NIEUWJAARSDAG.
RAADSELS.
GOEDE OPLOSSIN
0PL0SSmCF.fi.
OUD EN NIEUIf
Ik denk, dat weinigen van Jullie weten,
dat de nieuwjaarsgebruiken. die bij de he-
dendaagsche volken op erschillende wijze
in zwang zijn. van heidensellen en wel
Romeinschen oorsprong zijn.
Eerst zal ik jullie eenlge bijzonderheden
van de toenmalige nieuwjaarsviering ver
tellen Je kunt dan den oorsprong in de
tegenwoordige gebruiken herkennen en de
wijzigingen, die zij ondergaan hebben, op
merken.
Het Romeinsche jaar begon aanvanke
lijk met 1 Maart, doch Noma, de tweede
koning van Rome. moet in 717 vóór Chris
tus het Jaar met 12 maanden hebben inge
voerd. terwijl het er vroeger slechts 10 had.
Rome vertoonde op den eersten dag van
het jaar reeds in den vroegen morgen een
opgewekt leven. De huisgenooten begroet
ten elkaar met hartelijke gelukwenschen.
Zij vermeden elk woord waarin een kwaad
voorteeken kon liggen t was een bijge-
loovig volk en men onthield zich van
alle oneenigheden want één enkel liefde
loos woord, zoo meende men. kon een ge
heel jaar kwaad na zich sleeoen. Opdat 't
jaar een gezegenden arbeid zou opleveren,
verrichtte elk op dien morgen een kleinig
heid van hetgeen deel uitmaakte van zijn
dagelijksche bezigheden.
Nadat aan de vereischten der huiselijke
gewoonten voldaan was, trok men naar
het kapitool om daar den god Janus met
wierook, wijn en offerkoeken te vereeren.
Jullie weet misschien, dat volgens de fa
belleer deze godheid twee aangezichten
had, het één. naar het verleden het an
dere naar de toekomst gericht. Een spre
kend beeld voor den aanvang van het jaar.
Voorts werd de ïerste maand naar deze
godheid genoemd.
Het verdere gedeelte van den dag bracht
de Romein door met aan vrienden en be
kenden geschenken te zenden en weder-
keerig van hen te ontvangen. Oorspronke
lijk waren deze strenea (nieuwjaarsgiften
noemen de Pranscher. êtrenrlaurier
takken. die men uit het bosch van Strenea
de godin dei- gezondheid haalde en wier
stille overreiking den wensch voor een ge
lukkig en voorspoedig jaar uitdrukte. La
ter voegde men een koperen munt. waaroo
het hoofd van Janus gestempeld was. ver
gulde dadels vijgen en nruimen daarbij.
Deze gebruiken werden steeds kostbaar
der en mooier. De gewone geschenken on
der vrienden en verwanten bestonden uit
zoogenaamde Sigilia Donoetjes of figuur
tjes. die voor de armen van gebrand klei,
voor de meer gegoeden van glas of was.
voor de rijken van goud of zilver vervaar
digd waren. Met deze begiftigden ouders
hun kinderen. Maar ook volwassenen zon
den elkaar uit scherts dergelijke figuren,
en ane nabootsingen, zooals b.v. dadels,
pruimen en vijgen van was of glas. Soms
waren zij verguld. Deze vruchten waren
n.l. het zinnebeeld van een aangenaam
verloop van het laar.
De Romeinsche koek- en banketbakkers
voorzagen de nleuwjaarsmarkt. die eind
December gehouden werd wan koekpop
petjes. Op deze markt zag men tevens
fraaie meubelen, kostbare kleinoodiën.
schilderijen en beeldhouwwerk te koop
aangeboden.
Daar het gebruik om op den Nieuwjaars
dag elkander geschenken aan t- bieden,
algemeen werd zooals tegenwoordig nog
in Frankrijk moest dit zich ook tot den
keizer uitstrekken. Deze ontving dan niet
alleen geschenken doch beantwoordde ze
met tegengeschenken. Soi -lige keizers de
den dit op zeer royale wijze, anderen ech
ter in 't geheel niet zoodat dan de vaak
uit geld bestaande geschenken der onder
danen, veel overeenkomst hadden niet een
belasting.
Het slot der Nieuwjaarsplechtigheden
bestond in een grooten maaltHd. op het
kapitool aangericht en t aaraan de hoogste
staatsdienaren voornamelijk d namen.
Reeds der de eerste keizers was zulk een
gastmaal zeer kostbaar.
Na den 3den Januari volgden daarop
luisterrijke spelen voo. het volk.
Deze Romeinsche nieuwjaar: ebruiken
hebben tot in onze dagen duidelijke spo
ren achtergelaten al is het dan niet op
den glansrijken voet van voorheen en al
ziin ze met overblijfselen van het Noord-
sche heldendom vermengd.
Evenals In het paleis der toenmalige kei
zers. houden ook vele vorstelijke huizen
tegenwoordig nog hun nieuwjaarsrecep
ties en zooals destijds in de verschillende
huizen in Rome, verschijnen nog helen
RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE
KIEZEN, DE GROOTEREN 4,
DE KLEINEREN 3.
I.
Ingezonden door Leentje de Rot
en Annie Balderus.
We zijn in het bed
Maar niet in het vet.
We zijn in het bad.
Maar niet in het vat.
II.
Ingezonden door Arie en Jan de Graaff.
Wat ziet men het meeste inde wereld?
m.
Ingezonden door Gerda Spiecker.
Een vrouw woont in een kamer,
En ik woon ln doos of kast.
Als z ij wat in haar oog heeft,
Bezorgt dat pijn en last.
Als ik wat in mijn oog heb
Dan werk ik wat ik kan.
Dan voel ik mij pas prettig,
Wat denk je daar nu van?
IV.
Ingezonden door Marius van den Anker.
Met k aan 't slot ben 'k iets, dat wis
In volle zee de diepte ingaat
En wordt de k een t, dan hebt
Gü dit niet graag op uw gelaat.
V.
Ingezonden door Hennie de llicluse.
Een dorp in Zuid-Holland van 9 letters.
1, 2, 3, 4 ls niet warm; 5 is de vijfde
letter van het a.b.c.; 6, 7, 8, 9 gaan des
Zondags velen naar toe.
VI
Ingezonden door Hester en Willem Lancel.
Een gebouw van 14 letters ln Leiden,
dat men aan het herbouwen is.
De eerste vijf letters zijn niet oud, de
volgende vijf letters zijn een jaargetijde,
5, 2, 3, 14 wordt voor een baby gebruikt,
10, 9, 8, zit aan een fiets en een auto,
13, 12, 7, 8 ls lekker zoet, 8, 9. 10, 14 zit
in beenderen.
VII.
Ingezonden door Agnes Planje.
Het kan vlug wegloopen als het op een
t eindigt en als het op een k eindigt,
zou men er vlug voor wegloopen.
VIII.
Ingezonden door Jannie en Frans de Water
Welke rozen vindt men op de zee?
bij ons vrienden en bekenden om hun
nleuwjaarswenschen te brengen.
De nieuwjaarsgeschenken worden thans
nog in Frankrijk uitgedeeld. Zij heeten
daar étremnes, het woord, waarvan wij de
aikomst hierboven lazen. De poppen en
beelden der Duitsche Kerstmarkten en
onze poppen op St. Nicolaas zijn stellig
nog achterneven al is het dan heel ver
van de Romeinsche figuren en kunnen
gelijke aanspraak maken op de oudheid
van hun stamboom. Hetzelfde volgt uit een
vergelijking van de vergulde dennenap
pels die wij en onze Oostelijke buren -an
de Kerstboom hangen met de vergulde da
del; en vijgen van het Romeinsche nieuw
jaarsfeest.
Jullie ziet dus uit hetgeen ik verteld heb,
dat er niets nieuws onder de zon is en dat
ten opzichte van de zeden en gewoonten
het tegenwoordige niet zooveel van het
verleden verschilt, als men ODpervlakkig
zou denken, 't Is wel eens aardig, den oor-
sprone der hedendaagsohe dingen op te
sporen.
GOEDE OPLOSSINGEN DER
ONTVANGEN VAN:
Piet van den Deyl, Corrie
Wassenaar, Eempien Wasset»
Wassenaar, Gerard de Gem,
Geus, Keesje de Geus, Truusje
Arie Breedijk, Wim Breedijk l
Water Frans de Water, Corrv
Jan van Driel, Lilly van der Lt
Biesheuvel, Robbert van
Geertje van Ommering, Adrie
Dirkje Hopman, Dikky s~'
Louise Planje, Jo van der Llitl
man van der Linden, Johan
Maurits van Nood, July Franke
senburg, Jan van Ommering, li
mering. Jan Koevoet, Marie
Vallentgoed, Jannie Neuteio
van der Blij, Tiny Vliegenthart
brief, Koba Kool, Jo Beumer,
hoorn, Jaantje van der Voet,
der Voet, Annie Balderus, Leent
Nelly van der Burgh, Hendrinj
Ali van Weerden, Piet Horstm
Harteveld, Reinier den Hertog,
Hertog, Francina de Wit, Co
man, Nico Kret, Celia Kret,
Johanna van den Berg, Marljtjt
Annie Wassink, Jacoba van
Marie Guley, Trientje Bos
lientje Verbiest, Jan de Lan;i
Nieboer, Roenie Bekooy, V
terveer, Johannes Jacobus P
harda Eggink, Christiaan E-,
Franke, Louise Hozee. Alie H
Bavelaar, Nelly van der BIJ
Graaf, Janna de Gelder Maai
berg Willy Constance Mulder
Nie. Een brief zonder naam in
wit couvert en gelinieerd wit
Marjanna van den Anker, Man»
Anker, Daniël van der St-
Schilp, Lena Schilp, John Del
Noort.
OPLOSSINGEN DER RAi
UIT HET VORIGE
1. Le p el lepel.
2. Een onderwijzer.
3. Margaretha.
4. Een straatmaker want die is
klinkers bezig.
5. Boek, koek, Loek, doek.
6. Pietje Bel, Pietje.. Beb,
7. Die andere is mijn vader.
8. Aar, paar, paard.
door
C. E. DE LILLE HOGER
Het Oudejaar gaat henen.
't Heeft ons veel goeds
Zijn tijd is nu gekomen.
Want 't Nieuwejaar, dat
Wij kenden 't Oudejaar
Hij was een trouwe vriefc
Maar hij is oud en moe bh
Hij heeft zijn rust verdif
Nog vóór hij strakjes afreis*
Bedanken wij hem vlug,
Want is hij eens
Nooit komt hij weer teC
't Is, of hij ons wat vraagt
Luister dus even goed!
Wat heeft hij ons te zeg&
Vóór hij vertrekken moet'
Zijn stem klinkt niet meer
Zijn rug is wel heel kro®
En bevend zegt hij:
Denk er nu allen om,
Dat je mijn kleinen iofc
Hij heet het Nieuweg
Heel vriend'lijk zult p
Zijn taak, geloof m' is»1
Je deedt m' een enkel
(Niet dikwijls was t).
—Toe, doe je dat mijn
Het Nieuwejaar, nu nw
Je maakt mij 't afscheid I
Als je mij dat beloof
Het Oudejaar wordt zwakktf
Zijn stem is nu gedoofd -p
Wij wenschen dan elkaar
Geluk in 't Nieuwejaar!
N Dat het veel Heil mas brfK
Aan U, mijn lezerscbaar.