Ontwerp-begrooting voor Leiden voor 1933. EI [en tekort van ruim een millioen moest worden gedekt LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 27 October 1932 Derde Blad No. 22271 R! toestand zeer ernstig, doch niet hopeloos. MOEDER! PHILIPS-VAN HOUTEN aargang O— oorstellen te putten uit de reserves, tot belastingverhooging, 1 I I pensioenaftrek-verhooging en bezuiniging op subsidies. /II r lievt wijgen. iSuper. srgas 'P prijs' lips/ -wet ïscIk 375,! bieden aan de ontwerp-gemeen- iting voor den dienst 1933, verge- de bedi'ijfsbegrootingen. Zij zeg- deze begrooting onder zulke bui- ui moeilijke omstandigheden, als dj thans verkeeren. moest worden i, zal het ongetwijfeld duidelijk niet zonder meer het vereischte tusschen de ontvangsten en de kon worden verkregen, i toch niet anders, of de gevolgen isis voor de gemeente moesten in fers sterk tot uiting komen en dat «volgen inderdaad van ernstigen jpren bevestigen de cijfers helaas al te zeer. Het aanvankelijke ont- wees een tekort aan van niet min- ian f. 602,193. Dit bedrag krijgt voor- iteekenis. indien men in aanmerking ,t, dat in dat ontwerp reeds was ver- t de in den loop dezes jaars ingevoer- diriskorting met een opbrengst van *100.000, alsmede de meerdere op- ;st ad plm. f. 90.000 van de plaats ge- hébbende belastingverhoogingen. ter bovendien de ontvangsten zoo hoog ;en geraamd als thans verantwoord en daartegenover de uitgaven on- drang der bezuiniging zoo laag mo lk werden gehouden. werden de z.g. fabricage-uitgaven. :n de salariskorting ter zake ad f. 11.300 f. 40.000 lager geraamd dan voor 1932 zelfs f 120.000 lager dan de uitgaven ggertkend de mindere fabricage-uitgaven uitgetrokken. Uiteraard zijn voornamelijk de posten idersteuning van werkloozen en sub- in de Gemeentelijke Commissie voor Bhappelijk Hulpbetoon oorzaak van ernstige verstoring van het even- 'e eerstgenoemde post. die in 1932 op f. 150.000 werd uitgetrokken, werd it op f. 500.000 terwijl de subsidie (Maatschappelijk- Hulpbetoon van plm. ^0 tot f. 470.000 moest worden ver gevende tezamen alleen reeds een van uitgaven van f. 600.000. En mover kon slechts als bijdrage van in de ondersteuning van werkloo- TOden gesteld een bedrag van plm. Als subsidie aan werkloozenkas- verder f 87.500 uitgetrokken te- [er f 35.000 in 1932 en voor bijdra- gemeente in wachtgeldregelingen rticuliere bedrijven f. 37.000 f1932 ook in andere opzichten stonden ingen onder den invloed der crisis, j wat b.v de Lichtfabrieken betreft Jfige bedrijfsbegrootingen steeds met «uitgang van het debiet rekening - gehouden bij de begrooting voor I poest in verband met de sterk ver- 'de bedrijvigheid in handel en in- voor belde Fabrieken, in het bij- voor de Electriciteitsfabriek, op een >ng van het debiet worden gerekend, i dan ook in de geraamrde batige ;t uitdrukking komt. ijl toch aan de begrooting 1932 een fan f. 978.400 ten goede kon worden 'ut. werd op de door Commissarissen Me begrooting 1933 slechts een ge- Hlke winst van f. 815.910 uitgetrok- in teruggang dus van f. 162.490. waar lo8.350 op rekening van de Electri- ifabriek komt. opbrengst van de gemeentefondsbe- in wezen een inkomstenbelasting 'Pt natuurlijk eveneens achteruit. Te- In t.eL een vermoedelijke opbrengst (bij Bjeffing van 60 opcenten) over het be- l7MnJaar 1931^'32 van f. 425.000 d.i. ruim Per opcent, mag volgens mededee- fcjan den Rijksinspecteur, voor het be- fugjaar 1933/'34 (waarvan 8 maanden de begrooting 1933 behooren). geen 5*Lre opbrengst dan f. 340.000 d.i plm. ■»u per opcent. worden verwacht. won/u11??5' moes' het raadzaam worden ^"uroeeld. de opcenten op de dividend- snrSn belastinS die in 1931 nog ruim ru,opbrachten slechts op f 35.000 uit - Ke'n, of f. 10.000 minder dan voor •vL'Z'.'1 ectiter ook uitgaafposten, die, dat de crisis daarvan de onmiddel- oorzaak was, aanzienlijk moesten ■n verhoogd Wegens rente en aflos- van aangegane geldleeningen. rente jwp te nemen kasgeld en afschrijvingen Unit aak, vaste leenine opgenomen er vè?eisfhten WaS tezamen f'55 000 tó£?,.wWas bet_nadeelig saldo lelnloi^— 1 "uueeug saiao van oen en Ontsmettingsdlenst mede - 16 000 WirJ?let dJ reorganisatie ruim hlvelleeri'n n«e voor verdere huur- Verkio, ?9 gereserveerdvorder- iven'vnn/1?ienü f' 6590 meerl stegen de met f R nme bestniding der tubercu- Bj| v. 8-000, enz. heteLkP^fe?nooaal' dekkingsmiddelen in saSwi. moest ook aandacht 1932 aan de Portie van den ier aan°tfel. '1 de maand Jul' de OOnnn "aatsohappelljk Hulpbetoon o® m P6,9054 voor stan aan is anrtJ/S f 120-909 werden ver- met e/n versterking van beide met een zeer belangrijk bedrag "P6 sIechts °P g'o- onsen kan worden algegaan, zoo moet toch een nieuwe verhooging van de subsidie aan Maatschappelijk Hulpbetoon met f. 160.000 (conform de aanvrage van de Gemeentelijke Commissie) en van den Steunpost met f. 230.000 noodig worden ge acht. Voorts moet de subsidie aan de ver- eeniging Schoolkindervoeding en -kleeding welke thans op een bedrag van f. 23.500 is uitgetrokken, met f. 9600 worden ver hoogd, mede als gevolg van het besluit om de voeding ook gedurende de zomervacan- tie te doen plaats hebben. In totaal moet alzoo worden voorzien ln een bedrag van f. 399.600, waarvoor op de begrooting zelve geen dekking is te vinden. Het College stond dus voor de noodzake lijkheid in totaal voor een bedrag van ruim een millioen gulden dekking te vin den. Gelet op de belangrijke beteekenls, aie de Lichtfabrieken ten aanzien van de gemeente-financiën hebben, lag het voor de hand, dat ons College zich tot Com missarissen wendde met de vraag, of en in hoeverre door eenigerlei maatregel de Fa brieken in deze de helpende hand zouden kunnen bieden. Dit overleg heeft in de eerste plaats geleid tot een wijziging met betrekking tot de afschrijvingen op de be zittingen (en de aflossing van de schuld aan de gemeente). Commissarissen wijzen er op. dat onder de vaste kosten, als onderdeel van den kostprijs, de rente en afschrijvingen der bezittingen, vooral die der mechanische inrichtingen, een belangrijke plaats inne men. Het is steeds het streven geweest deze kosten niet onevenredig den kostprijs te doen drukken, doch 't evenwicht dreigt nu verstoord te worden: de malaise heeft, gelijk reeds in een ander verband werd opgemerkt, een sterk afgenomen bedrij vigheid in handel en industrie tengevolge gehad, zich uitende, zoowel hier. als elders ln het verzorgingsgebied, in een teruggang van de productie. Deze toestand is des te moeilijker nu men zich bevindt in een tijd van stijgende kapitaalslasten tengevolge van de uitbrei dingswerken en deze meerdere lasten toch al bezwaarlijk compensatie zouden kunnen vinden in den groei van het debiet In tusschen moeten de fabrieken er op be dacht zijn, dat het debiet in de naaste toekomst weer snel kan worden herwon nen. Een zoo laag mogelijke kostprijs is voor de bevordering van dit doel een der belangrijkste factoren. Een middel, om tot verlaging van den kostprijs te geraken is om de waarde der oude bezittingen, welke door de nieuwe inrichtingen voortaan slechts reserve- waarde hebben, geheel ten laste van het vernieuwingsfonds af te schrijven, en de restantschuld aan de gemeente uit de mid delen van het fonds af te lossen: de ex ploitatie wordt dan nu en in de toekomst niet meer belast met afschrijvingen te dier zake, noch met de toevoeging aan het vernieuwingsfonds ad 2 DCt. van het desbetreffende oorspronkelijke kapitaal. B. en W. merken op. dat de netto mindere lasten (in verrekening met de meerdere winst, aan de gemeente ten goede komen de) voor 1932 f.105 224 en voor 1933 f. 96.110 zuilen bedragen. Wij kunnen ons met de door Commissa rissen voorgestelde maatregelen alleszins vereenigen, en dit te eer, nu deze maat regelen niet slechts het bedrijfsbelang die nen en geheel in overeenstemming zlin met. het doel van het vernieuwingsfonds, maar tegelijk ook het middel vormen om het tekort van den algemeenen dienst in belangrijke mate te verkleinen. Verder kan voor het jaar 1932 worden beschikt over de in 1931 uit de winst dei- Lichtfabrieken afgezonderde reserves ad f 175.000. Van dit bedrag staat f. 35.000 op de ba lans van de Gasfabriek met de recht- streeksche bedoeling om te dienen als weerstand voor eventueele winstfluctua ties. Het restant ad f. 140.000 is bij de Electriciteitsfabriek gereserveerd onder de volgende benamingen: a. tweede bijdrage aan de Gasfabriek ter bestrijding van de kosten voor terreinin richting wegens ontruiming van verschil lende opstallen van die fabriek als gevolg van verdere uitbreidingswerken der Elec triciteitsfabriek f. 50 000 b verzwaring van het hoog- spanningskabelnet in de stad 50.000 c. als tweede bijdrage in de kosten van wijziging van de ketels 21 en 22 40 000. f. 140.000 De aangegeven voorzieningen kunnen echter met het oog op aard en omvang, gevoeglijk ten laste van de kapitaalreke ning worden gebracht, althans in de hui dige omstandigheden behoeven dergelijke groote werken oi. niet uit de winst en aldus ten laste van één jaar, te worden betaald Ook deze reserves ad f. 140.000 kunnen daarom worden aangemerkt als middelen tot bescherming van de winstuitkeerineen en nu voor den dienst 1932 in de gemeente- begrooting zelve geen dekkingsmiddelen zijn te vinden, is het o. i zeker gewettigd, het gezamenlijk bedrag van f. 175.000 ten bate van den algemeenen dienst aan te wenden Thans moet nog in een bedrag van f 119 376 voor het jaar 1932 worden voor zien. Wij achten termen aanwezig deze som voor de Algemeene Reserve te nemen, die nog pl m f 485 000 groot is. Op dit oogen- blik. nu het jaar 1932 reeds zoo ver ls ge vorderd kunnen geen andere maatregelen meer worden genomen om het tekort te overbruggen Niettemin moet er evenwicht zijn. Het is dus logisch en geoorloofd, dat ln afwachting van het eindresultaat van den dienst voorloopig op de Algemeene Reserve een beroep wordt gedaan. Bij een afzonderlijk voorstel bieden B- en W de vaststelling van den staat tot wij ziging van de begrooting 1932 aan. Tot gedeeltelijke dekking van het tekort voor 1933 ad f. 602.193 kunnen de volgende middelen worden aangewezen: lo. -de bovengenoemde be sparing op de exploitatielas ten der Lichtfabrieken f. 96.110. 2o. beschikking over de z.g. bouwreserve der Lichtfabr69.819. 3o. overboeking van het na deelig saldo van den gewonen dienst van het Grondbedrijf naar de reserve v. dat bedrijf 81.222. 4o. beschikking over 't batig slot van den dienst 1931 214.708. 5o. vermindering uitgaven wegens subsidies en dgl17.334. Totaal f. 479.193.— I Ter nadere toelichting merken B en i W. het volgende op: Ad 2o. De bij de Lichtfabrieken nog aan wezige z.g. bouwreserve, pro resto groot f 69.819.71. werd zooals wij ln den brief ten geleide van de begrooting 1932 mede deelden, indertijd gevormd in verband met de opruiming van woningen ten be hoeve van de uitbreiding van 't fabrieks complex, en daarna gedeeltelijk aange wend voor de afschrijving op de bouwkos ten der door de gemeente ten Noorden van den Maresingel en ten zuiden van den Haagweg gebouwde woningen. Er bleef toen nog een bedrag van f. 77.998.31 over. dat overeenkomstig onze aangehaalde missive aanvankelijk bestemd was om bij het Fonds voor Stadsverbetering en So ciale doeleinden te worden gevoegd. Voor een bedrag van f. 8.178.60 werd aan dit voornemen gevolg gegeven, teneinde het Sociale Fonds in staat te stellen het ver eischte bedrag in het Huurtoeslagenfonds voor groote woningen te storten, zoodat nog een som van f 69.819,71 beschikbaar is. Nu inmiddels de financieele toestand zooveel ongunstiger is geworden moet o.i. worden teruggekomen op het voornemen, om deze som aan het Sociale Fonds uit te keeren, hoezeer het ook te betreuren valt. dat dit zoo nuttige Fonds zoo goed als ge heel is uitgeput. Ad 3o. Gelijk bekend is, wordt het na deelig saldo van het Grondbedrijf, dat voor 1933 op f. 81.222 is geraamd in hoofd zaak gevormd, doordat het bedrag der rente over geleende kapitalen de op brengst der huren verre overtreft; dit na deelig saldo wordt niet, zooals in verschil lende andere plaatsen bij de boekwaarde bijgeschreven en aldus gedekt uit geldlee- ning, doch het wordt jaarlijks uit den ge wonen dienst aangezuiverd. Volgens de bedrijfsverordening moet intusschen de winst op verkoop waaronder is te ver staan het bedrag, dat boven de boek waarde wordt verkregen in een reserve fonds worden gestort In het reservefonds komt dus terecht de bij verkoop gereali seerde waardevermeerdering boven de boekwaarde, welke laatste, gelijk gezegd, niet met renteverlies wordt belast; daar tegenover getroost de gewone dienst zich jaarlijks aanzienlijke offers, hoewel in die waardevermeerdering en mitsdien in de gemaakte winst ook een compensatie mag worden gezien voor den last van het renteverlies. Het is daarom niet onbillijk, indien de reserve zulks toelaat op 'n bepaald oogen- blik een gedeelte daarvan aan den alge meenen dienst der gemeente te restituee- ren. De verordening heeft dit geval zelf ook uitdrukkelijk voorzien, door te bepa len dat uit het Reservefonds dotaties aan den gewonen dienst kunnen plaats hebben. Een dergelijke maatregel werd sinds het bestaan van het Grondbedrijf nog slechts eenmaal genomen, nj. ten behoeve van de begrooting 1927. toen eveneens een tekort viel te dekken. Ook thans is de afboeking van het nadeelig saldo ten laste der Reser ve. die f333.408.38'/i bedraagt, alleszins te verdedigen. Ad 4o. De laatste jaren is niet meer de vroegere gewoonte gevolgd en derhalve ook niet in casu. om een baüg saldo van den gewonen dienst zonder meer ten goede te doen komen aan de begrooting van een volgenden dienst. Reeds gedurende eenige jaren dus wordt de begrooting zoodanig opgezet, dat tegen over de uitgaven van het dienstjaar de eigen ontvangsten van hetzelfde dienstjaar worden geplaatst. Het beginsel van evenwicht in het bud get kwam door deze wijziging in de be grooting beter tot uitdrukking; indien noodig. werd een gedeelte van het batig slot aangewend tot dekking van een tekort op de begrooting doch in hoofdzaak wer den de batige saldi in de Algemeene Re serve en in het Fonds voor Stadsverbete ring en Sociale Doeleinden gestort. Onder de huidige omstandigheden kan uiteraard geen sprake zijn van toevoeging van het batig saldo aan een dezer fondsen, en dient dit, evenals vroeger reeds zonder meer zou zijn geschied geheel ten bate van de begrooting 1933 te worden gebracht Als aanvulling op de verklaring van het ontstaan van het voordeelig saldo ad f.214 708 willen wij er hier nog slechts de aandacht op vestigen dat ln verband met het inwerking treden van de nieuwe wet, regelende de financieele verhouding tus schen rijk en gemeenten, een belangrijk hooger bedrag in de rekening 1931 werd verantwoord dan waarop in volgende jaren kan worden gerekend. Dat voordeelig ver schil werd in den geleidebrtef der begroo ting 1931 geschat op f. 108.000 doch blijkt in werkelijkheid veel grooter te zijn. Alleen reeds de post. waarop het laatste gedeelte van de nu vervallen plaatselijke inkom stenbelasting moest worden geboekt ging tengevolge van de nog gunstige uitkomst van het belastingjaar 1930/1931. de raming met meer dan f. 130 000 te boven en deed het verschil derhalve met dat bedrag stijgen Het schijnt ons niet ondienstig toe van belastingontvangsten over 1931 en de ra mingen voor 1933 hieronder een vergelij kend staatje te geven waardoor het ver schil vooral goed tot uiting komt. uitkeering uit gemeentefonds hoofdsom grondbelasting (75 opcenten grondbelasting hoofdsom personeele belasting (3e ki,).... opcenten personeele belasting opcenten vermogensbelasting (15) 8. opcenten gemeentefondsbelasting 1931 1933. f, 811.349.95 f. 1.103.600.— 139.800.— 145 000.— 144.400.— 149000.— 245.000 250.000.— 245.200.— 250.000.— 14.726.51 12.330.— 679.362.26 n 265.417.— 346.667.— t. 2.545.255.72 f. 2 256.597.— In den brief ten geleide van de begroo ting 1932 spraken b. en W. de verwachting uit, dat de extra-bate niet geheel voor den dienst 1931 zelf zou behoeven te worden gebruikt; zij wezen toen reeds op de wen- scheiijkheld dat met het oog op de zeer ongunstige tijdsomstandigheden en de hoogst onzekere toekomst, althans een ge deelte dier extra-inkomsten zou overblij ven. Zij komen thans wel buitengewoon goed van pas. Ad. 5. Nu de gemeente zich genoodzaakt ziet op allerlei gebied te bezuinigen, Is het logisch, dat ook de verschillende instellin gen. die met financieelen steun der ge meente werken, zich in haar uitgaven be perken. Reeds op dezen grond is het der halve alleszins gerechtvaardigd de subsi dies en de uitgaven voor lidmaatschappen zoo eenigszins mogelijk te verminderen: echter kan ook de prijsdaling een reden hiervoor zijn. Intusschen worden subsidies als die aan School-kindervoeding en -klee ding, om zeer verklaarbare reden, niet voor vermindering voorgedragen. Ten aanzien van de subsidies, die wel voor vermindering ln aanmerking kwamen, bedraagt het kortingspercentage in het al gemeen 15° oer zijn echter ook gevallen, waarin een hoogere korting of zelfs Intrek king wordt voorgesteld, al naar gelang van het doel waarvoor de subsidie werd toege- gekend De bezuiniging uit dezen hoofde be draagt 1.17.334. Er is thans nog te voorzien ln een be drag van f. 602.193 f 479.193 f. 123 000. B. en W. zeggen: Wij achten het een on afwijsbare noodzakelijkheid, dat de be grooting reeel sluit, dat wil dus zeggen, dat de begrooting tegenover het bedrag der uitgaven een gelijk bedrag aan inkom sten heeft. Om aan dezen eisch te voldoen kan niet worden ontkomen aan een ver dere verlaging van de uitgaven eenerzijds en aan een verhooging van belasting an derzijds. Wat het eerste punt betreft, meenen wij, dat in de gegeven omstandigheden aan leiding bestaat tot een vermindering van de personeelsuitgaven in dien zin, dat het verhaal van pensioensbijdragen voor het geheeie personeel op het tot het bij de wet toegelaten maximum plaats vindt, d. i. 3 pet. voor eigen pensioen en 5'/» pet, voor weduwen- en weezenpensioen (dit laatste beperkt tot f. 3.000). Zooals bekend is, be staat in deze gemeente als beginsel reeds sedert 1 Juni 1924 het maximumverhaal ingevolge raadsbesluit van 26 Januari 1925 gelden genoemde percentages n.l. voor de ambtenaren, die na 1 Juni 1924 in dienst dgj gemeente traden, doch voor de op dien datum in dienst zijnde ambtena ren bleef het verhaal beperkt tot 3 pet. voor het eigen pensioen en een 'It pet. voor het weduwen- en weezenpensioen. Nu in dezen tijd van dreigende ont wrichting der gemeente-financiën een verdere bezuiniging op de personeelsuit gaven niet is te vermijden, achten wij het oogenblik aangebroken dit ten bate van de oude ambtenaren bestaande verschil af te schaffen en mitsdien over de ge heeie linie het maximum-vehaal in te voeren. In den vorm van meerdere ontvangst wegens pensioensbijdrage bespaart de ge meente alsdan een som van plm. f. 100.000. Met inbegrip van de in Mei jJ. inge voerde tijdelijke verlaging van gemiddeld 3 pet. bedraagt de korting voor het per soneel in zijn geheel dan nog maar plm. 6 pet., een percentage, dat zeker matig is te noemen, te meer, waar ook bij den in overweging genomen nieuwen maatregel de pensioensgrondslag, waarnaar de pen sioenen worden berekend, geen vermin dering ondergaat. Ons College heeft inmiddels bij het Ge organiseerd Overleg de gelijkmaking van het pensioenverhaal, ingaande 1 April 1933, aanhangig gemaakt, terwijl ln de begrooting bereids de hoogere ontvangst ad f. 75.000 (3/4 van f. 100 000) ls ver werkt. (Het G. O. verwierp deze pen sioensaftrek verhooging. Red. L. D.). In dit verband vestigen wij de aandacht op het bij de Regeering bestaande voor nemen om bij aanneming door de Staten- Generaal van een ingediend desbetreffend wetsontwerp, het pensioenverhaal ten aanzien van rijksambtenaren, die reeds het thans geldende maximum betalen, nog met 5 pet. te verhoogen en om den 3 pet. aftrek voor ongehuwden te veranderen in een 5 pet. aftrek. Deze maatregelen zouden ook doorwer ken op het onderwijzend personeel der ge meente bij het lager, middelbaar- en hoo ger onderwijs, zoodat, vonden zij door gang, eveneens de gemeentekas hierdoor zou worden gebaat, en wel naar raming tot een bedrag van f20.000. In de begroo ting kon er uiteraard nog geen rekening mede worden gehouden. Dat belastingverhooging moet plaats hebben, juist in dezen tijd, nu zoo groote behoefte aan verlichting van lasten be staat. betreuren wij in hooge mate; wij zouden dan ook dezen maatregel zeker niet overwegen, indien de dringende noodza- klijkheid de financiën der gemeente in het belang van alle groepen der bevolking nog zoo veel mogelijk in orde te houden, daar toe niet absoluut dwong. Evenmin als elders is hieraan echter bij den huldigen stand van zaken te ontkomen, wil men een sluitend budget behouden een eisch, dien men niet mag loslfeten. Voor 1933 wordt blijkens het voorgaan de in zeer belangrijke mate een beroep ge daan op reservefondsen, enz.; men diene echter te bedenken, dat dit niet elk jaar weer terugkeerende mogelijkheden zijn; het is b.v. weinig waarschijnlijk, dat ons voor het dienstjaar 1934 weer een batig slot van ruim f.200 000 ten dienste zal staan. Men kan er integendeel zeker van zijn, dat 1934 ons voor nog grootere moei lijkheden zal plaatsen dan wij thans had den te overwinnen. Wij zouden het dan ook niet verantwoord achten met deze moeilijkheden in het vooruitzicht en na een zoo groote intering van reserves de belastingverhooging voor overbrugging van het nog ongedekte gedeelte van het tekort achterwege te laten aangezien de gemeente anders voor een groot bedrag nog dieper den put ingaat. Te minder zou den wij dit verantwoord achten, omdat, ln vergelijking met het bedrag, dat re servefondsen en andere middelen tot dekking van het tekort gezamenlijk bijdragen, het deel hetwelk volgens onderstaand voorstel van de burgerij voor dit doel wordt gevraagd zeer bescheiden is' Wij hebben liet nuttig geoordeeld voor loopig met de Commissie van Financiën overleg te plegen over de vraag, welke be lasting het eerst voor verhooging in aan merking zou komen. De volgende moge lijkheden bestaan: lo. verhooging van de opcenten op de Personeele belasting; 2o plaatsing van de gemeente voor de heffing van de Gemeentefondsbelasting in een numeriek hoogere klasse; 3o. verhooging van de opcenten op de Gemeentefondsbelasting. De Commissie deelde onze meening, dat aangezien de personeele belasting, door de Indeeling van de gemeente in de 4e klasse, reeds werd opgevoerd, het geen aanbeve ling verdiende door verhooging van de opcenten, nu andermaal den druk dier belasting te verzwaren. Blijft over de ge meentefondsbelasting, waarvoor ook pleit, dat een wijziging met betrekking tot die belasting eerst kan werken ten aanzien van inkomsten-opgaven voor het belas tingjaar 1 Mei 1933,"34; deze inkomsten- opgaven zullen sterk de gevolgen der crisis weergeven, m. a w. er zal dan tusschen in komens en belastingheffing meer aanpas sing zijn. Wat nu betreft de vraag, of indeeling van de gemeente in de 2e klasse of ver hooging van het aantal opcenten op de gemeentefondsbelasting moest plaats heb ben. ontraadde althans de meerderheid van de Commissie, indien belastingver hooging op grond van de begrootlngspo- sitie inderdaad onafwijsbaar is, de indee ling in de 2e klasse. Zij voerde daarvoor o.a. als grond aan, dat dan een groep menschen met zeer kleine Inkomens in de belasting wordt betrokken, die thans vrij is en vrij behoort te blijven. Naar onze aanvankelijke meening moet echter de voorkeur worden gegeven aan indeeling in de tweede klasse, welke in deeling ten gevolge heeft, dat het Inkomen geacht wordt f. 100.hooger te zijn. ter wijl de daaruit voortvloeiende meerdere belastingopbrengst geheel aan de gemeen te ten goede komt. Voor ongehuwden en gehuwden zonder kinderen vangt dan de heffing aan bij een inkomen van f600.—, resp. f 700. tegenover thans f 700. resp. f. 800. In gemeenten der 2e klasse bedraagt de belasting bij een belastbare som van f. 800.tot f. 1400.ln hoofdsom f. 2 meer dan in de eerste klasse. Bij een hef fing van 60 opcenten moet in een ge meente der 2e klasse bij een belastbare som van niet meer dan f. 1.400.dus f. 3.20 per jaar meer worden betaald, dan in een gemeente der eerste klasse. Worden daarentegen de opcenten verhoogd van 60 tot 80, dan bedraagt de verhooging in een gemeente der le klasse bi) een belast bare som van f 800.— slechts f. 0.20 en bij f. 1400.f. 2.60. Verhooging van opcenten zou daarom voor de minder draagkrach- tigen voordeeliger zijn dan rangschikking van de gemeente in de 2e klasse. Toch weegt dit argument niet zoo heel zwaar, vermits de aangeslagenen met de laagste inkomens voor het grootste gedeelte onge huwd zijn. Over het belastingjaar 1931/'32 zijn n.l. 2521 belastingplichtigen aange slagen naar een zuiver inkomen van f. 800.f. 1.000.waaronder 2023 onge huwden. Onder de 2411 belastingplichti gen met een Inkomen van f. 1.000.— tot beneden f.1.200— bevinden zich 1386 on- RECLAME. i dit la een dreigend W J cU'er! Bijna driekwart van alle niet behandelde kinderen ln ona land lijden aan Engelsche Ziekte Neemt Ow maatregelen blJUIds. vóór het to laat la Begint vandaag nog Ow kleine f ,DOH YFR AL"-T ABLETTEN te geven .J3ohytraI"-tabletten bevatten gekrlataJJlaeerd vltamlne-D: bet eonlge afdoende middel tegen Eneclsche Ziek te. 14 «4 tablet per dag ls voldoende om Uw kind tegen deze gevreesde kwaal te beschermen. En dat la nog niet alles Vltamlno-D verhoogt ln alle op zichten het weerstandsvermogen. BIJ slapte, bleekheid, wanneer de tanden moeilik doorbre ken: bij Infectieziekten, huid uitslag. winterteenen. zult Re met „Dohvfrar-tablet- ten spoedig 'otraseende verbetering zien. 12 75 per buisje van 20 stuke; Der buisje vnn 10 stuks 11.60. N.V. Pharmaceutische Producten Mij". Amsterdam Heerengracht 270 8943

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9