Duitschen Rijksdag - Huldiging Olympische ruiters te Breda Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De Duitsche Rijksdag ontbonden. FEUILLETON. Bruid van het Glomdal Toen keerde Ola Eriksen zich om en ging heen. Rechtstreeks stapte hij op het oude huis af. De jongen volgde. Maar Tore Braaten bleef in de deur staan met het geweer in de hand. In het Braaten-huis hadden ze alles gezien en gehoord. Berit stond voor het raam, onrustig, en wilde er heen. Maar de oude Jakob Braaten hield haar terug. Neen, laat hen de zaak maar afhan- de'tl^e6hebben bijlen! antwoordde zij. Ze Waf.bltoh kom, zei Jakob Braaten. Hij, Tore, heeft een geweer! Ze durven hem toch'niet aan! Nu kwam het tweetal aanstappen. Ola vooroD en de knecht achteraan. —Daar komen ze, zei Jakob Braaten en elng zitten. Zijn vrouw Kari ging ook zit ten maar Berit bleef staan. Ga naar boven, naar den zolder! zei Jakob Braaten. Wanneer je bang bent, voegde hij er aan toe. Toen Steeg het bloed Berit naar het geiaat. vader! O, neen! zei ze. Daarna ging ook zij zitten, met de han- deNunwSenSCze°bij de deur. Maar men lorrie hen de bijlen neerleggen. h Ola Eriksen kwam het eerst binnen. A«iXr hem langzaam aan, de knecht. A Ola bijstaan en bemerkte Berit. Goedendag, zei hij bits. Beiden ston den bil de deur. Jakob Braaten schraapte zijn keel. r,- - Zoo, goedendag, antwoordde hij. Komen jelui om hout te hakken? Hij keek schuin naar Ola Eriksen. Deze werd rood. O, je weet heel goed waarvoor wij komen, zei hij. Jakob Braaten glimlachte. Dat kan wel zijn, antwoordde hij. Gaat zitten, zei Kari. Ze schoof bankjes aan. Geen van beiden antwoordde. Het is met Berit. dat ik spreken wil, zei Ola Eriksen norsch. Ja, dat zal wel wezen, antwoordde Jakob Braaten. En daarna met jou! Ola Glomgaar- den keek Jakob Braaten scherp aan. Deze glimlachte. Het beste is, dat Je eerst met mij spreekt, antwoordde hij. Ola Eriksen werd weer vuurrood. Dat kan ik ook doen, zei hij. Hij keek nijdig eerst naar Jakob Braa ten en dan naar Kari, diens vrouw. Wat heb je voor den duivel met mijn dochter te maken? begon hij driftig. Jakob Braaten zat heel rustig. Niets, geen greintje, antwoordde hij. Ola Eriksen trad nader. Waarom heb je haar dan hier? vroeg hij. Zijn oogen fonkelden. Waar wilde je dan, dat ze zou blij ven? vroeg Jakob Braaten rustig. Wanneer men haar thuis niet met rust laat! Er kwam van lieverlede meer drang in zijn woorden. Ola Glomgaarden stoof op. Raakt jou dat? riep hij. Ja, dat doet het, antwoordde Jakob Braaten onverstoorbaar. Ik wil het niet mee aanzien dat je dochter in de rivier springt! Er kwam een vastberaden uit drukking in de oogen van den rustigen ouden man. Ola Eriksen zweeg een oogenblik. Zijn oogen gleden langs Berit heen, die voor zich neer zat te kijken. Dat blijft mijn zaak, zei hij daarna, maar zijn stem klonk wel iets zachter. Nu sprak Kari. Jij wilt altijd geweld gebruiken, zei ze. Haar grijze oogen zochten de zijne. Dat wilde je ook met mij! Zij stond nu vlak voor hem. Zoo iets helpt bij ons niet, dat wil ik Je maar zeggen, vervolgde ze. Hou je bek, riep Ola Eriksen. Ze lachte spottend. Vrouwvolk bang maken! dat is wel flink van een man! riep ze. Laat Je doch ter doen wat ze zelf wil zij is ook een mensch! Hou je bek, herhaalde Ola Eriksen. Toen stond Jakob Braaten op. Hij ging naar hem toe. Zwijg nu. Kari, zei hij. Ga naar bui ten, jij hij keerde zich naar den knecht. Deze keek naar Ola Eriksen en ging lang zaam naar buiten. Kari keerde zich om, ging de alkoof In en trok de deur achter zich dicht. Nu waren er nog maar drie in de kamer. Ola Eriksen, Berit en Jakob Braaten. Luister eens, zei Jakob, terwijl hij weer ging zitten. Het is schande, dat oude menschen, zooals jij en ik, hier herrie staan te schoppen als kwajongens; het moest toch mogelijk zijn om kalm te praten over de zaak. Ola Eriksen keek naar den grond. Ach, dat zal niet veel helpen, zei hij. Zooals zij en Jelui je gedragen hebt! Jakob Braaten keek naar Berit, die ge durende al dien tijd geen woord ge zegd had. Zij is een dochter van jou, ant woordde hij. Ze doet wat ze wil, even als Jij. Mijn dochter moet doen wat ik wil, antwoordde Ola Eriksen streng. En wanneer ze dat niet wil, zei Jakob Braaten schertsend. Ja, dan moet zij of ik Sterven, vulde Jakob Braaten aan. Maar daar ben jij eer aan toe! Hij glim lachte. Ola Eriksen antwoordde niet. Ja, want indien het op die manier voort moet gaan, dan benemen jelui elkaar nog het leven! Hij keek naar Ola Eriksen. Zij moet mee naar huis, zei deze on verzettelijk. Jakob Braaten keek Berit aan. Meen Je, dat het dan beter zal gaan? vroeg hij Ola Eriksen. Dat blijft hetzelfde, antwoordde deze O, je zult zien, het blijft niet het zelfde, zei Jakob Braaten. Wanneer ze op een goeden dag verdwijnt Hij keek weer naar Berit. Toen barstte Berit in tranen uit. (Wordt vervolgd), i de korte bijeenkomst van den Rijksdag, waarin von Papen het ont- overhandigde. Von Papen (x) vraagt het woord. Rechts de Rijksdagvoorzitter Göhring. ZWARE BRAND OP DE PRINSENGRACHT TE AMSTERDAM. Tijdens het blusschingswork. MISS EUROPA 1930 heeft zich verloofd met den Fran8chen militairen vlieger Wciller. DE HULDIGING VAN ONZE OLYMPISCHE RUITERS op het terrein van de cavalerie-kazerne te Breda. V.l.n.r. Labouchère, Schummelketel, v. Lennep en Pahu'd de Mortanges. PLOEG VAN TRITON die te Belgrado het Europeesch kampioenschap ONZE OLYMPISCHE RUITER KAM PIOEN luitenant Pahu'd de Mor- behaalde, is bij terugkomst te Utrecht feestelijk ontvangen. tanges bij de huldiging te Breda. '1 het Noorsch van Jacob B. Buil. hi bet huis ginds, gaf Tore Braaten antwoord. Hij stond met het geweer hand naast den hoogen zetel. Eriksen stampte op den vloer, haal ze hier! riep hij. Neen, antwoordde Tore Braaten. Ik geen tijd. p'Hen, haar en het paard! riep Ola ytaag er haar om, antwoordde Tore a* heb het paard van haar geleend voor betaald! Hij stond daar tevoren. Eriksen zette verbaasde oogen op, oegon zich weer driftig te maken. 1,7 is ze dan? schreeuwde hij. „het huis ginds, heb ik je gezegd! ™de Tore Braaten nu terug. *™hu onmiddellijk de deur uit, bei- li hij er toornig aan toe. Dit is - noeve. weet jelui het! De blauwe schreeuwde Ola Glomgaarden terwijl hij zich half omkeerde. '°eve, antwoordde Tore Braaten zich op. hit! schreeuwde hij. Komen jelui nlAr riet bijlen aan! Hij omvatte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5