.1 AKI TA van KOOPT UW SINT NICOLAAS-CADEAUX BIJ DROGISTERIJ FIRMA BRIEJER-BLElF SINT-NICOLAAS. 1882 - JUBILEUM-AANBIEDING - 1932 Fa. H0LSWILDER-SAR0N1 - Maarsmanssteeg 5 - Tel. 2661 Heerlijk- warm is die J anita-deken! m, BOTERMARKT 19 LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad Dinsdag 29 Verschillende opvattingen en symbolen. RECEPT VOOR ECHT ST. NICOLAAS-BANKET. 15 pCt. EXTRA KORTING OP ONZE AL REEDS ZEER LAGE PRIJZEN BESTAANDE UIT LUXE FLACONS EAU DE COLOGNE loóo DOOZEN ZEEP OF ANDERE NUTTIGE GESCHENKEN NOORDEINDE 24 LEIDEN TELEFOON Gerhd. Jannink Zonen - Enschede. Ecuwen geleden kwam eikei midwinter uit het hooge Noorden van sneeuw en ijs een eenzame gestalte gereden. Schimmel- ruiter noemden de menschen hem. H»i droeg een hemelsblauwen mantel, die wit zag van de sneeuw en die zóó wijd uit- golfde, dat het was alsof hij tot het einde der wereld reikte. Wanneer hij het eene gouden oog, dat hij had, toekneep en ziin golvenden langen baard en lokken schudde en zijn schimmel begon te brieschen. dan werd het grauw en duister om hem heen, de sneeuwvlokken vielen dichter en dichter en Ijzig kille windvlagen doorgierden het ruim. Maar die grimmige stemming duurde nauwelijks een winter uit en in 't midden daarvan al, zoo tegen den tijd dat de dagen wat begonnen te lengen .placht hij uit meelij voor de half verkleumde menschen zijn oogvenster op een kier te zetten, zoodat de winden milder werden en al milder, brengers van nieuwe wannte, vruchtbaarheid en regen. En dat ging zoo door, tot de zomer weerom in het" land was gekomen en, met den oude zelf, de wereld als herboren scheen, waar boven zijn ééne glinsterende oog als een gouden zonnebol al maar lachte en geluk en vreugde uitstraalde naar allen kant. Hier om, omdat zijn komst de voorbode was van zooveel goeds en hij met zooveel wel daden kwam, maakten zij van zijn ver schijning een feest, dat met allerlei uithaal uitbundig werd gevierd. Maar stil aan de laren rekten zich tot eeuwen werd hij oud. En toen de menschen hét getrappel en gebriesch van zijn schimmel niet meer hoorden vonden de knapen van het land er wat op. Zij maak ten van vlas en hennep een paardehoofd na: een van hen zette het op zijn kop een tweede sprong hij op zijn mg, een derde volgde, en zoo, een wit laken over alles heen getogen, trokken zij de nachte lijke dorpen en velden door en klopten aan de deuren en ramen der huizen, waar binnen men licht brandde. En wanneer de menschen dat gerucht vernamen, meenden zij den schimmel ruiter weer te hooren, maakten open en verwelkomden hem met versch gebakken koeken en heste dranken en vierden feest. En zij kregen er zooveel plezier in dat zij er van alles bij verzonnen, boms gaven zij den grauwen schimmel- ruiter een knecht, dien zij hulden in stroo en zij noemden hem den haverbruidegom. of haverzak kortaf, of zij zetten hem een bokkekop op met een bewegelijke kinne bak, die door middel van een stuk bind garen al maar aan 't klepperen werd ge bracht. Soms werd de schimmel, zonder ruiter, begeleid door een geketenden beer, of wel, de schimmelruiter verscheen te voet, verge zeld door een knecht, die een boksvacht droeg en horens en die rammelde met een aan een stok geklonken ketting. Wanneer het erg lustig toeging sprong de schim melruiter over een in de deur bezetten stoel en noodigde de mooiste meisjes ten dans. Men kenae hem weldra zoo goed, dat men hem den naam Ruprecht gaf, d. vv. z. de „Ruhmprangende", wat afstamt van het oer-oude Hrnodporacht. Maar hoe zij ook verschenen en hoe veelt al lig ook, overal waren zij welkom als de brengers van een blijde boodschap, en wanneer zij zich ergens meldden, meende men het getrappel en gebriesch van des schiinmelmiters paard weer te hooren en zette men de deur op den pikdonkeren nacht wijd open om zjjn lichtende verschijning aan te komen zien schemeren. Maar op een goeden dag, die alle Chris tenkinderen zullen zegenen, zoolang zij nog wat in het mandje vinden, dat zij 's avonds vóór 't naar bed gaan met een schuchter- bang scliietgebedje, bibberend, hoewel 't haardvuur brandt, hebben gezet onder de schouw, klopte er een heel andere ver schijning aan de deur, die toch wonderveel van den ouden schimmelruiter had, al had hij twee oogen, wonder^oedig stralende oogen, in plaats van één. Hij kwam op een wit paard, niet uit 't Noorden, maar uit 't Zuiden getogen, droeg als de schimmel ruiter een langen, witten baard en blin kend witten mantel en in plaats van een helm een mijter. Zijn rechterhand steunde in plaats van op een speer op een krom staf en hij was vergezeld van een knecht» die evenals de haverbruidegom een grooten zak droeg en wiens gezicht zoo zwart was als dat van den Moorenkoning, die op Driekoningen den kleine nHuilana begroette. Wie hij was en hoe hij heette, daarover gingen aanvankelijk vele geruchten Som migen zeiden te weten, dat hij de goede bisschop van Myza, de schutspatroon der schippers en kooplieden was, die de komst van het Christuskindje kwam aankondigen, anderen dat hij Sinte Martinus was, die in greote barmhartigheid zijn mantel met een verkleumden bedelaar deelde.maar in alle Christenlanden weet men nu wel, dat het niemand anders was dan Sint Nicolaas zelf, wiens komst ieder jaar tegen Kerst mis met evenveel vrees als blijde verwach ting wordt tegemoet gezien. Niet ieder, die het feest van Sint Nico laas viert, ja, mischien maar heel weini gen, zullen weten dat hij eigenlijk niemand anders dan de gekerstende Wodan of Odin is, naar anderen willen Donar of Thor Oorspronkelijk is, als zooveel andere Christelijke feesten dat van Sint Nicolaas er een, dat ai eeuwen vóór de verschijning van den goeden heilige in Heidensche lan den gevierd werd. Weinigen weten ook dat zijn verschijning nauw verband houdt met het eigenlijke Kerstfeest. In sommige plaatsen in Duitschland wordt hij ook Kerstmannetje „Weihnaehtsmann", ja zelfs „heiliger Christ" genoemd. Soms is hij, en dat is in den overgangstijd, de knecht van den Verlossenden Christus, die Zijn komst voorbereidt en beide feesten, dat van Sint Nicolaas en Kerstmis houden verband met de viering van de geboorte van het nieuwe licht op het tijdstip, waarop de zon, na haar laagsten stand te hebben in genomen, weer wint in kracht en de dagen weer gaan lengen. De verlossing van de natuur uit de knellende banden van sneeuw en ijs en de verlossingsgedachte in de Christelijke geloofsleer, de geboorte van het licht der wereld in de natuur en in Chris tus. wie voeTt hierin niet het innige verband en den even natuurlijk schoonen als goddelijk verheven zin. En hoe wijs was het gezien van de oude kerkvaders het oude z.g. heidensche feest, waarin toch ook reeds een verheven gedachte school, niet te verbieden, maar met den takt en het aanpassingsvermogen, waarover zij be- I schikten, het te inetamorfoseeren in een Christelijk feest. Want hoe onverwoestbaar de volksoverlevering soms is, bewijst toch bet feit, dat in mijn jongenstijd in een dorpje in de oude Friesche wouden de Sint Nicolaasfiguur zich, behalve met een wit laken met den mijter van den goeden Sint, maar zijn knecht zich met de bokke- vacht en horens uit den ouden Germaan- schen godentijd .tooide. Ee negentien eeuwen van Christendom hebben dat oude spoor van Wodan of Thor den schimmel ruiter niet kunnen wegwisschen. Somtijds heeft men zich van Christelijke zijde wel tegen het Sint Nicolaasfeest ver zet. Men vond dat de goede Sint afbreuk deed aan de beteekenis van Christus: alleen deze had te geven en alleen uit Zijne han den had de menschheid de gaven, symbool van hemelsche gaven, te ontvangen. Maar dit is, waar hét een zoo onverwoestbare overlevering betreft, welke trouwens een zoc volkomen Christelijke wijding heeft verkregen, even ontaktvol als enghartig te noemen. Het Sint Nicolaasfeest met ziin openbaar karakter met zijn moreeien ten- denz, uitgedrukt in de symbolen koek en gard. vormt een ongemeen stemmende in leiding tot het intiemere Kerstfeest, dat er als 't ware de bekroning van vormt. Niet ieder kan bij zich zelf aan huis den luister van een Kerstboom genieten en laten ge- nieten. Maar aan Sint Nicolaas kan zelfs de armste meedoen. In 't land van Rem- i brandt hoort dit feest met zijn schilder- achtige mommerij in fantastische belichting I met piëteit gevierd te worden. Want even- j als bij het Kerstfeest komt hierbij de oer oude gedachte, welke er aan ten grondslag ligt, volledig tot haar recht. A.MANDELPERS EN LETTERS. Een Sint-Nicolaas zonder banketletter Ik geen Sint Nicolaas! Wat geeft de huls vrouw meer voldoening dan de weten schap dat zij de heerlijkheid waarvan man en kinderen zitten te smullen, zelf gemaakt heeft? Ik geef toe, dat het een bewerkelijke liefhebberij is, maar een rechtgeaarde huisvrouw zal er graag een ochtend of middagje voor opofferen! Amandelpers. Ik begin dan met de bc-noodigde amandelpers. Hiervoor is noo- dig: 125 gr. mooie amandelen. 125 gr. sui ker, 1 ei, de geraspte sohil van een halve citroen. Broei, pel en maal de amandelen, meng ze met de suiker, het ei, de geraspte ci troenschil en maal dit nogmaals door de amandelmolen. Kneed de massa goed door elkaar en berg het in goed gesloten potten (b.v. jampot) weg. Hoe langer het staat, hoe lekkerder het wordt. Wil men het direct gebruiken, dan flink kneden opdat een goed samenhangend deeg ont staat. Banket. Om nu tot een bepaalde let ter te komen, moeten wij eerst weten hoe „banket" gemaakt wordt, waarvoor 200 gram amandelpers en een lap bladerdeeg noodig is, ihet recept hiervoor gaf ik in onze Huisvrouwenbij lage van 15 November J.I.). Het bladerdeeg wordt nu voor de laatste maal uitgerold tot een lange reep van 10 a 12 cJll. en één lange zijde er van wordt bevochtigd. Het amandelpers wordt op een met bloem bestoven tafel, zacht drukkende tot een rol gerold en op het deeg gelegd. Het deeg slaat men nu om het Amandelpers dicht, waarbij er op gelet moet worden dat de bevochtigde reep het laatst wordt ingerold. Nu brengt men de staaf banket (er kunnen 3 tegelijk op één bakblik) over op een met water bevochtigd bakblik. Zorgt U er vooral voor dat de naad van het deeg opzij onderaan komt. Plak ook de zijkanten van het deeg met wat water om het vulsel dicht. Maak met den achterkant van een mesje op gelijke afstanden strepen in het deeg, doch snijd het niet door. Bestrijk den bo venkant van de staaf banket mét geklopt ei en water en bak deze in een heete oven In 30 minuten mooi bruin en goed gaar. We doen daarom verstandig het bakblik niet hooger te plaatsen dan het midden van de oven. De letters. Nu komt het vormen der letters aan de beurt, waarin tal van voet angels en klemmen steken. We nemen een lapje bladerdeeg van 125 gr. bloem. 125 gr. boter, wat zout, wat water en 200 a 250 gr. amandelpers. Van het bladerdeeg en amandelpers worden nu één of meer staven banket ge maakt. waarvan op het bakblik de ge- wenschte letter(s) gevormd wordt(en). Letters, die in ééns getrokken kunnen worden, zooals de C, de I, de V, de W. de M enz. worden op het bakblik in model gelegd en als hierboven beschreven, afge maakt. Andere letters moeten uit twee of meer groote en kleine staafjes worden samengesteld. Voor de A b.v. heeft men één lange staaf noodig. Voor het tusschenstukje rolt men een klein staafje en laat aan beide kanten een stukje ongevuld deeg zitten. Deze stukjes deeg plakt men zoo plat mo gelijk. Op de plaats ln de pooten van de A. waar het kleine staafje moet worden aangebracht maakt men een Insnijding in het deeg. De afgeplakte stukjes deeg van het kleine staafje worden hier in gesto- j ken en met water vastgeolakt. De andere I letters zult TJ nu hiervan kunnen afleiden, waarbij U er voortdurend aan moet den- ken de verbindingen met water te beplak ken. Het „vormen" moet zooveel moge- Üik oo het bakblik doen. Het afmaken is weer hetzelfde als bij het banket beschre ven Neem de letters voorzichtig van het bakblik af fde verbindingsstukjes zijn het zwakst in de lendenen). Ik wcnsch succes toe mevrouw! Ter gelegenheid van het 50 Jarig bestaan onzer Speciaalzaak in Dames- en Heeren-Parapluies Kinder-Tompouces, Wandelstokken en Stok Parapluies geven wij tot en met 15 December REPAREERE\ MF" Profiteert van deze zeer nuttige St. Nicolaas Cadeaus"Tpffl OVERTREKKES Al lees ik in bed den griezeligsten detective-roman, al is het in de slaapkamer ook nog zoo frisch, rillerig word ik nooit. Want ik sla een Jjnita-deken om. Zoo'n lekkere wollige deken van zuiver Nederlandsch fabrikaat, die je zoo fijn verwarmt, zoo weldadig, zoo behagelijk! Een deken van een schitterende kwaliteit, met een bui tengewoon mooi patroon, solide geweven. U kunt haar krijgen in zes prachtige courante kleuren. Een deken, die werkelijk iets buitengewoons biedt! VERKRIJGBAAR BIJ: DEKENS 'n Jannink fabrikaat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 12