Waarschuwing^
P3ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 19 October 1932
Derde Blad
No. 22264
Inthony van Leeuwenhoek.
On 24 October van dit jaar herdenkt
e geleerde wereld den 300sten geboorte-
ag van Anthony van Leeuwenhoek, van
n menige lezer, die niet aan histori-
e studie op het gebied der natuurkunde
ft gedaan, niet veel meer zal weten
dat het Anthony Leeuwenhoekhuis in
„sterdam naar hem genoemd is en daar-
Êtoor allicht in de meening zal verkeeren,
it zijn naam met het kankervraagstuk
verbonden. Niets is minder waar, al-
hans niet in directen zin.
Toch is het wel de moeite waard, iets
van zijn leven en werken te hooren. Ook
hij voor wiens arbeidsterrein Van Leeu
wenhoek niet van belang is, zal moeten
oegeven, dat hij als groot Nederlander
wetenschappelijk zoeker verdient, door
jer herdacht en gehuldigd te worden.
terminologie van zijn maatschappe-
,ke positie doet in onze dagen vreemd
.an Zijn eigenlijke betrekking was: ka
nerbewaarder der Kamer van heeren
ehepenen van Delft. Deze post, waartoe
_iij op 28-jarigen leeftijd benoemd werd,
Bekleedde hij gedurende 39 jaren. Zoo-
ils men ziet, is dit niet juist een weteu-
ichappeluke functie. Maar ook daarvóór
linden wij niet veel, dat op een weten-
jchappelijke opleiding wijst. Na op school
i Warmond geweest te zijn, volgde hij
ijn oom in Benthuizen op als secretaris
procureur, toen hij zestien jaar was.
a eenigen tijd verhuisde hij naar Am-
lerdam en werd daar spoedig boekhouder
n kassier op het kantoor van een laken-
andelaa1"- In de groote stad bleef hij
lechts enkele jaren om toen terug te gaan
iar zijn geboorteplaats Delft.
Hi; was afkomstig uit een deftige brou-
fcrsfamilie en moet tamelijk vermogend
feweest zijn, want de eerste zes jaar na
[jjn huwelijk in 1654 met Barbara de Mey
telde hij uitsluitend voor zijn onder
gingen en hield er een paard en een
fuitentuin op na. De post van kamer-
fewaarder, welke hij toen kreeg, schijnt
een een voornamere geweest te zijn dan
nen thans zou vermoeden.
In elk geval zien wij, dat van een zul-
rer wetenschappelijke opleiding geen
jprake was. Hij kende geen Latijn, de
wetenschappelijke taal van dien tijd en
ok geen Fransch of Engelsch. Geheel
eigen gelegenheid studeerde hij na
i huwelijk natuur-, wis-, sterren- en
scheikunde, filosofie en navigatie. Het is
|piet onwaarschijnlijk, dat hij met groote
mannen van dien tijd, zooals Swammer-
lam. Boerhaave, heeft kennis gemaakt en
lat op die wijze de prikkel tot studie is
fcergroot. Hij schonk groote aandacht aan
Wies wat om hem heen in de natuur
voorviel en kon het niet nalaten dan naar
let naadje van de kous te zoeken.
In een van zijn latere geschriften laat,
hij zich zelf hierover op de volgende wijze
I uit: „Mijn arbeyt, dien ik veel jaren agter
I een gedaan hebbe, is niet geweest om den
1 lof dien ik nu geniet, daardoor te behalen.
|maar meest uyt een drift van weetgierig-
heyt, die in mij meer woont, gelijk ik
merk. dan in veel andere menschen", en:
Hyn geringe arbeyt komt alleen voort
luyt eigen neyginge, die ik hebbe om de
I beginselen van de geschapene saaken te
I onderzoeken, tot soo verre als het my
mogelijk was."
Hij werkte niet bepaald systematisch,
I alles wat onder zijn aandacht kwam. in-
Iteresseerde hem en zoo volgen zijn onder-
1 zoekingen elkander in een bonte rij op.
]D? richting van zijn onderzoekingen werd
echter in hoofdzaak bepaald door zijn
handigheid om lenzen te slijpen en deze
te bevestigen zoodat allerlei dingen met
vergrootingen konden worden gezien,
[welke tevoren onbekend waren. Zoo
doende werd door hem een nieuw wereld-
el. de wereld van het kleine geopend,
gingen jaren voorbij, dat de buiten-
I wereld met zijn werk onbekend bleef In
zijn eigen land (het komt meer voor)
»erd hij weinig gekend en misschien nog
ninder geëerd. In 1673 zond zijn vriend,
ir. Reynier de Graaf, een bericht van zijn
microskopische waarnemingen naar dc
Royal Society te Londen. Hier vond hij de
waardeering, welke hij verdiende, er ont
stond een regelmatige correspondentie,
waarbij helaas altijd vertaling noodig was,
omdat hij geen Engelsch verstond, afge
vaardigden van de Society kwamen hem
bezoeken en in 1680, toen hij dus 48 jaar
Was, werd hij benoemd tot lid (fellow) der
Society, een onderscheiding, welke hij als
de hoogste van zijn leven bleef beschou-
IW'en en een hechten band tusschen hem
I en dat geleerde genootschap bleef vormen.
I Immers, tot op 85-jarigen leeftijd zond hij
I geregeld berichten over zijn onderzoekin-
Igen en na zijn dood (hij heeft den leef-
Ihjd van bijna 91 jaar bereikt) kon de
I Graaf nog opmerkingen mededeelen, door
I den stervende gemaakt over de vraagstuk-
Iken waarmee hij zich bij voorkeur bezig
Imeld.
I De kunst om lenzen te maken, hield
leeuwenhoek langen tijd geheim. En toen
I 'J ze aan anderen liet zien, bleven er
[steeds enkele exemplaren over, welke hij
ivoor zich hield. Van het tegenwoordige
I standpunt gezien, is het microscoop van
■leeuwenhoek al zeer eenvoudig. Het be-
I f°nd feitelijk uit een enkele kleine lens,
I voor welke op een stift het te onder-
I t?tïen voorwerp werd bevestigd. Daar de
ISS ®eheeI met de lens maakte, moest
I meestal voor elk nieuw te onderzoeken
voorwerp een nieuw microscoop gemaakt
verklaart de groote hoeveel
heid instrumenten welke Leeuwenhoek
I heeft nagelaten.
nu nog moeten wij ons er over
v„„i>azen' dat Leeuwenhoek met dit een-
vïïii apparaat in staat was tot zijn
ri» onn ekkingen. Ter gelegenheid van
Wil ar!®e herdenking verschijnt een
erover Leeuwenhoek van de hand van
p„„cr;?Se!s<:hman' Clifford Dobell. In zijn
v Introductie schreef deze dioloog
onvnino-, J'ddurende zijn opleiding bij de
telken"^?6 °"derwerpen van zijn studie
host w, bemerken, dat het Leeuwer.-
infmr^i„S' vle .die voorwerpen (bloedcellen.
houtvezels, protozoën enz.) voor
hoek
I infusi.wu„vc£t,15
derdaadSt'moa3 gezlen en beschreven. In
de veelziidioh ■,?len verbaasd staan over
Maar h»f J eid van z«n onderzoekingen,
voor het IJ?guïiet alIeen om de nieuwe,
dingen -p des menschen ontdekte
hem g'emaakto1mste waardeering, de door
trekkingen uit 5?rek«ni,n?en. de gevolg-
Ven de pront 1+ velerlei vondsten, ga-
I Gelukkig waarde aan zijn arbeid,
brieven 'aan a J? z'ïn uitvindingen in
I andere buitenland?,* s°ciety en aan
gezonden On h! e- onderzoekers heeft
Op deze wijze werd veel voor
TWEEDE KAMER.
INSTELLING VAN
BEDRIJFSRADEN.
Nadat de Kamer besloten had om, na
afdoening van het wetsontwerp tot instel
ling van bedrijfsraden, het ontwerp inzake
het heffen van opcenten op het tarief van
invoerrechten aan de orde te stellen, werd
het debat over eerstgenoemd ontwerp
voortgezet.
Wij kregen daarbij allereerst een zeer
uitvoerige rede van den heer Kortenhorst,
een politieke geestverwant van den Mi
nister, die echter in een uitvoerig stel
amendementen een geheel eigen systeem
tegenover dat van het wetsontwerp heeft
gesteld, staande op den grondslag niet van
oprichting van bedrijfsraden door den
staat, maar van erkenning van bedrijfs
raden („bedrijfs-schappen") die door
werkgevers en werknemers zijn opgericht.
Deze gedachte heeft hij in zijn rede aan
bevolen. maar omdat het debat er over
zeer spoedig bij de amendementen zal
terugkeeren. zullen wij er ditmaal be
knopt over zijn. De heer Kortenhorst heeft
daarbij ook de rede van den heer Van den
Bergh bestreden, met wien wij zei hij
ongemerkt in het socialisme zouden
terechtkomen, zoo onschuldig stelt hij de
zaken voor. Tegenover dien afgevaardigde
verdedigde mr. Kortenhorst de stelling dat
verordenende bevoegdheid op dit gebied
aan de Overheid toekomt, met als doel
het algemeen belang, maar nooit mag wor
den overgedragen aan bedrijfsraden zoo
als de socialisten zich die denken. Ver
keerd ingrijpen op dit gebied zou voor
velen nadeel brengen. Reeds het regee-
rings-ontwerp op bedrijfsraden zonder
verordenende bevoegdheid, is troüwens bij
de meerderheid in den Hoogen Raad van
Arbeid op tegenstand gestuit.
OOk tegenover den heer Amelink zette
de Katholieke afgevaardigde uiteen, dat
staat en maatschappij twee afzonderlijke
levensgebieden zijn, die elkander beïn
vloeden, maar niet in elkaar mogen op
gaan. Daarom moeten wij op dit terrein
hebben geen overheids-organen, maar
maatschappelijke organen.
De Staat zoo was de conclusie van
den afgevaardigde moet hier niets
dwingend opleggen, en zeker niet iets als
de voorgestelde raden, die noch bij de
werkgevers noch bij de arbeiders in goede
aarde vallen.
In geheel andere geest sprak prof. Slo-
temaker de Bruine. Er moet zoo was
zijn uitgangspunt een nieuwe regeling
komen van de verhouding tusschen werk
gevers en arbeiders. Niet een nieuwe
economische orde, zooals- de heer Van den
Bergh wilde. Wèl gaf de oud-minister toe,
dat de organen, voor het regelen van de
nieuwe verhouding te scheppen, van onder
op moeten groeien, uit het bedrijfsleven
zelf en niet zonder meer mogen worden
opgelegd. Maar dit laatste zoo was zijn
betoog gebeurt dan ook niet in het
wetsontwerp: het schept alleen dón orga
nen, wanneer er in het bedrijf zélf al vol
doende overleg aanwezig is. Ook dat de
Minister aan de nieuwe organen nog geen
verordenende bevoegdheid wil geven,
achtte de heer Slotemaker zeer goed ge
zien, doch in de toekomst blijft het toe
kennen daarvan altijd mogelijk. De afge
vaardigde ontpopte zich echter persoonlijk
als een voorstander van zulk een bevoegd
heid, maar hij kon zich voorstellen, dat de
Minister den tijd er voor nog niet ge
komen acht.
Bat de heer Kortenhorst met zijn verzet
niet het standpunt van zijn fractie had
vertolkt, bewees de heer Hermans, die,
evenzeer Katholiek, kwam verklaren zijn
steun aan het ontwerp te zullen geven.
Trouwens, het is de vraag of mr. Korten
horst in zijn groep niet alleen zal blijven
staan. De heer Hermans verklaarde geen
overdreven verwachtingen van de be
drijfsraden te koesteren, omdat hij voor
den economischen vrede veel meer ver
wacht van een radicale wijziging in de
eigendomsverhoudingen, maar hij vond
het wetsontwerp dan toch een stap in de
goede richting.
Dat het wetsontwerp met de omstandig
heden in de bedrijven voldoende rekening
houdt, heeft ook de heer Bakker in het
licht gesteld: hij gaf zijn verwondering te
kennen over het verzet der werkgevers en
vroeg, of in de bedrijfsraden ook niet
vertegenwoordigers van consumenten be
noemd zouden kunnen worden, en voorts
zou hij van den Hoogen Raad van Arbeid
de Centrale Bedrijfsraad willen maken
Op het eind van den middag heeft de
heer Kupers nog een betoog gehouden ter
ondersteuning van de rede van zijn par
tijgenoot mr. Van den Bergh, de vorige
week uitgesproken. Ook hij achtte de voor
gestelde regeling onvoldoende. De Mi
nister had meende hij niet met be-
drijfs-, doch met ondernemings-raden
moeten berinnen. In ieder geval dienden
de raden gewijzigd te worden in den geest
der amendementen-Van den Bergh.
Heden voortzetting.
HAGENAAR.
de toekomst bewaard, wat anders allicht
verloren gegaan zou zijn.
In zijn lange leven heeft Leeuwenhoek
veel belangstelling en waardeering onder
vonden. Maar deze kwamen hoofdzakelijk
uit het buitenland. Zoo heeft hij zelfs een
bezoek gehad van Czaar Peter van Rus
land. Wel werd hij ook meermalen door
landgenooten geraadpleegd, maar van of-
ficieele erkenning is nooit iets gebleken.
In een brief aan Leibnitz schrijft hij
eenigszins puntig: „Die geene die in onzen
landen, om haar kennisse en wetenschap
pen, vergelding krijgen, dat syn Heeren
Professoren, Predicanten, en de Meesters
in de Latynze schooien, die soo veel Latijn
konnen, dat ze de jonge luyden in die
taal konnen onderwysen".
Thans wordt zijn beteekenis overal
erkend als scherper van de wetenschap
der kleinere organismen en er valt niet
aan te twijfelen of alom zal zijn nage
dachtenis geëerd worden. In de eerste
plaats in wetenschappelijke kringen Maar
het is wenschelijk dat ook de groote massa
iets leert begrijpen van de groote betee
kenis van het bezit van groote mannen
als _Leeuwenhoek, Swammerdam, Boer
haave e.a., waarin Nederland zich in de
17e eeuw heeft mogen verheugen.
In de Oude Kerk te Delft bevindt zich
het gedenkteeken, na zijn dood daar ge
plaatst door zijn dochter Maria, de eenig
overgeblevene uit zijn beide huwelijken,
die hem. toen hij weduwnaar was steeds
zorgvuldig heeft bijgestaan.
H. A. S.
CRISISBELEID DER REGEERING
BEZWAREN DER NEDERLANDSCHE
WERKGEVERS.
Een adres aan de Tweede Kamer.
Het Verbond van Nederlandsche Werk
gevers heeft in een adres aan de Tweede
Kamer bezwaren ontwikkeld tegen het
crisis-beleid der regeering. Het meent dat
het zwaartepunt van dit beleid elders
ligt, dan waar het gezocht wordt. Opge
merkt wordt o.m.:
Aan de verdere daling van de kosten
van het levensonderhoud worde zooveel
mogelijk de vrije loop gelaten. Een krach
tige bezuinigings- en versoberingspolitiek
is noodzakelijk. Zoolang het crisisbeleid
van de regeering niet op deze twee pijlers
rust, zal zoowel op het hooghouden van
de kosten van levensonderhoud, als door
het heffen van zwaardere belastingen, het
nationaal inkomen ondragelijk worden be
last en de opleving van de in diep verval
verkeerende bedrijfstakken ernstig wor
den belemmerd.
Natuurlijk is het noodig de begrooting
1933 sluitend te maken en betreurd wordt
daarom dat de regeering zelf nog reke
ning houdt met een tekort van f22 mil-
lioen.
„Wie de zaken ziet gelijk wij, gaat het
adres voort, zal moeten erkennen dat ver
mindering van het tekort van f147'/: mil-
lioen slechts langs twee wegen kan wor
den bereikt, n.l. door bezuiniging op de
uitgaven van den Staat en door tijdelijke
verhooging van belastingen. De versobe
ring in den overheidsdienst moet voorop
staan. Het kan o.i. niet als een bewijs van
goed regeerbeleid worden beschouwd, dat
in de aan de Kamer voorgedragen voor
stellen een lastenvermeerdering van f. 63
millioen is opgenomen, terwijl uit bespa
ring op de kosten van den Staatsdienst
slechts f.39 millioen wordt verkregen,
waaraan dan door salarisvermindering nog
een mindere uitgave van f. 14'/i millioen
kan worden toegevoegd. Er wordt minder
op den Staatsdienst bespaard dan aan
nieuwe lasten der burgerij opgelegd.
De regeering is in haar taak om vóór
alles in de Staatsadministratie naar een
vermindering van uitgaven te streven, be
langrijk te kort geschoten."
„Thans zal dan de belastingschroef
sterker aangedraaid worden en tal van
artikelen zullen tengevolge van de be-
lastingvoorwaarden in prijs stijgen.
Er wordt dus toe medegewerkt de vraag
naar artikelen te doen afnemen, de af
zetmogelijkheid van de ondernemingen in
te krimpen en de werkgelegenheid te ver
minderen. Noodlottiger belasting voor het
Nederlandsche bedrijfsleven dan weelde-
verteringsbelasting. die bovendien heffin
gen voorstelt op artikelen, die in het ge
heel geen weeldekarakter dragen, is dan
ook niet denkbaar. Wij spreken den
wensch uit. dat de Kamer zal bevorderen,
dat dit ontwerp in den voorgedragen
vorm het Staatsblad niet bereikt."
Het heeft ons 'getfOTfen, zoo wordt ver
der gezegd, dat hét personeel in den
Staatsdienst andermaal voor een niet on
belangrijke verlaging van zijn salarissen
(pensioenkorting i in aanmerking wordt
gebracht, terwijl bij de gemeenten veelal
belangrijk hoogere traktementen worden
betaald. Het ziet er niet naar uit, dat bij
deze gemeenten neiging bestaat den weg
naar een algemeen lager uitgaven-niveau
in te slaan. Ook de salarieering van de
groep gemeente-arbeiders stelt zware
eischen.
Een summier onderzoek doet zien, dat
een vergelijking met hetgeen particuliere
ondernemers betalen, sterk ten gunste
van het gemeentepersoneel uitvalt, en dat
deze wanverhouding door de loondaling in
het particuliere bedrijf steeds grooter af
metingen gaat aannemen.
De hooge bezoldigingen oefenen een na-
deeligen invloed uit op het loonpeil van
de industrieele bedrijven, die toch reeds
door hooge belastingen en bijzondere hef
fingen (Zakelijke Bedrijfsbelasting Brand
verzekeringsbelasting, precariohef fingen)
in hun strijd om het bestaan uitermate
worden bemoeilijkt. Met groote ongerust
heid volgen wij het financieel beleid van
onze groote gemeenten en wij kunnen
den indruk niet van ons afzetten, dat zij
de haar bij Grondwet en Wet toegekende
autonomie op schromelijke wijze hebben
misbruikt. De landsregeering mag er niet
voor terugdeinzen de gemeentebesturen,
die niet goedschiks de tering naar de
nering wenschen te zetten, van hooger
hand tot haar taak te verplichten.
Een o. i. ongezonde verzwaring van de
gemeentefondsbelasting wordt voorgesteld.
Ons bestuur acht een dergelijke belasting-
verhooging onduldbaar, zoolang de Regee
ring de haar toegekende of alsnog toe te
kennen bevoegdheden niet aanwendt om
de uitgaven van in verzuim zijnde ge- i
meenten sterk te besnoeien.
Voorts is er in volstrekt onvoldoende
mate rekening gehouden met de rechts
figuur van de vennootschap onder firma.
Wat de heffing van 30 opcenten op de
Vermogensbelasting betreft, wordt gezegd,
dat reeds op deze belasting 55 opcenten
geheven worden ten behoeve van het lee-
ningfonds, 50 opcenten voor het gemeente
fonds, terwijl ook de meeste gemeenten in
vele gevallen nog 50 extra opcenten voor
haar eigen behoeften daaraan toevoegen.
Voorts heffen de provincies op de vermo
gensbelasting opcenten, gemiddeld voor
alle provincies op 20 gesteld. En wanneer
nu krachtens het voorstel van de regee
ring opnieuw 30 opcenten ten behoeve van
het gemeentefonds aan de vermogensbe
lasting wordt toegevoegd, zullen boven het
grondbedrag dier heffing in totaal 205
opcenten van den belastingschuldige wor
den geëischt.
Aan de Kamer wordt in overweging ge
geven met een dergelijke wijze van be
lastingheffing niet alleen niet verder
voort te gaan. maar er ook principieel
mede te breken.
Er wordt verder betoogd, dat het voor
stel tot verhóoging van den bieraccijns in
het bierbrouwersbedrijf en de daarmede
verwante bedrijven tot vermindering van
werkgelegenheid zal leiden.
Bij een tijdelijke belastingheffing zal
vóór alles rekening moeten worden ge
houden met de vraag zegt het Verbond,
of het inkomen in den loop der jaren
reeds vermindering heeft ondergaan.
Naast een belasting van inkomens, die
RECLAME.
S428
Koopt geon losie Aiplrin-tabletten, het kan minderwaardige en voor
de gezondheid idiadelijke namaak of waardelooze vervahdilng zijn. P
Aspirin-tabletfen worden alleen
in den handel gebracht er
Origineele oranjeband-buitjei ver
pakking van 2t tabletten a 70 cent
en de
door de Bayer-fabrieken
wel uitsluitend in:
origineele oranje-zakjes verpak
king van 2 tabletten to cent.
Alleen deze origineele ver
pakkingen van BAYER waar
borgen echtheid en zuiverheid.
Weigert namaak en losse tabletten.
de crisis nog betrekkelijk ongeschonden
doorkwamen, ligt het heffen van indirecte
belastingen, belastingen op kenteekenen
van nog behouden welstand, als het ware
voor de hand. Ook zij, In wier kring de
versoberingspolitiek der regeering weinig
geliefd is, kunnen, wordt gezegd, het oog
er niet voor sluiten, dat breede groepen
van de bevolking, welker inkomen nog
nauwelijks den terugslag van de tijden
ondervond, eerder dan andere voor het
brengen van een noodoffer in aanmerking
komen.
Een belastingpolitiek, die uitsluitend het
oog richt op de stelselmatige vernietiging
van de grootere inkomens sluit het oog
voor de groote sociale beteekenis, die de
daarmede verband houdende kapitalen
voor gansch het land hebben en zal op
den duur tot noodlottige gevolgen leiden.
Want te veel wordt uit het oog verloren,
besluit het adres, dat alle inkomens ten
slotte voortspruiten uit productieven ar
beid voor de gemeenschap en dat de pro
ductie-organen zichzelf uit de opbrengst
van het product moeten hernieuwen en
aanvullen. Wordt voor de goeddeels im
productieve uitgaven van de overheids
organen te sterk beslag gelegd op de uit
die productie gespaarde gelden, dan zal
het productie-apparaat zijn taak niet
meer naar behooren kunnen vervullen en
zal met name de groote groep van in die
bedrijven werkzame arbeider de noodlot
tige gevolgen daarvan ondervinden."
OLIE-STORTING UIT EEN VLIEGTUIG.
Proef van de Noord-Zuid-Hollandsche
Reddingsmaatschappij.
De secretaris van de Noord- en Zuid-
Hollandsche Reddingsmaatschappij. Mau-
ritskade 63. Amsterdam deelt het volgende
i mede:
Eergisteren hadden onder gunstige om-
j standigheden d.w.z. harde wind uit het
West-Noord-Westen en ruwe zee in het
Molengat bewesten het eiland Texel proef
nemingen plaats met het, door een vlieg
tuig van het vliegkamp „de Kooy". storten
van gofstillende olie op de zee. De Redding
maatschappij heeft deze olie in bussen van
5 liter inhoud aan boord van de groote
motor-reddingbooten. De bussen zijn zoo
danig bezwaard, dat zij zinken op den zee
bodem wanneer zij overboord worden ge
worpen. Voordat dit geschiedt worden zij
op eenvoudige wijze door duimdruk ge
opend. De olie stijgt nu omhoog en doet,
aan de oppervlakte gekomen, haar stillen
de werking. Zij blijft die uitoefenen zoo
lang zich olie in het blik bevindt. Worden
nu bovenstrooms van het gestrande schip
een aantal bussen met olie in het water
geworpen dan zullen deze geruimen tijd
dienst doen. Intusschen zal de motor-red
dingboot gelegenheid hebben haar redding
poging uit te voeren
De proef welke thans werd gehouden,
diende om na te gaan of. voor het in zee
werpen van bussen met olie. ook gebruik
zou kunnen worden gemaakt van een vlieg
tuig. hetwelk nuttig zou kunnen zijn in ge
val de motor-reddingboot de plaats waar
de olie In het water moet worden gegooid,
niet kan bereiken.
Het vliegtuig wierp een aantal bussen in
de branding bovenstrooms van de „Dorus
Rijkers", die het gestrande schip voor
stelde en van het dek der reddingboot was
de stillende werking van de olie goed te
zien. De sterke wind maakte dat het voor
deze proef een gunstige gelegenheid was.
Van de N.-en Z.-Holl. Reddingmij. was,
behalve de bemanning van de „Rorus
Rijkers" onder schipper C. Bot, de adj.-
secretaris H. Th. de Booy aanwezig, terwijl
de heer M. H. K. Franken mede aan boord
was in verband met de propaganda-film
welke voor de Reddingmaatschappij wordt
vervaardigd.
ECONOMISCHE SAMENWERKING MET
NED.-INDIE.
Aneta-Holland meldt
Tot lid der commissie van advies nopens
bevordering der economische samenwer
king tusschen Nederland en Ned.-Indië is
alsnog benoemd de heer E. D. van Walree,
oud-directeur van de Tweentsche Bank te
Amsterdam en oud-consul der Nederlan
den te Yokohama.
NEDERLANDSCH FABRIKAAT EN DE
AMSTERDAMSCHE VERKEERSSEINEN.
De electrische verkeersinstallatie op het
Leidscheplein te Amsterdam is geleverd
door een buitenlandsche firma. Dienaan
gaande heeft hoofdcommissaris Versteeg
op een hem gestelde vraag medegedeeld,
dat aan verschillende firma's in blnnen-
en buitenland prijsopgaven zijn gevraagd,
waarbij bleek, dat Heemaf te Hengelo ook
bij een tweede aanbieding, ongeveer twee
en een half maal zoo duur was als Sie
mens en Halske. Dit heeft bij de keuze den
doorslag gegeven. Bovendien is 70"/o van
de installatie in Nederland gemaakt. De
rest kon hier niet vervaardigd worden,
omdat voor die onderdeelen buitenland
sche patenten gelden.
DE EERSTE WEG UITSLUITEND VOOR
AUTOVERKEER.
Oplossing van een verkeersmocilijkheid
in Overijssel.
Naar het Deventer Dagblad verneemt,
is tusschen het rijkswegenfonds en de
J directie der Twentekanalen een overeen-
komst gesloten, betreffende den aanleg
i van een weg, uitsluitend bestemd voor
auto's en voor een weg, bestemd voor ge
mengd verkeer, in Overijssel, in de omge
ving van Diepenheim en Goor.
De rijksweg Lochem-Diepenheim-Goor
gaat van Lochem af parallel met het ka-
naai tot dicht bij Diepenheim, waar de
rijksweg rechts af buigt, door Diepenheim
heen, waar nauwe straten met gevaarlijke
i hoeken even zoovele verkeersbelemmerin-
gen zijn.
Het ligt nu in de bedoeling, om een weg,
uitsluitend bestemd voor het snelverkeer,
aan te leggen vanaf enkele kilometers ten
Westen van Diepenheim langs het Twente
kanaal en dan onder de brug door in den
bestaanden rijksstraatweg naar Goor bij
het Weldam Weldammerbrug) zoodat 't
snelverkeer ook niet meer zooals tot dus
ver door Goor heen gaat, doch ten Zuid-
Oosten daarvan waamede men de gevaar
lijke passage door Goor vermijdt. Het laat
ste stuk van den weg in de richting Del
den, om Goor heen, kan voor gemengd
verkeer dienen.
Deze oplossing van de verkeersmoeilijk-
heid is mogelijk geworden door aankoop
van zeer goedkoope gronden langs het
kanaaltracé en door het beschikbaar ko
men van uit het kanaalpand te graven
specie, te gebruiken voor de zeer breede
aardebaan van den autoweg.
Aldus zal de eerste weg in ons land, uit
sluitend bestemd voor automobielverkeer,
in Overijssel worden aangelegd, twee ge
meenten geheel ontlastend van een ter
plaatse en voor het verkeer veel gevaar
opleverend snelverkeer.
DE BEGROOTING VAN CURACAO.
De Koningin keurt de voorloopig
vastgestelde begrooting niet goed.
Bij de Tweede Kamer is een missive in
gekomen van den minister van koloniën,
houdende mededeeling. dat de Koningin de
door den gouverneur van Curacao voorloo
pig vastgestelde Curagaosche begrooting
voor 1933, zoodanig als deze door den Ko
lonialen Raad aangenomen Is, niet goed
keurt. Eerlang mag een wetsontwerp ter
vaststelling van die begrooting worden te
gemoet gezien.
De .,N.R.Ct." meldt nog het volgende:
Ter toelichting van bovenstaand bericht
diene dat de Koloniale Raad van Curacao
zich niet had vereenigd met de door den
gouverneur noodzakelijk geachte, in de
voorloopise begrooting verwerkte bezuini
gingsmaatregelen van verschillenden aard.
Het regeeringsreglement van Curacao voor
ziet in een dergelijk geval van conflict
tusschen gouverneur en Kolonialen Raad
door vaststelling van de definitieve begroo
ting bij de wet. Wij herinneren er aan dat
het rapport-Weiter ook Curacao in de be
zuiniging betrekt en voor 1933/1934 voor
dit gebiedsdeel een bezuiniging van ruim
4 ton heeft aanbevolen. Dat het gouverne
ment van Curacao de noodzaak van straffe
bezuiniging in de laatste maanden steeds
meer is gaan inzien, kon nog kort geleden
blijken uit de indiening van een gewijzig
de suppletoire begrooting waardoor deze
met niet minder dan 3 ton werd vermin
derd. De gouverneur motiveerde deze wij
ziging der verminderde opbrengst der mid
delen vooral met het sterke terugloopen
van de accijns op gedistilleerd Bij deze ge
legenheid heeft de gouverneur tegelijk
voorstellen aangekondigd tot opvoering van
de middelen door een tijdelijk bijzonder in
voerrecht op benzine en opvoering van de
loodsgelden De gevraagde middelen zou
den. deelde de gouverneur mede. met de
bezuinigingen die ook voor 1933 zullen
worden doorgevoerd, tevens kunnen dienen
om de begrooting in 1933 sluitend te ma
ken. indien de opbrengst der middelen nog
verder zou dalen.
GOUVERNEUR RUTGERS MET VERLOF.
Aneta-Holland meldt:
De minister van koloniën maakt bekend,
dat blijkens telegrafisch bericht de gou
verneur van Suriname, de heer dr. A. A.
L. Rutgers, den 13en dezer evengenoemd
gewest met verlof naar Europa heeft ver
laten en dat diens tijdelijke vervanger,
de ondervoorzitter van den Raad van Be
stuur, de heer mr. dr. F. L. J. van Haaren,
daarop het bestuur van Suriname heeft
aanvaard.
VERSPREIDE BERICHTEN.
Te Rotterdam is overleden de genees
heer-directeur van het Sophia-Kinderzie-
kenhuis dr L. B. de Monchy. De overledene
is 59 jaar oud geworden.
Te 's-Gravenhage is opgericht de Ne
derlandsche Bond voor strafrecht die be
oogt een band te leggen tusschen organi
saties en personen, die op het gebied van
het strafrecht, in den ruimsten zin, werk
zaam zijn.