I Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 September 1932
Derde Blad
No. 22226
jtenl. Weekoverzicht.
UIT HET NEDERLANDSCHE
PARLEMENT
Burgerlijke Stand v. Leiden.
KUNST EN LETTEREN.
FAILLISSEMENTEN.
j. von Papen-Hitier - De Rijks-
ïlier in <ie meerderheid - Zal
ïljjk zwichten voor Duitsche
bewapeningseischen?
eersten dag van de nu bijna af-
Pseek heeft de Duitsche rijkskan-
l jeer Von Papen, met een te
feehouden rede een wellicht voor
tod geheel nieuw tijdperk inge-
Jaren achtereen hebben de
toppen uit de elkaar opvolgende
ren geijverd voor een bruikbaar
voor het Duitsche bedrijfs-
rz[j zijn er nimmer in geslaagd
ie zeer bezwarende factoren van
werhooging en loonsverlaging te
Totdat Von Papen aan het
onder overigens allerminst
"omstandigheden. In zijn strijd
ue ongelimiteerde partij-politiek,
het gansche rijk ten gronde
gaan, in zijn strijd dus niet het
ïen Hitier en z'n mannen, heeft
j den nieuwen rijkskanselier een
[roemloos einde voorspeld: ten
mdat hij tegenover het buitenland
zou missen en geen parlemen-
derheid hem die kon verschaf-
tweede omdat de teugelloozc
|p van het Hakenkreuz ook voor
Imachtig zijn zou en tot slot (en
1 minst!) omdat hij als éénling
J vele vijandig gezinde sterke par-
ïnlmmer in staat zou zijn een dra-
Iplossing te brengen van de vele
In. die het bestaan van den staal
Jrnstige wijze bedreigen en welker
reeds jarenlang als een drin-
dzakelijkheid wordt gevoeld
[daar kwam Zondag dan de veelge
ler Von Papen, ten aanhoore van
Idioluisteraars, met 'n reparatieplan,
iramma voor den econom. weder-
Itan het Duitsche bedryfsleven. dat
lassend van aard is, zóó veelomvat-
bovenal ook zóó origineel dat
lelijks een woord van critiek over
fi. ook niet toen drie dagen daarna
ïeke godsvrede werd opgeheven en
p. weer volop gelegenheid kregen
waren vrijuit ten berde te bren-
rijfeld: de openbare beschouwin-
1 den kant der Nazis zijn niet
[geweest, maar zij richtten zich
lutsluitend tegen Von Pajaen's plan-
j>; ontbinding van den Rijksdag,
1 de rijkspresident hem een vol-
keeft verstrekt) en zagen nergens
|et economisch program van den
r op eenigerlei wijze aan te tasten,
kent de waarde van deze reparatie-
1 van Von Papen, die speculee-
gunstiger economische toestanden
laste toekomst door belasting-
bijna twee millioen arbeiders
[werk meent te kunnen zetten!
iigverlaging en werkverschaffing!
(de meest uitgezochte wapens voor
tskanselier in zijn strijd tegen
i indien het geluk hem wat mee
l hij op die wijze zonder eenigen
[en goede gooi naar de overwin-
i Papen is een tactisch man. die
|t kent van zijn volk en van de
volksidealen een studie moet
[gemaakt.
km beluisterden aan de radio, wie
lgden in zijn gansche politieke
5 rijkskanselier, stelden ai spoedig
[nose: zelfingenomen, verwaand,
[d van de supprematie van de
meesterschap en rechtvaardigheid
fcderen! Maar zij vergaten dat Von
pet voordeel had zich te kunnen
en spiegelen aan een figuur als
lie juist door dergelijke kwaliteiten
tomen is tot de onmetelijke hoogte
irtte hij met een voorsprong op
pnstanders en het kan niet anders
breed opgezette reparatieplannen
sympathie, wellicht zelfs bewonde-
waardeering brengen bij vele dui-
dle zich tot dusverre in het andere
ladden vereenigd. Een poging om
toe front in tweeën te breken
en dat'zMednanal m°ef de,toek°nist leeren
w dan vooral ook afhangen van
bestaan1 van1 h™ V-ltduel "tvoo£
van den rljksda8- Met den steun
vn„n 1 riJksPresident achter zich had
hü?s^P»n f !gd de Seheele klasse naar
huis te zenden als zij lastig zou worden en
ift?" h^efl de sen mo
than?' 7» i"a, ziel'B' beeld gegeven als
Rr?.?n= w de brallende leeuw van het
2ljn schulP gekropen
om daar in het geheim met het Centrum
een tegenzet voor te bereiden, en het ko
mische gevolg was dat een der meest on
parlementaire partijen van Duitschland
(die der nationaal-socialisten) zich op
wierp als kampvechter voor het behoud
van een zuiver parlementaire instelling
als de rijksdag en voor het strikt de hand
houden aan de grondwet. Die strijd is
yoorloopig nog niet beslecht, maar er zal
toch nog heel wat water door den Rijn
moeten vloeien voordat het Centrum zal
besluiten tot een coalitie met de Nazis, die
voorheen nimmer zijn vrienden zijn ge-
weest. En zonder een dergelijk besluit
blijft von Papen in ieder geval meester
van het terrein, afgezien van het feit dat
fnj het misschien ook nog wel zou blijven
indien er een officieele meerderheid zou
worden gevormd. In dat laatste geval zal
de rijksdag ontbonden moeten worden en
eischt de grondwet nieuwe verkiezingen
binnen twee maanden. Een maand na die
verkiezingen moet de rijksdag bijeen wor
den geroepen, hetgeen tegader beteekent
dat de heer von Papen onder die omstan
digheden drie maanden tijd zou hebben
om te toonen als dictator positief werk te
kunnen doen en tevens om zijn reparatie
plannen tot uitvoer te brengen. Het is de
vraag (en niemand kan daarop antwoor
den) of hij zoo snel het vertrouwen van
de meerderheid van het volk zou kunnen
winnen, maar de rijkskanselier is in dit
geval optimist. En president von Hinden
burg zou het niet minder moeten zijn in
dien hij het daartoe zou durven laten
komen.
De regeering-Von Papen heeft ook naar
andere zijde een offensief ingezet om
zich meester te maken van den volks-
aanhang. Het Duitsche volk is een mili
tair volk en niets hindert het meer dan
in zijn bewapening verre achtergesteld
te zijn bij landen als Frankrijk, Engeland
e.a. Bij meerdere conferenties zijn daar
over reeds besprekingen gevoerd: eerst
door Bruning, later door Von Papen, ver
volgens heeft von Schleicher de stem
ming voorbereid en tenslotte is de regee
ring er toe overgegaan in een memoran
dum aan Frankrijk de inwilliging te vra
gen van de Duitsche eischen inzake ge
lijkgerechtigdheid van bewapening. Dat
ondergraaft allerweer de oppositie-poli
tiek der tegenstanders in Duitschland en
dat versterkt dus de positie der regee
ring! Althans nationaal. Internationaal
is de zaak nog nauwelijks te overzien.
Frankrijk zou gaarne willen weigeren,
maar het vreest terecht op die wijze het
nationalisme in Duitschland aan te wak
keren. Engeland is verdeeld in haar mee
ningen, terwijl Amerika een afwijzende
houding heeft aangenomen ,een houding,
die geheel in de lijn ligt van Hoover's
jongste voorstel ter ontwapeningsconfe
rentie. Inwilliging der Duitsche eischen
leidt tot verdere bewapening, tot concur
rentie, tot nieuwe oorlogendaarom
weigeren en zelf afdalen tot het Duitsche
bewapeningsniveau. Ziedaar het Ameri-
kaansche standpunt, dat getuigt van diep
menschelijk inzicht, doch dat politiek
helaas wel geen victorie zal kraaien. Met
een voortzetting der ontwapeningsconfe
rentie in zicht zal er ieder geval iets
moeten gebeuren om de bijeenkomst al
niet bij voorbaat onmogelijk te maken en
het schijnt daarom waarschijnlijk dat
Frankrijk van de andere onderteekenaars
van het verdrag van Versailles, zoomede
van Duitschland veiligheidswaarborgen zal
vragen ter inwilliging waarvan zij de
inwilliging der Duitsche eischen voor
een deel althans zou wenschen aan te
wenden
Voorlooping zal men daarover nog wel
niet uitgepraat zijn.
Door D. HANS.
DE BOEKENSTALLETJES.
Tot de onmisbare, historlsch-gegroeide
attributen bij en óm het parlementaire
leven behoort.... het boekenstalletje op
het Binnenhof.
Wie het parlement beschouwt, mag de
entourage er van niet uit het oog ver
liezen.
Denkt b.v. aan den vergulden Roomsch-
Koning, midden op het historische Plein.
Zoudt U willen, dat we hem pardon:
Hem van het parlement losmaakten?
Ondankbare, hij zit er onverbrekelijk aan
vast. Wie één der gebouwen binnengaat,
moet hém voorbij. Zwijgend spreekt hij.
Hem deren geen kiesvereenigingen, geen
candidaten-lijsten, geen stemmen-cijfers.
Niemand die hem van zijn Binnenhof
zetel stoot. Hij staat er als de rots In zee.
Laat het om hem heen ln de Tweede
en in de Eerste Kamer branden en
bruisen: de vlammen en de golven raken
hem niet, hij is ongenaakbaar.
Denkt verder aan de twee mannetjes,
boven in den nok van de Ridderzaal, die
elk uur met hun gouden hamer slaan op
de groote klok. Zoudt U willen zeggen,
dat ze niet bij het parlement hooren?
Tijden en nóg eens tijden lang staren ze
de dappere kabouters met een spot-
tenden glimlach naar omlaag, en wan
neer ze a 1 die grootere en kleinere staats
lieden naar het parlement zien kuieren,
dan spreken ze woorden, die U en ik (ge
lukkig) niet verstaan, maar die wègwar-
relen in de ijle wolken boven hun hoofd.
Ziet verder naar dien stoeren chef
veldwachter, die èlken zittingsdag met z'n
vliegende colonne aan de Tweede Kamer
arriveert, om bij iederen in- en uitgang
één van zijn getrouwen neer te pooten,
om de kostelijke schatten van ons volk
(alias: de 100 afgevaardigden en 9 mi
nisters) te bewaken, en als Lou de Visser
het eens, gehuld in z'n roode Gerzon-
blouse, zou wagen een aanval te doen,
wèlaan. het rapier van zoo'n veldwachter,
wiens moed is gelijk gewapend beton, zou
hem doorboren als ware hij niet dan een
doode schelvisch
Dit alle zijn belangrijke personages, die
onverbrekelijk aan het parlementaire
leven vastzitten; de gulden Roomsch-Ko-
ning, de twee klokkenwachters op de
Ridderzaal en de onoverwinnelijke chef
veldwachter.
Welnu: zóó behooren ook de histo
rische boekenstalletjes er bij.
Vroeger, heel vroeger was er maar één,
en dat heeft toen nog eens een rol ge
speeld in de politiek, 't Was in 1866. Het
stalletje stond destijds aan den anderen
kant van het Binnenhof, waar de achter
zijde van het Departement van Koloniën
is, en de plaats waar het stond ressor
teerde onder den Dienst der Landsgebou-
wen, behoorende bij Blnnenlandsche Za
ken. Deze Dienst wilde den boekenkoop-
man van z'n plaatsje verdrijven. Maar
de koopman gaf niet toe. Toen op een
dag de Minister van Koloniën uit de
Kamer kwam en het stalletje passeerde,
hield de koopman hem met gepaste vrij
moedigheid staande. Hij vertelde, dat men
hem z'n fijne plaatsje wilde afnemen.
„En ik sta hier toch op Uw gebied, niet
waar Excellentie? Dit hoort toch bij Ko
loniën''" De Minister, blijkbaar geamu
seerd door het geval, gaf den koopman
joviaal vergunning om te blijven staan.
En toen men deze weer wilde wegjagen,
beriep hij zich op den Minister van
Koloniën.
Verbazing.
Verrassing.
Het werd waarlijk nog een conflictje,
want de Minister van Binnenlandsche
Zaken, niemand minder dan Thorbecke,
beweerde natuurlijk dat de Minister van
Koloniën, niemand anders dan Fransen
van de Putte, geenszins het recht had zulk
een vergunning te geven.
Zoo had de slimme boekenkoopman
twee kopstukken-van-mlnisters tegen el
kaar ln het harnas gejaagd.
Maar hij verlóór het hij moest z'n
plaatsje afstaan aan den gulzigen Dienst.
Toch Is het stalletje niet van het Bin
nenhof verdreven. Sinds vele Jaren staat
het nu aan den anderen kant van het
mooie, rustige Plein, en zooals ik zeide
het zijn er zelfs twee geworden, door
twee verschillende boekverkoopers be
heerd. Alleen wanneer het stadsmarkt is,
dan verlaten de stalletjes het parlemen
taire gebied, en vluchten naar het woe
lige verkoopterrein bij de Prinsengracht.
Het spreekt vanzelf, dat de eerbare koop
lui zoo langzamerhand oude politieke rot
ten zijn geworden, geroutineerden, door-
de-wol-geverfden. Hoe vaak hebben ze
mij (ik ben tot een oude bekende gewor
den in den loop der jaren) staande ge
houden, om m'n prognose of diagnose te
hooren over den loop der parlementaire
gebeurtenissen. En wat vernemen ze veel
„bij geruchteZooals de meid in de keu
ken ingewijd denkt te zijn in de geheimen
van de salon, zóó snappen en voelen zij
wat daar binnen voorvalt achter de cou
lissen van het groote parlementaire too-
ncel en het politieke familie-leven.
Natuurlijk kan men aan de stalletjes
van alles koopen. Thorbecke ligt er, en
Groen, en Kuyper, en „Eigen Haard", en
de Studenten-Almanak, en Louwerse. en
het „Wetboek van Mevrouw Etiquetteen
het „Rechtsgeleerd Magazijn" en „Aaltje,
de Hollandsche Keukenmeiden „Stichte
lijke Uren". Maar ik moet ter eere van
de stalletjes zeggen, dat iemand nog nooit
aanmerking heeft gemaakt op hun eta
lage. Het schijnt dat ze de vuurproef
van voor-eer-en-deugd schitterend door
staan.
Nu zou het ook wel gruwelijk zijn. wan
neer bovenop de onuitgegeven Parlemen
taire Redevoeringen van den heer Duy-
maer van Twist, voorzien van portret, een
nummer van „La Vie Parlsienne" kwam
te liggen, en daarom prijs ik het In de
beheerders van de stalletjes, dat zij ten
allen tijde kulsch zijn gebleven. Trou
wens anders liepen zij kans opnieuw i
te worden verjaagd.
Zoo staan zij dan in de schaduw van
de parlementaire gebouwen, onder den
gestrengen blik des Roomsch-Konlngs, en
zij bergen een schat van geleerdheid, en
vooral van eerbiedwaardigen ouderdom.
Want stoere folianten, in den zwaren
strijd van het moderne leven sinds lang
als dappere ridders gesneuveld, vindt men
hier als vergeelde mummies terug. Wel
gedane. doorvoede, dikke deelen, en dap
pere verzamelwerken hoezeer de tand
des ttjds er ietwat aan heeft geknaagd
van politleken. staatsrechtelijken en ju-
rldischen aard, men kan er hier de hand
op leggen als op kostbare antiquiteiten.
Menigmaal heb ik er iets gevonden, dat
van m'n gading was.
Slechts vergeet ik niet licht dien smar-
telijken middag, toen ik stuitte op een
stapeltje exemplaren van eenzelfde boekie
onopengesneden.
Vol deernis nam ik het ter hand, meelij
voelend met Thorbecke, Kuyper. Levy, van
Houten eilace, het was een boekje:
van mij-zélf.
De koopman vertrok geen spier van z'n
diplomaten-snoet. Hij deed alsof hij niets
merkte. Maar het is van een diepe smart,
z'n bloed-eigen kinderen zóó terug te
vinden.
GEBOREN:
Francesco Laurentiüs, z. v. C. J. Piena en
F. H. W. Klinkenberg Johannes, z. v.
SInteur en P. Westdorp. Gijsbertus Cor
nells, z. v. C. Bruijns en J. J. Jongeneel
Elisabeth, d. v. W. Rijnsburger en E van
Gijzen Jan, z. v. J. van der Molen en G.
de Heer,
NIEUWE UITGAVEN.
„NOVA".
„Nova" opent met een verhaal van P.
G. Wodehouse, „Ukridge", dat vervolgd
zal worden. Deze schrijver is altijd geestig,
maar hierin is hij wel op zijn best.
Een andere bekende naam is H. G.
Wells van wien „De Inbraak" werd opge
nomen. verlucht met een foto van
's schrijvers werkkamer. G. J. Peelen droeg
een aardig kort verhaal bij „De vermom
ming die goed was" en H. Antonscn een
fijn uitgesponnen vertelling „Soort zoekt
soort".
Het filmsupplement ziet er weer goed
verzorgd uit. terwijl wij tusschen den tekst
foto's vinden van de zoo tragisch omge
komen actrice Clska Kremer. Maria Bard,
Lily Damita, Brigitte Helm, Maurice Che
valier e. a.
WEEKBLADEN.
„Het Leven" publiceert een serie foto'3
van den man, die een dame bleek te zijn
en die eerst na 12 Jaar ontmaskerd werd.
Voorts interessante opnamen van prof.
Picard, genomen van een hoogte vuil
16.000 M de aarde lijkt niet veel meer
dan een licht geaccentueerde maquette.
Nog volgen merkwaardige foto's van de
nieuwste sportsensatle boksen onder wa
ter en van „kopstukken" op het Wereld-
anti-oorlogs-congres.
„De Groene Amsterdammer" opent met
een artikel van prof. mr. F. G. Schcltema
over „De gesloten barrière". Dr. F. M. Wi-
baut schrijft over het Anti-oorlogscongres.
Otto v. Tussenbroek bespreekt de aan
plakbiljetten van Jean Carlu. Th. Llgthart
brengt een artikel over „De negerrepubllek
Liberia". C. A. Klaassc behandelt de op
leving ter beurze onder het hoofd „Koffie
dik of barometer?"
Naast de gebruikelijke rubrieken tref
fen wij in „Dc Haagsche Post" artikelen
aan over „De a.s. conferentie te Stresa",
..De Kunstzijde-nijverheid", „Het request
der gediplomeerde makelaars", „Dc heer
Scherbak wil de wereld redden", „Na
seizoen en Jaarbeurs". „Kinderen, die ik
gekend heb" enz.
Een voor visschers verleidelijke foto is
die van den modernen forellenvisscher te
Schotland, welke dc voorpagina van do
„Wereldkroniek" siert. Mooie opnamen van
rammengevechten op Java en van Pales-
tina-pioniers in ons land worden aange
vuld door een wereld-allerlei.
Uitgesproken:
G. van Welzenis, koopman, te Lelden,
Haarlemmerstr. 299. R -c. jhr .mr. Th. W.
C. Calkoen, cur. mr. H. R. Goudsmit te
Lelden.
I FILM MET 100 JONGENS.
[beide jongens, Syd en Charles,
Buster Keaton zijn heel boos op
Imogen niet filmen, terwijl zegge
pve honderd jongens dagenlang
i samen voor de camera mogen
•e zijn dus nijdig en willen geen
heer tegen me zeggen.
F weer goed te maken, heb ik hen
r aat ze eens mochten komen kij-
P ik er spijt van heb hen meege-
w nebben naar de studio's zult U
p als ik U vertel wat daar ge-
P»camera!Cliff
met mij samenspeelt in de
"ulanthroop" en ik stappen uit
agen. We bevinden ons in een
een New-Yorksche volksbuurt,
tWoot aantal jongens een klein
tor1? aan bet uitvechten is
■K™Pd is deze straat in de stu-
Foouwd.) Plotseling wordt onze
h»ii delPunt van de vechtpartij
i »ni'. sinaasappelschillen, kool-
I m".al!erlel landbouwproducten in
ln hri,fjSscllen toestand vliegen
lïran? 0nze wagen wordt be
ft tr»v een °f ander denkt, dat
a,,ITr de anderen en dus kee-
jt 'I?. teüen,mij. Mijn hoed wordt
i~rjn. Pak hangt spoedig aan
I Qe longens blijken heel sterk
Wr! hrlek geworden, „hoor ik plot-
[wiln V„„e siena. die ik herken als
lluUip ®yd' vlak bij me zeggen,
En viï?1?. vadav wel eens met rust
henhL ik of de regisseur in
side jo?S wat er gebeurt, storten
PWl tiuSS8 aleb met een woest
ntzett? ^n de vechtenden om
"e bat ookD?. i®ugd'ge figuranten,
*rena?kdlt bij de opname be-
f?1 nu gelnw Paal miïn ijn"
aver!-?, het den regisseur het
fcheideti uwen en de vechten-
Sj-d en Charles staan midden tusschen
de jongens, die nog stukken hout, bloem
potten en andere projectielen in hun han
den hebben. Eigenlijk begrijpen ze met
goed. wat er precies gebeurd is en Charles
slikt zijn tranen weg, maar byd komt op
me toe rennen. „Wat willen die kwajon
gens van je?" vraagt hij.
Maar filmen is, zelfs als er kinderen
meespelen, geen kinderspel en de opnamen
moesten onderbroken worden, terwijl inen
mij vriendelijk verzocht mijn jongens naar
een speeltuin te sturen, daar de studios
da?r minder gesohiktvoor waren. Tota was
het mijn beurt om boos te wordeu.
Spoedig was alles weer ln orde en dc
jongens lieten me niet met rust voor ik
het heele stel voor den volgenden Zondag
uitgenoodigd had. „Dan gaan we voet
ballen", kondigde Syd aan.
's Middags hebben we de bedorven
scène opnieuw genomen, waarbij een van
mijn reserve-pakken aan flarden ging, en
na een verfrisschend bad was het heele
stel in de cantine bij elkaar.
Maar Zondag wordt er in mijn tuin ge-
vnethald en daar zie ik toch een beetje
tegen op. want dan stelt de Metro-Gold-
wyn-Mayer geen reserve-pakken beschik
baar.
HUMOR UIT DE FILMWERELD.
Garv Cooper die onlangs uit Afrika te
ruggekeerd is. waar hl) eenige maanden
Hnnrhracbt met jagen en avonturieren,
vertelt het volgende amusante voorval, dat
hem overkwam toen hij met zijn gezel-
sehaD te gast was bij een inlandsch stam
hoofd die de blanke bezoekers een uitge
breide feestmaaltijd naar inlandsch ge-
brToen 1toTvfeesch werd opgedragen kreeg
r™ argwaan. Hij had met voor niets
kennis gemaakt met de inlandsche keuken
Tiin zwarte dragers, en vroeg aan zijn
met een gezicht dat weinig eet
lustuitdiukte: „Is dat soms zebra-vleescb?
„Nee", verontschuldigde zich de zwarte
heerscher in zijn beste Engelsch, „tot mijn
spijt niet, maar het is even lekker als zee-
bra-vleesch."
Ernst Lubitsch, de regisseur van zoovele
vermakelijke operettes, verklaarde deze
week dat de film de neiging heeft om
meer en meer realistisch te worden. ..Dat
komt van de bezuiniging, lachte hij, „In
de ouderwetsche melodrama's verwachtte
men van het meisje dat zij den slechten
rijkaard zou afwijzen om den armen maar
eerlijken jongen te trouwen. Als een mo
derne heldin dat doen zou. zou zij door het
publiek worden uitgelachen om haar on-
noozelheid. Nee. tegenwoordig is het maar
goed als de held een paar dubbeltjes op
zak heeft!"
De tandarts vindt het meestal heleemaal
niet noodig dat zijn zoon zich eveneens aan
kiezentrekken te buiten gaat, en de notaris
is maar blij als hij zijn erfgenaam ziet op
groeien tot directeur van een warenhuis.
Om dezelfde reden is Irving Pichel heel te
vreden over het feit dat zijn drie jeugdige
spruiten heelemaal geen belangstelling voor
het tooneel of voor de film hebben.
Eens nam hun moeder de drie jongens
mee naar het theater waar hun vader op
trad om hem te zien spelen. Een minuut
nadat de voorstelling begonnen was stelde
de jongste voor: .We hebben vader nu ge
zien. Mogen we weg?"
STAN LAUREL EN OLIVER HARDY.
Stan Laurel en Oliver Hardy de bekende
Amerikaansche filmkomieken, die nu ook
uitmunten in de sprekende film, bezoch
ten zoo juist verschillende Europeesche
steden.
Hierbij eenige bijzonderheden over dit
wonderlijke tweetal, dat al heel wat lach
salvo's bij een dankbaar publiek heeft ont
lokt.
Stan Laurel, de „magere helft" van het
beroemde komiekenpaar. is, evenals zijn
partner, in betrekkelijk korten tijd populair
geworden. De man met het benepen en
mistroostige gezicht, die altijd maar weer
opnieuw zijn dikken kameraad ln moeilijke
situaties brengt, stamt uit een familie, die
in Engeland zeer nauwe relaties met thea
ter en variété had. Zijn vader was eigenaar
van een tiental theaters en zijn moeder
de. in Engeland zeer bekende, actrice
Madge Metcalf.
Sta» verscheen voor het eerst op het
tooneel toen hij elf jaar was. Hij maakte
toen deel uit van een kindertroepje, dat
pantomimes speelde op verschillende mati-
nées. Drie jaar later trad hij op in een
komisch variéténummer en hij viel dade
lijk op als een prima „droogkomiek". Een
engagement voor de operette vo'-'- en
daarna kwam Laurel terecht bij Fred Kar-
no's Theatrical Company, waaraan ook
Oliver Hardy is een Amerikaan. Hij werd
geboren in Atlanta en studeerde aan de unl
versiteit van Georgia een jaar lang rech
ten, voordat hij tot de ontdekking kwam,
dat hij voor een juridische loopbaan niet
de minste interesse voelde.
Hardy trad eenigen tijd ln variété's op,
waar hij in allerlei nummers met allerlei
partners werkte. In 1913 trad hij voor het
STAN LAUREL EN OLIVER HARDY.
Charlie Chaplin (toen nog Chapman ge-
heeten) verbonden was.
Laurel en Chaplin gingen met dit gezel
schap naar Amerika en zij zijn er beiden
gebleven. Aanvankelijk liet Laurel de film
links liggen en was tot 1917 in het music-
hall genre werkzaam. In dat jaar sloot hij
een contract af met Vitagraph om op te
treden in komische twee-acters en nadat
hij er eenige gemaakt had werd Stan „uit
geleend" aan Hal Roach, die de komische
films voor Metro-Goldwyn-Mayer verzorgd.
Roach vond Laurel zoo'n knap acteur, dat
hij hem onmiddellijk van Vitagranh over
nam Na korten tijd maakte Stan zijn
eerste klucht met Oliver Hardy en sinds
dien is het tweetal onvermoeid samen be
zig, terwijl hun populariteit steeds grooter
wordt.
eerst in een filmpje op. een komisch twee-
actertje, dat gemaakt werd door een kleine
maatschappij. De kennismaking met de
camera beviel Oliver goed en langen tijd
werkte hij „Ios-vast" bij verschillende kleine
maatschappijen. Vijf jaar lang vormde hij
daarna een team met Larry Semon. toen-
dertijd een bekende komiek en vervolgens
werkte hij weer in allerlei studio's zonder
bepaalde voorkeur.
Hal Roach engageerde hem in dien tijd
voor een serie comedies met Theda Bara
en sindsdien is Oliver onder de hoede van
Hal Roach gebleven. Eerst trad hij op in
„gooi- en smijt-kluchten" en pas in de
laatste jaren legt hij zich op een sj>eclaal
genre toe in de films, die hij samen met
Stan Laurel maakt.