73ste Jaarcan? VRIJDAG 13 JANUARI 1933 No. 22337 'Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. STADSNIEUWS. Het voornaamste Nieuws van heden. MUZIEK. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Cts. ner .-egel voor advertentlën uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle andere advertentlën 35 Cts per regel Kleine Advertentlen uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30 Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts porto te betalen - Bewijsnummer 5 Cts Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANTS Voor Lelden per 3 maanden 1.2.35; per weelc t. 0.18 Buiten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.13 Franco per post f. 2.35 portokosten. PROF. COLENBRANDER EN DE HERDENKING VAN WILLEM VAN ORANJE. De hoogleeraar beschuldigd van plagiaat. Dr. P. N. van Eyck en professor dr. P. Geyl hebben, onder dagteekening van 10 Jan. 1933, den volgenden brief gericht tot de Redactie van „De Gids"; fr: Geachte Heeren, De ondergeteekenden houden zich tot hun leedwezen verplicht "er u opmerkzaam op te maken, dat in het bijzondere num mer. dat door u aan de herdenking van Willem van Oranje gewijd ls, een artikel voorkomt, dat voor een groot deel op erger lijk plagiaat berust. Wij bedoelen het arti kel „Willem van Oranje" van uw redac teur-secretaris, professor dr. H. T, Colen brander. Van omstreeks blz. 10 tot blz. 44, van blz. 48 tot 61, van blz. 69 tot blz. 123 is dat artikel weinig meer dan een samen vatting, in talrijke passages een slaatsche navolging, in zeer vele zinnen, zinsdeelen of woorden een vrije of letterlijke vertaling van blz. 365 tot het slot uit deel III, en van blz. 1 tot blz. 186 uit deel IV van Pirenne's Historie de Belgique. Bladzijden achter el kander komen uit dit boek, zonder dat daaraan meer dan eenige kleine passages van twee regels en meer tusschengevoegd zijn ,die in Pirenne niet voorkomen. In zijn geheel genomen, is een brokstuk van 80— 90 bladzijden eenvoudig het werk van Pi renne en niet van Colenbrander. Deze heeft verder niet alleen nergens aangege ven dat dit zoo is, hij heeft zich zelfs niet ontzien om door overneming van Pirenne's verwijzingen naar de bronnenlitteratuur, den schijn van eigen ernstige studie te wekken. De dozijnen noten waaruit men den indruk krijgt, dat de heer Colenbran der de Archives, de Correspondence de Philippe n, de Mémoires van Hopperus, enz. enz. zelfstandig geraadpleegd heeft, zijn klakkeloos mét de bijbehoorende pas sages uit Pirenne overgenomen. Een heel enkelen keer heeft de heer Colenbrander getracht dit wat minder ln het oog te doen loopen, maar zijn werk krijgt daardoor te meer het karakter van bewuste misleiding. Toen de eerste ondergeteekende dit feit op het spoor gekomen was. heeft hij, of schoon het onmogelijk leek dat het opge helderd kon worden, zich tot professor Co lenbrander gewend. Bij het uitblijven van diens antwoord heeft hij den tweeden on dergeteekende. die het bewuste nummer nog niet in handen gehad had geraad pleegd. Een ondertusschen ingekomen ant woord bevat naar ons beider meening niets dan ontwijkingen en uitvluchten. Na on derling overleg bestaat bij ondergeteeken den geen twijfel of zij moesten hoe on gaarne ook, u. als redactie van „De Gids", verwittigen opdat gij de gelegenheid heb ben zoudt te doen wat in deze gedaan moet worden. Op zichzelf is het feit van plagiaat ge pleegd door een geleerde in de positie van professor Colenbrander, ernstig genoeg. Het wordt niet beter, wanneer de naschrijver zich midden in dat gemakkelijke werk een eigen uitval tegen een vakgenoot veroor looft wegens een voorstelling welke hij vervolgens weder, maar steeds zonder zijn bron aan te geven, met vertaling van Pi renne bestrijdt. Wat het geval echter on miskenbaar tot een zaak van algemeen be lang maakt, is, dat het feit gepleegd is in een bijzonder nummer dat door een tijd schrift als ,,De Gids" aan de nagedachtenis van een groote nationale figuur als onder deel van een nationale hulde opgedragen wordt Niet alleen de integriteit van de Nederlandsche wetenschap, niet alleen de reputatie van een bekend hoogleeraar en van een groot nationaal tijdschrift maar de viering van Willem van Oranje's eeuw feest zelf wordt door dit jammerlijk geval aangetast. Wij vertrouwen, dat gij de smet zult af- wisschen op de wijze die wij twijfelen er niet aan uw eigen gevoel voor de zui verheid van ons nationaal leven, zoowel als voor den. goeden naam van uw tijdschrift u gebiedend zal voorschrijven. Wij vertrou wen dus. dat de lezers van ..De Gids" in het eerstvolgend nummer ondubbelzinnig op de hoogte en tevens de verantwoorde lijkheid der redactie buiten verdenking ge steld worden. Den doorslag van een verge lijking van twee passages, uit het begin en uit het einde, benevens een paar voorbeel den van de wijze waarop de heer Colen brander de aandacht hier en daar van zijn plagiaat heeft trachten af te leiden, slui ten wij in. Afschrift van dezen brief zenden wij aan de pers. Voorloopig antwoord van Prof. Colenbrander. In verband met de ernstige beschuldi gingen ln den hierboven afgedrukten brief geuit, heeft het Ned. Corr. Bur. zich gister avond telefonisch in verbinding gesteld met prof. Colenbrander. Prof. Colenbrander deelde mede dat hij van den brief aan de redactie van De Gids" niet op de hoogte was hoewel het redactieadres bij hem gevestigd ls. Hij kon daarom ook nog niet antwoorden op de beschuldiging van beide heeren Zoo dra hij den brief ontvangen zou hebben, zou hij, na bestudeering van den inhoud, zijn antwoord mededeelen. Thans wenschte hij echter te volstaan met er op te wijzen, dat hij Inderdaad een ruim gebruik van Pirenne gemaakt heeft. Dit is op zichzelf niets bijzonders en hij had dit ook reeds in een brief aan dr. Van Eyck medegedeeld Naast Pirenne zijn ook no" andere au teurs door prof. Colenbrander geraadpleegd maar hierover wordt door dr. Van Eyck en prof. Geyl geen enkele opmerking gemaakt. In een kort onderhoud, dat wij heden met prof. Colenbrander hadden bevestigde deze ons dat hij niet zal antwoorden voor en aleer ook aan hem bevestigend schrij ven is gezonden, dat reeds enkele andere leden der ,.Gids"-redactle bereikte. Mo menteel is dus liet tijdstip voor zijn ant woord nog niet gekomen. o- DE ANTI-OPIUMFILM „RAWANA". Een artistiek en interessant fihndocument. Gisterenmiddag woonden wij, op uitnoo- diging van het Zendingsbureau te Oegst- geest, in het Trianon theater het proef draaien bij, van de groote Anti-Opiumfilm „Rawana", welke op 26 Januari a.s. in de Stadsgehoorzaal zal worden vertoond. Dit buitengewoon artistieke en interessante filmdocument door Henk Alsem op uitnoo- diging der diverse zendingscorporaties vervaardigd, heeft onze aandacht in hooge mate getrokken. Het anti-opiumvraagstuk is van internationalen aard, heeft de be langstelling van den Volkenbond, is van cultureele beteekenis en mag zich daarom verheugen in de belangstelling van zeer velen, ongeacht welke kring of richting men is toegedaan. Het gevaar van de opium wordt in dit filmwerk, dat uitmunt door kunstzinnige vondsten en scherpe fotografie op overtui gende wijze aangetoond. Het opiumkwaad heeft verschillende wortels waaruit het opkomt. Ten eerste de lichamelijke afmatting, want het schuiven is vooral bij de koelies in zwang. Zij worden van werkslaven tot opiumslaven. Ten tweede: bij vrouwen de zucht naar moederschap, ook bij de Chi- neezen geldt het als een schande om zon der kinderen te zijn. Ten derde de speel zucht, een echte Chineesche volkszonde, want de opium scherpt de opmerkingsgave bij het spel. Ten vierde de sexueele onze delijkheid en ongebondenheid. Ten vijfde: de opiumregie en de smakelijke wijze, waarop deze de opium in den handel brengt. De Volkenbondscommissie die in 1929 en 1930 in het Verre Oosten het opium-pro bleem heeft onderzocht, constateerde dat er aan opiumbestrijding zoo goed als niets gedaan wordt. Ned. Oost-Indië maakt eenigermate daarop een uitzondering. Het strekt de Ned. Zending tot eer, dat zij iets doet op dit gebied (o.a. het hospitaal t,e Bandoeng). Van dit prachtige sociale werk laat de film veel interessants en veel aangrijpends zien. Haar gang is de volgende: In dolzinnige jacht drijft een rotatiepers het papier langs de wentelende rollen. Het is wel een bijzonder bericht. De tijding wordt ver breid, dat Henk Alsem van de Hispano- filmfabriek naar Indië vertrekt. Wat gaat Henk Alsem in Indië doen? Hij gaat een zendingsfilm vervaardigen, die een beeld zal geven van het opiumkwaad en van de bestrijding daarvan door de Zending. Het schip nadert zijn bestemming. Men ziet het trotsche zeekasteel van de Mij. Nederland Indië bereiken. Maar kort te voren werpt een Chineesche bediende eenige pakken uit een patrijspoort. Het is de veel bestreden, maar bijna onuitroei bare opiusmokkelarijSpannend is het ta fereel, dat laat zien hoe deze pakken wor den opgevischt, per prauw op een eenzame plaats aan de kust gebracht, daar ont vangen, per auto of per lastdragers verder vervoerd, in een obscure gelegenhed ver der behandeld, verpakt als de taaie zwarte specie is in conservenblikjes, ja zelfs in eierdoppen. Zoo komt het in de opiumkit ten, waar een rondgang van twee zende lingen hen en ons in contact brengt met de daar heerschende toestanden en daar regelmatig komende slachtoffers. Hoe zij er komen laat de volgende scene zien, die bijna van dramatische kracht is: de ver leiding van den jongen man door de vrouw, die als handlangster dienst doet van d»n houder van de opiumkit. Wie wil, kan de ontwenningskuur in het hospitaal in Ban doeng doen. Van wie blijkt, dat zijn ver slaving veroorzaakt wordt door lichame lijke pijn, hij kan ook daarvoor behandeld worden, zoo noodig zelfs door operatie. De genezen ontslagenen worden gewezen op de bron van geestelijke kracht tot vol harding bij hun onthouding. Zij gaan niet zonder meer naar de maatschappij terug, maar vinden in het Doorgangshuis nuttigen arbeid. En zal de strijd tegen de opinm effectief zijn, dan moet de jeugd voor deze volkszonde de oogen geopend worden. In den strijd van die jeugd voor een opiumvrij-Indië ligt de hoop voor de toekomst. Deze film is vol boeiende tafereelen. Zoo de tegenstelling tusschen het Europeesche Lunapark vol van vermaak en de opium kit, waarachter een voorhangsel de ver slaafden wellustig schuiven. Een sympathiek Madoreesje wandelt langs de straat, blijft even staan, een in- landsch meisje van bijzondere bekoorlijk heid in dienst van den kithouder lokt hem binnen. Het Madoereesje heeft zorgen. Zij biedt hem de opiumpijp. Sinds rookt hij daar dagelijks. Veel meer ware te noemen! Ook de teekenlng van de redding der stak kers grijpt aan! Henk Alsem heeft van zijn opdracht iets bijzonders gemaakt. Zijn film berust niet op fantasie, maar op droeve werkelijkheid. Zij is geen aaneenschakeling van bewe gende foto's, de essentie van het Evangelie heeft er haar verbeelding in gevonden. Niet alleen door de nieuwe techniek, maar ook door de nieuwe kunst, die er zich ln openbaart. Zij is een speelfilm ge worden en biedt daarnaast een reeks fil mische fotografieën, getuigend van de scherpe opmerkingsgave van den cineast. Daardoor onderscheidt zij zich van alle overige zendingsfilms. Wie de gevaren van de opium wil kennen, wie een beeld van Indië wenscht te verkrijgen, zoowel van haar prachtige natuur als van haar lage onderwereld, wie vooral een treffend in zicht wil ontvangen van het groote barm hartige zendingswerk, ga deze film bin nenkort zien! Wij kunnen „Rawana" in ieder opzicht van harte aanbevelen! De Zendingsdirec- tor Dr. Brouwer leidde de film met enkele woorden in. VRAGEN VAN J)EN HEER SCHÜLLER. Over loonen bij de bestrating. De heer Schuller heeft den Raad verlof gevraagd de volgende vragen aan B. en W. te mogen stellen: lo, is het juist dat de Directeur van Gemeentewerken, bekend heeft laten maken onder het personeel, werkzaam bij de afdeeling bestrating, dat in den ver volge bij het verrichten van werkzaam heden in tariefloon, niet meer het gega randeerde dagloon zal uitbetaald worden; 2o. indien bovenstaande vraag bevesti gend beantwoord moet worden, willen B. en W. den Raad dan mede deelen of zij, of de genoemde Directeur dit besluit ge nomen hebben en ter uitvoering bekend laten maken; 3o. achten B. en W. zich, of de Directeur van Gemeentewerken bevoegd, om het Raadsbesluit d.d. 31 Mei 1905 en gewijzigd d.d. 11 Juli en 6 September 1921 buiten werking te stellen, zonder daarover de Commissie voor Georganiseerd Overleg ge hoord te hebben en de Raad hieromtrent een besluit heeft genomen? REIZENDE TENTOONSTELLING DER NED, INDUSTRIE. Georganiseerd door de vereeniging „Nederlandsch Fabricaat". Door de openluchtvoorstellingen in 150 verschillende plaatsen in den zomer van 1932 georganiseerd, en de daarop onmid dellijk gevolgde winterfilmrondreis, heeft het bestuur van bovengenoemde vereeni ging de ervaring opgedaan, dat het zeer gewenscht is op nog meer intensieve wijze in deze richting voort te gaan ter bevor dering van de daadwerkelijke belangstel ling voor het Nederlandsch fabrikaat. In verband hiermede heeft het bestuur besloten achtereenvolgens in ten minste veertig gemeenten, o.a. in Leiden, een Ne derlandsch Fabrikaat Tentoonstelling te houden, waarbij zooveel mogelijk rekening zal worden gehouden met de wenschen dei- deelnemende fabrikanten. Hoe langer hoe meer blijkt dat het Nederlandsche publiek wenscht te weten wat in Nederland wordt gemaakt en waar dit te krijgen is en het moet in de gelegenheid worden gesteld op aantrekkelijke wijze zich te kunnen overtuigen van de goede hoedanigheden van onze nationale producten. o TENTOONSTELLING MODERNE KUNST. De tentoonstelling van moderne beelden de kunst uit particulier bezit in Leiden en omgeving in het Stedelijk Museum de La kenhal is nog slechts Zaterdag en Zondag geopend. Er moge aan herinnerd worden, dat de opbrengst komt ten bate van het Leidsch Crisiscomité. o RIJKSPOSTSPAARBANK. Aan het postkantoor Leiden werd. in den loop der maand December 1932 op snaarbankboekjes ingelegd f. 172.256.61 en terugbetaald f. 142.517.95. Derhalve meer ingelegd dan terugbetaald f. 29.738.66. Het aantal nieuw uitgegeven spaarbankboekjes bedroeg 100. Door tusschenkomst dezer kantoren werd ter Directie op staatsschuldboekjes afge schreven f. 6300. Derhalve minder in- dan afgeschreven f. 6300 o Den 22sten Januari a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat de heer W. H. Colpa in dienst trad van de gemeente Lelden. Aangesteld als smid bij den dienst van Gemeentewerken, is de jubilaris in 1910 in gelijke functie overgegaan naar de Lichtfabrieken Bij deze fabrieken, die zich toen nog in het begin-stadium van baar ontwikkeling bevonden, was er voor den jubilaris ruimschoots gelegenheid zijn krachten te ontplooien. Zijn goede eigenschappen trokken zoo de aandacht, dat hij, na in 1916 te zijn benoemd tot bankwerker le kl., op 1 April 1917 werd aangesteld in zijn tegenwoordige betrek king van assistent-gasmeester. In al deze functies heeft hij zich tal van goede kameraden verworven. Daarnaast heeft hij ook zeer velen aan zich verplicht, door zijn kalme hulpvaardigheid bij onge vallen, van welken aard deze ook moch ten zijn. NED. CHR. VROUWENBOND. Socialisme, Communisme en Fascisme. Gisteravond werd in de Graanbeurs, welke druk bezet was, de derde winter- lezing vanwege de afd. Leiden van den Ned. Chr. Vrouwenbond gehouden. Als spreker was uitgenoodigd mr A. J. de Wilde, lid der Tweede Kamer die als onderwerp gekozen had Socialisme, Com munisme en Fascisme. De presidente mei. Van Loo sprak een kort openingswoord, waarin zij nog eens nadrukkelijk het doel van den bond op den voorgrond stelde. Mr. de Wilde, hierna het. woord ver krijgend begon met er op te wijzen dat er hoe langer hoe meer komt een verwording der geesten. Twee extremistische stroomingen open- baren zich heden ten dage sterk en wel socialisme en communisme die spreker in één adem wil noemen, en fascisme. Ook op de jeugd hebben deze extremistische j stroomingen grooten invloed. Over Communisme en socialisme, het eerst sprekende zegt spr. principieel tus schen deze stelsels haast geen onderscheid I te zien. Spr. beschouwt de S.D.A.P.. O.SP. en de communistische partij als drie takken aan 'n boom. Soc. en Communisme zijn i geen bewegingen van den laatsten tijd, maar de geschiedenis teruggaande, treft men het Socialisme reeds bij de Grieken aan (spreker noemt hierbii Plato) terwijl men het echter bij de Romeinen weer tevergeefs zoekt. Ook het Communisme ziet men de geheele geschiedenis door. De kracht van deze beide stroomingen schuilt in het speciaal naar voren brengen van een niet geheele waarheid. Uitvoerig stond spr. stil bii de Sucialisti- sche staatsopvoeding van kinderen, alle ongelijkheid moet hier worden weggedoe zeld. Hoe meer men deze stelsels onderzoekt des te beter ziet men de consequenties er van in en ervaart dat de stelsels niet opgaan. Karl Marx teekent spr. als den stichter van het moderne socialisme. Verscheidene theoriën van Maix worden door spr. uit voerig behandeld en aangetoond worden dai de aanwezigen als Christenmannen en vrouwen bij deze theoriën niet kunnen leven en ook niet kunnen aanvaar den. Bij alle eelijkheid die wij hebben tegen over God, bestaat er een groote ongelijk heid in aanleg, kunde enz.: gaven die wij van God hebben ontvangen, zoodat hier uit dus duidelijk blijkt, dat het onmogelijk is allen gelijk od te voeden. Wat het socialisme ook niet heeft dat is een eigen zedoleer; gevolg hiervan een ontbinding van het huwelijk. Dit alles zou uitloopen op vernietiging van den gods dienst. Wij zullen daav-en-tegen liet standpunt Innemen, dat wij als Christenmenschen trachten onrecht weg te nemen, wii moe ten reformeeren en restaureeren, wij moe ten beseffen dat God uit éénen bloede het gansche menschdom heeft gemaakt. Na" de pauze SDrak spr. over het fas cisme. Tot op zekere hoogte is dit een ander stelsel, alhoewel wel nunten van overeenkomst zijn aan te wijzen. Het fascisme belijdt de z.g. organische opvatting van den staat en het individu. Ook de fascistische leer werd door mr. de Wilde duideliik uiteengezet. waaruit blijkt dat zij den staat bovenal zet naast het ras. In dezelfde liin openbaart zich het Nat. Socialisme Ook hier wordt het ras sterk op den voorgrond gesteld. Ten opzichte van het fascisme zijn. al dus spr. zoowel negatieve als positieve redenen aan te voeren. Het fascisme is in wezen revolutionair en niet gegrond op de Schrift: verder is daar de miskenning van den ir.dividueelen mensch, de vriiheid wil ook deze partij aan banden liggen De groote fout van het fascisme is de Staatsvergoding. Er zal aldus spr. moeten zijn een groote inaivi- dueele vrijheid. Het fascisme lijkt spr niet zoo ge vaarlijk als het communisme, omdat, deze plant van vreemden bodem h!er toch niet tieren zal. Voor het communisme zullen wii echter hebben te waken. Ook om het nationaal besef te verle vendigen behoeven wij het fascisme niet te hebben wii voelen nationaal. Wij hou den van het Nederlandsche volk omdat het. ons volk is Wii voelen nationaal maar in hooveren zin ziin wij ook internationa*3). Wii hebben aldus spr. niet noodig Socialisme, communisme en fascisme, maar wat wii noodie hebben is de be leving .van de Schoonheid en heövliikhe:d van onze beginselen, die daar liggen in het Woord van God. Na "net zingen van ..Een vaste burcht is onze God" en dankgebed van mr. De Wilde ging de vergadering uitee" ARBEIDSBEURS. Op den 12en Januari 1933 waren 3860 (v. j 2521) werkzoekenden ingeschreven. BINNENLAND. Wijgiging van de Kieswet; memorie van antwoord aan de Tweede Kamer (Bin nenland, 3e Blad). De staking te IJmuiden; Maandag wordt de aanvoer van visch vrijwel stop gezet (Binnenland, 3e Blad). Nieuwe bezuinigingsvoorstellen in Indië (Uit Ned. Oost-Indië, 3e Blad). De ramp van de Atlantique; huldiging van drie Hollandsche zeelieden te Maas sluis (Gemengd, 3e Blad). Schoen en Buschenhagen winnen den Zesdaagschen Wielerwedstrijd te Dort mund (Sport, 3e Blad). BUITENLAND. Het program der Economische Wereld conferentie (Buitenl., le Blad). Steeds toenemende actie in China voor strijd tegen Japan (Buitenl., le Blad). Kabinetscrisis in Griekenland en Roe menië (Buitenl., le Blad). Besluiten van het centraal comité der sovjets (Buitenl., le Blad). Cosgrave doet den Ierschen boeren groote beloften (Buitenl., le Blad). Groote kerkbrand in Canada (Telegr., le Blad). RESIDENTIE-ORKEST. Brahms-herdenking- Tweede luitenant D Klop, van het 4e regiment infanterie en gedetacheerd bij den vrijwilligen landstorm te Neuzen wordt 1 April van die detacheering ontheven en op wachtgeld gesteld. Aan z.g. gewetensgeld is aan 't kantoor van den ontvanger der directe belastingen alhier f. 800 ontvangen. Dr. Peter van Anrooy. Hebben we kort geleden, naar aanlei ding van de beide kamermuziekavonden door Toonkunst georganiseerd, de betrek king besproken tusschen den derden der drie groote B's uit de muziekliteratuur met den eersten en tweeden (Bach en Beet hoven), thans een enkel woord over wat Brahms aan tijdgenoot en nakomeling schap bindt of wel van dezen verwijderd houdt. Brahms' romantiek zou men geen gematigde romantiek kunnen noemen: een zoodanige, die zich hield aan het vormgevingsprincipe van Beethoven, het beginsel van den muzikalen bouw door de logische ontwikkeling van een enkelvoudig melodisch gegeven. Daarnaast deed zich een andere richting gelden, die, waarin liet persoonlijke gevoelsleven niet slechts schepper was van de muzikale kernge dachte, doch ook den weg aangaf van het verder verloop dier kerngedachte, de rich ting dus. die het constructieve of archi tectonische element der muzikale compo sitie op den achtergrond drong. Ze is vrucht van Franschen bodem (Berlioz). Maar Frankrijk begeerde ze niet In Duitschland vond ze waardeering bij Liszt. Diens groot gezag en niet het minst diens onbaatzuchtigheid deden het prin cipe van Berlioz zegevieren: het neo- romantisme was geboren dat in den Liszt- kring te Weimar een centrum van de meest toegewijde propaganda vond. De jonge Brahms heeft, als ieder toonkunste naar dier dagen ook Weimar het muzikale Mekka, bezocht Maar de min of meer stugge en in zich zelf gekeerde Brahms voelde zich in den Lisztkring niet te best thuis. En hij ging zijns weegs. De neo romantiek. waarin de concreete gedachte hoe langer hoe meer vormgevende factor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1933 | | pagina 1