Ontwerp-begrooting voor Leiden
voor 1933.
EI
[en tekort van ruim een millioen
moest worden gedekt
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 27 October 1932
Derde Blad
No. 22271
R!
toestand zeer ernstig,
doch niet hopeloos.
MOEDER!
PHILIPS-VAN HOUTEN
aargang
O—
oorstellen te putten uit de reserves, tot belastingverhooging,
1 I I pensioenaftrek-verhooging en bezuiniging op subsidies.
/II
r lievt
wijgen.
iSuper.
srgas
'P
prijs'
lips/
-wet
ïscIk
375,!
bieden aan de ontwerp-gemeen-
iting voor den dienst 1933, verge-
de bedi'ijfsbegrootingen. Zij zeg-
deze begrooting onder zulke bui-
ui moeilijke omstandigheden, als
dj thans verkeeren. moest worden
i, zal het ongetwijfeld duidelijk
niet zonder meer het vereischte
tusschen de ontvangsten en de
kon worden verkregen,
i toch niet anders, of de gevolgen
isis voor de gemeente moesten in
fers sterk tot uiting komen en dat
«volgen inderdaad van ernstigen
jpren bevestigen de cijfers helaas
al te zeer. Het aanvankelijke ont-
wees een tekort aan van niet min-
ian f. 602,193. Dit bedrag krijgt voor-
iteekenis. indien men in aanmerking
,t, dat in dat ontwerp reeds was ver-
t de in den loop dezes jaars ingevoer-
diriskorting met een opbrengst van
*100.000, alsmede de meerdere op-
;st ad plm. f. 90.000 van de plaats ge-
hébbende belastingverhoogingen. ter
bovendien de ontvangsten zoo hoog
;en geraamd als thans verantwoord
en daartegenover de uitgaven on-
drang der bezuiniging zoo laag mo
lk werden gehouden.
werden de z.g. fabricage-uitgaven.
:n de salariskorting ter zake ad f. 11.300
f. 40.000 lager geraamd dan voor 1932
zelfs f 120.000 lager dan de uitgaven
ggertkend de mindere fabricage-uitgaven
uitgetrokken.
Uiteraard zijn voornamelijk de posten
idersteuning van werkloozen en sub-
in de Gemeentelijke Commissie voor
Bhappelijk Hulpbetoon oorzaak van
ernstige verstoring van het even-
'e eerstgenoemde post. die in 1932
op f. 150.000 werd uitgetrokken, werd
it op f. 500.000 terwijl de subsidie
(Maatschappelijk- Hulpbetoon van plm.
^0 tot f. 470.000 moest worden ver
gevende tezamen alleen reeds een
van uitgaven van f. 600.000. En
mover kon slechts als bijdrage van
in de ondersteuning van werkloo-
TOden gesteld een bedrag van plm.
Als subsidie aan werkloozenkas-
verder f 87.500 uitgetrokken te-
[er f 35.000 in 1932 en voor bijdra-
gemeente in wachtgeldregelingen
rticuliere bedrijven f. 37.000 f1932
ook in andere opzichten stonden
ingen onder den invloed der crisis, j
wat b.v de Lichtfabrieken betreft
Jfige bedrijfsbegrootingen steeds met
«uitgang van het debiet rekening
- gehouden bij de begrooting voor I
poest in verband met de sterk ver-
'de bedrijvigheid in handel en in-
voor belde Fabrieken, in het bij-
voor de Electriciteitsfabriek, op een
>ng van het debiet worden gerekend,
i dan ook in de geraamrde batige
;t uitdrukking komt.
ijl toch aan de begrooting 1932 een
fan f. 978.400 ten goede kon worden
'ut. werd op de door Commissarissen
Me begrooting 1933 slechts een ge-
Hlke winst van f. 815.910 uitgetrok-
in teruggang dus van f. 162.490. waar
lo8.350 op rekening van de Electri-
ifabriek komt.
opbrengst van de gemeentefondsbe-
in wezen een inkomstenbelasting
'Pt natuurlijk eveneens achteruit. Te-
In t.eL een vermoedelijke opbrengst (bij
Bjeffing van 60 opcenten) over het be-
l7MnJaar 1931^'32 van f. 425.000 d.i. ruim
Per opcent, mag volgens mededee-
fcjan den Rijksinspecteur, voor het be-
fugjaar 1933/'34 (waarvan 8 maanden
de begrooting 1933 behooren). geen
5*Lre opbrengst dan f. 340.000 d.i plm.
■»u per opcent. worden verwacht.
won/u11??5' moes' het raadzaam worden
^"uroeeld. de opcenten op de dividend-
snrSn belastinS die in 1931 nog ruim
ru,opbrachten slechts op f 35.000 uit
- Ke'n, of f. 10.000 minder dan voor
•vL'Z'.'1 ectiter ook uitgaafposten, die,
dat de crisis daarvan de onmiddel-
oorzaak was, aanzienlijk moesten
■n verhoogd Wegens rente en aflos-
van aangegane geldleeningen. rente
jwp te nemen kasgeld en afschrijvingen
Unit aak, vaste leenine opgenomen
er vè?eisfhten WaS tezamen f'55 000
tó£?,.wWas bet_nadeelig saldo
lelnloi^— 1 "uueeug saiao van oen
en Ontsmettingsdlenst mede
- 16 000 WirJ?let dJ reorganisatie ruim
hlvelleeri'n n«e voor verdere huur-
Verkio, ?9 gereserveerdvorder-
iven'vnn/1?ienü f' 6590 meerl stegen de
met f R nme bestniding der tubercu-
Bj| v. 8-000, enz.
heteLkP^fe?nooaal' dekkingsmiddelen
in saSwi. moest ook aandacht
1932 aan de Portie van den
ier aan°tfel. '1 de maand Jul' de
OOnnn "aatsohappelljk Hulpbetoon
o® m P6,9054 voor stan aan
is anrtJ/S f 120-909 werden ver-
met e/n versterking van beide
met een zeer belangrijk bedrag
"P6 sIechts °P g'o-
onsen kan worden algegaan, zoo
moet toch een nieuwe verhooging van de
subsidie aan Maatschappelijk Hulpbetoon
met f. 160.000 (conform de aanvrage van
de Gemeentelijke Commissie) en van den
Steunpost met f. 230.000 noodig worden ge
acht. Voorts moet de subsidie aan de ver-
eeniging Schoolkindervoeding en -kleeding
welke thans op een bedrag van f. 23.500
is uitgetrokken, met f. 9600 worden ver
hoogd, mede als gevolg van het besluit om
de voeding ook gedurende de zomervacan-
tie te doen plaats hebben. In totaal moet
alzoo worden voorzien ln een bedrag van
f. 399.600, waarvoor op de begrooting zelve
geen dekking is te vinden.
Het College stond dus voor de noodzake
lijkheid in totaal voor een bedrag van
ruim een millioen gulden dekking te vin
den. Gelet op de belangrijke beteekenls,
aie de Lichtfabrieken ten aanzien van de
gemeente-financiën hebben, lag het voor
de hand, dat ons College zich tot Com
missarissen wendde met de vraag, of en in
hoeverre door eenigerlei maatregel de Fa
brieken in deze de helpende hand zouden
kunnen bieden. Dit overleg heeft in de
eerste plaats geleid tot een wijziging met
betrekking tot de afschrijvingen op de be
zittingen (en de aflossing van de schuld
aan de gemeente).
Commissarissen wijzen er op. dat onder
de vaste kosten, als onderdeel van den
kostprijs, de rente en afschrijvingen der
bezittingen, vooral die der mechanische
inrichtingen, een belangrijke plaats inne
men. Het is steeds het streven geweest
deze kosten niet onevenredig den kostprijs
te doen drukken, doch 't evenwicht dreigt
nu verstoord te worden: de malaise heeft,
gelijk reeds in een ander verband werd
opgemerkt, een sterk afgenomen bedrij
vigheid in handel en industrie tengevolge
gehad, zich uitende, zoowel hier. als elders
ln het verzorgingsgebied, in een teruggang
van de productie.
Deze toestand is des te moeilijker nu
men zich bevindt in een tijd van stijgende
kapitaalslasten tengevolge van de uitbrei
dingswerken en deze meerdere lasten toch
al bezwaarlijk compensatie zouden kunnen
vinden in den groei van het debiet In
tusschen moeten de fabrieken er op be
dacht zijn, dat het debiet in de naaste
toekomst weer snel kan worden herwon
nen. Een zoo laag mogelijke kostprijs is
voor de bevordering van dit doel een der
belangrijkste factoren.
Een middel, om tot verlaging van den
kostprijs te geraken is om de waarde der
oude bezittingen, welke door de nieuwe
inrichtingen voortaan slechts reserve-
waarde hebben, geheel ten laste van het
vernieuwingsfonds af te schrijven, en de
restantschuld aan de gemeente uit de mid
delen van het fonds af te lossen: de ex
ploitatie wordt dan nu en in de toekomst
niet meer belast met afschrijvingen te
dier zake, noch met de toevoeging aan
het vernieuwingsfonds ad 2 DCt. van het
desbetreffende oorspronkelijke kapitaal.
B. en W. merken op. dat de netto mindere
lasten (in verrekening met de meerdere
winst, aan de gemeente ten goede komen
de) voor 1932 f.105 224 en voor 1933
f. 96.110 zuilen bedragen.
Wij kunnen ons met de door Commissa
rissen voorgestelde maatregelen alleszins
vereenigen, en dit te eer, nu deze maat
regelen niet slechts het bedrijfsbelang die
nen en geheel in overeenstemming zlin
met. het doel van het vernieuwingsfonds,
maar tegelijk ook het middel vormen om
het tekort van den algemeenen dienst in
belangrijke mate te verkleinen.
Verder kan voor het jaar 1932 worden
beschikt over de in 1931 uit de winst dei-
Lichtfabrieken afgezonderde reserves ad
f 175.000.
Van dit bedrag staat f. 35.000 op de ba
lans van de Gasfabriek met de recht-
streeksche bedoeling om te dienen als
weerstand voor eventueele winstfluctua
ties. Het restant ad f. 140.000 is bij de
Electriciteitsfabriek gereserveerd onder de
volgende benamingen:
a. tweede bijdrage aan de Gasfabriek ter
bestrijding van de kosten voor terreinin
richting wegens ontruiming van verschil
lende opstallen van die fabriek als gevolg
van verdere uitbreidingswerken der Elec
triciteitsfabriek f. 50 000
b verzwaring van het hoog-
spanningskabelnet in de stad 50.000
c. als tweede bijdrage in de
kosten van wijziging van de
ketels 21 en 22 40 000.
f. 140.000
De aangegeven voorzieningen kunnen
echter met het oog op aard en omvang,
gevoeglijk ten laste van de kapitaalreke
ning worden gebracht, althans in de hui
dige omstandigheden behoeven dergelijke
groote werken oi. niet uit de winst en
aldus ten laste van één jaar, te worden
betaald
Ook deze reserves ad f. 140.000 kunnen
daarom worden aangemerkt als middelen
tot bescherming van de winstuitkeerineen
en nu voor den dienst 1932 in de gemeente-
begrooting zelve geen dekkingsmiddelen
zijn te vinden, is het o. i zeker gewettigd,
het gezamenlijk bedrag van f. 175.000 ten
bate van den algemeenen dienst aan te
wenden
Thans moet nog in een bedrag van
f 119 376 voor het jaar 1932 worden voor
zien. Wij achten termen aanwezig deze som
voor de Algemeene Reserve te nemen, die
nog pl m f 485 000 groot is. Op dit oogen-
blik. nu het jaar 1932 reeds zoo ver ls ge
vorderd kunnen geen andere maatregelen
meer worden genomen om het tekort te
overbruggen Niettemin moet er evenwicht
zijn. Het is dus logisch en geoorloofd, dat
ln afwachting van het eindresultaat van
den dienst voorloopig op de Algemeene
Reserve een beroep wordt gedaan.
Bij een afzonderlijk voorstel bieden B- en
W de vaststelling van den staat tot wij
ziging van de begrooting 1932 aan.
Tot gedeeltelijke dekking van het tekort
voor 1933 ad f. 602.193 kunnen de volgende
middelen worden aangewezen:
lo. -de bovengenoemde be
sparing op de exploitatielas
ten der Lichtfabrieken f. 96.110.
2o. beschikking over de z.g.
bouwreserve der Lichtfabr69.819.
3o. overboeking van het na
deelig saldo van den gewonen
dienst van het Grondbedrijf
naar de reserve v. dat bedrijf 81.222.
4o. beschikking over 't batig
slot van den dienst 1931 214.708.
5o. vermindering uitgaven
wegens subsidies en dgl17.334.
Totaal f. 479.193.—
I
Ter nadere toelichting merken B en
i W. het volgende op:
Ad 2o. De bij de Lichtfabrieken nog aan
wezige z.g. bouwreserve, pro resto groot
f 69.819.71. werd zooals wij ln den brief
ten geleide van de begrooting 1932 mede
deelden, indertijd gevormd in verband
met de opruiming van woningen ten be
hoeve van de uitbreiding van 't fabrieks
complex, en daarna gedeeltelijk aange
wend voor de afschrijving op de bouwkos
ten der door de gemeente ten Noorden
van den Maresingel en ten zuiden van
den Haagweg gebouwde woningen. Er
bleef toen nog een bedrag van f. 77.998.31
over. dat overeenkomstig onze aangehaalde
missive aanvankelijk bestemd was om bij
het Fonds voor Stadsverbetering en So
ciale doeleinden te worden gevoegd. Voor
een bedrag van f. 8.178.60 werd aan dit
voornemen gevolg gegeven, teneinde het
Sociale Fonds in staat te stellen het ver
eischte bedrag in het Huurtoeslagenfonds
voor groote woningen te storten, zoodat
nog een som van f 69.819,71 beschikbaar
is. Nu inmiddels de financieele toestand
zooveel ongunstiger is geworden moet o.i.
worden teruggekomen op het voornemen,
om deze som aan het Sociale Fonds uit te
keeren, hoezeer het ook te betreuren valt.
dat dit zoo nuttige Fonds zoo goed als ge
heel is uitgeput.
Ad 3o. Gelijk bekend is, wordt het na
deelig saldo van het Grondbedrijf, dat
voor 1933 op f. 81.222 is geraamd in hoofd
zaak gevormd, doordat het bedrag der
rente over geleende kapitalen de op
brengst der huren verre overtreft; dit na
deelig saldo wordt niet, zooals in verschil
lende andere plaatsen bij de boekwaarde
bijgeschreven en aldus gedekt uit geldlee-
ning, doch het wordt jaarlijks uit den ge
wonen dienst aangezuiverd. Volgens de
bedrijfsverordening moet intusschen de
winst op verkoop waaronder is te ver
staan het bedrag, dat boven de boek
waarde wordt verkregen in een reserve
fonds worden gestort In het reservefonds
komt dus terecht de bij verkoop gereali
seerde waardevermeerdering boven de
boekwaarde, welke laatste, gelijk gezegd,
niet met renteverlies wordt belast; daar
tegenover getroost de gewone dienst zich
jaarlijks aanzienlijke offers, hoewel in die
waardevermeerdering en mitsdien in de
gemaakte winst ook een compensatie mag
worden gezien voor den last van het
renteverlies.
Het is daarom niet onbillijk, indien de
reserve zulks toelaat op 'n bepaald oogen-
blik een gedeelte daarvan aan den alge
meenen dienst der gemeente te restituee-
ren. De verordening heeft dit geval zelf
ook uitdrukkelijk voorzien, door te bepa
len dat uit het Reservefonds dotaties aan
den gewonen dienst kunnen plaats hebben.
Een dergelijke maatregel werd sinds het
bestaan van het Grondbedrijf nog slechts
eenmaal genomen, nj. ten behoeve van de
begrooting 1927. toen eveneens een tekort
viel te dekken. Ook thans is de afboeking
van het nadeelig saldo ten laste der Reser
ve. die f333.408.38'/i bedraagt, alleszins te
verdedigen.
Ad 4o. De laatste jaren is niet meer de
vroegere gewoonte gevolgd en derhalve ook
niet in casu. om een baüg saldo van den
gewonen dienst zonder meer ten goede te
doen komen aan de begrooting van een
volgenden dienst.
Reeds gedurende eenige jaren dus wordt
de begrooting zoodanig opgezet, dat tegen
over de uitgaven van het dienstjaar de
eigen ontvangsten van hetzelfde dienstjaar
worden geplaatst.
Het beginsel van evenwicht in het bud
get kwam door deze wijziging in de be
grooting beter tot uitdrukking; indien
noodig. werd een gedeelte van het batig
slot aangewend tot dekking van een tekort
op de begrooting doch in hoofdzaak wer
den de batige saldi in de Algemeene Re
serve en in het Fonds voor Stadsverbete
ring en Sociale Doeleinden gestort.
Onder de huidige omstandigheden kan
uiteraard geen sprake zijn van toevoeging
van het batig saldo aan een dezer fondsen,
en dient dit, evenals vroeger reeds zonder
meer zou zijn geschied geheel ten bate van
de begrooting 1933 te worden gebracht
Als aanvulling op de verklaring van het
ontstaan van het voordeelig saldo ad
f.214 708 willen wij er hier nog slechts de
aandacht op vestigen dat ln verband met
het inwerking treden van de nieuwe wet,
regelende de financieele verhouding tus
schen rijk en gemeenten, een belangrijk
hooger bedrag in de rekening 1931 werd
verantwoord dan waarop in volgende jaren
kan worden gerekend. Dat voordeelig ver
schil werd in den geleidebrtef der begroo
ting 1931 geschat op f. 108.000 doch blijkt
in werkelijkheid veel grooter te zijn. Alleen
reeds de post. waarop het laatste gedeelte
van de nu vervallen plaatselijke inkom
stenbelasting moest worden geboekt ging
tengevolge van de nog gunstige uitkomst
van het belastingjaar 1930/1931. de raming
met meer dan f. 130 000 te boven en deed
het verschil derhalve met dat bedrag
stijgen
Het schijnt ons niet ondienstig toe van
belastingontvangsten over 1931 en de ra
mingen voor 1933 hieronder een vergelij
kend staatje te geven waardoor het ver
schil vooral goed tot uiting komt.
uitkeering uit gemeentefonds
hoofdsom grondbelasting (75
opcenten grondbelasting
hoofdsom personeele belasting (3e ki,)....
opcenten personeele belasting
opcenten vermogensbelasting (15)
8. opcenten gemeentefondsbelasting
1931
1933.
f,
811.349.95
f. 1.103.600.—
139.800.—
145 000.—
144.400.—
149000.—
245.000
250.000.—
245.200.—
250.000.—
14.726.51
12.330.—
679.362.26
n
265.417.—
346.667.—
t. 2.545.255.72
f. 2 256.597.—
In den brief ten geleide van de begroo
ting 1932 spraken b. en W. de verwachting
uit, dat de extra-bate niet geheel voor den
dienst 1931 zelf zou behoeven te worden
gebruikt; zij wezen toen reeds op de wen-
scheiijkheld dat met het oog op de zeer
ongunstige tijdsomstandigheden en de
hoogst onzekere toekomst, althans een ge
deelte dier extra-inkomsten zou overblij
ven. Zij komen thans wel buitengewoon
goed van pas.
Ad. 5. Nu de gemeente zich genoodzaakt
ziet op allerlei gebied te bezuinigen, Is het
logisch, dat ook de verschillende instellin
gen. die met financieelen steun der ge
meente werken, zich in haar uitgaven be
perken. Reeds op dezen grond is het der
halve alleszins gerechtvaardigd de subsi
dies en de uitgaven voor lidmaatschappen
zoo eenigszins mogelijk te verminderen:
echter kan ook de prijsdaling een reden
hiervoor zijn. Intusschen worden subsidies
als die aan School-kindervoeding en -klee
ding, om zeer verklaarbare reden, niet voor
vermindering voorgedragen.
Ten aanzien van de subsidies, die wel
voor vermindering ln aanmerking kwamen,
bedraagt het kortingspercentage in het al
gemeen 15° oer zijn echter ook gevallen,
waarin een hoogere korting of zelfs Intrek
king wordt voorgesteld, al naar gelang van
het doel waarvoor de subsidie werd toege-
gekend
De bezuiniging uit dezen hoofde be
draagt 1.17.334.
Er is thans nog te voorzien ln een be
drag van f. 602.193 f 479.193 f. 123 000.
B. en W. zeggen: Wij achten het een on
afwijsbare noodzakelijkheid, dat de be
grooting reeel sluit, dat wil dus zeggen,
dat de begrooting tegenover het bedrag
der uitgaven een gelijk bedrag aan inkom
sten heeft. Om aan dezen eisch te voldoen
kan niet worden ontkomen aan een ver
dere verlaging van de uitgaven eenerzijds
en aan een verhooging van belasting an
derzijds.
Wat het eerste punt betreft, meenen wij,
dat in de gegeven omstandigheden aan
leiding bestaat tot een vermindering van
de personeelsuitgaven in dien zin, dat het
verhaal van pensioensbijdragen voor het
geheeie personeel op het tot het bij de wet
toegelaten maximum plaats vindt, d. i. 3
pet. voor eigen pensioen en 5'/» pet, voor
weduwen- en weezenpensioen (dit laatste
beperkt tot f. 3.000). Zooals bekend is, be
staat in deze gemeente als beginsel reeds
sedert 1 Juni 1924 het maximumverhaal
ingevolge raadsbesluit van 26 Januari
1925 gelden genoemde percentages n.l.
voor de ambtenaren, die na 1 Juni 1924 in
dienst dgj gemeente traden, doch voor de
op dien datum in dienst zijnde ambtena
ren bleef het verhaal beperkt tot 3 pet.
voor het eigen pensioen en een 'It pet.
voor het weduwen- en weezenpensioen.
Nu in dezen tijd van dreigende ont
wrichting der gemeente-financiën een
verdere bezuiniging op de personeelsuit
gaven niet is te vermijden, achten wij het
oogenblik aangebroken dit ten bate van
de oude ambtenaren bestaande verschil
af te schaffen en mitsdien over de ge
heeie linie het maximum-vehaal in te
voeren.
In den vorm van meerdere ontvangst
wegens pensioensbijdrage bespaart de ge
meente alsdan een som van plm.
f. 100.000.
Met inbegrip van de in Mei jJ. inge
voerde tijdelijke verlaging van gemiddeld
3 pet. bedraagt de korting voor het per
soneel in zijn geheel dan nog maar plm. 6
pet., een percentage, dat zeker matig is te
noemen, te meer, waar ook bij den in
overweging genomen nieuwen maatregel
de pensioensgrondslag, waarnaar de pen
sioenen worden berekend, geen vermin
dering ondergaat.
Ons College heeft inmiddels bij het Ge
organiseerd Overleg de gelijkmaking van
het pensioenverhaal, ingaande 1 April
1933, aanhangig gemaakt, terwijl ln de
begrooting bereids de hoogere ontvangst
ad f. 75.000 (3/4 van f. 100 000) ls ver
werkt. (Het G. O. verwierp deze pen
sioensaftrek verhooging. Red. L. D.).
In dit verband vestigen wij de aandacht
op het bij de Regeering bestaande voor
nemen om bij aanneming door de Staten-
Generaal van een ingediend desbetreffend
wetsontwerp, het pensioenverhaal ten
aanzien van rijksambtenaren, die reeds
het thans geldende maximum betalen, nog
met 5 pet. te verhoogen en om den 3 pet.
aftrek voor ongehuwden te veranderen in
een 5 pet. aftrek.
Deze maatregelen zouden ook doorwer
ken op het onderwijzend personeel der ge
meente bij het lager, middelbaar- en hoo
ger onderwijs, zoodat, vonden zij door
gang, eveneens de gemeentekas hierdoor
zou worden gebaat, en wel naar raming
tot een bedrag van f20.000. In de begroo
ting kon er uiteraard nog geen rekening
mede worden gehouden.
Dat belastingverhooging moet plaats
hebben, juist in dezen tijd, nu zoo groote
behoefte aan verlichting van lasten be
staat. betreuren wij in hooge mate; wij
zouden dan ook dezen maatregel zeker niet
overwegen, indien de dringende noodza-
klijkheid de financiën der gemeente in het
belang van alle groepen der bevolking nog
zoo veel mogelijk in orde te houden, daar
toe niet absoluut dwong. Evenmin als
elders is hieraan echter bij den huldigen
stand van zaken te ontkomen, wil men
een sluitend budget behouden een eisch,
dien men niet mag loslfeten.
Voor 1933 wordt blijkens het voorgaan
de in zeer belangrijke mate een beroep ge
daan op reservefondsen, enz.; men diene
echter te bedenken, dat dit niet elk jaar
weer terugkeerende mogelijkheden zijn;
het is b.v. weinig waarschijnlijk, dat ons
voor het dienstjaar 1934 weer een batig
slot van ruim f.200 000 ten dienste zal
staan. Men kan er integendeel zeker van
zijn, dat 1934 ons voor nog grootere moei
lijkheden zal plaatsen dan wij thans had
den te overwinnen. Wij zouden het dan
ook niet verantwoord achten met deze
moeilijkheden in het vooruitzicht en na
een zoo groote intering van reserves de
belastingverhooging voor overbrugging
van het nog ongedekte gedeelte van het
tekort achterwege te laten aangezien de
gemeente anders voor een groot bedrag
nog dieper den put ingaat. Te minder zou
den wij dit verantwoord achten, omdat,
ln vergelijking met het bedrag, dat re
servefondsen en andere middelen tot
dekking van het tekort gezamenlijk
bijdragen, het deel hetwelk volgens
onderstaand voorstel van de burgerij voor
dit doel wordt gevraagd zeer bescheiden is'
Wij hebben liet nuttig geoordeeld voor
loopig met de Commissie van Financiën
overleg te plegen over de vraag, welke be
lasting het eerst voor verhooging in aan
merking zou komen. De volgende moge
lijkheden bestaan:
lo. verhooging van de opcenten op de
Personeele belasting;
2o plaatsing van de gemeente voor de
heffing van de Gemeentefondsbelasting in
een numeriek hoogere klasse;
3o. verhooging van de opcenten op de
Gemeentefondsbelasting.
De Commissie deelde onze meening, dat
aangezien de personeele belasting, door de
Indeeling van de gemeente in de 4e klasse,
reeds werd opgevoerd, het geen aanbeve
ling verdiende door verhooging van de
opcenten, nu andermaal den druk dier
belasting te verzwaren. Blijft over de ge
meentefondsbelasting, waarvoor ook pleit,
dat een wijziging met betrekking tot die
belasting eerst kan werken ten aanzien
van inkomsten-opgaven voor het belas
tingjaar 1 Mei 1933,"34; deze inkomsten-
opgaven zullen sterk de gevolgen der crisis
weergeven, m. a w. er zal dan tusschen in
komens en belastingheffing meer aanpas
sing zijn.
Wat nu betreft de vraag, of indeeling
van de gemeente in de 2e klasse of ver
hooging van het aantal opcenten op de
gemeentefondsbelasting moest plaats heb
ben. ontraadde althans de meerderheid
van de Commissie, indien belastingver
hooging op grond van de begrootlngspo-
sitie inderdaad onafwijsbaar is, de indee
ling in de 2e klasse. Zij voerde daarvoor
o.a. als grond aan, dat dan een groep
menschen met zeer kleine Inkomens in de
belasting wordt betrokken, die thans vrij
is en vrij behoort te blijven.
Naar onze aanvankelijke meening moet
echter de voorkeur worden gegeven aan
indeeling in de tweede klasse, welke in
deeling ten gevolge heeft, dat het Inkomen
geacht wordt f. 100.hooger te zijn. ter
wijl de daaruit voortvloeiende meerdere
belastingopbrengst geheel aan de gemeen
te ten goede komt.
Voor ongehuwden en gehuwden zonder
kinderen vangt dan de heffing aan bij een
inkomen van f600.—, resp. f 700.
tegenover thans f 700. resp. f. 800.
In gemeenten der 2e klasse bedraagt de
belasting bij een belastbare som van
f. 800.tot f. 1400.ln hoofdsom f. 2
meer dan in de eerste klasse. Bij een hef
fing van 60 opcenten moet in een ge
meente der 2e klasse bij een belastbare
som van niet meer dan f. 1.400.dus
f. 3.20 per jaar meer worden betaald, dan
in een gemeente der eerste klasse. Worden
daarentegen de opcenten verhoogd van
60 tot 80, dan bedraagt de verhooging in
een gemeente der le klasse bi) een belast
bare som van f 800.— slechts f. 0.20 en bij
f. 1400.f. 2.60. Verhooging van opcenten
zou daarom voor de minder draagkrach-
tigen voordeeliger zijn dan rangschikking
van de gemeente in de 2e klasse. Toch
weegt dit argument niet zoo heel zwaar,
vermits de aangeslagenen met de laagste
inkomens voor het grootste gedeelte onge
huwd zijn. Over het belastingjaar 1931/'32
zijn n.l. 2521 belastingplichtigen aange
slagen naar een zuiver inkomen van
f. 800.f. 1.000.waaronder 2023 onge
huwden. Onder de 2411 belastingplichti
gen met een Inkomen van f. 1.000.— tot
beneden f.1.200— bevinden zich 1386 on-
RECLAME.
i dit la een dreigend
W J cU'er!
Bijna driekwart van alle
niet behandelde kinderen
ln ona land lijden aan Engelsche Ziekte
Neemt Ow maatregelen blJUIds. vóór het to
laat la Begint vandaag nog Ow kleine
f ,DOH YFR AL"-T ABLETTEN
te geven .J3ohytraI"-tabletten bevatten
gekrlataJJlaeerd vltamlne-D: bet eonlge
afdoende middel tegen Eneclsche Ziek
te. 14 «4 tablet per dag ls voldoende
om Uw kind tegen deze gevreesde
kwaal te beschermen.
En dat la nog niet alles
Vltamlno-D verhoogt ln alle op
zichten het weerstandsvermogen.
BIJ slapte, bleekheid, wanneer
de tanden moeilik doorbre
ken: bij Infectieziekten, huid
uitslag. winterteenen. zult
Re met „Dohvfrar-tablet-
ten spoedig 'otraseende
verbetering zien. 12 75
per buisje van 20 stuke;
Der buisje vnn 10 stuks
11.60.
N.V. Pharmaceutische Producten Mij".
Amsterdam
Heerengracht 270
8943