Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. gevolgen van een Operatie wegend Ja-knikken de houding was, en dat ze aan de „standing" van de courant verplicht was, te dezen géénszins aan dat wijsneuzig en plebejisch meepraten mee te doen; en ze knikte nog gewichtiger en gedecideerder, toen de medische medewer ker, die ook wat het handig aanwenden van suggesties betreft, een voortreffelijk man-van-zijn-vak was, met een terloop- sche geringschatting melding maaktte van De Bode hij hoedde zich, ernstig man als hij was, wel zeer voor de meer ge bruikelijke benaming „het Gele Ge- vear" welk blad, omdat het, nu ja, zei hij schouder-ophalend, eenmaal van sen satie hield, de zaak van den Haagschen arts in een paar artikeltjes ,jnet vette koppen" op krasse wijze, maar zéér weinig zakelijke argumentatie had verdedigd tegenover die „hooge oomes"; die toch, dat hoef ik u niet te zeggen, glimlachte hij, ook heusch niet gek zijn. Het was dus een door-en-door nobel standpunt, dat De Middenweg innam; door géén standpunt te dezen in te ne men. Maar de quaestie bleef „brandende"; of althans smeulende, met ouflikkeringen meeningen van medici, van humani taire vereenigingen, van iemand, die zich onderteekende „een medicus, tevens va der" het zijn vereenigbare functies van vele lieden, die noch medicus, noch vader waren, en bovendien niets van de zaak begrepen, welke trouwens door de vele uiteenzettingen steeds onbegrijpe lijker werd gemaakt; wat diverse autori teiten in hun hart geenszins onaangenaam vonden. En toen vond de heer Drinkwa ter, dat er toch ook in De Middenweg, een blad, dat sedert den eersten Drinkwater nog steeds een zekere reputatie van nobele menschelijkheid had bewaard, nog eens iets moest worden geschreven over die zaak; geen oordeel dan, goed; maar toch iets, waaruit zonneklaar bleek dat, hoe het hiermee ook stond. De Middenweg in elk geval stond aan den kant der mensch- lievendheid; en natuurlijk óók van de wetenschap; maar dan van de mensch- lievende wetenschap. En van de weten schappelijke menschlievendheld. En de mede- en onder-hoofdredacteur knikte; dat moest dan maar; zoo'n artikel zou wei au-fond niets zeggen; maar het zou toch de quaestie, die zooveel belangstelling trok, tot onderwerp hebben; en enfin, als men dan daarbij den middenweg bewan delde, deed men zijn naam eer aan; en enkelingen mochten het wat weifelachtig en onzeker vinden, de meeste menschen zouden ongetwijfeld niet eens merken, dat het dat was; en vooral de dames zouden voelen, dat dit een humaan en gematigd standpunt mocht heeten, en gesticht het blad weer dichtvouwen. En om dit effect te bereiken, werd aan den zoo beschaaf den, eerlijken eenvoudigen en gedlstln- geerden verslaggever Van Hoghen Lugt, die net in Den Haag bleek te zijn voor de kanonnenquaesties, een telegram gezon den, met de hiervóór gemelde opdracht. De verschillende interviews, ze mochten dan al in algemeenen zin weinig nieuws opleveren, zouden dan toch eenige opinies bevatten, die althans den lezeressen en lezers van De Middenweg nieuw waren. IWordt vervolgd), j DE ZESDAAGSCHE TE AMSTERDAM. Van Kempen en Pijnenburg bespreken hun kansen. soonlijke indrukken in het artikel over deze zaak te kunnen verwerken. Maar toen hij 's avonds, in zeldzaam ge worden gezelligheid, met Clara en de kin deren in de kamer zat, kwam er een telegram van de hoofdredactie; waarbij hem werd opgedragen, zijn verblijf in Den Haag te benutten door meteen nog een bezoek te brengen aan een arts, die van zich had doen spreken, doordat hij in een brochure beweerd had, dat er, om materiaal voor een academisch proef schrift te verzamelen, ongeoorloofde proe ven hij noemde het eenigszins opzien barend „vivisectie" op kinderen in een ziekenhuis waren toegepast. Deze uitla tingen waren onder de aandacht van den minister van onderwijs gebracht; die, waar het een onder hem ressorteerende universiteit betrof, een onderzoek had be volen. De resultaten van dat onderzoek door den Gezondheidsraad ingesteld waren, dat de arts een schandelijke las teraar was, die den medischen stand op onverantwoordelijke wijze in discrediet had pogen te brengen. Die veroordeeling van de brochure was echter op zoo krasse en luidruchtige wijze uitgesproken, lat zelfs leeken, voorzoover ze dan niet van ai te groot ontzag ten opzichte van autori teiten waren vervuld, eenigen twijfel be gonnen te voelen aan de techtvaa.rdigheici van een zoo lawaaiig en uitden kelijken rapporteertoon vallend een meening, die ook door enkele medici, zij het aanvankelijk zeer schuchter, werd beleden; op grond van meer essentieele redenen. De medische medewerker van De Middenweg nu, een Jong arts met wei nig praktijk, verkeerde ten opzichte van deze quaestie in een moeilijke positie; hij was privaat-docent aan de Amsterdam- sche Universiteit en zag een lectoraat aan de kimmen zijner eerzuchtige droomen blinken, en de professor van wiens steun hij het bij deze gelegenheid hebben moest voor zoover hiervan sprake kan zijn in een stad, waar in hoogste instantie de ge meenteraad over de wetenschappelijke verdiensten oordeelt die professor was lid van de rijkscommissie, welke de vivi sectiebrochure had veroordeeld; en liet zich niet uit over zijn persoonlijk oordeel in dezen. Zoodat na eenige vergeefsche polsingen en peilingen de medische mede werker aan de hoofdredactie, toen die hem een artikel over dit geval had gevraagd, te kennen had gegeven, dat het hier zeer subtiele onderscheidingen gold, en prae- paraten en methoden waaromtrent het oordeel bij den huldigen stand der weten schap nog maar een zeer persoonlijk ka rakter had; zoodat Tiet eigenlijk „werke lijk" beter was niet mee te werken aan het op de tribune der algemeene publici teit brengen van deze zaakdat zou betee- kenen, dat men het publiek uitnoodigde, mee te oordeelen; en het publiek kon niet oordeelen, omdat het al de medische en chemische finessen niet kende, en daar omtrent ook met geen mogelijkheid kon worden voorgelicht. De medische mede werker droeg dit betoog met zooveel rus tige overtuiging, met zooveel vertrouwe lijkheid slechts nu en dan voor een oogenblik schuilgaande achter vaktermen aan de hoofdredactie voor, dat deze wel voelde, dat hier een óók ernstig en over UIT DE DARTMOOR GEVANGENIS TE PR1NCE- T01VN zijn twee gevangenen ontvlucht. Politiehonden krijgen ,,hioht". De ontsnapten zijn na enkele dagen weer gevat. ZILVEREN TOONEELJUBILEUM VAN FIE CARELSEN. De huldiging van Fie Carelsen na van de opvoering van ,,Mata Hari", in welk stuk zij jubileert. Fie Carelsen temidden van het huldigingscomité. DE BEKENDE DUITSCJIE ACTRICE LIL DAGOVER bij aankomst op Schiphol. HUWELIJK IN SPORTKRINGEN. De Duitsche tennisster en schrijfster Paula von Reznicek en de cou~ reur Hans Stuck zijn in h et huwelijk getreden. IV Prins Hendrik in Berlijn. bate van de noodlijdende kunstenaars gaf de tooneelspeelster Fritzi Massary-Pallenberg een thee- in Hotel Esplanade. V.l.n.r. Prins Hendrik, Fritzi Massary en de vrouw van Oskar Strauss. het eenige wat daar eigenlijk w doen zou zijn, dat zou wezen, dat van zulke artikelen gecontin- werd in verband met de niet- behoeften van het land van daar in 's hemelsnaam niet een idee om gepropageerd En bedenk eens, wat zoo'n idee, doorgevoerd, zou beteekenen! kan ,geen industrie, of haar pro- ook oorlogs-„Verwendung" oen land zich ook gerust laten nog een poosje door; tot n„,~ Senoegen. Henri was wel, olJ* opvattingen, min of meer ooi ns monomaan; maar men ,®e' gekken soms een tijd lang zonder last te hebben van iets En toen excuseerde Henri ie ÏÏL dat hli 2;iin middaguren in Hu nuttiS voor de courant had dién 2011 naar hu's Saan> daar more" av°nd blijven, en den volgen- P°ur acquit de conscience, J. autoriteiten opzoeken; om dan in n een kort bezoek aan de quaestlj zelf, nog eenige per-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5