Waarschuwing^ P3ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 19 October 1932 Derde Blad No. 22264 Inthony van Leeuwenhoek. On 24 October van dit jaar herdenkt e geleerde wereld den 300sten geboorte- ag van Anthony van Leeuwenhoek, van n menige lezer, die niet aan histori- e studie op het gebied der natuurkunde ft gedaan, niet veel meer zal weten dat het Anthony Leeuwenhoekhuis in „sterdam naar hem genoemd is en daar- Êtoor allicht in de meening zal verkeeren, it zijn naam met het kankervraagstuk verbonden. Niets is minder waar, al- hans niet in directen zin. Toch is het wel de moeite waard, iets van zijn leven en werken te hooren. Ook hij voor wiens arbeidsterrein Van Leeu wenhoek niet van belang is, zal moeten oegeven, dat hij als groot Nederlander wetenschappelijk zoeker verdient, door jer herdacht en gehuldigd te worden. terminologie van zijn maatschappe- ,ke positie doet in onze dagen vreemd .an Zijn eigenlijke betrekking was: ka nerbewaarder der Kamer van heeren ehepenen van Delft. Deze post, waartoe _iij op 28-jarigen leeftijd benoemd werd, Bekleedde hij gedurende 39 jaren. Zoo- ils men ziet, is dit niet juist een weteu- ichappeluke functie. Maar ook daarvóór linden wij niet veel, dat op een weten- jchappelijke opleiding wijst. Na op school i Warmond geweest te zijn, volgde hij ijn oom in Benthuizen op als secretaris procureur, toen hij zestien jaar was. a eenigen tijd verhuisde hij naar Am- lerdam en werd daar spoedig boekhouder n kassier op het kantoor van een laken- andelaa1"- In de groote stad bleef hij lechts enkele jaren om toen terug te gaan iar zijn geboorteplaats Delft. Hi; was afkomstig uit een deftige brou- fcrsfamilie en moet tamelijk vermogend feweest zijn, want de eerste zes jaar na [jjn huwelijk in 1654 met Barbara de Mey telde hij uitsluitend voor zijn onder gingen en hield er een paard en een fuitentuin op na. De post van kamer- fewaarder, welke hij toen kreeg, schijnt een een voornamere geweest te zijn dan nen thans zou vermoeden. In elk geval zien wij, dat van een zul- rer wetenschappelijke opleiding geen jprake was. Hij kende geen Latijn, de wetenschappelijke taal van dien tijd en ok geen Fransch of Engelsch. Geheel eigen gelegenheid studeerde hij na i huwelijk natuur-, wis-, sterren- en scheikunde, filosofie en navigatie. Het is |piet onwaarschijnlijk, dat hij met groote mannen van dien tijd, zooals Swammer- lam. Boerhaave, heeft kennis gemaakt en lat op die wijze de prikkel tot studie is fcergroot. Hij schonk groote aandacht aan Wies wat om hem heen in de natuur voorviel en kon het niet nalaten dan naar let naadje van de kous te zoeken. In een van zijn latere geschriften laat, hij zich zelf hierover op de volgende wijze I uit: „Mijn arbeyt, dien ik veel jaren agter I een gedaan hebbe, is niet geweest om den 1 lof dien ik nu geniet, daardoor te behalen. |maar meest uyt een drift van weetgierig- heyt, die in mij meer woont, gelijk ik merk. dan in veel andere menschen", en: Hyn geringe arbeyt komt alleen voort luyt eigen neyginge, die ik hebbe om de I beginselen van de geschapene saaken te I onderzoeken, tot soo verre als het my mogelijk was." Hij werkte niet bepaald systematisch, I alles wat onder zijn aandacht kwam. in- Iteresseerde hem en zoo volgen zijn onder- 1 zoekingen elkander in een bonte rij op. ]D? richting van zijn onderzoekingen werd echter in hoofdzaak bepaald door zijn handigheid om lenzen te slijpen en deze te bevestigen zoodat allerlei dingen met vergrootingen konden worden gezien, [welke tevoren onbekend waren. Zoo doende werd door hem een nieuw wereld- el. de wereld van het kleine geopend, gingen jaren voorbij, dat de buiten- I wereld met zijn werk onbekend bleef In zijn eigen land (het komt meer voor) »erd hij weinig gekend en misschien nog ninder geëerd. In 1673 zond zijn vriend, ir. Reynier de Graaf, een bericht van zijn microskopische waarnemingen naar dc Royal Society te Londen. Hier vond hij de waardeering, welke hij verdiende, er ont stond een regelmatige correspondentie, waarbij helaas altijd vertaling noodig was, omdat hij geen Engelsch verstond, afge vaardigden van de Society kwamen hem bezoeken en in 1680, toen hij dus 48 jaar Was, werd hij benoemd tot lid (fellow) der Society, een onderscheiding, welke hij als de hoogste van zijn leven bleef beschou- IW'en en een hechten band tusschen hem I en dat geleerde genootschap bleef vormen. I Immers, tot op 85-jarigen leeftijd zond hij I geregeld berichten over zijn onderzoekin- Igen en na zijn dood (hij heeft den leef- Ihjd van bijna 91 jaar bereikt) kon de I Graaf nog opmerkingen mededeelen, door I den stervende gemaakt over de vraagstuk- Iken waarmee hij zich bij voorkeur bezig Imeld. I De kunst om lenzen te maken, hield leeuwenhoek langen tijd geheim. En toen I 'J ze aan anderen liet zien, bleven er [steeds enkele exemplaren over, welke hij ivoor zich hield. Van het tegenwoordige I standpunt gezien, is het microscoop van ■leeuwenhoek al zeer eenvoudig. Het be- I f°nd feitelijk uit een enkele kleine lens, I voor welke op een stift het te onder- I t?tïen voorwerp werd bevestigd. Daar de ISS ®eheeI met de lens maakte, moest I meestal voor elk nieuw te onderzoeken voorwerp een nieuw microscoop gemaakt verklaart de groote hoeveel heid instrumenten welke Leeuwenhoek I heeft nagelaten. nu nog moeten wij ons er over v„„i>azen' dat Leeuwenhoek met dit een- vïïii apparaat in staat was tot zijn ri» onn ekkingen. Ter gelegenheid van Wil ar!®e herdenking verschijnt een erover Leeuwenhoek van de hand van p„„cr;?Se!s<:hman' Clifford Dobell. In zijn v Introductie schreef deze dioloog onvnino-, J'ddurende zijn opleiding bij de telken"^?6 °"derwerpen van zijn studie host w, bemerken, dat het Leeuwer.- infmr^i„S' vle .die voorwerpen (bloedcellen. houtvezels, protozoën enz.) voor hoek I infusi.wu„vc£t,15 derdaadSt'moa3 gezlen en beschreven. In de veelziidioh ■,?len verbaasd staan over Maar h»f J eid van z«n onderzoekingen, voor het IJ?guïiet alIeen om de nieuwe, dingen -p des menschen ontdekte hem g'emaakto1mste waardeering, de door trekkingen uit 5?rek«ni,n?en. de gevolg- Ven de pront 1+ velerlei vondsten, ga- I Gelukkig waarde aan zijn arbeid, brieven 'aan a J? z'ïn uitvindingen in I andere buitenland?,* s°ciety en aan gezonden On h! e- onderzoekers heeft Op deze wijze werd veel voor TWEEDE KAMER. INSTELLING VAN BEDRIJFSRADEN. Nadat de Kamer besloten had om, na afdoening van het wetsontwerp tot instel ling van bedrijfsraden, het ontwerp inzake het heffen van opcenten op het tarief van invoerrechten aan de orde te stellen, werd het debat over eerstgenoemd ontwerp voortgezet. Wij kregen daarbij allereerst een zeer uitvoerige rede van den heer Kortenhorst, een politieke geestverwant van den Mi nister, die echter in een uitvoerig stel amendementen een geheel eigen systeem tegenover dat van het wetsontwerp heeft gesteld, staande op den grondslag niet van oprichting van bedrijfsraden door den staat, maar van erkenning van bedrijfs raden („bedrijfs-schappen") die door werkgevers en werknemers zijn opgericht. Deze gedachte heeft hij in zijn rede aan bevolen. maar omdat het debat er over zeer spoedig bij de amendementen zal terugkeeren. zullen wij er ditmaal be knopt over zijn. De heer Kortenhorst heeft daarbij ook de rede van den heer Van den Bergh bestreden, met wien wij zei hij ongemerkt in het socialisme zouden terechtkomen, zoo onschuldig stelt hij de zaken voor. Tegenover dien afgevaardigde verdedigde mr. Kortenhorst de stelling dat verordenende bevoegdheid op dit gebied aan de Overheid toekomt, met als doel het algemeen belang, maar nooit mag wor den overgedragen aan bedrijfsraden zoo als de socialisten zich die denken. Ver keerd ingrijpen op dit gebied zou voor velen nadeel brengen. Reeds het regee- rings-ontwerp op bedrijfsraden zonder verordenende bevoegdheid, is troüwens bij de meerderheid in den Hoogen Raad van Arbeid op tegenstand gestuit. OOk tegenover den heer Amelink zette de Katholieke afgevaardigde uiteen, dat staat en maatschappij twee afzonderlijke levensgebieden zijn, die elkander beïn vloeden, maar niet in elkaar mogen op gaan. Daarom moeten wij op dit terrein hebben geen overheids-organen, maar maatschappelijke organen. De Staat zoo was de conclusie van den afgevaardigde moet hier niets dwingend opleggen, en zeker niet iets als de voorgestelde raden, die noch bij de werkgevers noch bij de arbeiders in goede aarde vallen. In geheel andere geest sprak prof. Slo- temaker de Bruine. Er moet zoo was zijn uitgangspunt een nieuwe regeling komen van de verhouding tusschen werk gevers en arbeiders. Niet een nieuwe economische orde, zooals- de heer Van den Bergh wilde. Wèl gaf de oud-minister toe, dat de organen, voor het regelen van de nieuwe verhouding te scheppen, van onder op moeten groeien, uit het bedrijfsleven zelf en niet zonder meer mogen worden opgelegd. Maar dit laatste zoo was zijn betoog gebeurt dan ook niet in het wetsontwerp: het schept alleen dón orga nen, wanneer er in het bedrijf zélf al vol doende overleg aanwezig is. Ook dat de Minister aan de nieuwe organen nog geen verordenende bevoegdheid wil geven, achtte de heer Slotemaker zeer goed ge zien, doch in de toekomst blijft het toe kennen daarvan altijd mogelijk. De afge vaardigde ontpopte zich echter persoonlijk als een voorstander van zulk een bevoegd heid, maar hij kon zich voorstellen, dat de Minister den tijd er voor nog niet ge komen acht. Bat de heer Kortenhorst met zijn verzet niet het standpunt van zijn fractie had vertolkt, bewees de heer Hermans, die, evenzeer Katholiek, kwam verklaren zijn steun aan het ontwerp te zullen geven. Trouwens, het is de vraag of mr. Korten horst in zijn groep niet alleen zal blijven staan. De heer Hermans verklaarde geen overdreven verwachtingen van de be drijfsraden te koesteren, omdat hij voor den economischen vrede veel meer ver wacht van een radicale wijziging in de eigendomsverhoudingen, maar hij vond het wetsontwerp dan toch een stap in de goede richting. Dat het wetsontwerp met de omstandig heden in de bedrijven voldoende rekening houdt, heeft ook de heer Bakker in het licht gesteld: hij gaf zijn verwondering te kennen over het verzet der werkgevers en vroeg, of in de bedrijfsraden ook niet vertegenwoordigers van consumenten be noemd zouden kunnen worden, en voorts zou hij van den Hoogen Raad van Arbeid de Centrale Bedrijfsraad willen maken Op het eind van den middag heeft de heer Kupers nog een betoog gehouden ter ondersteuning van de rede van zijn par tijgenoot mr. Van den Bergh, de vorige week uitgesproken. Ook hij achtte de voor gestelde regeling onvoldoende. De Mi nister had meende hij niet met be- drijfs-, doch met ondernemings-raden moeten berinnen. In ieder geval dienden de raden gewijzigd te worden in den geest der amendementen-Van den Bergh. Heden voortzetting. HAGENAAR. de toekomst bewaard, wat anders allicht verloren gegaan zou zijn. In zijn lange leven heeft Leeuwenhoek veel belangstelling en waardeering onder vonden. Maar deze kwamen hoofdzakelijk uit het buitenland. Zoo heeft hij zelfs een bezoek gehad van Czaar Peter van Rus land. Wel werd hij ook meermalen door landgenooten geraadpleegd, maar van of- ficieele erkenning is nooit iets gebleken. In een brief aan Leibnitz schrijft hij eenigszins puntig: „Die geene die in onzen landen, om haar kennisse en wetenschap pen, vergelding krijgen, dat syn Heeren Professoren, Predicanten, en de Meesters in de Latynze schooien, die soo veel Latijn konnen, dat ze de jonge luyden in die taal konnen onderwysen". Thans wordt zijn beteekenis overal erkend als scherper van de wetenschap der kleinere organismen en er valt niet aan te twijfelen of alom zal zijn nage dachtenis geëerd worden. In de eerste plaats in wetenschappelijke kringen Maar het is wenschelijk dat ook de groote massa iets leert begrijpen van de groote betee kenis van het bezit van groote mannen als _Leeuwenhoek, Swammerdam, Boer haave e.a., waarin Nederland zich in de 17e eeuw heeft mogen verheugen. In de Oude Kerk te Delft bevindt zich het gedenkteeken, na zijn dood daar ge plaatst door zijn dochter Maria, de eenig overgeblevene uit zijn beide huwelijken, die hem. toen hij weduwnaar was steeds zorgvuldig heeft bijgestaan. H. A. S. CRISISBELEID DER REGEERING BEZWAREN DER NEDERLANDSCHE WERKGEVERS. Een adres aan de Tweede Kamer. Het Verbond van Nederlandsche Werk gevers heeft in een adres aan de Tweede Kamer bezwaren ontwikkeld tegen het crisis-beleid der regeering. Het meent dat het zwaartepunt van dit beleid elders ligt, dan waar het gezocht wordt. Opge merkt wordt o.m.: Aan de verdere daling van de kosten van het levensonderhoud worde zooveel mogelijk de vrije loop gelaten. Een krach tige bezuinigings- en versoberingspolitiek is noodzakelijk. Zoolang het crisisbeleid van de regeering niet op deze twee pijlers rust, zal zoowel op het hooghouden van de kosten van levensonderhoud, als door het heffen van zwaardere belastingen, het nationaal inkomen ondragelijk worden be last en de opleving van de in diep verval verkeerende bedrijfstakken ernstig wor den belemmerd. Natuurlijk is het noodig de begrooting 1933 sluitend te maken en betreurd wordt daarom dat de regeering zelf nog reke ning houdt met een tekort van f22 mil- lioen. „Wie de zaken ziet gelijk wij, gaat het adres voort, zal moeten erkennen dat ver mindering van het tekort van f147'/: mil- lioen slechts langs twee wegen kan wor den bereikt, n.l. door bezuiniging op de uitgaven van den Staat en door tijdelijke verhooging van belastingen. De versobe ring in den overheidsdienst moet voorop staan. Het kan o.i. niet als een bewijs van goed regeerbeleid worden beschouwd, dat in de aan de Kamer voorgedragen voor stellen een lastenvermeerdering van f. 63 millioen is opgenomen, terwijl uit bespa ring op de kosten van den Staatsdienst slechts f.39 millioen wordt verkregen, waaraan dan door salarisvermindering nog een mindere uitgave van f. 14'/i millioen kan worden toegevoegd. Er wordt minder op den Staatsdienst bespaard dan aan nieuwe lasten der burgerij opgelegd. De regeering is in haar taak om vóór alles in de Staatsadministratie naar een vermindering van uitgaven te streven, be langrijk te kort geschoten." „Thans zal dan de belastingschroef sterker aangedraaid worden en tal van artikelen zullen tengevolge van de be- lastingvoorwaarden in prijs stijgen. Er wordt dus toe medegewerkt de vraag naar artikelen te doen afnemen, de af zetmogelijkheid van de ondernemingen in te krimpen en de werkgelegenheid te ver minderen. Noodlottiger belasting voor het Nederlandsche bedrijfsleven dan weelde- verteringsbelasting. die bovendien heffin gen voorstelt op artikelen, die in het ge heel geen weeldekarakter dragen, is dan ook niet denkbaar. Wij spreken den wensch uit. dat de Kamer zal bevorderen, dat dit ontwerp in den voorgedragen vorm het Staatsblad niet bereikt." Het heeft ons 'getfOTfen, zoo wordt ver der gezegd, dat hét personeel in den Staatsdienst andermaal voor een niet on belangrijke verlaging van zijn salarissen (pensioenkorting i in aanmerking wordt gebracht, terwijl bij de gemeenten veelal belangrijk hoogere traktementen worden betaald. Het ziet er niet naar uit, dat bij deze gemeenten neiging bestaat den weg naar een algemeen lager uitgaven-niveau in te slaan. Ook de salarieering van de groep gemeente-arbeiders stelt zware eischen. Een summier onderzoek doet zien, dat een vergelijking met hetgeen particuliere ondernemers betalen, sterk ten gunste van het gemeentepersoneel uitvalt, en dat deze wanverhouding door de loondaling in het particuliere bedrijf steeds grooter af metingen gaat aannemen. De hooge bezoldigingen oefenen een na- deeligen invloed uit op het loonpeil van de industrieele bedrijven, die toch reeds door hooge belastingen en bijzondere hef fingen (Zakelijke Bedrijfsbelasting Brand verzekeringsbelasting, precariohef fingen) in hun strijd om het bestaan uitermate worden bemoeilijkt. Met groote ongerust heid volgen wij het financieel beleid van onze groote gemeenten en wij kunnen den indruk niet van ons afzetten, dat zij de haar bij Grondwet en Wet toegekende autonomie op schromelijke wijze hebben misbruikt. De landsregeering mag er niet voor terugdeinzen de gemeentebesturen, die niet goedschiks de tering naar de nering wenschen te zetten, van hooger hand tot haar taak te verplichten. Een o. i. ongezonde verzwaring van de gemeentefondsbelasting wordt voorgesteld. Ons bestuur acht een dergelijke belasting- verhooging onduldbaar, zoolang de Regee ring de haar toegekende of alsnog toe te kennen bevoegdheden niet aanwendt om de uitgaven van in verzuim zijnde ge- i meenten sterk te besnoeien. Voorts is er in volstrekt onvoldoende mate rekening gehouden met de rechts figuur van de vennootschap onder firma. Wat de heffing van 30 opcenten op de Vermogensbelasting betreft, wordt gezegd, dat reeds op deze belasting 55 opcenten geheven worden ten behoeve van het lee- ningfonds, 50 opcenten voor het gemeente fonds, terwijl ook de meeste gemeenten in vele gevallen nog 50 extra opcenten voor haar eigen behoeften daaraan toevoegen. Voorts heffen de provincies op de vermo gensbelasting opcenten, gemiddeld voor alle provincies op 20 gesteld. En wanneer nu krachtens het voorstel van de regee ring opnieuw 30 opcenten ten behoeve van het gemeentefonds aan de vermogensbe lasting wordt toegevoegd, zullen boven het grondbedrag dier heffing in totaal 205 opcenten van den belastingschuldige wor den geëischt. Aan de Kamer wordt in overweging ge geven met een dergelijke wijze van be lastingheffing niet alleen niet verder voort te gaan. maar er ook principieel mede te breken. Er wordt verder betoogd, dat het voor stel tot verhóoging van den bieraccijns in het bierbrouwersbedrijf en de daarmede verwante bedrijven tot vermindering van werkgelegenheid zal leiden. Bij een tijdelijke belastingheffing zal vóór alles rekening moeten worden ge houden met de vraag zegt het Verbond, of het inkomen in den loop der jaren reeds vermindering heeft ondergaan. Naast een belasting van inkomens, die RECLAME. S428 Koopt geon losie Aiplrin-tabletten, het kan minderwaardige en voor de gezondheid idiadelijke namaak of waardelooze vervahdilng zijn. P Aspirin-tabletfen worden alleen in den handel gebracht er Origineele oranjeband-buitjei ver pakking van 2t tabletten a 70 cent en de door de Bayer-fabrieken wel uitsluitend in: origineele oranje-zakjes verpak king van 2 tabletten to cent. Alleen deze origineele ver pakkingen van BAYER waar borgen echtheid en zuiverheid. Weigert namaak en losse tabletten. de crisis nog betrekkelijk ongeschonden doorkwamen, ligt het heffen van indirecte belastingen, belastingen op kenteekenen van nog behouden welstand, als het ware voor de hand. Ook zij, In wier kring de versoberingspolitiek der regeering weinig geliefd is, kunnen, wordt gezegd, het oog er niet voor sluiten, dat breede groepen van de bevolking, welker inkomen nog nauwelijks den terugslag van de tijden ondervond, eerder dan andere voor het brengen van een noodoffer in aanmerking komen. Een belastingpolitiek, die uitsluitend het oog richt op de stelselmatige vernietiging van de grootere inkomens sluit het oog voor de groote sociale beteekenis, die de daarmede verband houdende kapitalen voor gansch het land hebben en zal op den duur tot noodlottige gevolgen leiden. Want te veel wordt uit het oog verloren, besluit het adres, dat alle inkomens ten slotte voortspruiten uit productieven ar beid voor de gemeenschap en dat de pro ductie-organen zichzelf uit de opbrengst van het product moeten hernieuwen en aanvullen. Wordt voor de goeddeels im productieve uitgaven van de overheids organen te sterk beslag gelegd op de uit die productie gespaarde gelden, dan zal het productie-apparaat zijn taak niet meer naar behooren kunnen vervullen en zal met name de groote groep van in die bedrijven werkzame arbeider de noodlot tige gevolgen daarvan ondervinden." OLIE-STORTING UIT EEN VLIEGTUIG. Proef van de Noord-Zuid-Hollandsche Reddingsmaatschappij. De secretaris van de Noord- en Zuid- Hollandsche Reddingsmaatschappij. Mau- ritskade 63. Amsterdam deelt het volgende i mede: Eergisteren hadden onder gunstige om- j standigheden d.w.z. harde wind uit het West-Noord-Westen en ruwe zee in het Molengat bewesten het eiland Texel proef nemingen plaats met het, door een vlieg tuig van het vliegkamp „de Kooy". storten van gofstillende olie op de zee. De Redding maatschappij heeft deze olie in bussen van 5 liter inhoud aan boord van de groote motor-reddingbooten. De bussen zijn zoo danig bezwaard, dat zij zinken op den zee bodem wanneer zij overboord worden ge worpen. Voordat dit geschiedt worden zij op eenvoudige wijze door duimdruk ge opend. De olie stijgt nu omhoog en doet, aan de oppervlakte gekomen, haar stillen de werking. Zij blijft die uitoefenen zoo lang zich olie in het blik bevindt. Worden nu bovenstrooms van het gestrande schip een aantal bussen met olie in het water geworpen dan zullen deze geruimen tijd dienst doen. Intusschen zal de motor-red dingboot gelegenheid hebben haar redding poging uit te voeren De proef welke thans werd gehouden, diende om na te gaan of. voor het in zee werpen van bussen met olie. ook gebruik zou kunnen worden gemaakt van een vlieg tuig. hetwelk nuttig zou kunnen zijn in ge val de motor-reddingboot de plaats waar de olie In het water moet worden gegooid, niet kan bereiken. Het vliegtuig wierp een aantal bussen in de branding bovenstrooms van de „Dorus Rijkers", die het gestrande schip voor stelde en van het dek der reddingboot was de stillende werking van de olie goed te zien. De sterke wind maakte dat het voor deze proef een gunstige gelegenheid was. Van de N.-en Z.-Holl. Reddingmij. was, behalve de bemanning van de „Rorus Rijkers" onder schipper C. Bot, de adj.- secretaris H. Th. de Booy aanwezig, terwijl de heer M. H. K. Franken mede aan boord was in verband met de propaganda-film welke voor de Reddingmaatschappij wordt vervaardigd. ECONOMISCHE SAMENWERKING MET NED.-INDIE. Aneta-Holland meldt Tot lid der commissie van advies nopens bevordering der economische samenwer king tusschen Nederland en Ned.-Indië is alsnog benoemd de heer E. D. van Walree, oud-directeur van de Tweentsche Bank te Amsterdam en oud-consul der Nederlan den te Yokohama. NEDERLANDSCH FABRIKAAT EN DE AMSTERDAMSCHE VERKEERSSEINEN. De electrische verkeersinstallatie op het Leidscheplein te Amsterdam is geleverd door een buitenlandsche firma. Dienaan gaande heeft hoofdcommissaris Versteeg op een hem gestelde vraag medegedeeld, dat aan verschillende firma's in blnnen- en buitenland prijsopgaven zijn gevraagd, waarbij bleek, dat Heemaf te Hengelo ook bij een tweede aanbieding, ongeveer twee en een half maal zoo duur was als Sie mens en Halske. Dit heeft bij de keuze den doorslag gegeven. Bovendien is 70"/o van de installatie in Nederland gemaakt. De rest kon hier niet vervaardigd worden, omdat voor die onderdeelen buitenland sche patenten gelden. DE EERSTE WEG UITSLUITEND VOOR AUTOVERKEER. Oplossing van een verkeersmocilijkheid in Overijssel. Naar het Deventer Dagblad verneemt, is tusschen het rijkswegenfonds en de J directie der Twentekanalen een overeen- komst gesloten, betreffende den aanleg i van een weg, uitsluitend bestemd voor auto's en voor een weg, bestemd voor ge mengd verkeer, in Overijssel, in de omge ving van Diepenheim en Goor. De rijksweg Lochem-Diepenheim-Goor gaat van Lochem af parallel met het ka- naai tot dicht bij Diepenheim, waar de rijksweg rechts af buigt, door Diepenheim heen, waar nauwe straten met gevaarlijke i hoeken even zoovele verkeersbelemmerin- gen zijn. Het ligt nu in de bedoeling, om een weg, uitsluitend bestemd voor het snelverkeer, aan te leggen vanaf enkele kilometers ten Westen van Diepenheim langs het Twente kanaal en dan onder de brug door in den bestaanden rijksstraatweg naar Goor bij het Weldam Weldammerbrug) zoodat 't snelverkeer ook niet meer zooals tot dus ver door Goor heen gaat, doch ten Zuid- Oosten daarvan waamede men de gevaar lijke passage door Goor vermijdt. Het laat ste stuk van den weg in de richting Del den, om Goor heen, kan voor gemengd verkeer dienen. Deze oplossing van de verkeersmoeilijk- heid is mogelijk geworden door aankoop van zeer goedkoope gronden langs het kanaaltracé en door het beschikbaar ko men van uit het kanaalpand te graven specie, te gebruiken voor de zeer breede aardebaan van den autoweg. Aldus zal de eerste weg in ons land, uit sluitend bestemd voor automobielverkeer, in Overijssel worden aangelegd, twee ge meenten geheel ontlastend van een ter plaatse en voor het verkeer veel gevaar opleverend snelverkeer. DE BEGROOTING VAN CURACAO. De Koningin keurt de voorloopig vastgestelde begrooting niet goed. Bij de Tweede Kamer is een missive in gekomen van den minister van koloniën, houdende mededeeling. dat de Koningin de door den gouverneur van Curacao voorloo pig vastgestelde Curagaosche begrooting voor 1933, zoodanig als deze door den Ko lonialen Raad aangenomen Is, niet goed keurt. Eerlang mag een wetsontwerp ter vaststelling van die begrooting worden te gemoet gezien. De .,N.R.Ct." meldt nog het volgende: Ter toelichting van bovenstaand bericht diene dat de Koloniale Raad van Curacao zich niet had vereenigd met de door den gouverneur noodzakelijk geachte, in de voorloopise begrooting verwerkte bezuini gingsmaatregelen van verschillenden aard. Het regeeringsreglement van Curacao voor ziet in een dergelijk geval van conflict tusschen gouverneur en Kolonialen Raad door vaststelling van de definitieve begroo ting bij de wet. Wij herinneren er aan dat het rapport-Weiter ook Curacao in de be zuiniging betrekt en voor 1933/1934 voor dit gebiedsdeel een bezuiniging van ruim 4 ton heeft aanbevolen. Dat het gouverne ment van Curacao de noodzaak van straffe bezuiniging in de laatste maanden steeds meer is gaan inzien, kon nog kort geleden blijken uit de indiening van een gewijzig de suppletoire begrooting waardoor deze met niet minder dan 3 ton werd vermin derd. De gouverneur motiveerde deze wij ziging der verminderde opbrengst der mid delen vooral met het sterke terugloopen van de accijns op gedistilleerd Bij deze ge legenheid heeft de gouverneur tegelijk voorstellen aangekondigd tot opvoering van de middelen door een tijdelijk bijzonder in voerrecht op benzine en opvoering van de loodsgelden De gevraagde middelen zou den. deelde de gouverneur mede. met de bezuinigingen die ook voor 1933 zullen worden doorgevoerd, tevens kunnen dienen om de begrooting in 1933 sluitend te ma ken. indien de opbrengst der middelen nog verder zou dalen. GOUVERNEUR RUTGERS MET VERLOF. Aneta-Holland meldt: De minister van koloniën maakt bekend, dat blijkens telegrafisch bericht de gou verneur van Suriname, de heer dr. A. A. L. Rutgers, den 13en dezer evengenoemd gewest met verlof naar Europa heeft ver laten en dat diens tijdelijke vervanger, de ondervoorzitter van den Raad van Be stuur, de heer mr. dr. F. L. J. van Haaren, daarop het bestuur van Suriname heeft aanvaard. VERSPREIDE BERICHTEN. Te Rotterdam is overleden de genees heer-directeur van het Sophia-Kinderzie- kenhuis dr L. B. de Monchy. De overledene is 59 jaar oud geworden. Te 's-Gravenhage is opgericht de Ne derlandsche Bond voor strafrecht die be oogt een band te leggen tusschen organi saties en personen, die op het gebied van het strafrecht, in den ruimsten zin, werk zaam zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9