De mode in vroegere tijden. WAT DE VROUW DRAAGT ALADDIN EN DE TOOVERFLUIT. VOOR DE HUISVROUW. A 73ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 8 October 1932 Vierde Blad No. 22255 thans de belangstelling wederom gewekt wordt. Elegant als de handschoen zelf, die de vingers in hun bewegingen volkomen vrij laat, is het in luchtige volants eindigende bovenstuk. Deze handschoenen zien we veel van naturelkleurige kant. dus neu traal, om bij elk avondtoilet gedragen te kunnen worden. In 't theater en op soirées zal men dit stijlvolle nieuwe snufje in den loop van den herfst en den winter niet zelden tegen komen. R. H. DE BLOUSE MET HET KORTE, AANSLUITENDE SCHOOTJE 39. En tegen een vette pad die daar bedrijvig rondscharrelde, zeiden ze grijnzend, dat hij tot stal knecht was gedegradeerd. Pad jammerde het uit, maar het gaf niets. „Het is erg", riep hij maar, „hoe lang heb ik ze nu al niet gediend en alles ging op rolletjes. Die jongen leert het nooit. Het gaat nooit goed zonder mij." Aladdin had mede lijden met hem, maar de kabouters brachten de pad gauw weg, na Aladdin eerst nog even met straf bedreigd te hebben als hij niet deksels vlug voort maakte. 40. Het werden weer trieste dagen voor den klei nen man, den geheelen dag was hij druk in de weer, en nooit was het goed. Pad, de stalknecht, die hij verdrongen had, was zijn eenige vriend en soms, als niemand op hen lette, zaten ze samen in den muizenstal te praten. „Als jij hier maar vandaan was," tobde de pad, „dan werd ik wel weer in ge nade aangenomen. „Men kan wel zien, dat jij niet voor bediende bent opgeleid, het is treurig zooals alles er uit ziet". Maar hoe moet ik hier vandaan komen", vroeg Aladdin bedroefd. „Ik weet heele- maal geen weg. En bovendien hebben ze mijn fleschje olie, en zou ik, zoo klein als ik nu ben, toch direct gepakt worden". „Ja, je zult hier wel moeten bliiven en net zoo'n oud familiestuk worden als ik ben", voorspelde de Pad. Ziehier enkele wandeltoiletten uit het begin van het jaar 1887, creaties van de uit dien tijd beroemde Parijsche couturière Madame Turle. Het toilet links op deze teekening is van een grijs-blauwe laken- stof met donkerder blauwe galons, waar door heen een blauw-groene draad geweven was: de hoed is in dezelfde tinten gehou den. De japon rechts is een lichtgrijs over kleed op een donker-goudbruln onderkleed, eveneens met bijpassenden hoed Deze hoeden kwamen van het modiste-liuis Merlet-Tarot uit Parijs. Het kinderjurkje, dat vreeselijk ouwelijk staat, was van twee kleuren rood gecombineerd met wit kanten vestje en manchetjes: de hoed van 't arme schaap was eveneens rood van tint! als dit boordje 14 c.M. lang is, moet u het dubbelslaan; de jumper is klaar; naai ei- even de treksluitlng tusschen en strijk het werk luchtig op. Ten derde vroeg men mij het patroon van een borstrokje voor een kleinen jon gen; met breinaalden No. 8 kan u dit uit stekend werken. Als u zóó breit, dat er on geveer 13'/i steek op de 5 c.M. In de breed te komt, en 14'/i toer op de 5 c.M. in de lengte, dan zal volgens dit patroon het borstrokje van den schouder tot onder aan 37 c.M. worden; de mouwen zullen 14 c.M. zijn en de wijdte van de borstrok in het rond zal 49 c.M. wezen. Begin aan den onderkant van den rug met 70 steken op te zetten en brei de eer ste 18 toeren het ribbetje 1 recht, 1 ave recht; daarna de volgende 30 c.M. recht heen. averecht terug. Volgende toer: werk met den rechten kant van den borstrok naar u toe 23 ste ken recht, kant 24 steken af en brei de overige 23 recht; daarna moet u op t: laatste 23 steken 7'/j c.M. breien; vervol gens aan de halszijde 12 steken opzett"' voor één helft van de voorzijde; er staa:. nu dus 35 steken op uw naald. Ga hiero- zonder meerderen door over cen lengte va 12Vi c.M. breek dan den draad af en hech weer aan bij de andere 23 schoudersteken aan de halszijde; brei ook op deze 23 ste ken weer een lengte van 7'A c.M.; zet aa - de halszijde 18 steken er bij op; dan staa- er dus 41 steken op uw naald; en da- doorgaan recht heen en averecht ten' over een lengte van 12'/i c.Mdus gein op met den anderen kant. Nu met dwen ave rechten kant van het werk naar u toe 6 siteken af kanten (dit vormt het belegje voor het split) en averecht afbreien tot hr einde van den toer. In den volgenden tc- worden alle steken, van beide afzonder lijke helften dus bij elkaar, in één tot- gebreid: recht heen averecht terug; zoo werkt u plm. 17'/- cM. lang; in alle gev' tot de voorzijde even lang is als de ru* Daarna maakt u ook deze voorzijde rist zoo af met een ribbetje als de rug: 18 tc ren van 1 recht, 1 averecht; kant ten slott: zeer losjes af. Voor de mouwen moet u 58 lussen va" het armsgat opnemen; dat staat gelijk ir 221/: c.M. over den schouder van den bo- rok; brei 7 toeren recht heen en averee1-1 terug; minder aan beide kanten van h- werk om den and?ren toer één steek; dri- maal in het geheel. Brei dan de volgend - 12 toeren 1 recht. 1 averecht; kant losjes af: en brei de andere mouw net zoo. Voor het afwerken moet u de naden d°- mouwen en de zijnaden van den borstrn' dichtnaaien; dan rond hals en langs h°t splitje een toer vasten haken met een sta len haakpen No 1. Vervoleens maakt v drie knoopsgaten door de steken wat op z" te schuiven en de ontstane opening rond te festonneeren. Zet dan op de ande--- zijde der halsopening drie kleine paarl- moeren knoooles; naai het belegje op zijn plaats en pers als alles klaar is het werk aan den averechtschen kant met een ta melijk warm ijzer op. o HERFSTDAGEN. DUS EEN STOFFEN JAPON. Jarenlang is de stoffen japon het stief kind der mode geweest; dit Kwam doornat men van meening was dat een wollen weef sel plomp en stijf moest zijn. Men hield zich daarom liever aan de verschillende zijden stoffen die slank maken en jeug dig staan. Wat de wandeljapon betreft, hiervoor heeft de elegante vrouw zich eigenlijk nooit met een zijden toilet kunnen vereeni gen, ook al was het model aan het doel aangepast, dus eenvoudig en weinig opval lend en ook al werd er daarbij nog een sportief cachet aan gegeven. Toen men nu opnieuw de belangstelling voor de stoffen japon wilde wekken, was het kardinale punt niet de manier van maken, dus het model, maar kwam het aan op het materiaal d.wz. het was nood zakelijk dat er weefsels gebracht werden, die soepel en prettig te bewerken zouden zijn en in dit opzicht de verschillende voor deze doeleinden gebruikelijke zijden stoffen zouden kunnen evenaren Toe men in het voorjaar probeerde de stoffen japon in de mode te brengen, ge- iukte dit den vooraanstaanden huizen slechts ten deele. want de voorhanden zijn de stoffen konden de moderne vrouw slechts matig bekoren. Daarom stelde men alle pogingen in het werk het in de mode geïnteresseerde publiek te bewerken en de toonaangevende fabrieken beijverden zich om moderne wollen stoffen te brengen, die er op slag in zouden moeten komen. Voorzoover men thans een oordeel kan uitspreken op grond van hetgeen de groot ste zaken op dit gebied reeds hebben uit gebracht. ziet het er wel naar uit, dat de stoffen japonnen het succes zullen hebben dat ze verdienen en waarnaar men al zoo lang gestreefd heeft. De nieuwe weefsels houden met alle eischen rekening; ze z^jn decoratief en soepel en bovendien in kleur en weefwijze heel verschillend, waardoor dus alle monotonie direct al uitgeschakeld is. Men moet de stoffen japon zoo gaan waardeuren dat ze behalve 's ochtends ook 's middags gedragen zal worden, met welke omstandigheid de verschillende ateliers overigens reeds rekening houden door op dit gebied een sinds langen tijd ongekende rijkdom aan ideeën te brengen. Voor het effect van een stoffen japon is afgezien van het model, de kleur ook maatgevend: men zocht niet naar opzich tige kleuren, liever kiest men mooie diepe tinten die we in de toekomst zullen zien naast de alles overheerschende zwart-wit combinatie. Er zijn veel stoffen japonnen 1887. 34 steken tusschen en brei 29 ribbels tot aan het armsgat. Nu maakt u er weer aan j beide kanten 6 steken bij en werkt verder het patroon af zooals aan den voorkant: I dus eerst 46 ribbels en verder met de af- I wisselende kleuren. U moet echter behalve tellen hier ook wel eens af en toe meten, dat die kleurbanden gelijk uitkomen. Om de halsopening en armsgaten af te werken, moet u er de lussen van opnemen en er met de 2de, donkere kleur een rand je van ongeveer 5 naalden hoogte aan vast breien in 1 steek recht. 1 averecht. De hals opening moet u in 2 gedeelten breien en dan hechten achter in den hals. Verder wilde men een eenvoudige maar warme jumper breien. Deze is gewerkt met aluminium naalden No. 2Vi; noodig heeft u ongeveer 350 gram breikatoen. Zet 114 steken op en brei eerst den boord: 1 steek recht. 1 averecht; bij den volgenden toer verspringen: 1 averecht, 1 steek recht; ga zoo voort tot de boord 6 c.M. lang is en brei dan verder 1 naald averecht, 1 naald recht, dus de tricot steek. De lengte van deze jumper van den boord af tot het begin der halsopening ls 33 cM. Maar u moet zelf bepalen hoe lang u uw jumper maken wilt. Als u aan de halsopening toe ls moet u de jumper ver der in de helft breien, dus on 2 naalden zetten; minder bij de armsgaten, wat ge lijkmatig weg. in totaal 7 steken; brei dan tot de hals gewoon recht door. tot een lengte van ongeveer 16 c.M.; kant nu 18 steken af voor den hals: indien alles goed gebreid is. moet u thans nog ongeveer 30 steken voor de schouders overhouden. Werk de 2de naald prëcies zoo bij. Zet daar na weer 36 steken tusschen de beide naal den voor den hals en heft de armsgaten bij tot u wederom 114 steken op één naald heeft; brei dan den rug weer tot aan den boord en werk deze in 1 recht. 1 averecht met verspringen net als bij het voorpand. De mouwen breit u afzonderlijk: zet 50 steken op en brei eerst een boordje van 1 recht. 1 averecht met verspringen tot een lengte van 6 c.M.: brei daarna verder in den tricotsteek tot de mouw 20 cM lang is: meerder dan naar verhouding bij tot 84 steken; de mouw moet vanaf derf boord 52 c.M lang zijn Voor het kraagje neemt u de steken in den hals on en breit daar op 1 recht, 1 averecht met verspringen; in het moderne rood-bruin, (vaak een soort koperkleur) in allerlei groene scha keeringen, waarbij donker mosgroen de hoofdtoon voert, daarnaast weer verschil lende tinten grijs en tenslotte, doch niet ten leste, het mooie wijnrood, dat zoowel blonde als donkere vrouwen uitstekend kleedt. De hier afgebeelde modellen mogen u eenige opheldering geven inzake de moder ne stoffen japon. Iets nieuws zijn de hoog aan den hals sluitende jurken, waarvoor vaak ronde en scheeve banen verwerkt worden, welker effect door allerlei knoopen verhoogd wordt. In verbinding met de moderne „pofmouw" staat dit buitengewoon origi neel en veel navolging op dit gebied ligt dan ook voor de hand. De japonnen, die door middel van een origineele shawl, iets aparts verkrijgen, zullen zich ook ongetwijfeld in groote be langstelling mogen verheugen. Een model met twee scheeve knoopsgaten, waar door heen een licht getinte shawl getrokken wordt, ziet u hier afgebeeld, waarbij de dubbele kelkvolant op de mouw voor een elegant geheel zorgt. Veel jeugdige, vlotte jurken, die door de slanke werkende vrouw graag gedragen zullen worden, brengen een op beide schouders opgeknoopte éton-kraag. De rok heeft plooien en op de breede wildleeren ceintuur zijn kleine metalen plaatjes genaaid, die een origineele en de coratieve garneering vormen. Een dergelijk model van stof biedt vooral wanneer dit in een mooie kleur ge houden is de mogelijkheid ook na den werktijd als men wil uitgaan, gedragen te kunnen worden hetgeen natuurlijk zijn voordeel heeft voor hen, die 's avonds tijd noch gelegenheid hebben zich te verklee- den en dus genoodzaakt zijn den avond in hun kantoorkleeding door te brengen. Naast deze eenigszins meisjesachtige toi letjes brengt de laatste mode nu ook de robe-manteau. die echter heelemaal niet massief is. doch juist opgang maakt door zijn eleganten vorm. Het opzij geknoopte model met licht klokkend gedrapeerd voorstuk, revers en poffende mouwen, zal ongetwijfeld in het komende seizoen veel bijval oogsten. R. H. MITAINES (HALF-HANDSCHOENEN) VAN KANT behoorden tot een der meest gracieuze de tails van den Biedermeiertijd en daarom zal het wel niemand verwonderen, dat voor iets, wat vroeger reeds zoo'n succes oogstte, is heel modern en zal niet alleen in de ge wone daagsche garderobe maar ook in de middagkleeding (speciaal ter voltooiing van het elegante fluweelen costuum) te be wonderen zijn De daagsche blouse is meestal van bont herfstachtig flanel of een dergelijk weef sel gemaakt en brengt een nauwsluitende mouw, aan den pols met een strikje afge werkt, terwijl de hals ook een leuke vlotte striksluiting heeft (fig. 1). I De modellen voor den namiddag zijn van satijn crêpe marocain of soortgelijke effen zijden en hebben door hun hoekige- en schulp-effecten vaak iets origineels. Het hier afgebeelde model met schuin schootje en scheeve kraag die van achteren dicht geknoopt wordt, is wel bijzonder geslaagd. R. H. 't Gaat winteren! Nu weer breien? Vooruit dan maar! Men vroeg mij lo. een dames-pullover. Hier heeft u een leuk model, zeer geschikt om onder wintermantels en over shan- j tung, zijden of linnen blouse te worden gedragen. U breit deze in 2 kleuren met aluminium naalden No. 3. Zet 118 steken op en begin met den boord onder aan in een lichte kleur; eerst 22 naalden: 1 steek recht. 1 steek averecht; dan 10 naalden recht. Vervolgens met de 2de kleur (de donkere) 12 naalden in tri cotsteek; daarna 9 ribbels breien in de eerste kleur, en 6 naalden tricotsteek in de tweede; dan weer 9 ribbels 1ste kleur, 4 naalden tricotsteek in de 2de; ten slotte 42 ribbels in de 1ste kleur tot aan de hals opening; zet nu de steken op twee naalden en brei iedere schouder apart: 4 ribbels met aan den halskant bij elke ribbel 1 steek minderen. Voor het armsgat 6 ste ken afkanten en 29 ribbels verder breien, waarbij aan de halskant 13 maal 1 steek geminderd wordt. Werk daarna de andere schouder net zoover bij en zet de steken weer op één naald: zet er voor den hals LIII

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13