\t ernstige auto-ongeluk te Ede - Jubileum Hamburgsche brandweer
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
Wmztz
fis.»
r>'jrr ift
FEUILLETON.
gevolgen van een Operatie
- jS|W8a5
n ji 5
f K
WAT ER OVERBLEEF van de auto, weJke
op den spoorwegovergang te Ede tegen de
gesloten overwegboomen reed Een inzittende
werd gedood, vijf gewond.
GO-JARIG BESTAAN DER BRANDWEER VAN HAMBERG weiden grootc
^demonstraties gegeven. Een oefening voor het stadhuis. Vele stralen worden op
den toren gericht.
DE BEKENDE VIOLIST JACQUES TH1-
BAUD die morgen in .Diligentia in de
residentie een viool-avond zal geven.
EEN CANADEESCH GESCHENK VOOR DE ENGELSCHE PADVIN
DERS. v Deze mooie buffel-kop werd den Londenschen padvinders ge-<
schonken voor hun nieuwe clubhuis.
f ATI) HMONSTB ATLE8 TE DöBEBITZ
door de jeugd voor vertegenwoordigers van marine-
jeugdige sportbeoefenaars.
en legerleiding. Het inspecteeren der
SONJA HENIE de Noorsche kunstschaatsenrijdster, gaat zich meer
toeleggen op de kunst van dansen op schaatsen. Son ja in den dans „De
stervende zwaan".
juist zijn mond vol
eerd» v? ad' gromde op het ge-
Erwt "MorSen" iets terug, dat een
i h,„mocllt hebben beteekena;
flie pen verzwelgend, met een ener-
haa^?tge?blik 'uderdaad gevaar
lier rertT„^ u zich> de nieuwe aan-
e aan den nieuw-binnen-
him- s endosseeren. „Zeg Riese-
«hen T„_.onze bieuwe collega, Mr.
I laat, dat ik- TT Je bent weer 200 ver'
f van tS. «bem maar vast die toe-
uld dat j Raedt heb gegeven, 't Is
daar iemand heen gaat..."
Be' htinS?Pleyer deelde niet in de
het. cS^l'F.h?id van den binnen
liet rt- fi a<* we' de allure van
ihtte daaS hebben, maar hij
Waarmpp ïi een zeicere gewichtig-
a herinnering611" van H°Shen Lugt,
ftlch dadelHi?an vroegere loop
je Ook 51,] meer °P ziin SemaK
Prijs on rtk Riesemeyer blijkbaar
?aar HenrtV.ormen; hh S'ng vrien-
hlaarde rtü? Saf hem de hand,
5 hen- an rt V „èngenèm" vond
!ste aan V hij gaarne hem ten
vak hier werk zou zetten. U
?*erk aan nan.M" leeren. Ja, u hebt
'h zal it 5ülH.nland. dat weet ik,
veel bij de verslaggeverlj
noodlg hebben; en dat is werkelijk „de"
journalistiek".
Hij zei 't eenigszins doceerend; gewich
tig en een beetje geaffecteerd; ook met
een zekere rustige waardigheid, hoewel hij
steeds op en neer bleel loopen vóór zijn
bureau, telkens even stilstaand om 't re
gister een paar bladen verder om ie slaan.
Laat bij nu gaan", rumoerde Knip-
scheer er tusschenin. Anders is 't te
laat".
Dat is nog niet erg", antwoordde
Riesemeyer bedaard hij sprak de
g eenigszins palataal uit: wat den in
druk maakte, of hij een voordracht
kunstenaar was „die reclameman, die
Ten Raedt, kunnen we altijd nog wel op
bellen, om te vragen, of hij die speech
werkelijk gehouden heeft; en dat zal wel
niet noodig wezen, want als hij niemand
van de courant ziet, komt hij wel aan-
loopen; veel te benauwd, dat hij er
niet inkomt. Je hebt toch flink in die
speech van 'm gekapt?"
Natuurlijk; maar als er wèl iemand
is van 't Gele Gevaar, en van ons niet..."
't Gele Gevaar komt niet
Dat zeggen ze altijd, maar je kunt
ze nooit vertrouwen. Achteraf blijkt dan
dat ze stiekum de boel toch gekregen
hebben".
Daar moet ik nu toch werkelijk om
lag-gen", zei Riesemeijer, en hij voegde,
per glimlach althans, de daad bij het
woord „stiekum de boel krijgen van
zoo'n man, die hemel en aarde beweegt om
in de krant te komen. En 't is nogal be
langrijke kopie!! Enfin; meneer van
Hoghen Lugt, gaat u er even heen, hè
Het is een zéér eenvoudigh beghin In de
Journalistiek
Zoudt u me even willen zeggen, wdai
ik heen moet gaan?"
Prins Hendrikkade. De steiger van
de Nederlandsche Lloyd U neemt bij
den Dam lijn 13".
O juist. En dan
Ogh, dan kijkt u eenvoudig, of
meneer Ten Raedt inderdaad die speech,
die u daar al in de hand hebt, houdt. En
ja, dan kunt u wel even wachten, of er
ook iemand namens de troep antwoordt;
en dan informeert u wel even, naar zijn
naam
Hoewel zeer beleefd de uitvoerige in
lichtingen gevend en zelfs naar 't scheen
met eenige paedagogtsche zelfvoldoening,
keerde de heer Riesemeijer bij zijn laat
ste woorden alweer ten halve naar het
dikke boek, waarin de dagtaak voor de
rubriek Stadsnieuws, de verschillende ge
beurtenissen die voor de kleine reportage
In aanmerking kwamen, genoteerd of ge
plakt stonden, en Henri begreep, dat hij
nu maar zoo gauw mogelijk aan 't werk
moest gaan. Aan 't „werk"Enfin,
was dan wat hij als ambtenaar te doen
had gehad, allemaal veel belangrijker en
meer hersen-vermoelend geweest?
Hij moest zich maar niet te veel ver
beelden. Er was blijkbaar nog "n heele-
boel te leeren, voor hij in 't vak was. Nu
ja, „leeren"maar enfin, je moest t
toch maar weten. Wat was bijvoorbeeld
het Gele Gevaar? Het was blijkbaar een
spotnaamEn waarschijnlijk voor een
concurreerende courant, dat kon je uit 't
gesprek wel opmakenOch, 't zou de
Bode wel zijn, natuurlijk!, die was op
geel papier gedrukt; en dat was hét
andere groote dagblad in Amsterdam
Hij lachte om zichzelf. Hij was wel
gauw heelemaal in de jongens-mentaliteit
van jongste verslaggever Ingeleefd!
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Vorderingen in het vak.
Het begin van Henri's journalistieke
loopbaan was ongetwijfeld gering; maar
hij maakte vordermgen. En hij genoot wel
dra de algemeene sympathie, het zijn trou
wens twee omstandigheden, die plegen sa
men te hangen. Toen hij vertrokken was
om de aanwezigheid van den heer Ten
Raedt te constateeren één der velen die
niet: redevoeringen hield, welke wegens
haar belangrijkheid In de courant kwamen,
maar die redevoeringen hield, vooral om in
de courant te komen en zoodoende een be
langrijk man te worden toen Henri
goedmoedig zich tot deze taak had laten
afvaardigen, keken de ronde heer Knip-
scheer en de ietwat voyant-slerlijke heer
Riesemeijer elkaar een oogenblik min-of-
meer beschaamd aan; en knikten toen
zwijgend en nadenkend even; en gingen
toen weer aan den arbeid. En begrepen
van elkaar; dat ze beiden een beetje be
schaamd waren. Want die meneer Mr. Dr.,
die daar in de beginnende-verslaggeverij
was terecht gekomen dien hadden ze alle
bei in hun hart een beetje bespot; en
Knipscheer had aan die gevoelens uiting
gegeven door hem dat aller- alleronbenul-
ligste werk op te dragen; dat bovendien
volkomen overbodig was: met een vage
verwachting dat de Mr. Dr. verontwaar
digd zou ziin. en dit te min vinden Maar
hij had het zoo eenvoudig en bereidwillig,
en met dat besef van te moeten lééren
aanvaard, hij had dit ontgroenlngs-proelje
zoo keurig doorstaan, dat hun spot ln-
éénen was omgeslagen in sympathie; en
de titels twee! hem zelfs, in zijn po
sitie, een zekere martelaarsglorie bijzetten.
Zoo vond men dan ook want er heersch-
te een aardige geest onder deze vlotte en
fleurige lieden, die véél van het leven za
gen dat men Mr. van Hoghen Lugt juist
moest sparen voor de al te minne verslag
geverswerkjes: het was een stilzwijgend
verbond, waarin, na het verhaal van zijn
debuut, de mede-verslaggevers van harte
meededen; want zij waren geen Dr. en zelfs
geen Mr.; en hadden voor die titels, vooral
waar die met zooveel bescheidenheid ge
dragen werden, wel het respect, dat de
tltellooze daarvoor pleegt te hebben. Henri
had het dus niet kwaad. Makkelijk had hij
het ook niet; het was een heel druk leven;
dat wel-ls-waar gewoonlijk niet zoo heel
vroeg in den morgen begon als er iets
niets bijzonders was werd hij om halftlen
oo 't bureau verwacht, en hij was er akelig
stipt maar de reportage, die uiteraard
vele avondvergaderingen omvatte, waarna
dan nog een verslag moest worden ge
maakt. eindigde ldat; „wanneer wij nog
de laatste tram naar huis kunnen halen,
zeggen wii hier. dat we een vroegertje heb
ben". zei een collega hem ééns na de eerste
dagen; hij zei het lachend, want het wa
ren vrijwel alle luchtige knat>en die niet
veel kankerden, maar wel tusschen den
arbeid vele halve-uur jes In café's plachten
door te brengen; making the best of it;
.it" was de noodzakelijkheid, voortdurend
.in de beweging te blijven".
(Wordt vervolgd), j