Wi Rondvlucht per restauratie vliegtuig de ekster met een steward. 1T5EÏ1 WE1TE Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 29 October 1932 Derde Blad No. 22273 JOHANNES VERMEER. Consumptie's in de lucht. vXM jeward" aan boord van de „Ekster", Behagelijk geniet men in de verwarmde abine van welkome koude of warme dranken. De bediening is prima. __en wij verdiept waren in een 5de en fantastische avonturen roman, J in den jare 2023, waarin sprake Jj luchttreinen, van nacht-transatlan- iexpressen, die in eenige uren van lërika naar Japan reizen, van wonder- Jijkè reuzenvliegtuigen met een snel- f van 800 K.M. per uur, bereikte ons [uitnóodiging der K.L.M. om de „Ekster" "komen bezichtigen, die tot „gevleugeld iaurant" werd omgebouwd voor den Idienst Malmö—Kopenhagen—Amster- v.Y-, den z.g. Scandinavian Air i voorproefje van al het merkwaardigs, [2023 bieden zal, zoo dachten wij. joortaan vliegen bevoorrechten sterve ten dus, behalve in Luilekkerland, ook ^vliegtuigen van de K.L.M. de ge- I kippen zoo maar den mond in! K.L.M. toont hiermee weer eens haar K activiteit en haar wil om volkomen date" te zijn. gen volmaakt restaurant kan echter []niet worden gesproken: een warme og in de lucht, behoort wellicht [toekomstmogelijkheden, doch voor zal men het met een „koude" moeten [die echter ook lang niet te ver- is! Een practische noodzakelijkheid dwong de K.L.M. tot het ombouwen van de „Ekster" een der 5 groote Fokkervlieg tuigen type F 12, die gelijk men weet, tot nu toe dienst deden op de route Amsterdam—Batavia en in het vervolg door nog grootere en snellere vliegtuigen zullen worden vervangen. Zij zal vanaf, November in gebruik komen op de reeds bestaande luchtlijnen Malmö—Amsterdam met aansluiting op Schiphol naar Parijs of Londen. Op deze reis, die binnen één dag wordt volbracht en waarvan tallooze zakenlieden het groote nut ondervinden iederen dag zijn de machines volkomen bezet, terwijl ook de Zweedsche luchtpost er mes wordt ver voerd moet met het korten der dagen drie kwartier worden bespaard. Werd tot op dit oogenblik de lunch te Schiphol gebruikt, waarna men in het aansluitende vliegtuig overstapte, vanaf 1 November ver valt de lunch in het restaurant en gebruikt men haar in het vliegtuig zelve, wanneer zij eenige minuten na het vertrek boven de overblijfselen van de Zuiderzee reeds wordt opgediend. Dan is men beneden wel, maar boven nog niet droog gelegd! Daartoe is de „Ekster" die tot nu toe plaats bood aan 15 a 16 personen, in in dier voege veranderd, dat nog 12 zit plaatsen zijn overgebleven, waarachter zich een practisch ingebouwd en even practisch ingericht buffet bevindt, grenzend aan de bagageruimten. Vo'komen rammelvrij staan in dit kastbuffet de thermosflesschen, gla zen, borden van onbreekbaar baoceliet enz. opgesteld, koude, zoowel als warme dranken kunnen in groote variatie besteld worden, evenals de lunch, bestaande uit brood, koud vleesch, kip, kaas en fruit, tegen zeer matigen prijs. De accomodatie voor de passagiers vol doet aan hooge eischen: nieuwe, moderne uiterst gemakkelijke stoelen met groote tusschen ruimten, leeren zittingen en rugkussens zijn aangebracht, tegen de rug leuningen bevinden zich klaptafeltjes met glazen houders voor lunchgebruik. Daar het toestel berekend is voor dag- zoowel als nachtvluchten werd het speciaal tegen de koude beschermd. Verwarmingsbuizen, waardoor heete lucht stroomt, bevinden zich aan beide zijden der cabine en verspreiden een regelmatige temperatuur van 65 graden, zoodat het op de koudste winterdagen in de kajuit even aangenaam is als gedurende den zomer, door middel van dekens en gordijnen is zij bovendien geheel tochtvrij gemaakt. In hooge mate interessant is de automatische startinrichting. Het op gang brengen der motoren door middel van het draaien aan den propeller behoort voortaan tot het ver leden; de piloot kan van nu af aan, de motoren zelf op gang brengen. Slechts één d ruk op de knop en de propellers slaan onmiddellijk aan; de „zelfstarter" een unieke nouveauté voor vliegtuigen! Twee groote schijnwerpers elk van 500 kaars lichtsterkte zullen dienen als hulpmiddel voor het dalen op 's avonds slecht ver lichte terreinen. Evenals de „Ekster" zal men geleidelijk aan ook de andere toe stellen van starter en schijnwerpers voor zien. Slaagt de proef met het restauratie vliegtuig, dan worden ook andere machines aldus verbouwd. Al het hier boven omschrevene konden wij constateeren, tijdens een proefvlucht, welke den journalisten gistermiddag werd aangeboden met dit eerste Nederlandsche „restaurant-toestel". Wij maakten kennis met den eersten Nederlandschen „vlieg- kelner", den jongen man die tot boord- steward werd opgeleid en naast de kunst van het serveeren en van het spreken der vreemde talen, ook volkomen die van het vliegen verstaat. Hij werd voor ditmaal terzijde gestaan door een „landkelner" die voor het eerst de lucht mee inging en onder tallooze uitingen van bewondering voor de hooge luchtlagen, de thee, ver mouth, sherry of port in het ondanks den vrij sterken wond absoluut rustig liggende vliegtuig waaT men zich veiliger voelt, dan in de schokkende eetwagen, opdjende. Welk een gewaarwording: op 2200 M. hoogte in een gemakkelijke feauteuil te genieten van de voortreffelijkste aardsche geneugten, die iemand van zelf reeds in hooger sferen brengen! Piloot Both, naast wien de chef van de afdeeling Buitenland, de heer de Vries had plaatsgenomen, stuurde het enorme, drie-motorige vliegtuig met zekeren hand over land en over zee en niemand wist precies waar 't zich bevond. Want 't vlakke polderland was reeds spoedig bedekt met dikke, witte sneeuwmassa's in de meest grillige en indrukwekkende formaties. Op deze hoogte leek het vliegtuig zich nau welijks voort te bewegen: soms braken de wolken, die vanaf de als in rook staande aarde opstegen, plotseling uiteen, toonend een rood dorpje of een eindelooze kust strook, met het zilveren lint der branding. En eerst na een kwartier vliegen over de zee, kon schrijver dezes zijn buurman met zekerheid beduiden, dat het vliegtuig op Katwijk aanstevende, terwijl het zich twee minuten later al boven Oud-Poelgeest be vond, hoewel zijn tochtgenoot hardnekkig aan de Zuiderzee en het Muiderslot bleef vasthouden. Maar welke Leidenaar zou Poelgeest niet herkennen? Leiden heeft één Uwer wellicht gistermiddag tegen half vier ons opgemerkt? lag reeds achter ons, nog voordat de heftige discussie om trent de bepaling van plaats ten einde was. Stralend scheen op 2000 M. de zon, ter wijl de miezerige aardbewoners onder grauwe wolken zuchtten; geleidelijk aan daalde het vliegtuig zoodat boven Aalsmeer de rijen broeikassen duidelijk uit de «roene landen opdoken. Toen was het snel met dezen verrukkelijken tocht gedaaeen safe landing, een rit tot vóór he> lystaurant Schiphol, een hartelijk afscheid van onze energieke gastheeren en de aanwezige krachtig-gcbruinde piloten en tot slot in een akelige autobus over spattende modder wegen naar somber regenachtig Amsterdam terug. Dat was het trieste einde, van een korten, doch heerlijken toer in het vervoer middel der toekomst voor lange afstan den, waarin men zich zoo veilig, zóó be hagelijk en zóó rustig gevoelt, dat men het waarlijk verre prefereert boven alle hobbelende transportmiddelen, die aan den grond gekluisterd zijn. Wanneer men daarbij hoog in de lucht zóó voortreffelijk bediend wordt als in de „Ekster", dan is het ideaal bereikt. Wij brengen onze hulde aan de directie der K.L.M., niet slechts vo t de sch t erende inrichting van dit „wonder der techniek" waarin ge onwrikbaar vast door de lucht lagen glijdt, doch mede voor de wijze, waarop zij er voor zorg draagt, dat haar passagiers ook in materieelen zin, op lange reizen aan niets ontbreken zal'. De bekende „Scandinavian Air Express" blijft dus voortaan ook in den winter ge handhaafd: de K.L.M. zal hiermede onge twijfeld vele belanghebbenden een grooten dienst bewijzen. De serie zich snel opeenvolgende ver beteringen in de ontwikkeling der lucht vaart is weer met enkele vermeerderd. Nederland blijft aan de spits! die op zijn beurt de beste leerschool heeft gehad, die men in de 17e eeuw zou kun nen volgen. Fabrlcius toch was een der meest gewaardeerde leerlingen van Rem brandt van Rhijn; bij het springen van een kruitmagazijn te Delft (1654> kwam Fabricius helaas om het leven. Zijn „ge zicht op Delft" en het bekende „straatje" hebben Vermeer terecht den roem ge bracht, die hem toekomt In 1653 trad Ver meer in het St. Lucas-Gilde, waarvan hij in 1671 zelfs deken werd. Johannes Vermeer, meer bekend onder den naam van den Delftschen Van dei- Meer en niet te verwan-en met verschil lende andere schilders van dien naam en uit die tijden, werd op 31 October 1632, dus juist 300 jaar geleden, te Delft gebo ren. Deels doordat verschillende schilders denzelfden naam voerden, deels omdat men over het algemeen zijn werk niet naar waarde wist te schatten, werd zijn werk aanvankelijk herhaaldelijk met dat van zijn naamgenooten verward. Johannes Vermeer echter verdient de bijzondere aandacht van den werkelijken kunstlief hebber. Meer en meer werd zijn werk dan ook gezocht en bekend. Vermeer was aan vankelijk een leerling van Carl Fabricius, Aan den Franschman W. Burger, een bekend kunstkenner en kunsthistoricus Zelfportret in het atelier. Vermeer schil derde zich zelf voor den schildersezel. Op den achtergrond zijn vrouw. komt de eer toe Vermeer recht te hebben doen wedervaren. Hij zag zeer terecht in Vermeer een der uitstekendste volgers van Rembrandt, die door Burger werd ver eerd. Hij maakte een bijzondere en uitvoe rige studie van het leven en de werken van den Delftenaar en in de „Gazette des Beaux Arts" van 1866 publiceerde hij een artikel, dat in kunstenaarskringen zeer de aandacht trok. Hierin deelde hij de resul taten mede van zijn nasporingen omtrent ae zeer weinige bekende bijzonderheden van het leven van den schilder. Een le zenswaardige studie over Vermeer, meer in het bijzonder over 's schilders bijzonder coloriet en zijn techniek, is die van Kramm in zijn vervolg op Immerzeel's „Leven der schilders." In warmte, kleur, helderheid en sfeer wordt Vermeer door weinige oud-Holland- sche schilders geëvenaard. RECLAME. 20 Zambos Sigaretten 25 cents. VAW HET pRAPHIE VAN RAMON NOVARRO. pon Novarro, Metro Goldwyn Mayer- ferd geboren in Durango, Mexico, op ■ari 1899, en is een van de veertien 'en van Dr. en Senora Mariano N. [lego. Van moeders zijde is hij een Jmeling van een oude koninklijke Ju Familie; van vaders kant stamt ^Jian de conquistadores, die met Cortez naar de Nieuwe Wereld irro's jeugd ging als over rozen, tiders waren welgesteld en brachten toderen groot op degelijke en rustige 'n een middeleeuwsch huis, dat Jvele generaties aan de familie toe- #rde. Het was in dat huis, dat Ramon Jebuut maakte op het tooneel in een vat hij zelf geschreven heeft, regis- 8 en speelde. Hij was toenzes ar oud. Op zijn achtste verjaardag hij een marionetten-theater cadeau W' duurde niet lang, of hij gaf een T hem zelf gemaakt stuk ten beste Ijolige weeuwtje". Vanaf dien tijd was i Voornaamste afleiding het maken van awe „stukken" voor zijn marionetten. Un eerste onderwijs ontving hij in de TJ van „Our Lady of Guadelupe" in vgo. Tevens kreeg hij les in piano en waarbij hij zulk een goede vorde- maakte, dat zijn leeraren hem een carrière als opera-zanger voor- "pelden. inn°e2 'n het bewind van Huerta ae revolutie omver werd geworpen, Cr. Samaniego genoodzaakt met zijn Novarro, z°°als hij deze week hier 'dm „Een zoon van Indie" familie naar Mexico City te verhuizen, waar Novarro naar het Mascarones Col lege ging, waar hij Fransch, Engelsch en muziek studeerde en tevens een militaire opvoeding kreeg. Door de revolutie had de familie echter een zeer groot deel van haar fortuin verloren en in 1917 vertrok Ramon, om zijn eigen weg in de wereld te zoeken. Hij kwam naar de Vereenigde Staten in Los Angelos, en wilde elk baantje aannemen, dat hem geboden werd. Gedurende eenigen tijd was hij bediende in een restaurant, maar op zeke ren keer werd in een Santa Monica thea ter (Santa Monica is een badplaats in Californië) de aandacht op hem gevestigd op een amateuravond. Het gebeurt n.l. dikwijls, dat er voorstellingen worden ge geven, na afloop van de gewone voorstel ling, waar geen of heel weinig entrée wordt geheven en waar amateurs gratis optreden). Het resultaat hiervan was, dat hij kleine rollen te spelen kreeg bij een vast tooneelgezelschap in Los Angelos. Ramon vond hierna een baantje als zanger en danser in een cabaret. Hier werd hij opgemerkt door een theater agent, die hem een engagement als dan ser bezqrgde. Hoewel hij nu een engagement, zelfs een voor New-York, in zijn zak had, be- teekende dit voorloopig nog geen ver dienste, want repetities worden niet be taald. Daar deze repetities in New-York enkele weken duurden, bleef Ramon niets anders over dan nog een bijverdienste te zoeken, die zooveel opbracht, dat hij kost en inwoning in een goedkoop logement kon betalen. Toen de voorstellingen begonnen, werd ook zijn financieele toestand beter. Hij kon zelfs geld over sparen om zangles te nemen. Nog voor zijn engagement met dit ge zelschap afgeloopen was kreeg hij voor het eerst een goede kans vooruit te komen. Ferdinand Pinney Earle, die voor eigen rekening films maakte zocht een speler voor de titelrol in de film „Omar Kayyam". De eerste voorwaarde was dat de acteur het zeer goedkoop moest doen. Novarro kreeg de rol. De film had succes en toen begonnen ook de groote filmmaatschappijen zich voor den jongen te interesseeren. Toen zijn inkomsten hem daartoe in staat stelden kon hij zich ook meer aan zijn geliefde zanglessen wijden Hij nam les bij Louis Graveure en aan dezen zan ger is het voor een groot gedeelte te dan ken, dat het publiek thans Ramon No varro kan hooren zingen in films als „De zanger van Sevilla". Nog steeds voelt hij veel voor het thea ter. In zijn schitterende woning in Los Angelos, een oud huis uit den tijd der eerste Californische nederzettingen, waar thans zijn heele familie met hem samen woont, heeft hij een compleet theater in gericht, waar hij voor een selecten kring van vrienden, kleine tooneelstukken, con certen, cabaretvoorstellingen en mario nettenopvoeringen geeft, waarin hij meestal zelf meewerkt. In zijn kring van vrienden zijn zeer veel bekende persoonlijkheden. De be roemde Spaansche Danseres Raquel Mel- ler, de bekende bariton Lawrence Tibbett, de bekende actrice Ruth Chatterton, Er- nest Torrence, enz. Ramon zelf speelt piano, viool en gui taar en is uitstekend op de hoogte van tooneel- en muziekliteratuur. Behalve zijn moedertaal Spaansch, spreekt hij vloeiend Engelsch en Fransch en ook tamelijk goed Duitsch. Zijn familie wordt beschouwd als een van de oudsten van Mexico, en men zegt dat zij van moeder's zijde afstamt van den Azteken- koning Montezume Ramon Novarro is nog steeds ongehuwd. WAAR LAAT MAURICE CHEVALIER ZIJN SALARIS De „Fondation Maurice Chevalier" kost hem schatten. „Ze" zeggen in Hollywood dat Maurice Cnevalier gierig is. „Ze", dat zijn de rod delaars die altijd hun meening gereed heb ben over menschen die zij absoluut niet kennen. Men weet niet wie zulke praatjes in de wereld brengt, niemand weet hoe ze verspreid worden, maar de ernstige wer kers uit de filmstad weten dat dergelijke geruchten in staat zijn de mooiste carrière te bederven, en zij moeten zich voort durend verdedigen tegen de onbekende lasteraars, die er eveneens voortdurend op uit zijn om nieuwe schandaalpraatjes in Hollywood rond te bazuinen. Zoo gaat dan thans het verhaal dat Maurice de gierigheid in persoon is. „Waar Iaat een man die zulk een buitensporig salaris verdient als hij," redeneeren zij, „het geld dat hij overhoudt? Want dat Chevalier voor zijn levensonderhoud aan een fractie van zijn salaris genoeg heeft, is zeker. Woont hij niet in een eenvoudig villatje terwijl hij het duurste huis van Beverley Hills gemakkelijk betalen kon? Als hij niet gierig is waarom rijdt hij dan in een Fordje, terwijl andere sterren, die minder verdienen, er heele series luxueuze wagens op na houden? Waar laat hij de kapitalen, die Paramount hem uitbetaalt?" Het antwoord op deze '(ragen i: in een paar woorden te geven. Die woorden zijn: „Dispensaire du Spectacle Fondation Maurice Chevalier". Wat dat beteekent' Wie van U in Parijs komt zal deze woorden kunnen zien staan op een gevel in de Rue Raumier No 65 De Fondation Maurice Cb-valier is een kli niek een kosteloos hospitaal voor de theaterwereld. Ieder die ets met het too neel te maken heeft kan hier opname vin den van den leerjongen van den too- neelknecht, die de planken mag aanvegen tot de ster, die betere dagen gekend heeft! Chevalier's plan ontstond eigenlijk al tij dens den oorlog, toen hij, als jong pollu, getuige was van het nobele, onbaatzuch tige werk der militaire artsen. Het was een Duitsche dokter, die hem het leven redde toen een granaatscherf zijn borst door boord had. Een gezond man kan de wereld verove ren. Maar een zieke, onverschillig van welken rang of stand, heeft geen kans in onze samenleving. Dubbel vreeselljk wan neer de ziekte door armoede veroorzaakt wordt! Chevalier gevoelde een diepe deernis met hen die zich door het ontbreken van een goede gezondheid den weg naar succes zagen afgesneden Toch was het hem niet duidelijk hoe hij hier ooit een helpende hand zou kunnen toesteken aan hen. die naar hulp snakten Twee jaar geleden, toen Maurice met vacantie in Parijs was, ontmoette hij daar zijn ouden vriend Blon-Dhin. Monsieur Blon-Dhin was eens een vooraanstaande operette-ster, maar de tijd was hem niet gunstig geweest. Hij had zijn plaats aan den top van de ladder aan anderen moeten afstaan, en was dieper en dieper gezonken. Vele anderen had hij ontmoet, die succes gekend hadden, en thans niet meer wis ten waar voedsel en onderdak voor t et verzwakte lichaam te vinden. Hij had mannen en vrouwen ontmoet, wier namen eens stormen van applaus ont ketend hadden, nu oud en vergeten, door ziekte gedwongen afscheid van het tooneel te nemen. En allen waren zij te trotsch om zich aan een armen-hospitaal te melden. Liever bleven zij zich met hun zieke lichaam rondslopen dan zulk een schande te on dergaan. Blon-Dhin kende jonge menschen, die een kans hadden gehad om het tot succes te brengen, doch wier wankele gezondheid hen tegenhield zangers, die een kuur in de bergen hadden moeten maken acro baten, door ondervoeding en ziekte krach teloos geworden velen die genezen had den kunnen worden, als het geld niet ontbroken hadLangen tijd praatte Monsieur Blon-Dhin met zijn succesvollen jongen vriend. Chevalier. Toen zij scheid den was Maurice bezield met de overtui ging dat hij hier helpen moest. Hier was zijn kans om iets te doen voor zijn vrien den, de theatermenschen. Maurice wachtte niet tot hij een groote som bij elkaar had. Onmiddellijk kocht hij het kleine twee-verdiepingenhuis in de Rue Raumier. Persoonlijk bezocht hij de vooraanstaan de artsen en specialisten van Parijs, en wist velen te bewegen gedurende eenige uren per week hun tijd ter beschikking van zijn kliniek te stellen. Hij was ge lukkig toen Maxime Lipschitz, de meest gevierde arts van Parijs zijn medewerking toezegde. Maurice liet het geheeie huis als hos pitaal inrichten, wat hem schatten kostte i ueureu weioen wijd opengeworpen om de noodlijdende acteurs en actrices te ont vangen die niet te trotsch waren im hulp te accepteeren van een der hunnen. Binnen één jaar werden hier 4472 patiënten behandeld. In het tweede jaar waren er 4501. Alle mogelijke ziekten wer den hier behandeld, vele genezingen ver richt. Van alle patiënten werd slechts één ding geëischt: dat zij konden bewijzen op een of andere manier aan het tooneel ver bonden te zijn of te zijn geweest. Gedurende het geheeie eerste jaar be taalde Maurice het hospitaal geheel al leen. Iedere franc, iedere centime kwam uit zijn eigen zak. Maurice vindt het eigenlijk een groote vergissing dat het hospitaal zijn naam draagt. Hij deed dit op aandrang van zijn vriend Blon-Dhin Maar toen het publiek bemerkte wat hij gedaan gehad redeneer den zij: „Ais Chevalier zoo rijk is dat hij er een hospitaal op na kan houden dan moet hij dat maar doen". En hij deed het! Tegen het begin van het tweede jaar echter begon men te beseffen wat Cheva lier hier geheel alleen ondernomen had. Andere artisten, schrijvers, musici, begon nen bijdragen te zenden, zoodat op het oogenblik Chevalier twee derde van de onkosten draagt, terwijl één derde uit vrijwillige giften bestreden wordt. Maurice wil niet vertellen hoeveel hem het hospitaal dat eerste jaar gekost heeft. Maar iedereen die ook maar het vaagste idee heeft wat het kost om een ziekenhuis in te richten en in bedrijf te stellen kan zich een voorstelling maken van de tien duizenden dollars die deze eene man hier aan uitgegeven heeft. DE FILM „MATA-HARI" Hoewel in de verschillende boeken, die over het leven van Mata Harl geschreven zijn, zeer uiteenloopende feiten en opinies naar voren gebracht worden, beschouwt men haar algemeen als een van de meest interessante en tragische figuren uit den Grooten Oorlog. In de Metro Goldwyn Mayer film Mata-Hari, waarin de hoofd rollen vervuld worden door Greta Garbo en Ramon Novarro, ls geen enkel der vele boeken gevolgd, doch heeft men slechts de voornaamste feiten uit de twee laatste jaren van haar leven als leidraad gebruikt. Alvorens met de opnamen te beginnen, liet de regisseur George Fitzmaurice van elke scène een teekening maken, waarop duidelijk de achtergrond, de plaats van de spelers, de beüchting en de ïilaats van de camera's te zien waren. In totaal wer den hiervoor bijna driehonderd teekenln- gen gemaakt. Het is gebleken, dat dit nieuwe systeem zoowel voor de artisten als voor de technici van zeer veel gemak was. De film speelt in Parijs en voor de op namen werden de interieurs van een Pa- rijsch casino, het Russisch gezantschap, een hosjiltaal. een rechtzaal en de St. La- zare gevangenis zoo nauwkeurig mogelijk gecopieerd. Ook ziet men een vüegtuig zooals dit gedurende den oorlog gebruikt werd, op het vliegveld Le Bourget landen Als een eigenaardige bijzonderheid ver melden wij, dat Mata Hari de vijftiende Garbo-film is, die ongenomen werd door den cameraman William Daniels Toen Greta Garbo ruim zes jaar geleden naar Amerika kwam, maakte Daniels de proef- opnamen van haar en op haar verzoek heeft hij bij vrijwel al haar films de foto grafische leiding gehad. Slechts haar film „Liefdeszegepraal" werd door een anderen cameraman opgenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9