DAGBLAD - Tweede Blad Zaterdag 12 November 1932 RISCHE FIGUREN. Crematie 01 Auto-Transport KUNST EN LETTEREN. LAND- EN TUINB0UW._ OVERZICHT KAASMARKTEN. GROOTE REGENPERIODEN EN Z.G. WERELDWEER. UIT DE BONTE WAERELD i PIT het leven van napoleon. X. Het einde ent, herhaaldelijk aange- diclllen, staten en inventaris- erd aan generaal graaf de daarna door den keizer over- geteekend en gezegeld, was dood mocht komen. Hij werd wist, dat hij naderde. Het ver- m niet. De langzame kwelling vangenschap heeft hem doen naar het groote einde; hij was keren zin „der Welt abhanden los geworden van de wereld, wensch, zijn kind nog eenmaal 1 dit weet hij niet ver- n. Wat bindt hem dan nog aan Maar tot het laatst zal hij den- "ien zoon; uitdrukkelijk beveelt ts om na zijn Napoleon's -houwing te doen plaats heb- t hij gaat heen aan dezelfde raan zijn vader is gestorven; j kan den arts wellicht nuttige ven en aldus zijn zoon ten goede teert hij aan Montholon den deze aan sir Hudson Lowe moet anneer de keizer zal zijn ge- waarin gevraagd wordt, welke gen de Engelsche regcering men voor de overbrenging van ar Europa en de repatriatie van eiland aanwezige Franschen n niet talrijk meer. Van hen, die m gekomen waren, slechts de de Montholon en Bertrand, de ienaren Marchand en „Ali" die na de abdicatie te Fon- den kamerdienaar Constant en luk Roustan hadden vervangen, ofmeester, Noverraz, jager, en it. lijfknecht. Mevrouw de die niet tegen het klimaat ases en generaal Gourgaud wa- sedert lang vertrokken. Bertrand eester van het paleis" heeft en vier kinderen bij zich. Dan drie Corsicanen, later, in 1819 gekomen, de geneesheer Autom- :n oude sukkelige abbé. Buona- ort vóór des keizers dood Sint- rlaat, en de abbé Vignali. aan eizer bij testament opdrachten -uwen doet- Voeg hieraan nog Chandellier en Coursot. den dezen, en ge hebt den kleinen menschen, die meer of minder i waren van Napoleon's laat- aanden. e troepje begreep, dat 't einde zorgvuldigheid, waarmede de i laatste beschikkingen had ge- dden hem vermoeid. Dat ver- hem niet om orders te geven van zijn testament, die hij nde en van zijn zegel voorzag, copie werd een pakje gemaakt, in abbé Vignali werd toever- Het was een voorzorgsmaat- het geval het -oorspronkelijke naelschen zou worden verduls- mietigd. Een vroeger testament, wd aan Bertrand, werd, na door 'r herlezen te zijn. verscheurd en Instructiën werden gedicteerd rie exécuteurs testamentaires; nder zijn dictée geschreven, doch geteekend- werden bestemd voor er Laffitte en den vroegeren the- n den keizer, baron de la Bouil- olgens had hij, op verschillende "ge gesDrekken met Bertrand, 1 allerlei bepalingen uit zijn tes- 'elichtte, belangrijke raadgevin- opzichte van zijne familieleden rand toevertrouwde. de meest ende onderwerpen aanroerde en uitvoerig sprak over het lot van urlijke zoons, die hij tot dusver dan nog slechts met een enkel aangeduid. (2.) prekken, die vrij haastig en "paalde volgorde der onderwer- de invallende gedachte van den rden gehouden, zijn haast-je, r generaal Bertrand opgetee- t document bleef tot 1881 in het familie Bertrand. Daarna kwam archieven van nrins Louis Na- i den historicus Emest d'Haute- tigde het te publiceeren. (3.) De auterive noemt het „den com- van het testament- De laatste het antwoord op de vraag door Besteld: ^gedragslijn moeten uw vrienden lang van Frankrijk en den roem vaderland. Ik zie er geen andere." M 27 April van het jaar 1821. Men iLongwood" als in afwachting, in ,an hetgeen gebeuren moest. dokter Automonarchi, die een oon onbekwaam medicus moet •Jjn, is het duidelijk, dat de keu- sterven. Op een verzoek door den toch alles te doen. wat hij j I i en een consult met eenige doktoren toe te staan, volgt deze ooit tot u doorgedrongen, dat «in„ eens tot een last kon hu ik zal mijn dood niet ver maar evenmin zal ik iets doen _w vertragen." w™ er dagen waarin de keizer en io i met de Pijnen, die zijn "elliil Ierkwaal bom doet lijden. Jen bij zijn toevlucht tot erin„ s'aaP wordt zeldzaam; aan bet verleden bevol- "tann fn',die ^ub soms in zijn en lengen- Nu en dan uit der ^J?an bot slagveld, aan de Si,h£?™PaKnes, herinneren. De "t van i op' wanneer de werk- het viu kr'izer- in scherp con- t onSke,»chaam. een tooneel nis is m' 1?' een stuk wereld- r den süfon bolon wordt in zijn dictée ee„ gewekt en moet on- k's verrioüt - neerschrijven van del'jke - tegen een inval te de Ie s' Daarna weer uren fch m,;8de scherpe oogen, de gevani binnen te richten, als 'rvollo fne zijn korte, aan da- sfeer H« herschept de rtjn aeeit "leestal om hem 'Ve-zwairt onverzwakt en óók ede de»emZekere Soedhartig- "vze man van ongewone m^teïoEen Zic£ aanpast aan de kleine menschen om hem heen- Eenige dagen van inzinking volgen; er komen oogenblik- gruwelijke spanning; de sterke geest en het verzwakte lichaam zijn in bittere worsteling. Een stuk historie klinkt uit fragmenta rische zinnen, die de stervende uitstoot. Dan op eenmaal, een reminlscens van lang geleden: het ouderlijk huis op Corsica: hij vermaakt het aan zijn zoon.... Zoo breekt de vijfde Mei a.n. Kort ge leden was een komeet aan den hemel ver schenen Dit feit scheen den keizer even getroffen te hebben: hij herinnerde zich dat eenigen tijd vóór den dood van Julius Caesar ook een komeet aan den hemel ver schenen wasNu. den vijfden Mei. huilt en giert de wind om het rotseiland. Vlak bi] het huis worden boomen ontworteld. Stortbuien plassen neer en windvlagen beuken de muren. Daarbinnen ligt de keizer en sterft. De natuur daarbuiten woedt en raast. De ster vende vereenzelvigt zich daarmede, waant zich als weleer In het krijgsgewoel: Het leger! ....De voorhoede....!" tracht hij' te bevelen, doch het is slechts een fluisterstem, die deze woorden pre velt. Dan. met een ruk. springt hij op, werpt zich op Montholon. sleurt hem mede op den grond...het is zijn laatste uiting van kracht. Hij ligt stil. haast onbewege lijk, uren lang. In den namiddag, even over kwart voor zes, is het einde. „De kei zer is overleden", zegt de trouwe Bertrand en kampt met zijn emotie. Even later dekt hij den doode toe met de kapotjas van den keizer bij Marengo. En de ontroering vaart door de aanwezigen: zelfs de Engelschen, die bij de tijding van 's keizers dood waren toegesneld blijven niet onbewogen. Want daar ligt niet de oude, afgelegfde, afge martelde keizer, maar de jonge generaal Bonaparte, in de klassieke schoonheid van zijn latijnsch type. De dood heeft een won der verricht; hij heeft de rimpels wegge streken de huid gespannen, even de fijn geteekende lippen geopend en daaromheen een glimlach gelegd. „De eerste consul!" roept Bertrand uit en inderdaad, het is alsof daar de jonge generaal Bonaparte sluimert, de eerste consul, na de expeditie in Egypte de leidende, krachtig besturende heerscher. wien de toekomst en de roem toelachen. Wie het doodsmasker kent, dat van Napoleon's gelaat genomen is, begrijpt Bertrand's ontroerden uitroep. En de mare gaat naar Europa in lang zame vlucht; het is nog niet de tijd, die aan den aether zijn geheime krachten ont rukt en deze aan zich dienstbaar maakt. Londen verneemt Napoleon's dood den 4en Juli; Parijs den 5en; Baden en Zwitser land den 14en; Rome den 16en. Hier. te Rome, vernietigt die tijding de hoop der oude moeder, die, evenals haar broeder, kardinaal Fesh. ten onrechte overtuigd was dat haar zoon Sint-Helana verlaten had en de dag van het weerzien misschien niet verre meer zou zijn. En haar smart zal nog vlijmender worden, wanneer zij op haar bede: „de moeder van keizer Napoleon smeekt bij zijn vijanden om de asch van haar zoon; in den naam van God smeek ik u, milord, mij de stoffelijke overblijfse len van mijn zoon niet te weigeren" geen antwoord krijgt. c Engeland's eerste minister zweeg: Enge- land's regeering zweeg. Den 8en Mei was Napoleon's lijk begraven op een uur af- stands van Longwood en het zou er blijven, totdat een machtige volkswil den 15jn De cember 1840 de woorden van Napoleon's testament tot waarheid maakt: „Ik wensch. dat mijn asch ruste aan de boorden van de Seine, te midden van het Fransche volk, dat ik zoozeer heb lief gehad". A. J. BOTHENIUS BROUWER. (1) Het oorspronkelijke testament be rust in de Archives nationales te Parijs; de copie, ingepakt, en met den naam van abbé Vignali door Napoleon geschreven, er op. kwam in het bezit der familie Bona parte. Eenige Jaren geleden was zij in de archieven van prins Naooléon te Prangins. (2) De een. graaf Alexander Walewski. had tot moeder gravin Walewski; hU was later minister van Naooleon III; de ander had tot moeder Eleonore Denuelle de I-a Plaigne gescheiden vrouw van een officier. (3) Dit weinig bekende stuk is gepubli ceerd in het nummer van 15 December der „Revue des deux mondes" 1928. onder den titel „Dérnlères conversations de Sainte- Hélène." RECLAME. - .Begrafenisonderneming G- M. SEUGLING Kosterij Ëvang, Lnth Gem. Middelweg 36 Tel. 3101 Leidèn 2451 TIJDSCHRIFTEN. Van het twee-maandelijksche blad „Vox- Theologica" onder hoofdredactie van H. Faber is de vierde jaargang ingetreden. Dit tijdschrift het orgaan van de Ver- eeniging van Studenten in de Theologi sche Faculteit in Nederland" wordt uit gegeven bij de N.V. Van Gorcum en Comp. te Assen en maakt een prettigen Indruk. Het October-November nummer van het „Ster-Bulletin" bevat een dee! der toespra ken die Krishnamurti in het Californische kamp hield en de vragen welke hem daar werden gesteld. In verband met Kerstmis en St. Nico- laas is het October-Novembernummer van de „Vlctoriaan"-uitgave van de Biscuit fabriek Victoria te Dordrecht in een fees- telijken keurig verzorgden vorm versche nen- o ANDERE BOLLEN, voor BEPLANTING IN DEN TUIN. Crocus, Bij voorkeur groeit de Crocus in vrij zwaren, doch goed diep losgemaak- ten grond, lichte zandgrond, die spoedig aan de oppervlakte uitdroogt en warm wordt is wel aanleiding, dat de bollen ziek worden. Ook is het niet opkomen der bol len daaraan te wijten. Op zulke gronden moeten de bollen een paar centimeter die per worden geplant. Versche meststof kun nen ze absoluut niet verdragen. Van Cro cus heeft men voor den tuin 130 a 150 st. per vierkanten meter noodig, en men plant ongeveer 5 a 6 c.M. diep. De crocus- sen zijn ook zeer geschikt om hier en daar aan groepjes in het gras te worden ge plant en kunnen daar jaren lang vast blijven staan. Denke er vooral aan om met het gras maaien het crocuslof te sparen, omdat de bollen dan hoe langer hoe meer achteruit gaan en niet bloeien. Cyclamen (winterharde soorten. De vollegronds Cyclamen zijn nagenoeg win terhard en verdienen alle aanbeveling, ze groeien in klei-achtigen, goed met fijn kalkpuin vermengden grond en moeten gedurende langen tijd vast blijven staan. Het eerste jaar bloeien de knollen zeer spaarzaam of het geheel niet. zij moeten eerst wortelvast staan en worden na 2 of 3 jaar, ongeloofelijk mild groeiend. Van soorten, die zich vóór den winter reeds ontwikkelen, dient wel aanbeveling ze dan met sparrengroen of ander dekmateriaal te bedekken. Men plant de knol ongeveer 2'/s c.M. diep op zware gronden, op zand gronden 34 c.M. flet best groeien ze op een beschaduwde, niet al te droge plaats. Galanthus (Sneeuwklokje). De alge meen bekende Sneeuwklokjes kunnen tus- schen struiken of in het gras worden ge plant (met maaien het lof onaangeroerd laten), waar zij zichzelf zoo vermenig vuldigen, dat ze ten laatste den grond biina geheel en al bedekken. Planttijd vroeg in het najaar. In het wild komen de Sneeuwklokjes altijd min of meer op beschaduwde plekken voor en op vochti- gen grond. Men plantte de bolletjes onge veer 8 c.M .diep en 45 c.M. van elkaar. Iris. Alle soorten tot deze groep be- hoorende bollen verlangen een planting in de maanden SeptemberOctober en hou den van liefst zandigen, vooral goed door latenden. voedzamen grond bovendien en een plaatsje in den vollen zon. Ze moeten ongeveer 68 c.M. diep worden geplant en ongeveer 6—10 c M. uit elkaar. Na de bloei tijd, als het blad geel is geworden, moe ten de bollen droog worden bewaard. Lilium (Leliesi. Na ontvangst plante men de bollen direct in niet te drogen, voedzamen tuingrond, op zwaren grond, omringe men de bol met een weinig wit zand. Lelies houden van koelen goed opgeven- den grond, waarin ook gedurende de groot ste droogte en warmte nooit gebrek kan komen aan het noodige vocht Óm hieraan eenigermate teeemoet te komen dient men de bollen vrij dien te planten en als volgt te werk te gaan: Nadat de plaats waar men wenscht te planten vooraf goed dieD is omgewerkt dient, itjen de Dlek tot op 10—12 c.M. uit te diepen de bollen wor den hierin gezet en geheel met goeden grond omringd en bedekt. Vervolgens wordt een laag oude goed verteerde mest er over heen gestrooid, oodat de zich boven de bollen rijkelijk ontwikkelende wortels ruimschoots voedsel kunnen vinden. Het geheel wordt nu met den gewonen grond verder oogevuld. Wil men veel succes van Lelies verwach ten, dan moet men ze een paar jaar vast laten staan. VOORWAARDEN EN DE INRICHTING VAN DE WOONKAMER VOOR HET KWEEKEN VAN PLANTEN. Voor men zich toelegt op het kweeken van planten in de kamer, moet men zich eerst overtuigen of de kamer zoodanig ge legen is, dat de noodzakelijkste voorwaar den aan de op te nemen planten in vol doende mate kunnen verschaft worden. Onze woonkamers kunnen meestal slechts planten herbergen, die uit de warme streken komen, omdat deze door hun natuurlijke geaardheid niet alleen een hoogen warmtegraad verdragen, maar dien ook als een bepaalde levensvoorwaarde eischen. De plant moet dus in staat zijn, zich te schikken naar de voor het men- schelijk verblijf noodzakelijke hooge ka- merwarmte. Gedurende den dag zal de warmte het maximum bereiken 5060 gr. Fahrenheit en des nachts 40 graden. Dit laatste komt overeen met de warmte, die de planten van de gematigde kassen verlangen, terwijl het maximum de ge middelde temperatuur van de warme kas is De planten, die bovenstaande tempera turen verdragen kunnen in onze kamers tieren, terwijl planten van de koude kas. die een lagere temperatuur vragen slechts voor korteren tijd onze kamers versieren, omdat de hooge kamerwarmte voor haar nadeelig is, daar zij tot vervroegde en overhaaste levensinrichtingen opgewekt worden, wat in geen geval een gezonden toestand kan veroorzaken. Daar het leven en het gedijen der plan ten afhankelijk is van het licht, zoo moet de woonkamer of de plaats, die voor het herbergen van planten bestemd is, volko men van genoeg licht voorzien worden. De behoefte aan licht is kleiner of grooter, al naar den toestand, waarin de plant zich bevindt. Bevindt de plant zich in rust, schijn bare stilstand van den groei, dan is de be hoefte aan licht geringer. Groeit echter de plant, maakt ze nieuwe bladeren, ver- toonen zich bloemknoppen, enz., dan is de behoefte aan licht zeer noodzakelijk. Kamers, die voorzien zijn van hooge, groote ramen zijn het meest geschikt om planten te kweeken. Bovendien, een ka mer gelegen op het Zuidoost, Zuid tot Zuidwesten, leent zich het beste als bloe- menkamer Het mooist zijn nog wel hoek- kamers, die van twee kanten licht ont vangen. Ook verdient aanbeveling, om de ramen niet van dikke gordijnen te voor zien, doch van dunne vitrages. Buiten warmte en licht is ook de be hoefte aan lucht in overweging te nemen. Het toetreden van lucht is voor de plan ten in rsutenden toestand geringer noodig als voor planten, die in hun grootste groeiperiode zijn. Men kan net toetreden van lucht ver oorzaken door de ramen open te zetten. Dit zou echter dikwijls nadeeilge gevol gen kunnen opleveren, aangezien de De aanvoeren en hoogste noteeringen waren: Wagens Goudsche (1) (2) lie n te (I) (2) lichte (1) (2) Rijksmerk zware (1) Leldsche (2) (1) (2) 7 Nov. Oudewater 63 66 82 f f f f34f35f35f f f f f f 8 Nov. Bodegraven 347 197 310 f f f f 34 f 36 f 38 f 36 f 37 f f f f 9 Nov Woerden 291 345 382 f— f— f— f34 f35 f37 f35 f36 f- f— f— f 10 Nov Gouda 341 315 354 f f f f 34 f 35 f 38 f 36 f 36 f 39 f f f— 11 Nov." Lelden 84 82 113 f34 f35 f36 f— f— f— f— f— f— f35 f34 f42 (1) Zijn de opgaven van de vorige week. (2) Zijn de opgaven van 913 Novvember 1931. directe koude luchtstroom aan de aan warme temperatuur gewende planten hoogst schadeiyk kan worden. By koud weer kan men dus de ramen, waar dichtbij planten staan niet openen, het meest aan te raden is de bloemenkamer geheel te sluiten en een naastgelegen kamer rijke- hjk te luchten, nadat de binnengelaten lucht goed verwarmd is, de eerste te openen en zoo door de deur de vernieuw de, gezuiverde en verwarmde lucht te la ten toetreden. Ook is het aan te bevelen een ruit van het raam in de nabyheid der planten beweegbaar te maken, opdat deze by zacht en windvry weer geopend kan worden. In zulk geval mag dan geen ven ster van de kamer geopend worden, zoodat geen tocht ontstaan kan, welke erg na deelig is en vernirten moet worden. Ook moet afgewend worden andere na deeilge stoffen, zooals rook, stof en gas. Uit het voorgaande treedt op den voor grond, dat de vensters der woonkamers, als bron der meest belangryke behoeften, de beste standplaatsen voor de planten zyn. Hier worden de planten, die het meest behoefte aan licht hebben, ver- eenlgd Verder van het glas afgelegen ruimten zyn bestemd voor de minder ge voelige soorten, waaronder namehjk die met harde of lederachtige bladeren, z.g. bladplanten. Aanbeveling verdient de planten op hun plaats om de beurt te draaien, opdat alle bladeren rondom van het licht kunnen genieten. Nog eens in het kort geeft de planten gedurende den winter vooral een lichte tochtvrije plaats. GARANTIE-UITKEERINGEN AAN SUIKERBIETENVERBOUWERS. Op de vragen van het Tweede Kamer lid, den heer Braat, betreffende spoedige uitbetaling der garantie-uitkeerlngen ten behoeve van de verbouwers van suikerbie ten. antwoordde de minister van economi sche zaken en arbeid o.m dat tot een maximum van f. 8 25 per 1000 K.G. garan tiebleten van Rijkswege uitkeeringen zullen plaats hebben ten behoeve van de verbou wers van suikerbieten, oogst 1932 Tot het doen van die uitkeeringen zou eerst kunnen worden overgegaan na afloop van de campagne, wanneer uit de boek houding der fabrieken de verelschte gege vens blijken. Daarom zullen onder de noo dige waarborgen (bankgarantie) voorschot ten op dieuitkeeringen worden verstrekt' tot een maximum van 100 uCt. van het oer 1000 KG. garantiereten beschlkbye be drag. Dezer dagen zullen de eerste voor schotten beschikbaar worden gesteld, ter- wyl begin December een tweede voorschot zal worden uitgekeerd. In het midden van het volgend jaar zal de eindafrekening kunnen plaats hebben. DE UITVOER VAN HAM EN SPEK NAAR ENGELAND. Uit Londen wordt gemeld: De onderhandelingen van den Engel schen minister van Landbouw met de ver tegenwoordigers der landen, die ham en spek in Engeland Invoeren, zün geëindigd. Het doel van de onderhandelingen was den invoer van ham en spek met ten minste 20 pCt. te verminderen. De verdere onderhandelingen zullen langs diplomatle- ken weg worden gevoerd. By deze onderhandelingen zyn betrok ken Nederland, Amerika. Rusland, Polen, de Baltische Staten en Scandinavië. DE EER VAN DEN STAND VAN VUURTORENWACHTERS. Hoe komt een vuurtorenwachter aan een vrouw? Dat was het probleem, waarover Juan Alvarez zich al lang het hoofd had gebroken. Weken achtereen moest hy on afgebroken dienst doen op den vuurtoren, van de geheele wereld atgesneden, en de weinige vrye dagen, die hy in zyn klein visschersdorpje doorbracht, boden hem ook al geen gelegenheid, met leden van het schoone geslacht in aanraking te komen. ElndeUJk had Juan Alvarez zyn plan uit gedacht. Hy wierp honderd flesschen in zee, in elk waarvan zich een huweiyks- advertentie met zyn portret en adres be vond. En inderdaad werd op die flesschen gereageerd. Maar niet op de manier, die de vuurtorenwachter bedoeld had. Het was geen trouwlustige schoone, die naar het vuurtoreneiland kwam, maar een motor boot met ambtenaren, die hem van zyn hoogen post omlaag haalden en hem zijn ontslag overhandigden, daar hij zich on waardig had gedragen en zijn ambt aan spotterny had blootgesteld. Wat was er gebeurd? De strooming had alle honderd flesschen naar de elegante badplaats in de nabyheid gevoerd; daar had men de advertentie gelezen en een hoongelach was het gevolg geweest. Een krant nam het geheele verhaal op met portret en naam en de regeering achtte dat een groote blamage, waardoor haar dienaar zich onmogeiyk had gemaakt. Juan Alvarez is dus als vuurtorenwachter ontslagen, maar het lot is hem toch niet slecht gezind. De krant, die op de hoogte werd gesteld van den minder vroolljken loop, die de gebeurtenissen hadden ge nomen, ontfermde zich over hem en gaf hem een plaatsje als bode van de redactie. En bovendien heeft hij toch zijn doel be reikt, want binnenkort zal hij trouwen met Carmen Ollvera, die op hetzelfde bureau werkzaam is. In het vorige artikel heb ik het een en ander medegedeeld over de mogebjke oor zaken van den buitengewonen regenval in den laatsten tyd. Er was toen geen ge legenheid een der belangrijkste meteoro logische factoren, welke een rol spelen by den regenval, iets meer van nabij te be- kyken. In het volgende moeten wy ons daarmede bezig houden. Vooraf moge echter worden opgemerkt, dat de nu af- geloopen regenperiode alle regen-records in Nederland heeft geslagen. Te Voorscho ten viel een hoeveelheid van 255 m.M., d. 1. 64 m.M. dan de grootste maandsom hier in de buurt sedert 1895 waargenomen. Er is echter altyd baas boven baas en zoo viel dan te Zandvoort 321 en te Overveen 317 m M., d. 1. meer dan drie malen de normale hoeveelheid. Z.-Holland had trouwens gemiddeld 240 m.M., hetgeen ook een aardig bedrag aan hemelwater was. En toen was het opeens uit met dien regen. Wat is er dan gebeurd? Het antwoord op die vraag brengt ons geiyk tot het eigeniyke onderwerp van deze beschouwing. Men zal hebben opge merkt, dat het ophou vn van den regen gepaard ging met het omloopen van den wind, eerst naar het Noorden, daarna naar het Oosten. Dit beteekent. dat de met dezen wind aangevoerde lucht, droog was. Hieruit kon geen regen vallen, hoog stens een heel klein beetje. Gedurende den regentyd echter was de wind uit een richting tusschen Zuid en West. Deze wind voerde warme en zeer vochtige lucht aan en de voortdurende aanvoer van deze, rijk met waterdamp bezwangerde lucht, schiep een rijke bron van neerslag. Daar bij werd deze warm-vochtlge lucht door een naby zynde kouden luchtstroom tot opstyging naar hooge luchtlagen ge dwongen, waarby de waterdamp in groote hoeveelheden als regen werd afge scheiden. Deze warm-vochtlge luchtstroom was afkomstig uit Zuidelijke streken en be hoorde tot het stelsel der z.g. algemeenc luchtcirculatle over het Noordeiyk Half rond. Aan den equator nl. is de verwar- warming het sterkst, de lucht stygt daar op, begeeft zich op grooten hoogten naar het Noorden, daalt op 30 graden Noor derbreedte weer naar beneden. Deze neergedaalde lucht vloeit voor een deel als Zuidwestelijke luchtstroom naar hoo- gere breedten, en van dezen z.g. equato- rialen of sub-tropischen stroom zet een deel zün weg over den Atlantischen Oceaan naar het Noordoosten voort langs de Westkust van Europa Deze tak van den reeds warmen luchtstroom vloeit tegelijk over den warmen zeestroom, die den naam van Golfstroom draagt. Boven dezen warmen zeestroom neemt dc sub-tropische-luchtstroom veel water damp in zich op en dit is de oorzaak, waardoor de uit het Z.W. aangevoerde lucht zoo noodig is. Het is nu deze warme, aan waterdamp zoo rüke luchtstroom, welke in West- Europa het regenachtige, zachte weer in den herfst en den winter brengt. Zoo dra deze luchtstroom West-Europa be reikt stügt de temperatuur en wordt het weer regenachtig. Maakt hy plaats voor een Noordeiyke, d. i. van de Noordpool terugkeerende circulatie-stroom, die koud en droog is, dan koelt het weer af en houdt de regen op. De afwisselende heer schappij dezer twee luchtstroomen is de oorzaak van de eeuwigdurende afwisseling tusschen warm, regenachtig en koud droog weer. Het einde van den regen tyd werd ons dus gebracht door den in val van den kouden polalren stroom en het terug wüken van den warmen sub- tropischen luchtstroom Het Is eigenlijk een verlegging van de bedding dezer belde luchtstroomen, tengevolge van ver anderingen in de druk- en temperatuur- verdeeling in de omgevende gebieden van het Noordelijk Halfrond. Of het dus een regentijd of een periode van koud, droog weer zal zijn, hangt der halve er van af, hoe de druk- en tempe- ratuur-verdeeling is over net groote Europeesch-Aziatische Vasteland eener- zijds en den Atlantischen Oceaan ander- zyds. De kracht van de belde luchtstroo men, dus de snelheid, waarmede de warm-vochtige lucht wordt aangevoerd, wordt daarentegen grootendeels bepaald door het verschil in temperatuur tus schen den Equator en de Noordpool, want hoe grooter dat verschil is, hoe sneller de algemeene luchtcirculatle op het Noorde lijk Halfrond verloopt. Men ziet hieruit onmiddeliyk, dat de groote regentijden hoofdzakelijk be- heerscht worden door de meteorologische omstandigheden op verren afstand en over zeer groote gebieden. Daarom moet men de oorzaak van zoo'n abnormalen regenval als wij in October gehad hebben, niet in West-Europa zelf zoeken, hoewel natuurlük wel een plaatselüke omstandig heid van invloed geweest kan zijn. Zoo speelt het vertikale temperatuur-verval ook een rol. maar ook dit wordt weer be- heerscht door invloeden op grooten af stand, zoodat wü ten slotte weer terecht komen op de meteorologische omstandig heden in ver verwyderde streken. Daar om moeten wij de periode van veel rogen, die in September en October heerschte, als een groot meteorologisch verschijnsel zien, dat in rechtstreeksch verband staat met het weer over een geweldig groot ge bied. Zoo'n periode is daarom ook van vrij langen duur, in dit geval van twee maanden en het is daarom ook volstrekt nog niet zoo zeker, dat het einde defini tief is, al klopt in Oost-Europa de winter reeds aan de deur. (Nadruk verboden). c. N. 3-2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 7