den Leidschen Raad argang LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 8 November 1932 Derde Blad No. 22281 l0ging der hondenbelasting met 1 stem meerderheid aanvaard. fcrogressie bij de opcenten op de Personeels Belasting. inele discussie is benoemd tot ihet Nederlandsch aan het Gym- JBS en H. B. S. voor meisjes de j kloofs te Hariingen. nten 4, 5 en 6 werden z. h. st. goed- erpunten of nagenoeg HAMERPUNTEN. Jorstel tot verhuring van een ge- 'water en aangeplempten grond aan jlemmertrekvaart, kad. bekend, ge- l Warmond, Sectie C., No. 333, ged., prandse. (229) besloten. Jorstel tot overneming in eigendom jrhoud bij de gemeente van: strookje grond aan de Boter hoek Mosterdsteeg, van de N. V. (Gerzon's Modemagazijnen N. V."; strookje grond aan het Lcvendaal lenesteeg, van het gesticht „de Jgheid"; [strookje grond aan den Haarlem- [van Th. Witteman. (230) besloten. Jorstel tot aankoop van het perceel Erkgracht No. 15 en tot beschik- j van de voor dien aankoop be- gelden.(231) jer KNUTTEL gelooft wel, dat de belang heeft bij dezen koop, teent t<5ch, waar er voor noodige teen geld is, dat deze aankoop niet is, waar de prijs althans be |is. luder SPLINTER oordeelt de prijs slecht gelet op de belangen der die in de toekomst heeft heer HUURMAN kan zich hierbij tden heer Knuttel vereenigen. Ter VERWEY zou het dom vinden gemeente het pand niet koopt. Zoo een afgerond complex verkregen let te duren prijs. ser BOSMAN sluit zich aan bij den ivey evenals de heer Schüller. Ier KNUTTEL blijft er bij dat er «1 geen haast is en ontraadt i den aankoop, gelet op de gelden, lig zijn voor werkverschaffing, foorstel wordt aangenomen i stemmen, h de heeren Knuttel, Huurman, Wil- Tkerbout en v. Es. (foorstel tot het verleenen van res- lan betaald vergunningsrecht voor Jflrergunning, aan L. Wayers. (232) besloten, foorstel tot vaststelling: de vergoeding, bedoeld in art. 11 t/m 7, van de Lager Onderwijs- over het jaar 1929, aan de be- van verschillende bijz. scholen; pn het, krachtens het 8e Ud van a genoemd wetsartikel, alsnog uit ren bedrag over de jaren 1927 tot 1 1929, aan de besturen van eenige |ere scholen; i de vergoeding, wegens salariee- vakonderwijzers, bedoeld in het i het sub a genoemd wetsartikel, aan de besturen van verschil- Sjzondere scholen. (216) form besloten. [foorstel tot vaststelling van de bij- i de kosten van het bijzonder ver- Ierwijs, bedoeld in art. 102 der Onderwijswet 1920, over het jaar Tor den vervolgcursus in verschil- (jzondere scholen. (217) besloten, orstel tot wijziging van de sub- jeling ten behoeve van de school pitengewoon lager onderwijs aan den pudschen Singel. (213) form besloten. Noorstel tot verdaging van de be- jop de ontwerp-verordening, be lde den aard van de bebouwing en pruik van perceelen. gelegen aan de Taat, de Koornbrugsteeg en de tukt. (219) |orm besloten. Voorstel tot toekenning van een Je aan de Margarita van Cortona- Tbg, afdeeling van de Zita-vereeni- (233) Jeer KNUTTEL is tegen deze subsi- Jilp moet z. i. van overheidswege verleend, niet van confessioneele ieer HUURMAN is tegen de subsidie, gwenscht ook, gelet op de tijden. 1 pouder GOSLINGA laat hetgeen de Knuttel zeide, over aan den raad. opmerking van den heer Huur- br» at bedenken, dat ook jjw niet voorgesteld wordt op deze Vwr11 bezuinigen, die den steun jooaig hebben, dit afgezien van het fierd aanvrage eenigszins is P-huurman wijst er op, hoe op ■t !J4es yan de wijkvereenigingen feit i worden gekort. Vandaar idezen- Late men geen nieuwe GLw i ?en* De vereeniging heeft 7 al jaren gedaan zonder sub- bergers gelooft, dat de heer ■t 2? de hoogte is, anders zou «is gesproken. Warm be- Cpë .s"osldie aan, evenals de heer Ihuln'fïu er nog op wijst, hoe Chr. KÜP— k-jobsidle ontvangt, tellen zal dan straks heer VFrïs'dle in ta houden, fceliiko oordeelt het verkeerd eo ca'arfnö k le uitSaven niet te fJolane rt» behoort z. 1. deze subsi- i ij Eid overheid niets doet, en Se vereerUoi°reerst nlet hopen, Puderrn«!fn S°ed- van n 2, m GA oordeelt het limine mü 2 volkomen in over bid der ï,?k.i^de 'oekenning naar Klükbar» «S2 s volgens het be kt deze Men vergete ook 1 bespaart. reenl6ing de gemeente m?MIet op het laatste zal de heer HUUR MAN meegaan. n»Hk voorstel wordt z. h. st. aangenomen. kfku Knuttel wordt geacht tegen te hebben gestemd. 16o. Voorstel tot opnieuw vaststelling van de tabel van afschrijvingen belief - lende Gas- en Electriciteitsfabriek. (220) De heer BOSMAN oordeelt een afschrij ving van 6 pet. op de machinerieën aan oen lagen kant en prefereert 10 pet. Hij geeft in overweging daarmede rekening Ie houden voor later. Wethouder GOSLINGA wijst er op. hoe naast deze 6 pet er nog 2 pet. wordt af geschreven in een ander fonds. 10 pet. is voor dezen tijd aan den hoogen kant. Conform wordt dan besloten. 17o. Voorstel tot vaststelling van de tabel van afschrijvingen betreffende het Gemeentelijk Radio-Distributie-Bedrijf ■u u '221) De heer DE REEDE zegt, dat B. en W. in 4 jaar wilden afschrijven, en nu wordt voorgesteld 10 en 5 pet. Zit dat in den toestand of vergiste men zich in den duur der toestellen, etc.? Wethouder GOSLINGA erkent dat des tijds 4 jaar voor afschrijving is gedacht, doch de ondervinding het is een nieuw bedrijf heeft aangetoond, dat dit on- noodig is. Meer heeft spr. al moeten wij zigen door onbekendheid met het bedrijf, doch dit gaat echter heel goed en spr. heeft geen spijt van de oprichting. De inrichting is uitmuntend, al zij erkend, dat het duurder is gekomen als eerst werd aangenomen. Uit technisch oogpunt is deze afschrijving voldoende. Conform wordt dan besloten. 18o. Voorstel tot wijziging van de met de gemeente Alkemade gesloten overeen komst, betreffende de levering van elec- triciteit in die gemeente door de Leidsche Electriciteitsfabriek. (222) Conform besloten. 19o. Voorstel tot wijziging en aanvul ling van de met de gemeente Leimuiden gesloten overeenkomst, betreffende de le vering van electriciteit in die gemeente door de Leidsche Electriciteitsfabriek. (223) Conform besloten. 20o. Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden van den Ned. R. Kath. Volks bond, in zake invoering van muntmeters voor electriciteit. (224) Conform besloten. 21o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de voorloopige verbetering van den Zijlsingel. (234) Conform besloten. 22o. Voorstel inzake de verbetering en verbreeding, in samenwerking met het Rijk, van het gedeelte van den Hoogen Rijndijk, gelegen tusschen de Roombur- gerbrug en de grens van de gemeente Zoeterwoude en tot beschikbaarstelling van de voor een en ander benoodigde gelden. (235) Conform besloten. DE HONDENBELASTING. 23o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 17 November 1381 (Gem.blad No. 3 van 1882), regelende de heffing eener plaatselijke belasting op de honden te Leiden. (236) De heer DE REEDE oordeelt deze po ging de inkomsten te verhoogen zeer be scheiden. De grond voor deze belasting oordeelt spr. al zeer zwak. Er zijn toch meer huisdieren, zooals katten en geven die minder last, b.v. in Maart? Een be scheiden belasting kan spr. echter aan vaarden en f. 4 is te accepteeren. Voor verhooging voelt spr. niet. behalve voor wat betreft het scherper omlijnen van het begrip waakhond. Bij het heffen van f. 6 vreest hij zelfs, dat de opbrengst der be lasting zal dalen. De heer COSTER bepleit invoering van hondenpenningen. De heer KNUTTEL is ook tegen. Eens deels om hetgeen de heer De Reede reeds zeide en anderdeels, doordat het een be- voordeelen wordt der betere klassen. De arbeiders zullen hun hond moeten af schaffen. De heer VAN ECK verklaart zich ook tegen de voorstellen, daar de arbeiders klasse mede zal worden gedrukt. Een hond is ook een bron van levensvreugde en die mag den arbeiders niet worden onthouden. Dit is plagerij. Wethouder GOSLINGA zegt, dat iedere belastmgverhooging ondankbaar is, doch liet is noodzakelijk. Er moet b.v. weer dek king worden gevonden voor f. 4000 wegens verlaging der havengelden en deze materie is z.i. alleszins behoorlijk; de voorgestelde verhooging is zeer bescheiden, waar deze belasting al bestaat sinds 1908. Was maar een katten-belasting mogelijk! Op alle kleintjes dient gelet en f. 3500 is z. i. niet te versmaden. Dat de belastingopbrengst achteruit zou gaan door het wegdoen van honden, spr. gelooft het niet. f.4 of f.6 is niet zoo'n groot verschil voor hondenliefhebbers. Van plagen is geen sprake. Een hond is toch niet iets noodzakelijks. Het verschil tusschen waakhond enmet waakhond dient zoo klein mogelijk te zijn, men geeft thans zelfs pekineesjes op als waakhond! Als de raad niet opziet tegen uitgaven, dan moet hij ook dc inkomsten durven verhoogen, als het noodig is. zooals nu. Een hondenpenning bevordert 't stelen van honden om die penning. De heer DE REEDE oordeelt dezen post van weinig belang. Het gaat ook niet zoo zeer om f.4, die f.6 wordt, doch om de verhooging van f. 2 op f. 5.50 voor de waak honden en dat is te veel. Laten we niet tot dergelijke kleinigheden onze toevlucht nemen, doch de groote lijnen vasthouden. De heer ELKERBOUT is eveneens tegen, speciaal om de verhooging der waak honden. De heer KNUTTEL vraagt, waarom de wethouder dan geen progressie voorstelt, zoo hij het geld niet kan mlsen. De heer WILBRINK meent, dat thans zoowel op het groote als het kleine moet worden gelet, vooral waar hier het groote zoo moeilijk is. Het verzet van het bren gen van f.2 op f. 5.50 bij waakhonden is in het belang van de wetsontdulkers' Levensvreugde zal z. i. door deze ver hooging niet worden gederfd, daarvoor is zij te onbeduidend. De heer VAN ECK erkent, dat ook deze f. 3500 van waarde is, doch daarvan hangt het financieel beleid van Leiden gelukkig nog niet af. Zijn bezwaar blijft, dat be taald moet worden door degenen, die het niet hebben en wlen een bron van vreugde zoo wordt ontnomen. Wethouder GOSLINGA komt er tegen op. dat iemand als de heer De Reede dit kleinigheden noemt. Ook op de kleintjes dient gelet. Progressieve belasting brengt te veel rompslomp mee. Gelet op de tijdsomstandigheden dringt hij aan op aannemen. Het voorstel wordt aangenomen met 16—15 stemmen. Tegen de SDA.P. en de heeren De Reede. Knuttel. Donders. Huur man Eikerbout. Vos. 24o Verordening, houdende wijziging van de verordening van 28 December 1871 (Gem.blad No. 4 van 1872), regelende de invordering der plaatselijke belasting op de honden te Leiden. (236) Goedgekeurd. INTERPELLATIE-KUIPERS. De heer KUIPERS stelt volgende vragen: Vraag I. Zijn de berichten Juist in de bladen, dat B en W. van Leiden afwijzend hebben beschikt op een verzoek van het bestuur van de afdeeling Leiden van den Ned. Bond van Personeel in Overheids dienst om aan die leden van het personeel die geen recht meer hebben op verlof, desgewenscht toe te staan op 8 November 1932. voor eigen rekening vrijaf te nemen. Vraag 2. Welke motieven hebben B. en W. geleid, dergelijke besluiten te nemen? Wethouder TEPE antwoordt op vraag 1: Ja. en op vraag 2: Extra-verlof voor eigen rekening wordt hier principieel niet ge geven. extra verlof met behoud van loon alleen voor familieomstandigheden of be hartiging van belangen van den dienst in vakvereenigingen etc. Aan deze demonstra tie zijn geen dienstbelangen verbonden. De heer KUIPERS stelt tegenover dit antwoord de houding van Den Haag en elders. Hoe het verlof bestemd wordt, moet ieder voor zich zelf toch weten Deze hou ding van B. en W. stelt velen teleur. 8 Nov. wordt en terecht beschouwd als hoog tijdag! Ook het nemen van verlof in aftrek van dat van het komend jaar werd niet goed gevonden. Bij de politie is zelfs ruiling van dienst verboden, wel zeer reactionair. Spr. hoopt op wijziging van houding in de toekomst opdat het vrije Nederland ook gelde voor Leiden. De heer SCHÜLLER betreurt het. dat de weigering aan de organisaties zonder ar gumenteering is geschied, waardoor nader overleg was uitgeschakeld Dat hier geen extra-verlof wordt gegeven voor andere dingen dan de wethouder noemde, betwist spr bovendien Zie b.v. naar de uitvaart van mr. Troelstra e.a. De weigering berust alleen daarop dat het ging tegen een re geering. die het college welgevallig is. De heer KNUTTEL meent, dat het dui delijk is. dat het hier ging om de gemeen te-ambtenaren te beletten te getuigen van hun politieke gevoelens, trots het rapport- Weiter. Zelfs ruilen van dienst werd niet toegestaan! Het spreekt voor zich zelf. Het is een aanslag op de politieke vrijheid der ambtenaren. Protesteeren baat niet, men zal moeten overgaan tot daden: het doen gaan, trots de weigering in groote gelederen. Dat is de weg. De heer DE REEDE hoorde met genoe gen, dat vrijaf wordt gegeven voor functies vervulling etc., doch dit is heel iets anders dan een politieke betooging. Bij geen recht meer op verlof, kan dit z.i. daarvoor niet gegeven worden teneinde niet noodeloos den dienst te ontwrichten. Wethouder TEPE kan de verlof-regeling van Den Haag niet beoordeelen het gaat B en W. ook niet aan. Hier is een regeling. als door spr. gememoreerd; verlof zonder behoud van loon is principieel steeds ge weerd Gaan buiten de regeling is gevaar lijk; waar is dan het einde? Spr. wil daar aan niet medewerken. Het verlof moet be perkt blijven, evenals het gebruik van ver lof van het volgend jaar nog in dit jaar. Spr. zijn geen gevallen bekend als de heer Schüller memoreerde. In ieder geval is het dan gebeurd buiten B. en W. om. die I daarmede ook niet accoord zouden zijn 1 gegaan. Motiveering oordeelde spr. niet noodig. de regeling is toch bekend. De VOORZITTER weet niet van een ver bod van ruiling bij de politie, doch als dit is geschied door den C. v. P. dan is dat ongetwijfeld ook om dit te doen blijven een uitzondering, zulks in het belang van den dienst. De heer SCHÜLLER raadt den heer Knuttel aan zijn ..daden" eerst toe te pas sen op eigen partij genooten! Overigens handhaaft hij zijn bezwaren, al wil hij aannemen, dat de wethouder van de vo rige gevallen niets wist. Gebeurd zijn ze echter Voor ontwrichten van den dienst behoeft men toch niet bevreesd te zijn. De heer KUIPERS onderstreept dit laat ste; speciaal ruiling van dienst kan daar toe toch niet leiden. Hiermede is de interpellatie geëindigd INTERPELLATIE-v. STRALEN. De heer VAN STRALEN heeft volgend verzoek ingediend; Ondergeteekende verzoekt den Raad be leefd hem verlof te verleenen B. en W. te interpelleeren in verband met de weige ring van het College van het verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond. om aan werklooze leden, welke willen deelnemen aan de op 8 November in Den Haag te houden demonstratie, voor dien dag vrij stelling van stempeling aan de Arbeids - beurs te verleenen. Hier is toch geen sprake van ontwrich ten van gemeentediensten, eerder het tegendeel. Spr. protesteert ten scherpste tegen dc houding in dezen. Stempelen, is toch alleen een controle op niet-werken: was er gevaar voor bedrog bij vrijstelling op 8 Nov. Dat gelooven z.i. B. en W. zelf niet. 3edoeling is a'leen geweest de werk- loozen te beletten hun rechten als vrije staatsburgers uit te oefenen. En dit zon der eeaig geldig motief. Dat ls heel ver keerd gezien. De regeering heeft op be nepen wijze de demonstratie trachten te benadeelen. Maar ook B. en W. gaan niet vrij uit, daar zij niets hebben gedaan om een dergelijke onderdrukkingsmethode tegen te gaan. Vroeger is de vrijheid van stempelen hier wel verleend, bij demonstraties, zelfs bij dit der communisten bij de opening der Stat.-r.-Generaal. die toch gevaarlijke zijden had. Nu hebben B. en W. zich een voudig neergelegd bij een briefje uit Den Haag. Hoewel zij gelegenheid hadden er aan te ontkomen door zelf eerder te be slissen in plaats van het verzoek door te sturen naar Den Haag. Nog nooit heeft het vrijgeven tot min der goede dingen geleid. 8 Nov. is een wettige demonstratie en nu moest opeens gebroken met een gewoonte. Zelfs ver schuiven van het stempeluur werd ge weigerd. Het oogmerk is echter mislukt: er is gezorgd voor de stempelaars en zij zullen toch naar den Haag gaan. Wethouder ROMIJN begrijpt deze in terpellatie zonder vragen of motie niet goed. doch de heer v. Stralen heeft eenige insinuaties geuit, die recht moeten wor den gezet Absoluut is onjuist, dat B. en W de menschen wilden beletten te gaan, dat weet interpellant. De minister doelde mede de steunregeling te willen wijzigen en daarom is deze opgezonden met het verzoek. Na weigering van den minister bleef er niets over te doen voor B. en W. Alle kwade bedoelingen, B en W. toege dacht. zijn er naast B. en W. hebben, als zij willen, enkele machtsmiddelen in de hand. doch zij passen deze niet toe De heer SCHÜLLER: Nog niet! De WETHOUDER ls hier niet om de regeering te verdedigen, laat dat gaarne aan haar over. Waarvoor de interpellatie moest dienen, begrijpt hij niet, daar de heer v. Stralen geheel op de hoogte was. De heer VAN STRALEN zegt, dat de wethouder met lachend gezicht allerlei cynische opmerkingen pleegt te maken. Wij zijn er met deze wisseling van porte feuille bij B. en W op achteruit gegaan! De WETHOUDER: Was U dan hier gaan zitten, meneer v Stralen! De heer v. STRALEN heeft de overtui ging dat deze wethouder volgaarne alles accepteert wat de regeering doet om de vrijheden der arbeiders te knechten Er was te "beslissen geweest zonder het briefje naar den Haag te sturen; hij her haalt het. De heer KNUTTEL dankt den heer van Stralen voor de propaganda voor zijn partij door de erkenning van de ongevaar lijke demonstratie van morgen te stellen tegenover de gevaarlijke demonstratie bij de opening der Staten-Generaai. waar door overval commando's de onlusten wer den veroorzaakt, niet door de commu nisten. Dit protest is geheel onhoudbaar. Het dient gericht tegen de centrale re geering niet door een wandeling met ver lof. doch door protest op eigen risico. De heer v. STRALEN: jawel, de men schen moeten toch leven De heer KNUTTEL: juist, dat doodt alle actie reeds tevoren. De menschen moeten voor hun recht ook kunnen sterven. De heer WILMER: U hebt makkelijk praten. De heer KNUTTEL: dat zit nog. De wet- i houder dreigde zelfs met maatregelen. De WETHOUDER: integendeel. De heer KNUTTEL: toch wel. De heer v. STRALEN ontkent op de hoogte te zijn geweest, zooals de wethou der zeide. De heer WILBRINK is met den wethou der van meening, dat dit het geval wel was. Hierna 10 min. voor zes schorsing. AVONDZITTING. OPCENTEN PERSONEELE BELASTING. 25o. Praeadvies op het voorstel-Verweij, inzake progressieve heffing van de opcen ten op de Personeele Belasting. (237) De heer VERWEIJ is het niet eens met de conclusie van B. en W. in hun prae- advies, dat progressie in Leiden niets uit- I maakt, omdat van de 12.759 belastbare perceelen er 11.069 zijn met een niet hoo- gere huurwaarde dan f. 500.-. Daarmede wordt het principe van pro gressie geenszins veroordeeld. De practische bezwaren van B. en W bestaan er z.i. niet; waarom kan het in andere steden dan wel? Ook het argu- ment. dat Leiden grootendeels een werk- stad is. houdt volgens spr. geen steek. Juist de inkomens loopen sterk uiteen, vandaar zijn voorstel tot progressieve I heffing. B. en W. zeggen verder, dat door aan neming van sprekers voorstel de belasting druk nog zwaarder komt te rusten op de hoogst aangeslagenen. Spr. gelooft niet, dat dit tot funeste gevolgen zou leiden, zooals B. en W. vreezen. Evenmin gaat het aan om zich achter de tijdsomstandigheden te verschuilen Veeleer ziet spr. hierin een reden om de belasting te halen daar waar iets te halen is. Spr.verdedigt vervolgens zijn reeds eer der door ons gepubliceerd voorstel, dat van zeer bescheiden afmetingen is, het geen hij aan de hand van cijfers illustreert Juist in deze tijden moet zooveel mogelijk naar een billijke verdeeling der lasten worden gestreefd en dat bereikt men door toepassing van progressie. De heer DONDERS betoogt, dat het voorstel van den heer Verweij voor de gemeentelijke schatkist van weinig voor deel is. De vraag ls dus alleen of pro gressie verkieslijker is dan uniforme hef fing. Het beginsel van progressie erkent spr. gaarne, maar daarom gaat het niet aan deze op alle mogelijke gebied en onder alle omstandigheden toe te passen. In de heffing der personeele belasting zijn reeds twee progressieve elementen, nl. in de bepaling van de hoofdsom naar gelang de huurwaarde en in den kinder aftrek. Spr. onderscheidt in het voor stel-Verweij drie groepen, nl. huurwaarde tot f. 500-, van f. 500.- tot f. 750.- en daarboven. Voor de tweede groep blijft de heffing ongeveer dezelfde; de eerste betaalt minder de laatste meer belasting. Maar de verschillen zijn zóó gering, dat ze voor de laagste categorie geen vermin dering van eenige beteekenis opleveren Bovendien leeren de cijfers, dat de minst draagkrachtigen de minste verlichting krijgen, terwijl ook de groote gezinnen met het voorstel-Verweij nauwelijks zijn gebaat. Thans de hoogste categorie Spre kers berekening leert, dat de verschillen hier grooter zijn dan voor de eerste groep. 10 deae tijden gaat het niet aan om bet i bewonen van een huls met hoogere huur waarde te beschouwen als een bewijs van ongeknakt welstandspeil. Waar aan den eenen kant geen noemenswaardige ver lichting wordt bereikt, aan den anderen kant de lasten niet onaanzienlijk worden verzwaard, terwijl de gemeente er toch weinig voordeel van heeft, ontraadt spr. het voorstel van den heer Verweij. De heer DE REEDE acht de inkomsten belasting de beste barometer voor de draagkracht en daarom juicht hij voor deze belasting een progressief tarief van harte toe. Anders is het met de perso neele belasting. Lang niet altijd is de huurwaarde een maatstaf voor de draag kracht. Darom ziet spr. in het voorstel Verweij in de eerste plaats een beïnvloe ding van de psychologie van de massa. Ook de economische uitwerking van het voorstel lijkt spr. niet in het belang der gemeente. Op grond van een en ander is ook spr. tegen het voorstel van den heer Verweij. Wethouder GOSLINGA zet nogmaals de bezwaren uit een oogpunt van practische toepassing en van algemeene belasting- politiek uiteen. De consequentie van het voorstel Verweij is, dat daarmede het lieffingsgebied der personeele belasting vrijwel uitgeput raakt, terwijl het heele- maal niet onwaarschijnlijk is, dat in 1934 de opcenten zullen moeten worden ver hoogd. Nieuwe progressie zou lndruischen tegen de grondslagen van algemeene be- lastingpolltiek. Het voorstel lijkt onschul dig, maar het houdt een gevaar in zich en daarom ontraadt spr. het ten sterkste. Op die wijze wordt de stad op den duur voor de kleine middenstanders onbewoon baar. Juist omdat in Leiden zooveel „kleine luiden" wonen, deugt het voor stel niet voor onze gemeente. Dat is schijn-democratie. De heer VERWEIJ concludeert, dat de vorige sprekers het principe aanvaarden, maar zich er niettemin tegen verklaren. Het spijt hem thans, gehoord de discus sies. dat hij geen radicaler voorstel heeft gedaan. Op grond van het feit, dat zijn voorstel tóch weinig voordeel oplevert en de spre kers daaraan het recht ontleenen het af te stemmen, handhaaft hij zijn voorstel zooals dat in het prae-advies van B. en W. wordt genoemd nl. tot een heffing van 60 opcenten bij een huurwaarde van niet meer dan f. 300.- enz. tot een maximum van 160 opcenten voor een huurwaarde van meer dan f. 1200.-. De heer DE REEDE noemt het voorstel van den heer Verweij een doodvisschen van het belastingterrein. Laat de heer Verweij komen met een voorstel, dat ver hooging der inkomsten tengevolge heeft, maar niet met een dergelijke dilettantis tische poging. De heer DONDERS herhaalt, dat hij niet afwijzend staat tegenover het prin cipe, doch de omstandigheden wettigen de toepassing ervan niet. Aan het nieuwe voorstel, waarvan hij de draagwijdte niet kan overzien, kan spr. zijn stem onmoge lijk geven. Op die manier maakt men de personeele belasting als object van belas tingheffing onmogelijk. Wethouder GOSLINGA zegt nogmaals, dat de structuur van onze gemeente zich verzet tegen aanvaarding van het voor stel Verweij. Zijn tweede voorstel bewijst, dat men van kwaad tot erger vervalt. Na nog eenige opmerkingen van dert heer VERWEIJ aan het adres van den heer De Reede. worden diens voorstellen in stemming gebracht. Sub I (60—i60 opcenten) wordt verwor pen met 20 tegen 10 stemmen (vóór de S.D.A.P.) Sub II (80130 opcenten) wordt ver worpen met 20 tegen 10 stemmen (vóór de S.D.AP.l. Het prae-advies van B. en W. komf dus niet in stemming. 26o. Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden van den Ned. Bond van Per soneel in Overheidsdienst, om aan den voormaligen kolkenruimer L. C. Henzen een toeslag op zijn pensioen te verleenen. (238) De heer KUYPERS geeft een toelichting op het verzoek en beveelt het van harte aan. aangezien zJ. is komen vast te staan dat het hem overkomen auto-ongeval de rechtstreeksche oorzaak is geweest, dat hij is afgekeurd. Hij dient een voorstel in om op het verleend pensioen een toeslag te verstrekken, zoodat het totaal op 70"/. komt van zijn laatstgenoten loon. De heer SCHÜLLER betoogt, dat de be trokkene niet in beroep ls gegaan bij den Pensioenraad, omdat zfjn behandelende geneesheer inmiddels was overleden en Henzen dus de nutteloosheid van een be roep in zag. Daarvan wordt hij nu de dupe. De heer VAN ES zegt, dat de gemeen teraad niet dc plaats is om enkel en al leen het goede hart te laten spreken. Het gemeentebelang moet domlneeren en dat wijst z. i. in de richting van het afwijzend prae-advies van B. en W. De heer DE REEDE acht het onjuist om de normale zaak op een abnormale wijze te behandelen. Wethouder GOSLINGA zegt, dat de raad in de eerste plaats de bevoegdheid mist om het verzoek in te willigen, maar bovendien onderschrijft spr. ook geenszins hetgeen door den heer Kuypers In eerste instantie is betoogd. Spr. ontkent, dat de betrokkene op eenigerlei wijze in zijn be- roepsrecht is belemmerd. Na repliek van den heer SCHÜLLER trekt de heer Kuypers zijn voorstel in, waarna het prae-advies van B. en W. z. h. st. wordt goedgekeurd. 27o. Praeadvies op het verzoek van den Leidschen Bestuurdersbond, in zake de verzekering van werklooze arbeiders inge volge de Ziektewet. (202) De heer VAN STRALEN vraagt of het vaak voorkomt, dat werklooze arbeiders, die ziek worden en om steun aankloppen bij Maatschappelijk Hulpbetoon, worden afgewezen. Voorts vraagt spr. of het niet mogelijk is, dat de aanvrage voor georga niseerde arbeiders bij ziekte, geschiedt via de vakorganisatie. Wethouder ROMIJN concludeert met genoegen, dat de heer v. Stralen voldaan is met het prae-advies; maar betreurt het, dat deze zijn eerste vraag stelt tegen be ter weten in. De menschen krijgen wel de gelijk een behoorlijke ultkeering. Maar het komt gelukkig niet veel voor. Sub 2 moet spr. ontkennend beantwoorden; waarom moet t. a. v. een zieken georganiseerden arbeider een andere gedragslijn worden gevolgd dan t. o. v. een gezonden arbeider? De heer VAN STRALEN heeft allerminst hatelijk willen zijn; hij heeft evenwel niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9