BelgiëHolland - - Treinbotsing te 's-Hertogenbosch »le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. De gevolgen van een Operatie BERGER WINT VAN JONATH - op de 200 meter tijdens athletiek- HET KOPEREN JUBILEUM VAN BURGEMEESTER KEIZER VAN STOMPWIJK-VEUR. Tijdens de huldiging. In het midden de wedstrijden te Parijs. heer en mevrouw Keizer. ik morgenochtend om 'n uur of negen me dadelijk met den secretaris-generaal in verbinding stellen, en hem nog eens goed duidelijk maken, dat Lugt, enfin, niet heelemaal toerekenbaar is. En ik zei u al, dat we over u gesproken hebben, ik zal hem zeggen ,dat u naar hem toe is, om te zien hoe 't ermee staat; en hem dan meteen moeten voorbereiden, dat het nog wel even duren kan, voor hij antwoord krijgt. En ja, meneer Bender, dan moet u maar met overleg handelen naar omstandigheden. Hoe dat met zijn verantwoording moet gaan; of hij zélf een geschikten brief kan schrijven; wat voor Invloed u en mevrouw op den inhoud van dien brief kunt hebben Enfin, ik zou niet graag verder in détails raad willen geven mééntvroeg Kees. Ik meen niets," antwoordde de dok ter resoluut. „Neen. neen, werkelijk Het wordt zoo'n gecompliceerd geval, dat Ik soms denk: hij moest maarNee, nog eens: ik weet van zijn omstandighe den. zijn financieele omstandigheden meen ik nu. niet genoeg. En... ik ben al wel wat héél ver buiten mijn zuiver medische bemoeiingen gekomen. U is een vriend van meneer Lugt, nietwaar." Hij legde een kleinen nadruk op „meneer". U moet maar zien, wat voor hen beiden het beste is." Kees was al opgestaan. „Ik zal mijn tijd noodig hebben," zei hij. „Mag ik even een taxi opbellen?" Vijf minuten later reed hij naar zijn hotel, maakt zijn koffertje gereed, en pakte den trein van elf uur naar Ant werpen. Hem snelde vooruit een telegram van dr. Marelman: „Bender is op weg naar u toe. Wacht nog met brief aan mi nisterie." Aan het station te Florence werd Kees, die zijn komst nader telegrafisch had aangekondigd, in den vroegen morgen af gehaald door Clara. Het was een ontmoe ting van twee afgematte menschen, maar die opfleurden toen ze elkander zagen; zij, omdat ze nu den zoo Innig ontbeerden steun en raad zag naderen; hij, omdat hij was bij wie hij zoo innig graag helpen wou, en wier ontreddering hij raadde. Laten we hier eerst even aan 't sta tion een kopje koffie drinken," zei hij, terwijl hij met weedom zag, hoe groot haar oogen stonden in het vermagerd ge zicht. Als je niet te moe bent van de reis". Kind, zei hij, terwijl zijn blik haar met verteedering en meelijden omvatte, „denk heusch maar niet zoo moederlijk aan mij. Ik geloof, dat jij meer behoefte hebt aan rust dan ik." t Ja, ik voel me wel moe," zei ze. En het kwam haar voor, dat ze nu voor 't eerst voelde, hoé moe ze was. Maar meteen richtte ze zich weer krachtiger overeind, en zwijgend liepen ze naast el kaar het perron langs, de controle door, en gingen in een waranda in de schaduw zitten. Hij bestelde koffie; wachtte tot de kellner weg was, wachtte toen nog, tot zij zou beginnen te spreken. Ik ben erg blij, dat je gekomen bent om me.om ons te helpen," zei ze dank baar. Het is een heele reis voor je ge weest." Och, dat is niets. Vertel nu eens: hoe is het met hem." 't Is erg moeilijk," zei ze. „Sinds dat telegram van 't Ministerie gekomen is, is het ontzettend moeilijk. Hij piekert; hij zit voortdurend voor dingen, die hij niet begrijpt. O, en je weet niet, hoe vroolijk en gelukkig hij juist die laatste weken op reis was. Zoo, als ik hem nooit gekend heb. Zoo echt frank en vrij en genietend van het leven, als een jongen. Maar nu is 't ineens uit. Hij heeft ook al een keer of vier weer zoo'n crisis gehad. En ik weet niet meer wat ik zeggen en wat ik zwij gen moet." Ze staarde voor zich uit over het fel- zonnige plein. Het is goed. dat jij me alléén bent komen halen, Clara," zei Kees. „Nu kun nen we elkaar eerst eens even op de hoogte brengen." Het ging erg makkelijk," antwoordde ze triestig. „Ik ben moé van al het draaien en verdraaien dag in dag uit; dat nóódig is, om hem nog een béétje in evenwicht te houden. Ja. ik lieg nu de dubbele por tieMaar nu. juist omdat ik niets meer wist te verzinnen, zei ik maar gewoon: „Ik ga Kees halen; blijf jij nu rustig thuis." En hij knikte alleen maar. Hij geeft 't maar over; dien indruk krijg ik. Hij wil maar niet meer vragen, niet meer probeeren te begrijpen, wat er nu alle maal om hem en met hem gebeurt Als we nu eenvoudig maar den knoop kon den doorhakken en ontslag vragen, dat zou een verlossing wezen...." Kan dat niet?" Och, alles kan per slot van reke ning, als 't moet. Maar we zouden van wat we bezitten, héél armpjes moeten leven. En dan nog, bezitten we dat beetje over een jaar, over 'n paar maan den nog? Nee, Kees als ontslag de eenige mogelijkheid is, dan moeten, en dan zullen we ons er door slaan; en dan zou 't toch wegens gezondheidsredenen zijn, dus dan hadden we wat pensioen. Als hij zelf ontslag neemt, is dat ook weg. Nee, nee, de kinderen maken dat ook al onmogelijk. We moeten volhouden en vechten zoolang als we kunnen; en dan: 't is toch maar een tijdelijke kwestie; wie weet, hoe gauw hij weer beter is, hè? Is 't niet? Dat zegt de dokter toch ook?" Zeker. Hij wórdt beter. Maar 't kan wel nog 'n maand of wat duren Nu, luister nu eens, Kees. We heb ben een telegram gekregen, dat hij zich moet verantwoorden over die Straatburg- sche geschiedenis; enfin je weet daar één-en-ander van. En een brief er achter aan, van zijn chef, waarin hij „zijn ver wondering uitspreekt", enfin, en derge lijke termen, echt in den ijzigen ambtelij ken stijl, waar Henri niets van begrijpt. „Ik begrijp niet, dat hij zoo verwonderd is," zegt hij dan. En zoo leest hij zoo'n heelen brief. Maar leder ander die hem leest, voelt wel het harde dreigen dat er in zit. Hier is hij," (Wordt vervolgd). Holland wint van Links een aanval van Bonsema op het Belgische doel. Hollandsche spelers België met 32. Rechts: nog een aanval op het Belgische 'doel. Een 'der maakt een buiteling. INTERN ATI ON AAL KAPCONCOURS IN DEN ÜAAGSCHEN DIERENTUIN. Tijdens den wedstrijd in modern kappen met ijzerondulatie. Er was een poos van zwijgen. Toen zeide dr. Marelman: Nu moeten we dus tot een besluit komen." Ik ga er heen," zei Kees. Ik geloof nu ook," zei de dokter, „dat persoonlijk overleg absoluut noodig is. We weten er zoo uit de verte te weinig van.... Heeft Lugt zelf dat telgram al in handen, of Wacht zijn vrouw nog met 't hem te geven?. Ja, en hem terug te laten komen, dat acht ik óók allemachtig ge vaarlijk. Nee, nee, dat moet niet. Hij moet niet in direct contact komen met 't mi nisterie Hebt u een spoorboekje hier met de internationale verbindingen?" De emotioneele haast ontging den dok ter weer niet. Hij reikte naar zijn schrijf- j gaf Kees bet boekje, waarin deze dadelijk met snelle aandacht ging zitten zoeken. Intusschen dacht de ander na. Er gaat om elf uur nog een trein naar Antwerpen. Dan kan ik morgenoch tend om vijf uur naar Brussel. En van daar om half acht naar Bazel en zoo -yer?er. Om tien uur 's avonds kan ik dan te Milaan zijn." De dokter knikte zwijgend. „En dan zal Hevige treinbotsing te 's-Hertogenbosch. Op het stationsemplace ment liep een goederen trein op eenige losge raakte goederenwagens. De schade was groot. Oorspronkelijke roman door Jan Walch. 19)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5