luk op onbewaakten overweg - Botsing tusschen twee vliegtuigen Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. gevolgen van een Operatie BOTSING VAN TWEE VLIEGTUIGEN op het Curtis-vliegveld te Vally Stream. Een dalend vlieg tuig liep op een stilstaand toestel. Een der piloten werd gewond. WRAK VAN DE P. O. HOOFT. Met man en macht wordt er aan gewerkt om de slagzij yan het schip te verminderen. Hierna wordt het wrak gedokt. OP DEN ONBEWAAKTEN OVERWEG TE OUDE SLUIS. Een waarin drie personen zaten, werd door een sneltrein uit den Helder ge grepen. De drie inzittenden werden ernstig gewond. DE BOUW VAN DE NIEUWE VERKEERSBRUG OVER DE WAAL BIJ NIJMEGEN. ,,Menschen achter tra lies" tijdens het beton storten voor de fundeering van een der Zuidelijke landhoofden. DUITSCH—FRANSCHE TENNISWEDSTRIJD TE BERLIJN. Mevr. Stuck-Reznicek begroet haar tegenstandster mile Payot. GROOTE PARADE. naar den poelier. Op verschillende plaatsen Zaanstreek worden honderden ganzen tegen Kerstmis vetgemest. de HET DOOR BRAND GEDEELTELIJK VERWOESTE NOORSCHE MOTORSCHIP ..MOLDANGER" is met dok en al ver-. sleept naar de Amsterdamsche Droogdok Mij., om daar het dok te verlaten. Uu' we hadden het over de poli os had het over de politiek. Hij ran over een burgemeester, die een i on. op zün verzoek, geholpen had ."«riolestreerd het werk te berei- l da 7 er staking was. En daarover l J1 ®inister van Binnenlandsche Za- telito j Kamer door een socialist geïn- i J?.™ Het leek zoo, zou je zeggen, 3 onzinnige interpellatie, want de had nog wel zelf hulp en "Ung gevraagd; het was van dien m 'e=asn, en je zou dus zeggen: die wster had niets gedaan dan zijn de vrijheid van arbeid te be- Maar de minister had de °P dat moment erg noodig; ^mtnen dan: en hij antwoordde v °at hij den burgemeester „ernstig r, optreden zou onderhouden". I|e ÏS' ywl Haas in; „ik begrijp al «u tfS,oeltIk zei toen, dat de ml- - „j1 wel erg zijn plicht verwaar- i P 'ots zei, wat hij niet verant- s°o; en wat hij eigenlijk niet kon Juist", knikte de dokter. „Dat was 'n heel goed thema. En? Nu, toen wachtte ik expres even, en keek Henrl aan. Hij zei niets; hij zat met die eigenaardige, zoekende oogen, die hij zoo vaak heeft bij onze gesprekken, voor zich te kijken.... En toen zei ik, op den man af, tegen hem: „Wat vind jij daar nu van?" Heel goed", keurde de dokter. En? Nu, hij zat ermee, dat kon je duide lijk aan hem zien. Hij trok benauwd en zenuwachtig met z'n oogen; en hij keek es angstig rond; hij hoopte blijkbaar, dat wij één van allen maar het antwoord zou den geven; hij zou het dan wel beamen! Maar wij zeiden niets. En toen, eindelija. eindelijk zei hij, erg weifelend, en VTa- gend zei hij het: „De minister zei dus iets anders, dan hijmeende", zeg je?" „Ja", zei ik, zoo krachtig mogelijk. „Hm zei hij, en hij schudde met z'n hoofd. En toen, toen zei hij, nog erg hulpeloos en vragend. „Hoe kan dat? Hoe doe je dat? Juist", zei de dokter aanmoedigend en gespannen. „En?" Nu, toen zei ik, dood-gewoon: „HIJ deed iets, wat zoo vaak in de wereld ge beurt. "En ik wou nog geen abstracte begrippen, als „leugen" en „onwaarheid en „oneerlijkheid" gebruiken, omdat u ons hebt aangeraden, dat nog niet tegen over hem te doen; dus ik herhaalde nog maar eens, doceerenderwijs: „Hij zei lets anders, dan hij meende". En toen knikte hij heel nadenkend; en nu Ja, we letten natuurlijk allemaal erg op hem, dat oogenblik, héEn het scheen ons, dat hij toen toch wel eventjes, eventjes met eenig begrip knikte Prachtig", zei Dr. Marelman ver heugd. „Nu ja, lk ben het met u eens: heel veel resultaat ls het nog niet. Maar het is iets. En lk maak u mijn compliment over deze manier van redeneeren-met-hem. Het is een gesprek, waarbij hij, om het te volgen, z'n hersens moest inspannen; en het was In de sfeer van zijn oude om geving; en het draalde op het slot naar net zoo'n oneerlijkheid als hij misschien in dit stadium snappen kan Nico, Henri's zoon, werkte ook mee. Al was het niet met bedoeling. De opmer king, die Clara indertijd tegen Kees over den jongen had gemaakt, namelijk dat hij zooveel onwaarheid sprak, was wel zeer juist. En het was Nico natuurlijk al heel gauw opgevallen, dat zijn vader buiten gewoon, „erin-vliegerlg" was, wat zijn leugenverhalen betrof, zoodat hij hoe lan ger hoe onvoorzichtiger begon te ilegen Vele van zijn leugens waren uitvindsels om zijn altijd te-laat-thuiskomen te ver klaren: „hij had zijn horloge niet bij zich gehad" hij zorgde dan, het bij het bin nenkomen in zijn broekzak verstopt te hebben „er was een storing in de eleotrlsche centrale geweest, waardoor zijn tram een half uur had stilgestaan"; „zijn vriendje Herman had bij het voet ballen zijn voet verstuikt, en hij had hem toch even moeten thuisbrengen"Hoe is het met Herman?" vroeg Henrl dan zijn zoon den volgenden dag. „Met Herman?" antwoordde Nico verbaasd, hij was het leugenverhaal allang weer vergeten „best Maar zijn voet dan? Is dat zóó gauw weer in orde?" Z'n voet?? O ja!!! Ja, die is best..." Toevallig kwam toen juist Herman zelf binnen. Clara zij had, om zoo zuinig mogelijk te zijn, geen dienstmeisje meer had hem de deur opengedaan, en op de trap al van hem begrepen, dat het verhaal over den verstuikten voet één van Nico's vele leugens was. „Hoe is het ermee?" vroeg Henrl hem nu; „Je voet al beter'. Herman was een braaf jongentje, dat niet loog en wlen alle handigheid ont brak, om dadelijk op een voor zijn vriend noodzakelijke wijze mee te praten. „Ik heb niets aan mijn voet, meneer En Nico heeft me toch verteld, dat je je voet gisteren bij het voetballen ver stuikt hebt Wat een flinke kerel, hè hij is het nu al heelemaal vergeten", zei Nico direct terwijl hij zijn vriend eenlge dringende oogwenken toezond. Herman begreep, en bloosde. Die lof van flinkheid kwam hem niet toe; en het was hem pijnlijk dien te aanvaarden. Maar hij kon toch ook zijn vriendje niet ver radenHij zei niets; maar zhn verle genheid was heel duidelijk. Ga jelui nu maar wandelen", zei Ciara koel. Toen ze de deur uit waren, was het Henri die verlegen was. Clara, met haar voor alles op hem geconcentreerde aan dacht, merkte het op; en het gaf haar een klein schokje van vreugde. Het verdriet over de oneerlijkheid van den jongen kwam er door op den achtergrond; Henri nam nu dus toch niet meer zóó béte alle onwaarschijnlijkheden aan; er was iets ln hem van den heilzamen twijfelOf kon men het zóó nog niet noemen; bleef zijn geest bij het nlet-begrijpen staan? In eens zei ze, hard en indringend-duidelijk zei ze het, als ondanks zichzelve: Je begrijpt toch wel, dat Nico weer gelogen heelt!" Gelogen", herhaalde haar man me chanisch. Zij verschrok. Eén van dr. Marelman's voorschriften was immers, dat in dit sta dium nog niet van „liegen", van „waar heid" en „onwaarheid" mocht worden gesprokenIn Godsman, ze moest nu wel doorgaan Ja, natuurlijk loog hij", zei ze met nog sterker nadruk. „Hij zei, dat Herman zijn voet heeft verstuikt; en hij heeft ziin voet niet verstuikt. Dat is liegen". Er was een korte pauze. Ja", zei Henri toen, dtop peinzend; „dat isliegen". Dat begrijp je toch wel?" zei Clara. .(Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5