L
stadsnieuws.
buitenland.
73,te Jaarsrang
VRIJDAG 14 OCTOBER 1932
No. 22260
eerste blad.
0FFIC1EELE KENNISGEVING
PARLEMENTAIR OVERZICHT
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cts. ner regel voor advertentlën uit Lelden en plaateen
waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn Voor alle
andere advertentlën 35 Cts per regel Kleine Advertentlën
uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:]
Voor Lelden per 3 maanden t. 2.35; per week t. 0.18
Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post 1.2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit ZES bladen
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat zij, uit
sluitend ten aanizen van den door de Ver-
eenlglng „Christelijke Jeugdhulp" op 18,.
19 20 en 21 October a.s., In het gebouw
TPt Nut van 't Algemeen", aan het Steen-
«chuur No. 21, alhier, te houden bazaar, tot
u uur des avonds ontheffing hebben ver
leend van het sluitingsuur voor winkels.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Burgemeester.
VAN STRLIEN, Secretaris.
aai
DE WETENSCHAP DES GELOOFS.
PROF. ZAAIJER ZAL AFTREDEN ALS
RECTOR-MAGNIFICUS.
In verband met het bericht, dat prof.
laaijer, om gezondheidsredenen ontslag als
Rector-Magnificus heeft aangevraagd, kun
nsn wij mededeelen, dat de hoogleeraar
fiezer dagen zijn colleges heeft hervat.
Echter is gebleken, dat de combinatie van
de waardigheid van Rector-Magnificus met
de thans te Leiden in verband met de
overbrenging van de chirurgische kliniek
iijzonder omvangrijken werkkring van
pioogleeraar in de chirurgie te groote
fcischen aan den functionaris stelt.
DR. C. MEULEMAN. f
Onder zeer groote belangstelling heeft
jsterochtend de begrafenis plaats gehad
van dr. Cl. Meuleman. in leven directeur
van de Vroedvrouwenschool te Heerlen.
;Van de geestelijke en wereldlijke autoritei
pen waren aanwezig prof. Groenen uit
Warmond; mgr. dr. Poels en dr. Van Gils,
bisschoppelijk inspecteur van het bijzon
der onderwijs. De minister van binnen-
landsche zaken was vertegenwoordigd door
mr. Litaert Peerbolte, directeur-generaal
pan de volksgezondheid. Verder was nog
[aanwezig prof. Aalberse mr. Dumoulin.
oud-president van de Maastrichtsche recht
[bank. oud-minister mr. Waszink jhr. G.
'Ruys de Beerenbrouck, voorzitter van het
Liir.burgsche Groene Kruis.
Op verzoek van den overledene werd aan
hei graf niet gesproken.
COLLECTE ROODE KRUIS.
Ten bate van vredesdoeleinden.
Morgen zal te dezer stede een collecte
worden gehouden vanwege het Roode Kruis
De opbrengst zal geheel en al voor vredes
doeleinden worden aangewend, zij komt
o.a. ten goede aan stichtingen als de Zon
nestraal e.d.
Een van de belangrijke werkzaamheden
van het Roode Kruis bestaat tegenwoordig
ook uit het opstellen en onderhouden van
hmpposten bij autoongevallen langs de
F groot? wegen.
Wij bevelen deze collecte, die aan zoo
vele Instellingen, welke in ernstige mate
de gevolgen van de crisis ondervinden, ten
goede zal komen in de warme belangstel
ling van de ingezetenen aan.
VOOR DE LAATKOMERS.
Wanneer 10 reizigers of meer van trein
578 UtrechtLeiden te Leiden de aan
sluiting op den laatsten trein naar Haar-
J ism en Amsterdam missen, zal vanaf Lei
den ten dienste dezer reizigers een extra
trein naar Haarlem en Amsterdam loopen.
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Wijziging:
F. p. van Dijk, Breestraat 36, Leiden.
Handel in galanterieën en- porcelein. Ves
tiging filiaal: Galgewater 16 Leiden, onder-
«fü naam: I-V.A. llndustrieelen Verkoops-
Afdeeling) engrosmagazijn. Procuratie
houdster: Mej. J. Oostveen, Leiden.
Onze stadgenooten de heeren S. de
van Loon en w- Wind. zijn te
Ml. de,burg geslaagd voor het examen voor
waterbouwkundig opzichter.
De politie alhier heeft den 16-jarigen
j' aangehouden die zich ln een Amster->
oamscne school had misdragen en darrem
nu naar huis durfde te gaan.
.Stcrt." NO. 199 bevat de statu-
n betreffende de N.V. Verzekeringsmij.
i.V ooruit alhier.
d?7 V' Z°ndag hoopt Chr. van Venetiën
iubilenSF wf®. h?trdenkon van zijn 50-larig
J. hij de N.V. Leidsche Broodfabriek
Maandag zal dit feit herdacht worden.
tief belang, dat de andere wetenschappen
hebben bij de theologie juist als weten
schap des geloofs. Zij handhaaft het goed
recht van het geloof, dat ook de andere
wetenschappen immers niet konden mis
sen, de bereikbaarheid der waarheid en
de eenheid der wetenschap. Het is de
theologie, die de andere wetenschappen
leidt tot haar laatste bestemming: de
verheerlijking van den Schepper.
Met de gebruikelijke toespraken wordt
de rede besloten.
Prof. dr. F. W. A. Korff.
In tegenwoordigheid van curatoren,
hoogleeraren, lectoren, privaat-docenten
en studenteji heeft hedenmiddag prof. dr.
F. W. A. Korff, benoemd tot opvolger van
prof. dr. H. M. van Nes tot kerkelijk hoog
leeraar aan de Leidsche Universiteit, dit
ambt aanvaard met het uitspreken van
een rede, waaraan het volgende is ont
leend.
Spreker gewaagt van den schroom, die
hem vervult, nu hij midden in de crisis
dezer dagen het ambt als kerkelijk hoog
leeraar aanvaardt. Ook de Kerk is immers
bij die crisis betrokken; voor zoover zij
waarachtig Kerk is, draajgt zij de crisis als
een oordeel van God. Evenwel, hij aan
vaardt de hem opgegeven opdracht en
spreekt daarmede uit, dat de zaak der
Kerk naar zijn meening geenszins een
verloren zaak is. Juist in de tegenwoor
dige situatie kan het ware karakter der
Kerk als draagster van het Christelijk
geloof des te duidelijker aan den dag
treden. Alles, wat de Kerk doet, staat in
betrekking tot het geloof, en het is ook
ter wille van het geloof, dat zij haar die
naar naar de Universiteit zendt, opdat hij
nl. daar te midden van de andere weten
schappen de wetenschap des geloofs zal
beoefenen.
Het schijnt dat door deze qualificatie de
theologie tegenover die andere weten
schappen in een hachelijke situatie ge
raakt. Kan een „wetenschap des geloofs"
wel met recht op den naam van weten
schap aanspraak maken? Op verschillende
wijzen heeft men getracht dit conflict op
te lossen, nu eens door de poging om in
de theologie het „geloof" door weten te
vervangen, dan weer door de theologie te
maken tot een wetenschap over het ge
loof, over het religieus leven in het alge
meen, tot godsdienstwetenschap dus. Deze
oplossingen, die beide aan het geloofs-
karakter der theologie afbreuk doen, zijn
juist daarom ook beide af te wijzen.
Veeleer moet in het licht worden gesteld,
dat dit geloofskarakter ook bij de andere
wetenschappen nooit geheel ontbreekt,
aangezien het „zuiver" wetenschappelijke,
het louter theoretische element er voort
durend wordt gekruist door een gansch
ander, atheoretisch bestanddeel. Hier
mede is uit het zooeven genoemde conflict
de scherpste prikkel weggenomen.
Is derhalve ook bij de andere weten
schappen sprake van „geloof", dit neemt
niet weg, dat dit woord in de theologie
in zeer speciale beteekenis wordt gebezigd.
De theologie weet van een openbaring
Gods, door welke het geloof in den eigen
lijken zin van het woord eerst wordt ge
wekt. Geloof en openbaring staan dien
tengevolge in een zeer nauw, correlatief
verband: het geloof is niet te denken bui
ten zijn verhouding tot de openbaring, de
openbaring wordt als zoodanig alleen
gekend door het geloof. Even goed als
wetenschap des geloofs kan de theologie
dan ook wetenschap der openbaring hee-
ten. Het gevaar voor de theologie is, dat
zij op één dezer beide factoren, op het
spbjectieve of op het objectieve, eenzijdig
den nadruk legt. Is de theologie sinds
Schleiermacher herhaaldelijk in de eerste
fout vervallen, de dialectische theologie
onzer dagen blijft niet vrij van de tweede
eenzijdigheid.
Waarom nu stelt de Kerk prijs op de
beoefening van deze wetenschap des ge
loofs? Welke taak heeft m.a.w. het we
tenschappelijk denken ten aanzien van
het geloof? Dit wordt inzonderheid aan
gewezen met betrekking tot de dogmatiek,
bij welk vak we immers in het centrum
der theologie zijn. Naar haar arbeid
vraagt in de eerste plaats het geloof zelf,
dat noodzakelijkerwijze zoekt naar de
meest geschikte verstandelijke formulee
ring van zijn inhoud. In de tweede plaats
is de dogmatiek noodig met het oog op de
prediking, voor welke zij de normen moet
aangeven. Eindelijk is aan den arbeid der
dogmatiek behoefte ter wille van de uit
eenzetting met andere stroomingen en
beschouwingen.
Is dus de theologie onmisbaar voor de
Kerk, niet minder is omgekeerd de Kerk
onmisbaar voor de theologie. Zij is het
subject der theologie, met name der dog
matiek. Niet in strijd hiermede is het
kritisch karakter der dogmatiek dat haar
al het vroeger bereikte telkens van voren
af aan in den smeltkroes doet wrpen.
Ten slotte wordt gewezen op het posl-
CHR. HISTORISCHE UNIE.
Rede van den heer Snoeck Henkemans.
Gisterenavond hield de afd. Leiden van
de Chr. Hist. Unie in het Gebouw Predi
ker een ledenvergadering, die druk be
zocht was.
De voorzitter, de heer J. C. B. Hüner
sprak, na opening en lezing van een ge
deelte van Hebr. 12 een kort openings
woord, waarin hij inzonderheid den heer
J. R. Snoeck Henkemans, lid der Tweede
Kamer, hartelijk welkom heette en voorts
wees op de moeilijke tijden die de regee
ring doormaakt om hierna direct het
woord te geven aan den heer Snoek Hen
kemans, die het onderwerp zou behande
len: Regeeringsplannen in verband met
de crisis.
Spr. begon met de medeeling, dat hij in
verband met het onderzoek in de afdee-
lingen van de begrooting zijn onderwerp
eenigszins wilde wijzigen en zou spreken
over: De Regeeringshouding ten aanzien
van de crisis. Spr. toonde aan, dat er be
halve een economische crisis ook een po
litieke crisis is in zooverre, dat er iets
werkt om iets anders te krijgen. We zien
een crisis waarbij de grondbeginselen wor
den aangetast.
Spr. behandelt dan eerst de economische
crisis. Een feit is het dat er groote econo
mische moeilijkheden zijn; een van de
eerste verschijnselen hiervan is, dat de
landbouwproducten sterk in waarde da
len. Ook openbaart zich door de gansche
wereld en dan vooral in de steden de
toenemende werkloosheid. Er worden wel
menschen gevonden, die werken willen,
maar er is geen werk te vinden. Dit zijn
twee groote moeilijkheden, die om hulp
roepen, waarbij zich dan nog voegen de
moeilijkheden aan de grens, hooge rech
ten .invoerverboden, contingenteering en
de daling van de regeeringsmiddelen. Door
al deze moeilijkheden staat de regeering
voor groote vraagstukken. Men kan, aldus
sor. makkelijk critiseereh, maar de man,
die hiervoor gesteld wordt en een duide-
lijken klaren weg kan wijzen, moet nog
geboren worden. De regeering heeft ech
ter getracht op de meest ernstigste pun
ten in te grijDen Het is echter voor de
regeering onmogelijk onder deze omstan
digheden een vaste lijn te volgen. Eiken
dag is zij afhankelijk van de maatregelen
van naburige regeeringen. Spr. wijst dan
nogmaals uitvoerig op de grootste twee
moeilijkheden waarvoor de regeering zich
geplaatst ziet, t.w. de dreigende onder
gang van een groot deel van den boeren
stand en de toenemende werkloosheid in
de steden. Ten opzichte van de maatrege
len die de regeering hiertegen genomen
heeft zegt spr. dat zij een kloeke houding
heeft aangenomen.
Vervolgens staat spr. stil bij de autar-
l chie, een beweging die zich den laatsten
tijd onder de volken in hevige mate open
baart. Spr. gelooft, dat wij, als chr. histo-
rischen ons hiertegen hebben te verzetten.
Hij ziet het als een kwaad wanneer de vol
ken zich gaan ontwikkelen alleen met het
oog op zichzelf. Het is een streven in strijd
met wat God aan ons vraagt, n.l. te trach
ten met elkaar het beste te bereiken.
Maarde regeering heeft ook hier met
de feiten te rekenen. Wij daarentegen zul
len met de daad hebben te toonen, dat het
volk dezen weg liever niet op wil en trach
ten te bevorderen, dat het Nederlandsche
volk zich vrij op de handels- en indus-
trieeie markt kan blijven bewegen.
Door al deze maatregelen, aldus spr. tot
zijn vierde punt komende, kwam de re
geering tenslotte voor geldgebrek te staan.
Een tekort van f. 147 millioen waarvan
f. 125 millioen door verschillende bezuini
gingen en heffingen is gedekt. Een twee
tal van deze bezuinigingen, waartegen
volgens spr. nog wel groote bezwaren ln de
Kamer zullen rijzen, wordt door hem be
handeld, t.w. de stopzetting van de inpol
dering van de Zuiderzee en de verminde
ring van het aantal rechtbanken en kan
tongerechten. Vooral bij het eerste punt
staat spr. uitvoerig stil en behandelt hij
zoowel de voor- als nadeelen terwijl hij
bij de nieuwe heffingen wijst op het
groote bezwaar dat in de Kamer gerezen
is tegen de heffing van de 30 opcenten op
de invoerrechten.
Vooral in deze tijden van zwaren druk
is het voor de volksvertegenwoordiging
moeilijk de regeering te controleeren en
tevens te steunen daar het niet uitgeslo
ten is dat zij eens met elkaar ln botsing
zullen komen.
De regeering wil en zal niet regeeren
door geweld maar door het scheppen van
een band tusschen regeering en volk.
Wij. Chr. Historischen mogen met
eenige voldoening zeggen, dat wij den
julsten weg weer hebben gewezen. Wij
wenschen de verantwoordelijkheid op de
regeering te laten, maar gebaseerd op
hetgeen er onder ons volk wordt ge-
wenscht en geopenbaard.
In zijn slotwoord wijst spr. op hetgeen
het Nederlandsche volk van de Chr. His
torischen heeft te verwachten. Vooral in
dezen tijd is voor de C. H. een gewichtige
taak voor ons volksleven weggelegd. Ook
tegen twee opkomende verschijnselen van
TWEEDE KAMER.
RIJKS-KLINIEKEN.
De Kamer is met haar openbare najaars
programma begonnen. Natuurlijk vormt de
rijksbegrooting daarvan de hoofdschotel.
Maar er gaat. als hors d'oeuvre. het een
en ander aan vooraf
Een kleine schermutseling had plaats bij
het verslag der commissie inzake een brief
wisseling. gevoerd tusschen den Minister
van Onderwijs en de Rekenkamer, over het
beheer der universiteits-klinieken te
Utrecht. Mej. Groeneweg. en de heeren Tl-
lanus. Van Wijnbergen en Vliegen namen
er aan deel. zelfs dreigde er een oogenblik
een amendement, maar nadat de Minister
een bevredigende toezegging had gedaan,
betreffende de positie van het personeel
I aan en de controle over de klinieken, was
de zaak ln orde.
BEHEER OVER WEGEN.
Iets langer werd er gedebatteerd over het
i wetsontwerp inzake het vaststellen van een
j regeüng betreffende het beheer over aan
anderen toebehoorende wegen (provincies,
gemeente, waterschappen l.
Hierbij heeft de heer Boogaerts, namens
de Commissie van Rapporteurs, eenige
l amendementen verdedigd strekkende om
de bepalingen betreffende het overbren
gen en overnemen van wegen ln verband
te brengen met de bepalingen van 't Rijks
wegenplan. Ofschoon de Minister van Wa-
terstaat de amendementen overbodig acht-
te, hetgeen door de heeren Bongaerts, Van
der Bilt. v. Voorst tot Voorst, Van Braam-
I beek en Ketelaar werd betwist, nam de
Kamer het eerste amendement met 53/22
stemmen en het andere zonder stemming
aan.
Ook het ontwerp werd goedgekeurd.
GEDWONGEN OF VERPLICHTE
ARBEID.
Het derde wetsontwerp, waarover gede
batteerd werd, was dat tot goedkeuring
van het ontwerp-Verdrag van Genève be-
i treffende den gedwongen of verplichten
arbeid.
I De heeren Craiher en Joekes hebben be
toogd. dat aanneming van dit ontwerp aan
beveling verdiende. Eerstgenoemde be
schouwde het als een stap ln de goede
richting, tot beteugeling van allerlei mis
standen op dit gebied in de koloniën en
de heer Joekes sprak in denzelfden geest,
al erkende hij dat er inzake de heeren
diensten al verbetering te bespeuren viel.
Maar de heer Beumer vond het ontwerp
onnoodig en overbodig; hij stelde zich op
het standpunt, dat de Regeering ook zon
der deze conventie wel weet wat haar ver
plichtingen in Didië zijn. De Minister van
Koloniën scheen ook meer of meer op dit
standpunt te staan, maar vreesde toch dat
het Verdrag voor verschillende landen ver
betering brengt en daarom ook wel door
Nederland kon worden aanvaard.
Het ontwerp is tenslottte met 51 tegen
15 stemmen aangenomen.
OPHEFFING AMSTERDAMSCHE
VROEDVROUWENSCHOOL.
Tenslotte heeft ln de vergadering van
Donderdag mevr. De Vries—Brums geïn
terpelleerd over de bekende en veelbespro
ken kwestie van de opheffing der Rijks-
vroedvrouwenschool te Amsterdam en
daaromtrent vragen gesteld.
Minister Ruys de Beerenbrouck zette de
zaak uiteen. Al jaren lang heeft men
zoo zeide hij aan de opheffing van één
der scholen gedacht, want het aantal vroed
vrouwen, dat de gezamenlijke scholen op
leveren, was te groot. Thans is de school
te Amsterdam voor opheffing in aanmer
king gekomen, omdat die minder in een
behoefte voorziet dan de school te Rotter
dam. De toestand van 's lands financiën
liet niet toe, te wachten tot de Staten-
Generaal zich zouden hebben uitgespro
ken. want dan had de opheffing pas na
een jaar kunnen geschieden. In dezen tijd
kan een overbodige school niet behouden
blijven, maar als de gemeente Amster
dam, die allereerst bij de zaak belang heeft
met bepaalde voorstellen komt. zal de Mi
nister die gaarne overwegen.
Nu:
Natuurlijk was mevr. De VriesBruins
niet voldaan. Welke interpellant is dat
wel? Mevr. Bakker—Nort sprak de hoop
uit. dat de school door samenwerking tus
schen gemeente en Rijk alsnog behouden
zou kunnen blijven en de heer Goseling
sprak in denzelfden geest: Rijk, Gemeente
en Provincie moeten hier gezamenlijk een
oplossing brengen, meende hij.
De vergadering werd hierna verdaagd.
HAGENAAR.
den tegenwoordigen tijd zullen wij ons
hebben te verzetten en wel tegen het nat.
socialisme en fascisme Ook dienen wij er
voor te waken dat de economische nood
ons volk niet doet verstompen van de
geestelijke goederen. Er zal moeten zijn
een groote geestelijke kracht in ons volk,
een weg, die ons wijst de terugkeer en het
behoud aan Gods geboden.
Op deze rede volgde een hartelijk ap
plaus. waarna de voorzitter als tolk van
de vergadering den heer Snoeck Henke
mans bedankte voor zijn uiteenzetting
van dit hoogst belangrijke onderwerp.
Een geanimeerde discussie volgde op
deze rede, waarin de referent gelegenheid
vond nog nader op eenige quaesties in te
gaan.
Ds. Groot Enzerink sloot op verzoek van
den voorzitter de vergadering met dank
gebed.
BINNENLAND.
Inaugureele rede van prof. dr. F. W. A.
Korff (Stadsnieuws, le Blad.)
De Prins van Wales in ons land; enorme
publieke belangstelling te Den Haag; een
soirée in het gebouw der Engclsche legatie
(3e Blad.)
Het visscherijbedrijf te IJmuiden; de
regeering wil den toestand nog even aan
zien. (Binnenland; 3e Blad.)
De regeering treft maatregelen tegen
de benadeeling van Nederland's vischcon-
tingent in Frankrijk (Binnenland, 3e BI.)
Goedkoope margarine wordt voorloopig
alleen verstrekt aan behoeftige gezinnen
met vijf of meer kinderen. (Binnenland,
3e Blad.)
Het Chr. Nationaal Vakverbond pleit
voor de instelling van bcdrijfsraden. (Bin
nenland, 3e Blad.)
Wettelijke regeling gevraagd van den
diensttijd van chauffeurs. (Binnenland,
3e Blad.)
De crematie van wijlen dr. J. W. Yzer-
man. (Binnenland, 3e Blad.)
Ons parlementair overzicht, (le Blad.)
Nogmaals: de prijsverhooging van rauwe
reuzel. (Land- en Tuinbouw, 2e Blad.)
Mevr. PhilipsenBraun in Nederland
terug; zij zal in twee jaar niet mogen
zwemmen; een injectie de oorzaak harer
ziekte? (Sport, le Blad.)
BUITENLAND.
Herriot's bezoek aan Londen. (Buitenl.,
le Blad.)
Salarisverlaging voor de Volkenbonds-
ambtcnaren (Buitehl., le Blad.)
Voortzetting van het proces Pruisen
contra het Duitsche rijk. (Buitenl. en TeL
le Blad.)
Weer een bloedige botsing op de Phi-
lippijnen. (Buitenl. Gemengd, 2e Blad.)
DE ALGEMEENE TOESTAND.
Herriot te Londen. - Volkenbonds
salarissen.
Het officleele communiqué, dat is ult-
1 gegeven na afloop der Fransch-Britsche
besprekingen, welke gisterochtend plaats
j hadden, zegt alleen het volgende:
Vanochtend hadden niet-formeele be-
sprekingen plaats in Downingstreet tus-
schen de eerste minister Mc Donald en
1 Herriot en John Simon benevens den
Franschen ambassadeur over de moeilijk
heden, welke zijn gerezen met betrekking
tot een nieuwe verdere ontwapening. De
besprekingen zullen dezen namiddag om
16.30 worden voortgezet.
Later volgde daarop volgend commu-
niqué:
„De besprekingen zijn dezen middag
voortgezet tot 18.30 u. en zullen morgen
om 10 uur hervat worden."
In bevoegde Britsche kringen zet men
uiteen, dat het doel der besprekingen is
om te trachten de oorzaken weg te ne
men van de impasse, waarin de onder
handelingen over de ontwapening te Ge
nève geraakt zijn en dat men niet mag
hopen dit te bereiken, voor er een ge-
dachtenwisseling van aangezicht tot aan
gezicht tusschen de betrokken regeeringen
heeft plaats gehad. Het doel, dat men
voor oogen heeft, is om den verderen
arbeid der ontwapeningsconferentie moge
lijk te maken.
De bijeenkomst van gisteren heeft aan
beide partijen gelegenheid geboden kennis
te nemen van elkanders gedachten en
heeft het wederzljdsche begrip bevorderd.
De besprekingen zijn veeleer een onder
houd geweest dan eigenlijke onderhande
lingen.
Mededeelingen over de besprekingen
zullen aan de andere regeeringen worden
verstrekt en men meent, dat zij de inlei
ding zijn der conferentie der vier mogend
heden.
Niets is er voorgekomen, dat de Britsche
regeering zou kunnen bewegen om de uit-
noodiging tot deze conferentie opnieuw te
overwegen of te herroepen.
Tevens zal niets, dat bereikt is, lelden
tot besluiten, die aan de andere partijen
zouden worden opgelegd, verzekert men,
en Engeland is volkomen bereid met de
andere mogendheden te praten, opdat,
wanneer de conferentie van vier bijeen
komt, elke der partijen volkomen vrij zal
zijn de voorgestelde punten te bespreken.
Er is geen enkele deur gesloten, verze
kert men met nadiuk. Men hoopt den
weg tot ontwapening voor te bereiden,
door Duitschiand. Frankrijk Italië, Enge
land en de kleine naties in een positie te
brengen, die hun toestaat hun grieven te
bespreker in een geest van wederzijd-
schen goeden wil en vertrouwen.
De verschillen tusschen het Engelsche