Jaargang
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1932
No. 22279
ffcieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
EIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIE^
oer regel voor advertentie!) uit Lelden en plaatsen
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle
adverten'.ien 35 Cts per regel Kleine Advertentlën
11 tend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts
«n maximum aantal woorden van 30
Jso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
ren 10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 5 cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:]
Voor Lelden per 3 maanden f 2.35; per week f 0 18
Buiten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0.18
Franco per post f. 2,35 -f portokosten.
mer bestaal uit ZES bladen
EERSTE BLAD.
meester en Wethouders van Lei-
ngen ter algemeene kennis, dat zij,
md ten aanzien van de Stichting
ial", alhier, op 6 November a.s. in
ibhuis aan de Hooigracht no. 31,
te houden fancy-fair, tot 10 uur
ids ontheffing hebben verleend
sluitingsuur voor winkels.
VAN DE SANDE BAKHlTf ZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
5 November 1932. 9638
hinderwet.
Beester en Wethouders van Leiden;
ri het verzoek van; a. J. de Jong
buit om vergunning tot het op-
van een stoomwasscherij in het
Rijn- en Schiekade No. 101, ka-
bekend Gemeente Leiden, Sectie
1685; b. de firma A. H. J. Wijten-
I vergunning tot het oprichten van
ïksstripperij en drogerij in het
[Jiterstegracht Nis 7-7a, kadastraal
Gemeente Leiden, Sectie I, No.
C. J. J. G. Vosmaer om vergun-
t het oprichten van een werkplaats
fcchinale houtbewerking in het per-
iinensteeg No. 14, kadastraal be-
Jemeente Leiden, Sectie F., No. 840;
op de artikelen 6 en 7 der Hinder-
kennis aan het publiek, dat
de verzoeken met de bijlagen op de
he dezer gemeente ter visie gelegd
de dat op Zaterdag, den 19 Novem-
1 des voormiddags te half elf uren
jerceel Breestraat 125 (Bureau van
itewerken) gelegenheid zal worden
i om bezwaren tegen deze verzoe-
i te brengen, terwijl zij er de aan
kop vestieen. dat niet tot beroep ge-
gd zijn zij, die niet overeenkomstig
[der Hinderwet voor het gemeente-
of een zijner leden zijn verschenen
pde hun bezwaren mondeling toe te
9639
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
Ben, 5 November 1932.
mej. m. de loos f
pen is hier ter stede in den ouder-
pn 70 jaar overleden mej. Marie de
|oud-leerares in de theorie en mu-
Schiedenis aan de Muziekschool der
pappij voor Toonkunst alhier,
i de Loos heeft deze functie gedu-
Lf00 reeks van meer dan 40 jaren
foote toewijding vervuld,
i zij zich op 1 Januari 1925 met het
haar leeftijd terugtrok, verloor de
JKschqol in haar een nauwgezet
[fes, die bij commissarissen, collega's
Pingen in hoog aanzien stond,
«erend voor de ernst, waarmede zij
■aak vervulde was haar gewoonte om
'Sramma's der hier ter stede aange-
jgde concerten van te voren met haar
Ken te bespreken en de partituren
|tudeeren, zoodat de leerlingen hier-
riaximaal profijt konden trekken.
Li? P der iaren heeft zij een groot
leerlingen opgeleid voor het Toon-
enaarsdiploma. Zij in de eerste plaats
i zich haar prettig onderwijs thans
paar gedenken; maar ook in de
i-F van vele anderen zal haar
wn i Pers°onlijkheid blijven voort-
eg ais een voortreffelijk docente met
Wooge plichtsopvatting.
ilustrumnummer van het
lndologenblad.
van z-s^e lustrum
fcnrl^ i ^H^log&nvereeniging is een
Bati. ,*a .lustrumnummer van het Indo-
Wfestao«i^8^ven' waarmede de redac-
Woorth?6 de heeren J. Keuning. J.
uuysen en K. Huizenga alle eer
Rutn,S' deJheer w- E. Palstra 'geeft in
■et e een uitvoerig overzicht
let k.-jH wee der vereeniging. ter
loc rnt.„ voorts bijdragen bevat van
t r>annex aan de bestuursop-
Een r,,3n i>rof. Krom. prof. v. Vol-
hkei Boel!t Prof. Idema. prof.
l-e n de heeren mr. D. Fock,
Jan h»t tj ®urger. oud-hoofdredac-
van Biankenstein.A J'Lievegoed
[academische examens.
geleerdheid Hhe!i ca°didaatsexanier,
"Wfcchle) j p d4, dames G. Goudrlaan
Deo Haag) Haag> eE
de aanslag op ons nationale
staats-herbarium.
Een landsbelang in gevaar.
Adres van dr. J. W. C. Goe'.hart aan de
Tweede Kamer.
t Dr. J. W. C. Goethart, oud-directeur van
s Rijks Herbarium, tevens lector in de
systematische botanie aan de Leidsche
Universiteit, heeft onderstaand adres ver
zonden aan de Tweede Kamer der Stalen-
Generaal:
In de Ontwerp-Staatsbegrooting voor
1933 wordt voorgesteld, om aan de Leid
sche Universiteit een (nieuw) professoraat
in de systematische botanie te vestigen. In
de toelichting tot dezen post wordt ver
meld:
„Het lectoraat in de systematische bo
tanie en het directoraat van het herba
rium worden omgezet in een plaats als
buitengewoon hoogleeraar: dit brengt
geen vermeerdering van uitgaven mede
(zie ook bladz. 281."
Het hier bedoelde ..herbarium" is, zooals
raadpleging van pag. 28 leert, geen on-
üerwijs-herbarium der Leidsche universi
teit, maar 's Rijks Herbarium, één der te
Leiden gevestigde Rijks-Musea dus.
Het is voorts de uitgesproken bedoeling
(wat niet uit den begrootingspost blijkt)
om de verzamelingen zoowel als de mate-
riëele en personeele hulpmiddelen te bezi
gen als onderwijs-apparaat van den nieuw
te benoemen hoogleeraar.
Alléén zoo is trouwens aannemelijk, dat
(althans aanvankelijk) dit nieuwe profes
soraat „geen vermeerdering van uitgaven"
zal medebrengen.
De begrootingspost lnvolveert dus:
Omzetting van een Rijks Museum in een
zuiver onderwijs-instituut, èn onvoorwaar
delijke beschikbaarstelling aan een hoog
leeraar van alle verzamelingen van dat
Rijks-museum.
Er bestaan echter principiëele verschil
len in aard en doel, zoowel tusschen een
Rijks-museum en een onderwijs-instituut,
als tusschen eene museum-verzameling en
eene onderwij s-verzameling:
De musea zijn instituten ten algemee-
nen nutte; zij moeten gelijkelijk alle pu
blieke belangen dienen; de onderwijs-in-
stituten dienen echter slechts één, n.l. het
universitaire onderwijs-belang. In over
eenstemming met dit verschil is ook het
verschil in verzamelingen en hulpmidde
len.
De bizondere functie der Rijks-musea,
in afwijking van die der universitaire
onderwijs-instituten werd bij de behande
ling der Hooger Onderwijswet van 1878
uitdrukkelijk door de Volksvertegenwoor
diging erkend.
Toch werd. door ministerieele besluiten
en administratieve maatregelen het, oor
spronkelijk autonome, Rijks Herbarium
administratief meer en meer onderge
schikt gemaakt aan de Leidsche universi
teit, waardoor de museum-functie ernstig
geschaad werd.
Dat neemt evenwel niet weg, dat 's Rijks
Herbarium nog steeds officieel is: een
Riiks-museum ten algemeene nutte.
Het plan tot omzetting van ons Staats-
Herbarium in een onderwijs-instituut is
vooraf niet publiek gemaakt en ook nu
nog alleen maar aan enkele ingewijden
bekend.
Zelfs de directie van 's Rijks Herbarium
werd niet in kennis gesteld met de argu
menten der tegenpartij en heeft dus ook
geen gelegenheid gehad, ze aan eene za
kelijke kritiek te onderwerpen.
Door aanneming van den onderhavigen
post tot inrichting van een „plaats als
buitengewoon hoogleeraar" aan de Leid
sche universiteit zou derhalve, incidenteel,
eene principiëele beslissing genomen wor
den in eene vele gewichtige belangen
rakende aangelegenheid.
En dat wel. zonder dat een grondig
zakelijk onderzoek heeft plaats gehad
zonder dat de verschillende groepen van
belanghebbenden erin gekend zijn; ja
zelfs zonder dat zij tijd en gelegenheid
hebben gehad er behoorlijk kennis van te
nemen.
Ondergeteekende is overtuigd:
Dat de voorgenomen cmzetiing van ons
Staats-Herbarium in eene onderwijs-in-
stelling, groot nadeel zou berokkenen aan
gewichtige wetenschappelijke en mate-
rieele belangen van ons vaderland.
Dat zij onvereenigbaar is met de inter
nationale moreele verplichtingen
Dat zij in de toekomst, zonder noodzaak,
verhooging der Staats-uitgaven tenge
volge zou hebben.
Dat zij een precedent zou scheppen,
waardoor het bestaan van nog andere te
Leiden gevestigde Rijks-musea bedreigd
wordt, en
Dat zij bovendien voor het Leidsche
universitaire onderwijs onnoodig is.
Deze overtuiging berust op zeer goeie
gronden, die in eene memorie van toelich
ting uiteengezet zuilen worden.
Zij wettigt daarom het hierbij tot Uwe
Hooge Vergadering gerichte verzoek, om
den bedoelden begrootlngsnost niet aan te
nemen, doch het daarheen te leiden, dat
de verschillende betrokken vraagstukken
eerst volledig, grondig, onpartijdig en zui
ver zakelijk onderzocht worden en al'e
belanghebbenden in staa* gesteld worden
hun meening en kritiek kenbaar te
maken.
Het adres is vergezeld van een uitvoe
rige memorie van toelichting.
tlmmerfabrek aan den
roomburgerweg afgebrand.
Omstreeks zes uur gisteravond ontdek
ten omwonenden brand in de timmer
fabriek van de gebroeders Stikvoort aan
den Roomburgerweg nabij de zweminrich
ting. Onmiddellijk werd de brandweer ge
waarschuwd, die spoedig met de auto-spuit
ter plaatse was, doch twee van de drie
gebouwen, alle van hout opgetrokken,
stonden toen reeds in lichter laaie en van
redden was geen sprake meer Dank zij
het licht brandbare materiaal laaide het
vuur buitengewoon hoog op en de vrij
harde Zuid-Westenwind joeg de vonken
en brandende houtspanen eenige honder
den meters ver over de huizen aan den
Roomburgerweg. die tijdelijk alle van
electrisch licht waren verstoken. De
brandweer slaagde er tenslotte in het derde
gebouw, dat vrijwel leeg was, te behouden.
Afgebrand zijn het eigenlijke fabrieksge
bouw. dat zes zaag- en schaafmachines
bevatte, alsmede het kantoor en een op
slagplaats voor hout, zaagsel en krullen.
In een hok naast het fabriekje, bevonden
zich een 50-tal konijnen ,die in den von
kenregen door de politie zijn gered. Wij
vernemen dat het complex eigendom was
van de N V. Uitgebreid Bezit, te 's-Gra-
venhage. Het was op beurspolis verzekerd.
De schade aan het materieel -.vordt ge
schat op f. 17000.waarvan hoogstens
f. 8000.door verzekering wordt gedekt.
De eigenaars waren nog slechts korten
tijd verzekerd en het is momenteel nog
niet met zekerheid te zeggen of aan alle
formaliteiten was voldaan.
Binnen het halfuur nadat de brand was
ondekt, was het vuur reeds zoo goed als
geheel bedwongen.
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE
LETTERKUNDE.
Dr. A. Beets over: Deensch familiebezoek
in Leiden in Mei 1836.
In de gisteravond gehouden bijeenkomst
van de Maatschappij der Nederlandsche
Letterkunde heeft onze stadgenoot, dr. A.
Beets een lezing gehouden over: Deensch
familiebezoek in Leiden in Mei 1836.
Spr. begon met er op te wijzen, dat de
gegevens, waarover hij in verband met
zijn onderwerp beschikt, afkomstig zijn
uit de geschriften van P. N. Nijegaard.
Het bezoek gold den persoon en het ge
zin van professor Jacobus Nieuwenhuis,
hoogleeraar in de theoretische wijsbe
geerte hier ter stede. Hollander van ge
boorte, maar Deen van afkomst: zijn va
der, Jacob Severin Nijegaard was, na een
avontuurlijk zeemansleven in Alkmaar
beland, had daar een zaak in jachtartike-
len en vuurwerk, en vertaalde, omdat het
hem verdrooot dat de Alkmaarders zijn
naam tot Nijdigaard verhaspelden, zijn
Deenschen geslachtsnaam In Nieuwen
huis. Prof. J. Nieuwenhuis is de stamvader
der families Domela Nieuwenhuis en
Nieuwenhuis in Nederland, en van afstam
melingen van laatstgenoemden tak in
Denemarken. De bezoekers waren Peder
Nicolai Nijegaard van Frederikskilde bij
Soró op Seeland (Sjaelland), neef (zoon
van een ouden broeder van zijn vader)
van prof. Nieuwenhuis, en zijn twintig
jarige dochter Cora; het verhaal van het
bezoek is ons bewaard in de brieven die
vader en dochter uit Nederland naar huis
schreven. De vader, die later thuis zijn
autobiografie heeft opgesteld (in zijn
jonge jaren bekleedde hij vele ambten in
Deensch West-Indie) heeft daarin, .als
verslag van hetgeen hij en zijn dochter in
Holland hadden beleefd, die brieven inge-
lascht. Aan zijn kleinzoon, dr. Sigvard
Nijegard, archivaris te Kopenhagen, heb
ben wij te danken dat ons deze brieven
zijn bekend geworden: dr. N. heeft in 1929
de autobiografie van zijn grootvader doen
drukken, slechts in 150 exemplaren en een
exemplaar daarvan heeft hij aan de Maat
schappij der Nederlandsche Letterkunde
ten geschenke gezonden.
Al wat in de reisbrieven van vader en
dochter rechtstreeks op Nederland betrek
king heeft, werd door dr. Beets daaruit
voorgelezen. De aankomst met de stoom
boot uit Hamburg te Monnikendam; het
verblijf in Leiden; de bezoeken aan Den
Haag, Schevenlngen, Haarlem Utrecht;
het vertoef op het kasteel den Engh, be
zoeken aan de heerlijkheid Schonauwen,
bezoeken aan Delft, Rotterdam en Am
sterdam; het onthaal door de familie, de
ontmoetingen met-, de bezoeken aan, en
van, allerlei personen; het vele nieuwe en
onvermoede dat ondervonden en gezien
wordt, alles wordt aanschouwelijk en
vooral door de dochter levendig verteld;
zij en haar vader zijn een en al lof over
het land, de natuur, de menschen, een en
al verbazing over de welvaart, de orde, de
netheid, de eigenaardige zeden en ge
woonten der bevolking. Als zij zich over
iets beklagen, is het alleen over de over
stelpende hartelijkheid, de onuitputtelijke
goedheid hunner gastheeren, die hun zoo
verbazend-, maar vermoeiend veel laten
zien en doen genieten.
De brieven doen ons in een levendige
vertooning het eigen land en het eigen
volk zien zooals vreemdelingen het in 1836
zagen (men mag gerust zeggen: bewon
deren), en geven een aantrekkelijk en op
wekkend beeld van bet gezellig gezins- en
gezelschapsleven van die dagen, vol har
telijkheid en vroolijkheid, en met veel zang
en muziek.
De bibliothecaris, dr. A. A. van Rijnbach,
deed vervolgens eenige mededeelingen over
aanwinsten in de laatste maanden voor
de Bibliotheek ontvangen.
Allereerst dient vermeld, dat prof. dr. S.
G. de Vries, eerelid en oud-secretaris der
Maatschappij, een omvangrijke verzame
ling brieven, gericht aan zijn grootvader,
den Haarlemschen Doopsgez.nden predi
kant Abraham de Vries en aan zijn vader,
den Leidschen hoogleeraar Matthias de
Vries, aan de Maatschappij heeft geschon
ken. Hieronder zijn 23 brieven van A. de
Vries aan Bilderdijk. Over de uitvinding
der boekdrukkunst en de Coster-herden-
king is een zeer u'tvoerige correspondentie
aanwezig van de bekende J Koning en J.
Scheltema, gericht aan A de Vries, waarbij
ook brieven van buitenlanders als Sotheby,
Guichard, Firnun Dldot e.a. Een derde
verzameling van ongeveer 100 brieven aan
De Vr'es gericht, omvat vele namen van
bekende personen uit de eerste helft der
19de eeuw. waaronder die van Borger,
Geel, J. van Geuns. P. W. van Heusde, Hof
man Peerlkamp Hoofmann von Fallers-
leben, Joh. M. Kemner. Van der Palm. Tol
lens. Schinkel en Falck reeds een denk
beeld kunen geven van de beteekenis dezer
verzameling.
De aan Matthias de Vries gerichte cor
respondentie bestaat uit twee afdeelingen,
n.l. brieven van beroemde Duitsche phi-
lologen, waaronder vooral Jac. Grimm ge
noemd moet worden en dc uitgebreide
corresnondentie van vele Zuid-Nederland-
sche dichters en geleerden, met wie De
Vries in relatie'stond. Over de brieven van
Jacob Grlmm heeft de schenker dezer ver
zameling zelf eenige jaren geleden in een
maandvergadering Interessante mededee
lingen gedaan.
Spreker wenscht zich ditmaal tot een
opsomming van het verworvene te bepalen,
daar het er hem om te doen is gelegenheid
te hebben om nu reeds namens de Maat
schappij den gever hartelijk dank te zeg
gen voor zijn zoo belangrijk en zeer op
priis gesteld geschenk.
Verder is de Bibl'otheek verrijkt met
een door den onlangs overleden predikant
Vincent Loosjes aan de Maatschaooij na
gelaten collectie brieven en documenten,
waaronder brieven van bekende personen
uit binnen- en buitenland uit de tweede
helft der 19de eeuw. Interessant is een
eigenhandige brief van konine Lodewtik
Naooleon, uit het einde van 1810. waarin
deze zich beklaagt over het feit, dat men
hem zooveel mogeliik wil isoieeren, bene
vens een 9-tal conleën van brieven van
denzelfden, die men in de werken van
Rocoualn en Jor'ssen niet aantreft.
Met een opwekking aan de leden om het
voorbeeld der beide schenkers te volgen en
belangrijke brieven en documenten een
veilige nlaats in de Bibliotheek der Maat-
schaonil te geven, besloot spr. zijn mede
deelingen.
BINNENLAND.
Het standpunt der regeering ten opzichte
van de betooging op 8 November. (Binnen
land. 2e Blad).
De crisis-heffing in Indië; een wetsont
werp ingediend. (Binnenland, 2e Blad).
Het Ioonconflict bij dc Kon. Stoomweve
rij te Hellendoorn; dc bedoeling van het
regeeringsteiegram was niet de arbeiders
te dwingen de loonsverlaging te aanvaar
den. (Binnenland 2e Blad).
Plannen tot trustvorming door bakkers
en meelfabrikanten; een wcderzijdsch boy
cot-contract. (Land- en Tuinbouw, 2e BU
Phohi-uitzendingen naar Indië worden
binnenkort hervat; zendtijdvcrdecling door
den Minister vastgesteld. (Laatste Berich
ten, le Blad).
BUITENLAND.
Boncour over het Fransche ontwape
ningsplan. (Bultenl., le Blad).
Von Papen houdt nog een radio-rede
voor de verkiezingen. (Bultenl.. le Blad).
Hevige botsingen te Berlijn naar aanlei
ding van dc verkccrsstaking. (Bultenl.. lo
Bladi
Dc Engelsche delegatie voor dc Indische
Ronde Tafelconferentie. (Bultenl. le Bi)
In Griekenland is een kabinet Tsaldaris
gevormd. (Buitenl., le Blad).
IN MEMORIAM DR. N. j. BEVERSEN.
Van de hand van Corn. Veth.
Cornells Veth wijdt een „In Memoriam"
aan dr. N. J. Beversen, oud-rector van het
Leidsche Gymnasium, wiens naam prijkte
op onze latijnsche schoolboekjes en dien
we later leerden bewonderen als een uit
nemend kenner der geheele moderne
Eurppeesche literatuur. Veth schrijft o.a.:
Hij moet fabelachtig snel hebben gele
zen; toch erkent men algemeen dat hij
deugdelijk las. Zijn oordeel was mild, maar
positief, zijn waardeering even veelzijdig
als zijn kenlns. Van zijn smaak voor het
uiterlijk van het boek getuigt zijn verza
meling, die met evenveel inzicht als flair i
enbeleid was bijeengebracht, want
hij moet de belangrijksje uitgaven hebben
gekocht in een tijd, toen nog bijna nie
mand hier er aan dacht.
Van de Engelsche cultuur-beweging van
de nineties was hij even goed op de hoogte
als van de Fransche van toen en later;
men kon voor een werk van Arthur
Symons of Cunninghamme Graham bij
hem terecht; ik heb indertijd de albums
van Beardsley van hem mogen leenen, hij
kende Steinlen en zijn tijdgenooten door
en door, hij bezat den catalogus van
Daumier's prenten door Delteil, maar hij
savoureerde ook den navranten Grosz,
hij bezat van litteraire werken de meest
exquise drukken. Van beeldende kunst
was hij trouwens evenzeer op de hoogte
en met de laatste verschijningen evenzeer
bij. Ik geloof wel dat de grafische kunst in
het bijzonder zijn liefde had, maar hij
placht weinig schilderkunsttentoonstellln-
gen van belang te verzuimen en stond
open voor alle uitingen van talent.
Wat ik hier zeg zouden velen kunnen
zeggen, want Beversen bezat vele kennis
sen men zou haast kunnen zeggen dat
hij ook daarin verzamelaar ws en hij
gaf zich altijd volkomen. Men kon zich
soms verwonderen, hoe iemand die zoo
veel praatte, toch ook weer zooveel blijken
kon geven van duchtig waarnemen en
aandachtig luisteren. Zijn verwonderlijk
geheugen moet daarbij volkomen intact
zijn gebleven; men kon zelfs niets aan
hem bespeuren van de eigenaardigheid
van veel oude menschen, die u dikwijls
hetzelfde vertellen. Het scheen ook soms
moeilijk, hem zich voor te stellen, hem,
dien een zekeren onrust en misschien ook
mededeelzaamheid zoo vaak zijn deur uit
dreven, verdiept in een boek of gecon
centreerd op zijn dikwijls zoo voortreffe-
lijken critischen arbeid. Toch weten we
dat hij voor beide tijd vond En voor zoo
veel meer. Ik sprak zooeven van zijn
hartstocht voor het maken van kennissen.
Deze sloot niet uit, dat hij met enkelen
een nauwe en trouwe vriendschap heeft
gesloten en bewaard. Maar in zijn belang
stelling voor wetenschap, litteratuur en
kunst was een element van leergierigheid,
die hem drong de menschen te naderen
zoo goed sla de boekwx
DE BIOSCOPEN.
Casino-Theater. „Isabell, oh Isabell! maak
me de wereld tot een paradijs", is de titel
van een sprekende Duitsche film. waarvan
Jie inhoud een goede gelegenheid oiedc om
"de spelcapacitelten van de acteurs en ac
trices ten volle te ontplooien. Robert en
Isabella Keller lelden nu niet bepaald een
overgelukkig huwelijksleven en wanneer
manlief op reis moet, is zijn afwezigheid
de oorzaak, dat zij een toevallige en on
schuldige kennismaking heeft met den ar
tist Gunnar, die voor haar meer lier Je
heeft dan haar eigenlijke mem, doch die
niet gelooft, dat zi) een getrouwde vrouw
is. Wanneer hij dit uit den mond van haar
man verneemt, wil hij 't veld ruimen. Als
echter manlief zijn vrouwtje ter wille van
een voetbalwedstrijd opnieuw verlaat s de
maat vol en 't naar liefde hunkerende
Jonge vrouwtje vindt deze bij Gunnar nu
voor altijd. Dit gelukkige paartje vindt in
Anita Dorris en Gdsta Eckmann een goede
vertolking.
De helden van 't negerbataljon, in de
gelijknamige film zijn Tom Wilson cn
Heine Conklin, die in een reeks malle
avonturen zich meer als pantoffelnelden
gedragen dan als helden. Een aaneengeslo
ten verhaal vormt de film niet, maar dat
is in zulk een lachfilm, waar alles van een
tweetal artisten moet komen, ook niet zoo
zeer noodig.
Trianon-thcater Wanneer een ont
slagen winkelbediende op een ten ge
schenke gekregen lot een auto wint en
daarmede zijn levensideaal in vervulling
ziet gaan, dan mag men veronderstellen
dat die persoon gelukkig is. Maar dat ge
luk neemt utopische afmetingen aan,
wanneer hem daarenboven de middelen
worden verstrekt om te leven op een voet,
zooals van den eigenaar van een derge
lijke auto mag worden verwacht. Zelfs
wordt hem een chauffeur ter beschikking
gesteld. Maar daar schuilt een addertje
onder het gras. Want die chauffeur is
niemand minder dan een markies, die
tegen zijn wil in een hem onbekende dame
heeft gecompromlteerd en deswege door
den vader der dame wordt achtervolgd.
Het incognito van den pseudo-chauflcur
heeft Juist een tegenovergestelde uitwer
king, want het brengt hem in aanraking
met de onbekende dame, die overigens
heelemaal niet zóó is, dat men er hard
voor zou wegloopen. De kantooi bediende,
die inmiddels de rol van markies heeft
gespeeld, vindt dat ook fnaar half leuk en
tot slot is, dat beiden zich weer vertoonen
in hun ware gedaante. „Een auto en geen
geld" is een kostelijke film, vol dolkomi
sche verwikkelingen, waarom gisteravond
hartelijk is gelachen.
Na de pauze krijgen wij den gevierden
Franschen acteur Maurice Chevalier te
aanschouwen in „Love me tonight". Er
zijn tienduizenden bewonderaars van de
zen filmkoning en misschien tientallen,
die hem nu niet direct overdreven sym
pathiek vinden.
Maar ook deze laatste categorie zal,
wanneer zij Maurice in deze film hebben
gezien, moeten toegeven, dat zijn lach
aanstekelijk werkt hij z,n liedjes met een
buitengewone flair voordraagt en zeker
in staat is om ons een genoeglijken avond
te bezorgen.
De film behelst vele goede regie-vond
sten en meerdere uitstekende scenes Wii
denken bijv. aan den afloop van de
lachtrit, aan de wijze waarop het perso
neel in het grafelijk paleis lucht geeft
aan zijn verontwaardiging, wanneer blijkt
dat de gewaande voorname gast „maar"
een kleermaker is en vele tafreclen meer.
„Love me tonight" heeft zeer vele goede
kwaliteiten, ook al door den fijnen Fran
schen geest, welke er bi) herhaling uit
spree »c£-