NKS KERSTVERRASSING. Jaargang Donderdag 22 December 1932 No. 52 IU«» at regende het! JU trok Henk den kraag van zijn loude winterjas nog wat hooger-op! [Zijn jas met den arm tegen zich prak t droeg hij twee boeken. Die niet nat worden. Boeken, vond Pat waren net goede vrienden; niet ||as hij ze graag, maar hij was er Pies op. En vooral als ze niet van I waren. al twee jaar lang ging hij eiken lagmiddag naar de Openbare Lees- looie boeken hadden ze daar! Eerst PU altijd maar één boek mee naar fat mocht hij dan veertien dagen Maar veertien dagen had Henk hg om een boek uit te lezen, dat denken! Gelukkig dat het boek fat een week teruggebracht mocht V;n hij dan weer een ander mee- ke week een boek geen enkelen Pas sloeg hij over. En toen hU elf Iworden was mocht hij behalve dat lesboek nog een ander mee hebben: pdieboek heette het. Maar het was ]>al niet zoo'n droog studieboek als op school uit leerde o neenJe kiezen wat 1e lezen wilde: over e landen of over planten en dieren, [alen uit de geschiedenis 't Heette Jhidieboek omdat je er van leerde. fet waren wat fijne boeken! I' "ij dat boek over de Eskimo's had and hij voor zichzelf wekenlang dat hil een Eskimoionffen was. 1 boekje over duiven verzorging, dat hij meegenomen had, toen Vader In het voorjaar een hok getimmerd had voor dui ven. daar hadden ze samen veel in nage lezen. Och jaHenk zuchtte eens diep. Dat was in het voorjaar geweest maar nuNu was het winter vader had ge daan gekregen op het werk en de duiven waren verkocht tot verdriet van alle broers en zusjes. Maar Moeder had geld noodig voor de hongerige magen want week na week verliep zonder dat Vader werk kreeg. .Het was zoo moeilijk rond te komen", klaagde Moeder, en Vader werd steeds stil ler en treuriger: spelen of knutselen met de kinderen zooals vroeger in zijn vrijen tijd deed hij niet meer. „Kon ik maar al verdienen!" dacht Henk „ik ben toch de oudstemaar zoolang ik nog naar school ga. kan daar niks van komen I Zoo peinzend was Henk voor het gebouw van de Openbare Leeszaal gekomen: er stonden al heel wat kinderen te wachten, maar het was nog geen drie uur. dus mochten ze er nog niet In Toen Henk er bij ging staan, begon er net een gevecht in de voorste rij van de wachters. Eén van de grootere jongens trok een meisje uit de rij en zei: „Ga JU maar 's achteraan staan, dan kar. ik on louw plaats." „Da's gemeenzei het meisje, „Ik ben veel eerder hier dan jij." „Schiet op zei de ruwe jongen en hij gaf haar nog een duw, zoodat ze tegen Henk aanvloog. „t Is echt valsch," zei het meisje met ingehouden tranen, „ik was er veel eerder en mag vooraan staan." „Zie maar, dat je er komt", was het ant woord. Dat was te veel voor Henk! Hij en de laffe jongen waren van dezelfde grootte, verder waren het kleinere kinderen. „Wat zij eerder?" vroeg hij. „Jaaaa" klonk het in koor. „Ga van die plaats af" zei Henk. „Waar bemoei je je mee?" vroeg de ander. „Ik zag. hoe je haar van haar plaats gooide laat haar er nu weer staan!" Dreigend kwamen de twee jongens op elkaar af en even later deelden ze stom pen uit. De andere tongen had zijn tasch met boeken neergegooid maar de grond was zóó nat dat Henk zijn boeken er niet op wou leggen. Hij verweerde zich en stompte zoo goed mogelijk met zijn eenen vrijen arm maar op een ongelukkig oogen- blik gleden zijn boeken onder zijn arm uit op straat Vlug had zijn tegenstander met een beweging van zijn voet ze een eind verder over de straat geschopt. Henk vloog de boeken na raapte ze op gaf ze aan een van de kinderen in de hand en wilde juist aan het afranselen vaantoen van alle kanten klonk: „de luffrouw de luffrouw!" „Jullie kunt binnen komen kinderen", zei de luffrouw en meteen schoof de rij voorwaarts het uitleenlokaa! binnen Het meisje voor wie Henk het opgenomen nad, op haar plaats vooraan de nare longen een paar plaatsen er achter Met een kleur als vuur nam Henk zijn boeken weer terug, nat en bemodderd was het onderste dat over de straat gezeild was. HH veegde het zoo goed mogelijk met zijn mouw schoon, maar een Daar vuile strepen bleven op het lichte bandje te zien Het was bepaald een ongeluksdag dacht Henk toen hij binnen kwam en daar zag waar hij al lang bang voor was. Daar stond geschreven op bet zwarte bord: Komen betalen voor het lidmaatschap in het nieuwe jaar! Betaalmiddagen: Dinsdag. Donderdag en Vrijdag tusschen 4 en 5 uur. Vlug komen alsjeblieft! Herik wist het wel. zoo ging het ieder jaar. Maar betalen waarvan moest hij be talen? Hoe kwam hij aan twee kwartjes? Hij durfde er thuis niet eens om vragen Voor het hoognoodige moest al elk dub beltje omgekeerd worden eer het uitge geven werd en dan twee kwartjes voor iets extra's nog wel voor hem alleen! Hij zou er maar niet eens over spreken. Het was nu tien December na vandaag kon hij nog twee maal boeken komen ha len en dan zou hij moeten zeggen dat hij er af gingToen hij aan de beurt was en zijn boeken inleverde zei de juffrouw: .Je boeken zijn nat daar had je beter voor moeten zorgen! Wat jammer nu van dit nette bandje het boek was pas nieuw en nu zit er modder aan! In het gevallen?" „Ja juffrouw". „In 't vervolg netter zijn, hoor! Zaten ze niet in een omslag?" „Jawel ze vielen er uit." Gelukkig vroeg de Juffrouw niet verder, maar Henk voelde zich ongelukkig en on gelukkig voelde hij zich dien heelen ver deren dag, maar toen 's nachtsdaar viel hem iets in. Hij zou probeeren of hij wat verdienen kon. Zaterdags had nl) vrij van school, dan zou hij op de bloemen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 15