ieDuitsche ministers naar Neudeck- D dood Van kardinaal vanRossum van het Glomdal LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. F 1instem naast h€m- Ier neemt de naplonaal-socialistische rijksdagfractie den eed van JjW AF. Adolf Hitler bij het eed-afnemen in hotel Kaiserhof te Berlijn. V.l.n.r. Göh- ring, Frick, Hitier, Strasser en Stöhr. Jaargang Is dat waarlijk zoo? vraagt hij zacht. Ja, dat Is zoo. De ook, zegt hl! nu. Ze kijkt recht voor zich uit. Wat moet je daar dan uitvoeren? vraagt zij. Een hoeve voor me ontginnen, ant woordt hij terstond. Zoo? Zy staart droomend voor zich uit. Opeens blijft zij staan. Neen. nu wil ik er weer op, zegt ze. Hü houdt het paard in. Dat wordt moeiiyker, antwoordt hy. Leidt dan het paard naar een aardhoop. zy klimt op den aardhoop en wordt op getild Hy heeft de armen om haar middel geslagen terwUl zy zich in het zadel zet. je wordt zwaar, hoor, .zegt hy. Een volwassen meisje, zie je, ant woordt zy. Er is een biyde klank ln haar stem. Ja dat kan ik wel merken, zegt hy. nu leidt het paard voor langs den weg. Zoo trekken beiden verder door de een- zatheid en nu zonder verpoozing, want daarginds by de Tegninga l) zien ze de anlerTeluie0£ntenilat, roept Karen, de tante, mi zij nader komen^ Qrauwe> W Tore Traaten zegt niete treedt alleen mAt het oaard en staat stil. nGhXonder het ruischen der Tegnlnga ïïïfmiden knuppeldam, die over den S? veert genoten ze nu in diepe stilte Gebak met pekel- "irïëgninga, een byrivier van de Glom. vleesch van den korhaan en dronken daarna uit de kruik met zoete melk. Tore Braaten ging tot aan de Glom- gaard mee met het paard en hielp by het afstygen en het naar de wei brengen. Maar nadat hij nogmaals mee had gege ten, maakte hy zich gereed om naar huls te gaan. Blijf toch tot morgen, had Karen ge zegd. Het wordt veel te donker voor Je. O, neen, had hy geantwoord. Maar voor hy vertrok, had Ola Erlksen hem terzyde genomen en hem gevraagd of hy zich dien zomer niet wilde belasten met den hooioogst op de bergweide van den Nekkjöl. Neen, had Tore ten antwoord gege ven. Ik heb ander werk op mij genomen. Zoo? Ola Eriksen had niet verder gevraagd. Dien avond, toen Tore vertrokken was de jongste knecht van Ola had mee moeten gaan om Tore met de boot over de Glom te boomen had Ola Eriksen den knecht gevraagd, of deze wist wat voor werk Tore te doen had in den aan staanden zomer. Men zegt, dat hy zich een hoeve wil ontginnen, was het antwoord geweest. Ola Erlksen had toen geglimlacht. De jongste knecht had verder niet veel meer gezegd. Maar toen ze dien avond met de handen op de knieën zaten, bracht hy de zaak weer ter sprake. Het moet goede grond zijn daar ten noorden van Braaten, zei hij. Dat kan wel wezen, antwoordde Ola Eriksen. Daarna staken beiden de pypen op. Er waren twee Jaren voorbij gegaan. Berit Glomgaarden was nu achttien en Tore Braaten negentien. Ten zuiden van de Glom, daarboven rondom het Braatenhuis, begon het woud yi te worden. Gekloofd dennenhout lag opgestapeld. De rook der ontginningen op Braaten dreef nu en dan in dichte wolken over den stroom. Maar niemand had daar ln het Noorden iets te doen, en niemand lette verder op hetgeen er gebeurde. Tore's vader mompelde wel eens, dat de jongen beter deed iets aan te pakken, dat meer voordeel opleverde. Hy kon jongste knecht worden op één der groote hoeven in het dorp, of wel iets anders uitrichten. Maar Tore bleef bij zyn voornemen. Hy ontgon zich een hoeve. zyn moeder vond het uitstekend. Tore zwoegde vroeg en laat. Hij werd stegds stiller in zyn omgang met men- schen en wel wat al te mager. Allen hiel den ze van hem, de meisjes vooral. In zijn gelaat lag iets, dat ze niet konden weer staan. Ook was hy de stoutmoedigste by het houtvlotten ln het voorjaar. Des Zondags kwam hij vaak naar de Glomgaard geslen terd, en ook wanneer er gedanst werd, hetgeen af en toe wel gebeurde in den winter. Maar hy stoeide nooit met de dienstmeiden. Hy was kalmer dan de meeste jongelieden. Nu en dan meestal met Kerstmis ging hy op sneeuwschoenen naar het dorp, want daar trof hy Berit, gewoonlijk by de kerk, of ergens anders. Maar niemand was zoo dwaas om te denken, dat er tusschen die belden een andere verhouding kon bestaan dan die van goede kennissen uit het Glomdal. Berit had zich weelderiger ontwikkeld, maar was nog steeds blond en slank als weinigen. In de kerk waren aller oogen op haar gericht en de dorpelingen maakten er allerlei gissingen over, wie wel haar echtgenoot zou worden, wanneer die tijd daar was. De meesten meenden, dat het wel de zoon op Hangsett zou wezen, want daar was zy steeds wanneer ze ln het dorp verbleef, en hy zocht nogal eens een boodschap naar de overzyde van de berg kom en bleef dan telkens verscheidene dagen op de Glomgaard. Maar niemand wist iets met zekerheid. Aldus verliepen er weer twee Jaren. En Berit Glomgaarden was nu over de twintig. Het was een warme zomerdag in Juli. Van de Glomberg af boomde een meisje zich over den stroom naar de westeiyke Glomhelllng. Ze droeg een witten hoofd doek en was verder in haar werkdagsklee- ren. Het scheen, of ze slechts de rivier overstak om daar naar het een of ander maaiveld te gaan- Toen ze goed en wel geland was en de boot had vastgelegd, ging ze naar het woud, maar ze droeg niets bij zich. Bij de Glom naar boven, vanaf het veer, loopt noordwaarts een smal voetpad door de woudwildernis. Het is het eenzame boschpad, dat naar Braaten-plaats voert en even smal als een afgerasterd pad voor koeien, maar goed begaanbaar. Sedert onheugeiyke tyden is dit de weg geweest, die naar Braatenplaats voerde. Deze weg sloeg het meisje in. Ze liep daar koel onder het dichte geboomte, ofschoon het de rusttyd was en de zon boven het dal brandde. (Wordt vervolgd). .d de reis vax ton papen, von seeiciier en von gayl tiqat Neudeck om aan Rijkspresident von Hindenburg hot nieuwe regeoringsn program voor te leggen. Links von Sleicher en echtgenoote, daarnaast vort Papen. Geheel rechts von Gayl. de engelsche prinsen aan de riviera. Do prins van Wales gekleed ïn rood shirt en gestreepte broek, in welke luchtige kleedij hij to Biarritz al te veel bekijks had naar zijn zin. Pet Noorsch van Jacob B. Buil. *n, nu wil Ik er af, zegt ze opeens. u«üt stil. ,F°» dan? vraagt hy. woordt niet. maar springt opeens Iet rd en staPt terzyde. f was zoo vervelend, om daar bo- atten, zegt ze. pt voor het paard uit, maar aan ffalant als hy. Kt S lhula? vraagt hy. in ™_om en kykt hem aan. Cf'™w°ordt ze. Er klinkt verbor- "ascnheid ln de heldere meisjes- tan*1 Daar het dorp. Ze loopt nu ■*hta" Hanssett. zegt hy. ititi,aarlleen niet. 3" voort. Pen het' zegt hU dan' Het Monk I dro^' ai neeni smarteiyk. been! IblosjJ 3°°. Berit? vraagt hy. te b haar gelaat is dieper ge- antwoordt ze. te i. 1 heen? vraagt hy weer tw «eet toch wel, dat Ik thuis ze. "ea Warme glans ln zijn oogen. te den haag zijn in het huwelijk getreden jhr. B. W. F. van Riemsdijk en N. L. M. gravin van Limburg Stirum. Het bruidspaar bij het verlaten van het stadhuis. PES DOOD VAN KARDINAAL VAN ROSSUM. De laatste foto, welke gemaakt is van |hrdinaal van Rossum Zaterdag j.l. bij zijn bezoek aan het Redemptoristenklooster te Nijmegen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5