Jaargang ZATERDAG 5 NOVEMBER 1932 No. 22279 ffcieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste Nieuws van heden. EIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIE^ oer regel voor advertentie!) uit Lelden en plaatsen agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle adverten'.ien 35 Cts per regel Kleine Advertentlën 11 tend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts «n maximum aantal woorden van 30 Jso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van ren 10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 5 cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:] Voor Lelden per 3 maanden f 2.35; per week f 0 18 Buiten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0.18 Franco per post f. 2,35 -f portokosten. mer bestaal uit ZES bladen EERSTE BLAD. meester en Wethouders van Lei- ngen ter algemeene kennis, dat zij, md ten aanzien van de Stichting ial", alhier, op 6 November a.s. in ibhuis aan de Hooigracht no. 31, te houden fancy-fair, tot 10 uur ids ontheffing hebben verleend sluitingsuur voor winkels. VAN DE SANDE BAKHlTf ZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. 5 November 1932. 9638 hinderwet. Beester en Wethouders van Leiden; ri het verzoek van; a. J. de Jong buit om vergunning tot het op- van een stoomwasscherij in het Rijn- en Schiekade No. 101, ka- bekend Gemeente Leiden, Sectie 1685; b. de firma A. H. J. Wijten- I vergunning tot het oprichten van ïksstripperij en drogerij in het [Jiterstegracht Nis 7-7a, kadastraal Gemeente Leiden, Sectie I, No. C. J. J. G. Vosmaer om vergun- t het oprichten van een werkplaats fcchinale houtbewerking in het per- iinensteeg No. 14, kadastraal be- Jemeente Leiden, Sectie F., No. 840; op de artikelen 6 en 7 der Hinder- kennis aan het publiek, dat de verzoeken met de bijlagen op de he dezer gemeente ter visie gelegd de dat op Zaterdag, den 19 Novem- 1 des voormiddags te half elf uren jerceel Breestraat 125 (Bureau van itewerken) gelegenheid zal worden i om bezwaren tegen deze verzoe- i te brengen, terwijl zij er de aan kop vestieen. dat niet tot beroep ge- gd zijn zij, die niet overeenkomstig [der Hinderwet voor het gemeente- of een zijner leden zijn verschenen pde hun bezwaren mondeling toe te 9639 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN. Secretaris. Ben, 5 November 1932. mej. m. de loos f pen is hier ter stede in den ouder- pn 70 jaar overleden mej. Marie de |oud-leerares in de theorie en mu- Schiedenis aan de Muziekschool der pappij voor Toonkunst alhier, i de Loos heeft deze functie gedu- Lf00 reeks van meer dan 40 jaren foote toewijding vervuld, i zij zich op 1 Januari 1925 met het haar leeftijd terugtrok, verloor de JKschqol in haar een nauwgezet [fes, die bij commissarissen, collega's Pingen in hoog aanzien stond, «erend voor de ernst, waarmede zij ■aak vervulde was haar gewoonte om 'Sramma's der hier ter stede aange- jgde concerten van te voren met haar Ken te bespreken en de partituren |tudeeren, zoodat de leerlingen hier- riaximaal profijt konden trekken. Li? P der iaren heeft zij een groot leerlingen opgeleid voor het Toon- enaarsdiploma. Zij in de eerste plaats i zich haar prettig onderwijs thans paar gedenken; maar ook in de i-F van vele anderen zal haar wn i Pers°onlijkheid blijven voort- eg ais een voortreffelijk docente met Wooge plichtsopvatting. ilustrumnummer van het lndologenblad. van z-s^e lustrum fcnrl^ i ^H^log&nvereeniging is een Bati. ,*a .lustrumnummer van het Indo- Wfestao«i^8^ven' waarmede de redac- Woorth?6 de heeren J. Keuning. J. uuysen en K. Huizenga alle eer Rutn,S' deJheer w- E. Palstra 'geeft in ■et e een uitvoerig overzicht let k.-jH wee der vereeniging. ter loc rnt.„ voorts bijdragen bevat van t r>annex aan de bestuursop- Een r,,3n i>rof. Krom. prof. v. Vol- hkei Boel!t Prof. Idema. prof. l-e n de heeren mr. D. Fock, Jan h»t tj ®urger. oud-hoofdredac- van Biankenstein.A J'Lievegoed [academische examens. geleerdheid Hhe!i ca°didaatsexanier, "Wfcchle) j p d4, dames G. Goudrlaan Deo Haag) Haag> eE de aanslag op ons nationale staats-herbarium. Een landsbelang in gevaar. Adres van dr. J. W. C. Goe'.hart aan de Tweede Kamer. t Dr. J. W. C. Goethart, oud-directeur van s Rijks Herbarium, tevens lector in de systematische botanie aan de Leidsche Universiteit, heeft onderstaand adres ver zonden aan de Tweede Kamer der Stalen- Generaal: In de Ontwerp-Staatsbegrooting voor 1933 wordt voorgesteld, om aan de Leid sche Universiteit een (nieuw) professoraat in de systematische botanie te vestigen. In de toelichting tot dezen post wordt ver meld: „Het lectoraat in de systematische bo tanie en het directoraat van het herba rium worden omgezet in een plaats als buitengewoon hoogleeraar: dit brengt geen vermeerdering van uitgaven mede (zie ook bladz. 281." Het hier bedoelde ..herbarium" is, zooals raadpleging van pag. 28 leert, geen on- üerwijs-herbarium der Leidsche universi teit, maar 's Rijks Herbarium, één der te Leiden gevestigde Rijks-Musea dus. Het is voorts de uitgesproken bedoeling (wat niet uit den begrootingspost blijkt) om de verzamelingen zoowel als de mate- riëele en personeele hulpmiddelen te bezi gen als onderwijs-apparaat van den nieuw te benoemen hoogleeraar. Alléén zoo is trouwens aannemelijk, dat (althans aanvankelijk) dit nieuwe profes soraat „geen vermeerdering van uitgaven" zal medebrengen. De begrootingspost lnvolveert dus: Omzetting van een Rijks Museum in een zuiver onderwijs-instituut, èn onvoorwaar delijke beschikbaarstelling aan een hoog leeraar van alle verzamelingen van dat Rijks-museum. Er bestaan echter principiëele verschil len in aard en doel, zoowel tusschen een Rijks-museum en een onderwijs-instituut, als tusschen eene museum-verzameling en eene onderwij s-verzameling: De musea zijn instituten ten algemee- nen nutte; zij moeten gelijkelijk alle pu blieke belangen dienen; de onderwijs-in- stituten dienen echter slechts één, n.l. het universitaire onderwijs-belang. In over eenstemming met dit verschil is ook het verschil in verzamelingen en hulpmidde len. De bizondere functie der Rijks-musea, in afwijking van die der universitaire onderwijs-instituten werd bij de behande ling der Hooger Onderwijswet van 1878 uitdrukkelijk door de Volksvertegenwoor diging erkend. Toch werd. door ministerieele besluiten en administratieve maatregelen het, oor spronkelijk autonome, Rijks Herbarium administratief meer en meer onderge schikt gemaakt aan de Leidsche universi teit, waardoor de museum-functie ernstig geschaad werd. Dat neemt evenwel niet weg, dat 's Rijks Herbarium nog steeds officieel is: een Riiks-museum ten algemeene nutte. Het plan tot omzetting van ons Staats- Herbarium in een onderwijs-instituut is vooraf niet publiek gemaakt en ook nu nog alleen maar aan enkele ingewijden bekend. Zelfs de directie van 's Rijks Herbarium werd niet in kennis gesteld met de argu menten der tegenpartij en heeft dus ook geen gelegenheid gehad, ze aan eene za kelijke kritiek te onderwerpen. Door aanneming van den onderhavigen post tot inrichting van een „plaats als buitengewoon hoogleeraar" aan de Leid sche universiteit zou derhalve, incidenteel, eene principiëele beslissing genomen wor den in eene vele gewichtige belangen rakende aangelegenheid. En dat wel. zonder dat een grondig zakelijk onderzoek heeft plaats gehad zonder dat de verschillende groepen van belanghebbenden erin gekend zijn; ja zelfs zonder dat zij tijd en gelegenheid hebben gehad er behoorlijk kennis van te nemen. Ondergeteekende is overtuigd: Dat de voorgenomen cmzetiing van ons Staats-Herbarium in eene onderwijs-in- stelling, groot nadeel zou berokkenen aan gewichtige wetenschappelijke en mate- rieele belangen van ons vaderland. Dat zij onvereenigbaar is met de inter nationale moreele verplichtingen Dat zij in de toekomst, zonder noodzaak, verhooging der Staats-uitgaven tenge volge zou hebben. Dat zij een precedent zou scheppen, waardoor het bestaan van nog andere te Leiden gevestigde Rijks-musea bedreigd wordt, en Dat zij bovendien voor het Leidsche universitaire onderwijs onnoodig is. Deze overtuiging berust op zeer goeie gronden, die in eene memorie van toelich ting uiteengezet zuilen worden. Zij wettigt daarom het hierbij tot Uwe Hooge Vergadering gerichte verzoek, om den bedoelden begrootlngsnost niet aan te nemen, doch het daarheen te leiden, dat de verschillende betrokken vraagstukken eerst volledig, grondig, onpartijdig en zui ver zakelijk onderzocht worden en al'e belanghebbenden in staa* gesteld worden hun meening en kritiek kenbaar te maken. Het adres is vergezeld van een uitvoe rige memorie van toelichting. tlmmerfabrek aan den roomburgerweg afgebrand. Omstreeks zes uur gisteravond ontdek ten omwonenden brand in de timmer fabriek van de gebroeders Stikvoort aan den Roomburgerweg nabij de zweminrich ting. Onmiddellijk werd de brandweer ge waarschuwd, die spoedig met de auto-spuit ter plaatse was, doch twee van de drie gebouwen, alle van hout opgetrokken, stonden toen reeds in lichter laaie en van redden was geen sprake meer Dank zij het licht brandbare materiaal laaide het vuur buitengewoon hoog op en de vrij harde Zuid-Westenwind joeg de vonken en brandende houtspanen eenige honder den meters ver over de huizen aan den Roomburgerweg. die tijdelijk alle van electrisch licht waren verstoken. De brandweer slaagde er tenslotte in het derde gebouw, dat vrijwel leeg was, te behouden. Afgebrand zijn het eigenlijke fabrieksge bouw. dat zes zaag- en schaafmachines bevatte, alsmede het kantoor en een op slagplaats voor hout, zaagsel en krullen. In een hok naast het fabriekje, bevonden zich een 50-tal konijnen ,die in den von kenregen door de politie zijn gered. Wij vernemen dat het complex eigendom was van de N V. Uitgebreid Bezit, te 's-Gra- venhage. Het was op beurspolis verzekerd. De schade aan het materieel -.vordt ge schat op f. 17000.waarvan hoogstens f. 8000.door verzekering wordt gedekt. De eigenaars waren nog slechts korten tijd verzekerd en het is momenteel nog niet met zekerheid te zeggen of aan alle formaliteiten was voldaan. Binnen het halfuur nadat de brand was ondekt, was het vuur reeds zoo goed als geheel bedwongen. MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE. Dr. A. Beets over: Deensch familiebezoek in Leiden in Mei 1836. In de gisteravond gehouden bijeenkomst van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde heeft onze stadgenoot, dr. A. Beets een lezing gehouden over: Deensch familiebezoek in Leiden in Mei 1836. Spr. begon met er op te wijzen, dat de gegevens, waarover hij in verband met zijn onderwerp beschikt, afkomstig zijn uit de geschriften van P. N. Nijegaard. Het bezoek gold den persoon en het ge zin van professor Jacobus Nieuwenhuis, hoogleeraar in de theoretische wijsbe geerte hier ter stede. Hollander van ge boorte, maar Deen van afkomst: zijn va der, Jacob Severin Nijegaard was, na een avontuurlijk zeemansleven in Alkmaar beland, had daar een zaak in jachtartike- len en vuurwerk, en vertaalde, omdat het hem verdrooot dat de Alkmaarders zijn naam tot Nijdigaard verhaspelden, zijn Deenschen geslachtsnaam In Nieuwen huis. Prof. J. Nieuwenhuis is de stamvader der families Domela Nieuwenhuis en Nieuwenhuis in Nederland, en van afstam melingen van laatstgenoemden tak in Denemarken. De bezoekers waren Peder Nicolai Nijegaard van Frederikskilde bij Soró op Seeland (Sjaelland), neef (zoon van een ouden broeder van zijn vader) van prof. Nieuwenhuis, en zijn twintig jarige dochter Cora; het verhaal van het bezoek is ons bewaard in de brieven die vader en dochter uit Nederland naar huis schreven. De vader, die later thuis zijn autobiografie heeft opgesteld (in zijn jonge jaren bekleedde hij vele ambten in Deensch West-Indie) heeft daarin, .als verslag van hetgeen hij en zijn dochter in Holland hadden beleefd, die brieven inge- lascht. Aan zijn kleinzoon, dr. Sigvard Nijegard, archivaris te Kopenhagen, heb ben wij te danken dat ons deze brieven zijn bekend geworden: dr. N. heeft in 1929 de autobiografie van zijn grootvader doen drukken, slechts in 150 exemplaren en een exemplaar daarvan heeft hij aan de Maat schappij der Nederlandsche Letterkunde ten geschenke gezonden. Al wat in de reisbrieven van vader en dochter rechtstreeks op Nederland betrek king heeft, werd door dr. Beets daaruit voorgelezen. De aankomst met de stoom boot uit Hamburg te Monnikendam; het verblijf in Leiden; de bezoeken aan Den Haag, Schevenlngen, Haarlem Utrecht; het vertoef op het kasteel den Engh, be zoeken aan de heerlijkheid Schonauwen, bezoeken aan Delft, Rotterdam en Am sterdam; het onthaal door de familie, de ontmoetingen met-, de bezoeken aan, en van, allerlei personen; het vele nieuwe en onvermoede dat ondervonden en gezien wordt, alles wordt aanschouwelijk en vooral door de dochter levendig verteld; zij en haar vader zijn een en al lof over het land, de natuur, de menschen, een en al verbazing over de welvaart, de orde, de netheid, de eigenaardige zeden en ge woonten der bevolking. Als zij zich over iets beklagen, is het alleen over de over stelpende hartelijkheid, de onuitputtelijke goedheid hunner gastheeren, die hun zoo verbazend-, maar vermoeiend veel laten zien en doen genieten. De brieven doen ons in een levendige vertooning het eigen land en het eigen volk zien zooals vreemdelingen het in 1836 zagen (men mag gerust zeggen: bewon deren), en geven een aantrekkelijk en op wekkend beeld van bet gezellig gezins- en gezelschapsleven van die dagen, vol har telijkheid en vroolijkheid, en met veel zang en muziek. De bibliothecaris, dr. A. A. van Rijnbach, deed vervolgens eenige mededeelingen over aanwinsten in de laatste maanden voor de Bibliotheek ontvangen. Allereerst dient vermeld, dat prof. dr. S. G. de Vries, eerelid en oud-secretaris der Maatschappij, een omvangrijke verzame ling brieven, gericht aan zijn grootvader, den Haarlemschen Doopsgez.nden predi kant Abraham de Vries en aan zijn vader, den Leidschen hoogleeraar Matthias de Vries, aan de Maatschappij heeft geschon ken. Hieronder zijn 23 brieven van A. de Vries aan Bilderdijk. Over de uitvinding der boekdrukkunst en de Coster-herden- king is een zeer u'tvoerige correspondentie aanwezig van de bekende J Koning en J. Scheltema, gericht aan A de Vries, waarbij ook brieven van buitenlanders als Sotheby, Guichard, Firnun Dldot e.a. Een derde verzameling van ongeveer 100 brieven aan De Vr'es gericht, omvat vele namen van bekende personen uit de eerste helft der 19de eeuw. waaronder die van Borger, Geel, J. van Geuns. P. W. van Heusde, Hof man Peerlkamp Hoofmann von Fallers- leben, Joh. M. Kemner. Van der Palm. Tol lens. Schinkel en Falck reeds een denk beeld kunen geven van de beteekenis dezer verzameling. De aan Matthias de Vries gerichte cor respondentie bestaat uit twee afdeelingen, n.l. brieven van beroemde Duitsche phi- lologen, waaronder vooral Jac. Grimm ge noemd moet worden en dc uitgebreide corresnondentie van vele Zuid-Nederland- sche dichters en geleerden, met wie De Vries in relatie'stond. Over de brieven van Jacob Grlmm heeft de schenker dezer ver zameling zelf eenige jaren geleden in een maandvergadering Interessante mededee lingen gedaan. Spreker wenscht zich ditmaal tot een opsomming van het verworvene te bepalen, daar het er hem om te doen is gelegenheid te hebben om nu reeds namens de Maat schappij den gever hartelijk dank te zeg gen voor zijn zoo belangrijk en zeer op priis gesteld geschenk. Verder is de Bibl'otheek verrijkt met een door den onlangs overleden predikant Vincent Loosjes aan de Maatschaooij na gelaten collectie brieven en documenten, waaronder brieven van bekende personen uit binnen- en buitenland uit de tweede helft der 19de eeuw. Interessant is een eigenhandige brief van konine Lodewtik Naooleon, uit het einde van 1810. waarin deze zich beklaagt over het feit, dat men hem zooveel mogeliik wil isoieeren, bene vens een 9-tal conleën van brieven van denzelfden, die men in de werken van Rocoualn en Jor'ssen niet aantreft. Met een opwekking aan de leden om het voorbeeld der beide schenkers te volgen en belangrijke brieven en documenten een veilige nlaats in de Bibliotheek der Maat- schaonil te geven, besloot spr. zijn mede deelingen. BINNENLAND. Het standpunt der regeering ten opzichte van de betooging op 8 November. (Binnen land. 2e Blad). De crisis-heffing in Indië; een wetsont werp ingediend. (Binnenland, 2e Blad). Het Ioonconflict bij dc Kon. Stoomweve rij te Hellendoorn; dc bedoeling van het regeeringsteiegram was niet de arbeiders te dwingen de loonsverlaging te aanvaar den. (Binnenland 2e Blad). Plannen tot trustvorming door bakkers en meelfabrikanten; een wcderzijdsch boy cot-contract. (Land- en Tuinbouw, 2e BU Phohi-uitzendingen naar Indië worden binnenkort hervat; zendtijdvcrdecling door den Minister vastgesteld. (Laatste Berich ten, le Blad). BUITENLAND. Boncour over het Fransche ontwape ningsplan. (Bultenl., le Blad). Von Papen houdt nog een radio-rede voor de verkiezingen. (Bultenl.. le Blad). Hevige botsingen te Berlijn naar aanlei ding van dc verkccrsstaking. (Bultenl.. lo Bladi Dc Engelsche delegatie voor dc Indische Ronde Tafelconferentie. (Bultenl. le Bi) In Griekenland is een kabinet Tsaldaris gevormd. (Buitenl., le Blad). IN MEMORIAM DR. N. j. BEVERSEN. Van de hand van Corn. Veth. Cornells Veth wijdt een „In Memoriam" aan dr. N. J. Beversen, oud-rector van het Leidsche Gymnasium, wiens naam prijkte op onze latijnsche schoolboekjes en dien we later leerden bewonderen als een uit nemend kenner der geheele moderne Eurppeesche literatuur. Veth schrijft o.a.: Hij moet fabelachtig snel hebben gele zen; toch erkent men algemeen dat hij deugdelijk las. Zijn oordeel was mild, maar positief, zijn waardeering even veelzijdig als zijn kenlns. Van zijn smaak voor het uiterlijk van het boek getuigt zijn verza meling, die met evenveel inzicht als flair i enbeleid was bijeengebracht, want hij moet de belangrijksje uitgaven hebben gekocht in een tijd, toen nog bijna nie mand hier er aan dacht. Van de Engelsche cultuur-beweging van de nineties was hij even goed op de hoogte als van de Fransche van toen en later; men kon voor een werk van Arthur Symons of Cunninghamme Graham bij hem terecht; ik heb indertijd de albums van Beardsley van hem mogen leenen, hij kende Steinlen en zijn tijdgenooten door en door, hij bezat den catalogus van Daumier's prenten door Delteil, maar hij savoureerde ook den navranten Grosz, hij bezat van litteraire werken de meest exquise drukken. Van beeldende kunst was hij trouwens evenzeer op de hoogte en met de laatste verschijningen evenzeer bij. Ik geloof wel dat de grafische kunst in het bijzonder zijn liefde had, maar hij placht weinig schilderkunsttentoonstellln- gen van belang te verzuimen en stond open voor alle uitingen van talent. Wat ik hier zeg zouden velen kunnen zeggen, want Beversen bezat vele kennis sen men zou haast kunnen zeggen dat hij ook daarin verzamelaar ws en hij gaf zich altijd volkomen. Men kon zich soms verwonderen, hoe iemand die zoo veel praatte, toch ook weer zooveel blijken kon geven van duchtig waarnemen en aandachtig luisteren. Zijn verwonderlijk geheugen moet daarbij volkomen intact zijn gebleven; men kon zelfs niets aan hem bespeuren van de eigenaardigheid van veel oude menschen, die u dikwijls hetzelfde vertellen. Het scheen ook soms moeilijk, hem zich voor te stellen, hem, dien een zekeren onrust en misschien ook mededeelzaamheid zoo vaak zijn deur uit dreven, verdiept in een boek of gecon centreerd op zijn dikwijls zoo voortreffe- lijken critischen arbeid. Toch weten we dat hij voor beide tijd vond En voor zoo veel meer. Ik sprak zooeven van zijn hartstocht voor het maken van kennissen. Deze sloot niet uit, dat hij met enkelen een nauwe en trouwe vriendschap heeft gesloten en bewaard. Maar in zijn belang stelling voor wetenschap, litteratuur en kunst was een element van leergierigheid, die hem drong de menschen te naderen zoo goed sla de boekwx DE BIOSCOPEN. Casino-Theater. „Isabell, oh Isabell! maak me de wereld tot een paradijs", is de titel van een sprekende Duitsche film. waarvan Jie inhoud een goede gelegenheid oiedc om "de spelcapacitelten van de acteurs en ac trices ten volle te ontplooien. Robert en Isabella Keller lelden nu niet bepaald een overgelukkig huwelijksleven en wanneer manlief op reis moet, is zijn afwezigheid de oorzaak, dat zij een toevallige en on schuldige kennismaking heeft met den ar tist Gunnar, die voor haar meer lier Je heeft dan haar eigenlijke mem, doch die niet gelooft, dat zi) een getrouwde vrouw is. Wanneer hij dit uit den mond van haar man verneemt, wil hij 't veld ruimen. Als echter manlief zijn vrouwtje ter wille van een voetbalwedstrijd opnieuw verlaat s de maat vol en 't naar liefde hunkerende Jonge vrouwtje vindt deze bij Gunnar nu voor altijd. Dit gelukkige paartje vindt in Anita Dorris en Gdsta Eckmann een goede vertolking. De helden van 't negerbataljon, in de gelijknamige film zijn Tom Wilson cn Heine Conklin, die in een reeks malle avonturen zich meer als pantoffelnelden gedragen dan als helden. Een aaneengeslo ten verhaal vormt de film niet, maar dat is in zulk een lachfilm, waar alles van een tweetal artisten moet komen, ook niet zoo zeer noodig. Trianon-thcater Wanneer een ont slagen winkelbediende op een ten ge schenke gekregen lot een auto wint en daarmede zijn levensideaal in vervulling ziet gaan, dan mag men veronderstellen dat die persoon gelukkig is. Maar dat ge luk neemt utopische afmetingen aan, wanneer hem daarenboven de middelen worden verstrekt om te leven op een voet, zooals van den eigenaar van een derge lijke auto mag worden verwacht. Zelfs wordt hem een chauffeur ter beschikking gesteld. Maar daar schuilt een addertje onder het gras. Want die chauffeur is niemand minder dan een markies, die tegen zijn wil in een hem onbekende dame heeft gecompromlteerd en deswege door den vader der dame wordt achtervolgd. Het incognito van den pseudo-chauflcur heeft Juist een tegenovergestelde uitwer king, want het brengt hem in aanraking met de onbekende dame, die overigens heelemaal niet zóó is, dat men er hard voor zou wegloopen. De kantooi bediende, die inmiddels de rol van markies heeft gespeeld, vindt dat ook fnaar half leuk en tot slot is, dat beiden zich weer vertoonen in hun ware gedaante. „Een auto en geen geld" is een kostelijke film, vol dolkomi sche verwikkelingen, waarom gisteravond hartelijk is gelachen. Na de pauze krijgen wij den gevierden Franschen acteur Maurice Chevalier te aanschouwen in „Love me tonight". Er zijn tienduizenden bewonderaars van de zen filmkoning en misschien tientallen, die hem nu niet direct overdreven sym pathiek vinden. Maar ook deze laatste categorie zal, wanneer zij Maurice in deze film hebben gezien, moeten toegeven, dat zijn lach aanstekelijk werkt hij z,n liedjes met een buitengewone flair voordraagt en zeker in staat is om ons een genoeglijken avond te bezorgen. De film behelst vele goede regie-vond sten en meerdere uitstekende scenes Wii denken bijv. aan den afloop van de lachtrit, aan de wijze waarop het perso neel in het grafelijk paleis lucht geeft aan zijn verontwaardiging, wanneer blijkt dat de gewaande voorname gast „maar" een kleermaker is en vele tafreclen meer. „Love me tonight" heeft zeer vele goede kwaliteiten, ook al door den fijnen Fran schen geest, welke er bi) herhaling uit spree »c£-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 1