel zegen heeft mo
gen ondervinden.
Met dank denkt spr. ook aan zijn leer
meesters, de professoren Wildeboer, Van
Dijk en Van Rhijn, zij zijn het geweest die
spr. de oogen hebben geooend voor het re
latieve. Zij hebben hem den weg gewezen
naar Hem, die alleen is de Weg, de Waar
heid en het Leven.
Hun arbeid en hun werk heeft er mij
voor bewaard om eenzijdig-modern. een-
zijdig-orthodox te worden.
Nadat spr. drie jaar de Universiteit be
zocht had. had hij het plan opgevat de
studie te staken en niet tot- het oredikambt
in te gaan. maar door een inaugureele rede
van prof. Jonker in dien tijd te Gronineen
gehouden over „Het persoonlijke geloofs
leven en de theologische wetenschap" is
spr. van inzicht veranderd.
Onnoemelijk rijken zegen heeft spr. van
prof. Jonker mogen ondervinden.
Doch niet alleen voor het persoon
lijke leven, ligt er in de bekentenis, dat
Jezus is de Heer groote sterkte, ook voor
staat en maatschannij ligt hierin een groo
ten kracht. De eigenaardige kracht van
het Christendom ligt. ook in dit Woord.
Uitdrukkelijk verklaart spr dat ziin
groote svmpathie naar de ieugd uitbaat en
hij zal dan ook trachten die jeugd te blij
ven vastbonden.
Sor. strijdt mee en leidt voor de jongeren
oodat zij ook ondanks alles in hun per
soonlijk leven Jezus als Heer mogen erken
nen.
Ook de liefde voor de zending, het vurig
verlangen naar grooter sociaal recht en
zijn vurige actie tegen het alcoholisme
kwamen voort uit één zaak in sor. leven,
den naam van Jezus Christus, Hij heeft
spr. tot dit alles aangezet, Hij heeft spr.
geroepen.
Jezus Christus is echter niet alleen van
beteekenis voor het persoonlijke leven
maar ook van de allergrootste beteekenis
voor het publieke leven, hetgeen nader
door sor. wordt aangetoond.
Er ligt in deze woorden een blijde ver
wachting. dat alles wat wij verknoeien,
alleen maar gered kan worden, door
Christus, den Heer.
Als gemeente zullen wij onze onvolko
menbeden kennen en bidden om een Geest
van Boven. Maar ook voor degenen buiten
de gemeenten zullen wii met ontferming
vervuld zijn. Daarom is het noodig om te
bidden om den Heiligen Geest en te buigen
voor Jezus Christus
God is, aldus spreker misschien bezig om
in dezen ernstigen tijd de Kerk wakker te
schudden, 't is echter de vraag of wij wil
len hooren
Laat ons indachtig bliiven aan het woord
van Paulna in X Cor. 15: ziit standvastig,
onbeweegbik. altijd overvloedig zijnde in
het werk des Heeren. als die weet dat uw
arbeid niet iidel is in den Heer.
Aan het einde van den dienst werd ds.
Kuilman staande toegezongen Gezang
91 3.
Met een enkel woord dankte ds. Kuilman
voor deze zegenbede en herinnerde aan
het Schriftwoord Wees getrouw tot den
dood en Ik zal U geven de kroon des
Levens.
In den nacht van Zaterdag op Zon
dag is ingebroken in een broeikas van den
heer K. aan de Julianastraat, waaruit 8
palmen en 2 cactusplanten werden ge
stolen.
De politie heeft als verdacht zich aan
dezen diefstal te heM^n schuldig ge
maakt, aangehouden 28-iarigen H H.
alhier, te wiens huize 6 pn'men en 1 cactus
in beslag werden genomen.
Hij zal ter beschikking van den Officier
van Justitie worden gesteld.
CENTRAAL ISRAëLIETISCH
WEES- EN DOORGANGSHUIS.
BUITENGEWONE LEDENVERGADERING.
Naar aanleiding van de malversaties
van den afgetreden penningmeester.
In het gebouw van de Beurs voor den
Diamanthandel te Amsterdam is gister
middag een buitengewone ledenvergade
ring gehouden door de vereeniging Cen
traal Israëlietisch Wees- en Doorgangs
huis alhier.
Deze vergadering was bijeengeroepen
naar aanleiding van de malversaties door
den afgetreden regent-penningmeester
gepleegd, waardoor het Weehuis een
schade heeft geleden van ruim f. 110.000.
De vergadering was goed bezocht; leden
van uit het geheele land waren aanwezig:
verder de eere-voorzitter van het College
van Regenten opperrabbijn I. Maarsen uit
Den Haag en de heer A. S. Onderwijzer,
opperrabbijn van het Synagogaal Ressort
Noord-Holland te Amsterdam.
De voorzitter van het College van Re
genten prof. dr. J. L. Palache opende de
vergadering met eenige treffende woorden
van herdenking gewijd aan de overleden
directrice van het Gesticht, mevr. S.
ItaliëSchaap.
Spreker herinnerde vervolgens aan de
tweede ramp. die het weeshuis slechts
eenige dagen na de begrafenis van mevr.
Italië heeft getroffen: het aan het licht
komen van de door den heer Viskoper ge
pleegde malversaties. Alvorens over te
gaan tot het geven van een overzicht van
het gebeurde wees spr. op de ondoor
dachte, onverantwoordelijke wijze, waarop
men in woord en geschrift op het bekend
worden dezer malversaties heeft gerea
geerd. Er liepen geruchten over feiten,
waarvan men niets wist of weten kon; het
publiek oordeelt vlug, maar veroordeelt
ook gaarne. Men heeft zich niet ontzien
te insinueeren en ongemotiveerde beschul
digingen te uiten aan het adres van het
bestuur. Tegen een en ander meende spr.
een woord van protest hier niet achter
wege te moeten laten.
Niemand was pijnlijker verrast bij het
bekend worden van het gebeurde dan het
Bestuur zelf, dat ineens een belangrijk
stuk van zijn werk zag afgebroken, een
werk waaraan de regenten met ongeloof
lijke ijver en toewijding vele jaren ge
arbeid hebben.
Wat er thans ook gebeurd moge zijn,
aldus spr.. dit weeshuis, dit mooie gebouw
staat in Leiden onbezwaard, de kinderen
hebben er tot heden geen boterham min
der om gegeten en spreker hoopte, dat dit
ook in de toekomst niet het geval zal be
hoeven te zijn. Dankbaar maakte spr. ver
der melding van de vele roerende en tref
fende bewijzen van medeleven, die het be
stuur in deze dagen vanuit het geheele
land heeft mogen ontvangen. Vóór alles
dienen de belangen van de kinderen en
van het weeshuis in het oog te worden
gehouden. De regenten zullen de handen
uit de mouwen hebben te steken om te
trachten het geleden verlies te doen her
stellen; mooie voorbeelden zijn op dit ge
bied reeds door eenige regenten gegeven.
De heer Viskoper is op 30 November
1919 lid van het college van regenten ge
worden en toen er op 21 December 1924
een vacature van penningmeester ont
stond, werd hij met algemeene stemmen
als zoodanig gekozen. In de vergaderingen
was zijn optreden er een van rustige
zekerheid. Bij het debat was hij steeds
van alles op de hoogte en zijn jaarversla
gen waren steeds uitstekend in orde en.
hij genoot het volste vertrouwen. Vervol
gens wees spr. erop hoe het de aandacht
had getrokken dat de panden van den
heer Viskoper in de Spuistraat in Den
Haag publiek te koop stonden. Een onder
zoek werd ingesteld en nadat eenige con
ferenties waren gehouden, bleek het, dat
het geheele kapitaal van het weeshuis
zoek was. Den 17en December 1932 heeft
Viskoper als regent bedankt. In de verga
dering van regenten is tot twee maal toe
besloten den afgetreden penningmeester
niet aan de justitie over te geven. Behalve
om practisehe redenen waren er ook
andere motieven, waarom spr. had ont
raden den man aan de justitie over te
leveren. Geheel buiten de bedoeling van
het bestuur om verscheen er in een der
bladen een uitvoerig verslag van het ge
beurde. Als gevolg hiervan heeft de justi
tie ingegrepen en werd V. in hechtenis
genomen.
Hoe was het mogelijk, aldus spr. dat
deze malversaties konden voorkomen,
zonder dat het bestuur er iets van heeft
geweten. Spr. las hierna de bepalingen
uit de statuten voor, die in het toezicht
op het beleid van den penningmeester
voorzagen. Hieraan is stipt de hand ge
houden. Jaarlijks moesten de boeken en
bescheiden worden nagezien door een ac
countant, die een rapport uitbracht aan
de ledenvergadering, die naar aanleiding
van dit rapport den penningmeester
décharge verleende. Tot het jaar 1920 wer
den de bescheiden nagezien door een com
missie uit de leden, maar nadien is vast
gesteld dat er een accountants-onderzoek
zou plaats hebben. Dit is sedert dien
steeds geschied, eerst door het accoun-
tanskantoor Van Dien, Van Uden en Co.,
later door den heer Rutten, accountant
te Den Haag. hoofdboekhouder van de
Nutsspaarbank, in het jaar 1929 over het
jaar 1928 door den accountant de Tombe
te Leiden en sedert dien weer door den
heer Rutten. Op advies van den accoun
tant de Tombe werd besloten, dat de
effecten in open bewaargeving bij een
bank moesten worden gegeven. In het
rapport van accountant Rutten over de
jaren 1929, 1930 en 1931 komt geregeld de
verklaring voor, dat de effecten inderdaad
conform het besluit der vergadering in
openbewaargeving waren gegeven. Toen
den heer Rutten thans gevraagd werd,
hoe het mogelijk was, dat hij een dusda
nige verklaring kon onderteekenen ter
wijl de effecten er niet waren, gaf deze
toe zooveel vertrouwen in Viskoper gesteld
te hebben, dat hij zonder zich van de
aanwezigheid der effecten overtuigd te
hebben, hij zijn handteekening onder het
rapport plaatste, waarmede hij tevens
verklaarde, dat na onderzoek de effecten
in orde bevonden waren.
Door deze onbegrijpelijke nalatigheid
van den accountant, door de onbetrouw
baarheid van den penningmeester moest
het bestuur misleid worden. Binnen de
perken van de statuten heeft het bestuur
ten volle zijn plicht gedaan en het wijst
daarom alle eventueele beweringen die
van eenige verantwoordelij klieid van het
bestuur zouden spreken af.
Laten we overigens niet te hard oordee-
len over den afgetreden penningmeester:
we weten niet welke moeilijkheden de
heer Viskoper in zijn privé-leven heeft
ondervonden; laten wij ons niet tot voor
zienigheid opwerpen om hem een steen
op het hoofd te werpen. De zaak is in de
war geloopen; we moeten trachten het
weeshuis weer in het goede spoor terug te
brengen. We zullen trachten de statutaire
bepalingen dusdanig te wijzigen, dat her
haling van het gebeurde onmogelijk is.
Laten wij echter vóór alles het belang
van de weezen en van het weeshuis in het
oog houden.
Hierna werd gelegenheid gegeven tot het
stellen van vragen.
De heer Leverpoll (Arnhem) vraagt of
regenten zich ooit vergewist hebben of het
geen op papier stond aanwezig was en of
regenten ooit gebruik hebben gemaakt van
hun bevoegdheid na te gaan of de zaak in
orde was.
De voorzitter antwoordt dat regenten het
nooit hebben gedaan, maar de accountant
had dit wel behooren te doen.
De secretaris de heer Levisson, zegt. dat
in 1928 gebleken is, dat in een safe effec
ten v/aren geborgen. Daarvoor is toen door
den accountant een opmerking gemaakt.
De penningmeester heeft toen gezegd dat
de stukken bij een bank in Den Haag wa
ren gedeponeerd. Daarna heeft de accoun
tant deze verklaring bevestigd.
Toen bekend werd, zegt de heer Levisson
verder, dat de perceelen van den heer Vis
koper zouden worden verkocht, heeft deze
laatste gezegd dat van ongerustheid geen
sprake behoefde te ziin. want dat hij zon
der een tweede handteekening daar toch
niet kon aankomen. Spr. is toen naar de
bank gegaan en toen bleek, dat er geen
bewaargeving was.
De heer Menko (Enschedé) merkt op dat
wanneer er ooen bewaargeving is. men een
recu ontvangt. Is er een safe dan zijn er
twee sleutels.
De secretaris antwoordt, dat de bank het
recu zendt aan den penningmeester Her
haaldelijk heeft de accountant gezegd, dat
alles in orde was. Machtiging voor een safe
is nooit gegeven.
Door den heer Levy (Amsterdam) wordt
opgemerkt, dat hij vroeger als lid van de
commissie tot nazien van de rekening van
den penningmeester gezegd heeft, dat dit
niet kon gaan in een vloek en een zucht.
Hij heeft toen voorgesteld dat dit werk zou
worden gedaan door een acountant. Het
accountantskantoor van de heeren Van
Dien Van Uden en Co. heeft het toen ge
daan. Later heeft spr. gehoord dat deze
firma er niet meer mee belast is en zich wel
eens over de behandeling door het bestuur
heeft beklaagd.
De voorzitter zegt dat het een feit is dat
het accountantskantoor Van Dien. Van
Uden en Co. de rekening in 1925 heeft
nagezien.
In 1928 heeft de penningmeester zich
weer gewend tot dit accountantskantoor.
Er zijn toen bezwaren gerezen, omdat het
onderzoek zou moeten gaan over de jaren
1926, 1927 en 1928. Toen is de heer Rut
ten benoemd tot accountant.
De heer Van Dam (Enschedé) vraagt of
men ooit een bewijs van open bewaarge
ving heeft gegeven.
De voorzitter zegt: Neen. er is nooit be
schikt over effecten in open bewaargeving.
De heer Leverpoü concludeert dat wel
nooit geld in open bewaargeving is ge
weest. Het bestuur had zich daarvan moe
ten overtuigen Er is een blind vertrouwen
geweest. We hebben nu alles gehoord en nu
mogen we er meent spr niet meer over
reppen. Het zal voor het bestuur een levens
les zijn. Het bestuur moet onbezwaard ver
der gaan en dient in zijn taak gesteund te
worden.
Hadden de malversaties drie of vier ja
ren geleden plaats gehad dan zou het ge
makkelijker geweest zijn geld bijeen te
brengen. Men moet thans zien versterking
te krijgen van de gewone middelen. Spr.
geeft het bestuur in overweging een rente-
looze leening uit te schrijven.
Nadat nog enkele sprekers het woord
hadden gevoerd werd overgegaan tot be
noeming van een commissie tot voorberei
ding van de statutenwijziging
In deze commissie werden benoemd de
heeren S. Menco (Enschedé), mr. C A.
Cosman (Leiden) H Kaufmann (Amster
dam) en M H. Pimentel (Amsterdam).
Het bestuur kreeg hierna machtiging te
doen wat verder gedaan moet worden wei-
licht het voeren van een proces
Aan het slot der vergadering dankte de
opperrabbijn Maarsen den voorzitter voor
de goede leiding van de vergadering, en
sprak zijn voldoening uit over het rustige
verloop der bijeenkomst Hij besloot met
een propagandistisch woord.
BINNENLAND.
Door Curatoren der Leidsche Universi
teit is een commissie van onderzoek inge
steld inzake de tot nrof. Colenbrander
gerichte beschuldigingen. (Stadsnieuws,
lste Blad).
Buitengewone ledenvergadering van het
Centraal Isr. Wees- en Doorgangshuis.
(Stadsnieuws, lste Blad).
De meubelindustrie en de jaarbeurs;
deelname aan de najaarsbeurs. (Binnen
land, 3e Blad).
Speenvarkens zullen te Amsterdam en
Groningen voor de consumptie worden
gebruikt. (Binnenland, 3e Blad).
Maatregelen van de Varkenscentrale.
(Land- en Tuinbouw, 3e Blad).
Te Noordwijk, Delft en Bussum werd
gisteren reeds op kunstijsbanen gereden
(Gemengd, 3e Blad).
Een duik van 65 M. in de Koningshaven
te Rotterdam. (Gemengd, 3e Blad).
„Arena" te Rotterdam door brand ver
woest. (Gemengd, 3e Blad en Laatste Be
richten le Blad).
Ernstig ongeluk op onbewaakten over
weg te Houten; twee dooden en één zwaar
gewonde. (Laatste Berichten, le Blad).
BUITENLAND.
De verkiezingsuitslag in den Duitschen
staat Lippe. Winst voor Hitier. (Bultenl.,
le Blad).
Waarschuwing der Duitsche regeering
aan de pers. (Buitenl., le Blad).
Het conflict in het verre Oosten. (Bui
tenl. en Tel., le Blad).
Geen coalitie tusschen Tielman Roos en
Smuts in Zuid-Afrika. (Buitenl., le Blad).
In Roemenië is een kabinet Vajda
Wojwod gevormd; in Griekenland Kaphan-
daris kabinetsformateur. (Buitenl., le Bh).
De Duitsche rijkskanselier pleit nog
maals voor een militie-leger. (Buitenl. le
Blad).
RECLAME.
GA NAAR
DQNKERSTEEG, LEIDEN, TEL. 1322
■NPAAR STEUNSCHOENEN
EN HET LEED IS GELEDENI
8770
AMBTSJUBILEUM Ds. J. Ph. MAKKINK.
Donderdag 19 Januari a.s. zal het 25
jaar geleden zijn, dat ds. J. Ph. Makkink,
geboren 13 Juni 1884, als predikant werd
bevestigd en zijn intrede deed in de
Evangelisch-Luthersche gemeente van
Zierikzee.
Niet lang bleef hij werkzaam in dezen
voor hem zoo geliefden kring. Reeds het
volgende jaar veranderde hij van stand
plaats De Lutheranen uit Kampen had
den hem geroepen. Ds. Makkmk gaf daar
aan gehoor en mocht toen drie jaar, van
19091912 als leeraar en vriend van de
gemeenteleden en vele belangstelling zijn
gaven en krachten aan hen wijden. Het
was ook te Kampen dat hij haar vond,
die nu nog zijn gade en trouwe hulp is
en hem ijverig en liefdevol terzijde staat
in het heerlijke ambt.
20 October 1912 volgde de intrede alhier.
Meerderen zullen er zijn, die dezen
feestdag mochten medemaken, al hebben
sindsdien de dood en de veranderlijkheid
des levens menigeen weggeroepen, juist
onder de leidende en toonaangevende per
soonlijkheden der gemeente. Er zal a.s.
Donderdag den jubileerenden predikant
heel veel liefs voor den geest komen, doch
ook veel waaraan hij met weemoed zal
terugdenken Daarom kunnen wij het be
grijpen dat hij den wensch heeft te Ken
nen gegeven, om in de stille binnenkamer
zijn weg te overdenken waarlangs God
hem heeft geleid, en zich tegen feeste
lijkheden heeft verklaard. Doch, welke
gemeente is het altijd met haar predi
kant eens? Juist zij onder de Lutherschen,
die met ds. Makkink symnathiseeren om
zijn vrijzinnige prediking, zijn het in dit
geval niet met hem eens en vele anders
denkenden met hen.
Donderdag za' wis en zeker blijken, dat
men hem wil danken en eeren voor de
liefde, trouw, hartelijkheid, hulpvaardig-