T DE VROUW DRAAGT. De mode in vroegere tijden. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 Augustus 1932 Vierde BladNo. 22220 VOOR DE HUISVROUW. TUIMELTJE EN KRUIMELTJE IN HET KABOUTERLAND alles gemakkelijk bij de hand heeft, daar achter de sigaretten ook heel geschikt de aansteker ol een plat pakje lucifers ge borgen kan worden. Afgezien nog van het voordeel der over zichtelijkheid en handigheid ls nu het onderbrengen van allerlei artikelen, die de moderne vrouw ln haar handtasch on mogelijk missen kan, ook veel vereenvou digd. De handtasch met het slgarettenvak ziet U hier duidelijk afgebeeld. OP DE KINDERSCHRIJFTAFEL No. L. 1884. S'A JAARS-SCHOONMAAK ad zal het willen tegenspreken, voor het huiswerk een bepaalde gewenscht ls, die allereerst prac- makkelijk te reinigen moet zijn, si* tens ook leuk moet staan, opdat red me vrouw het bewijs kan leveren, ich ook in huis tot in alle conse- doelmatig en netjes weet te OogBgenwoordige huiswerk is, nu er s honderden hulpmiddelen geko- niet meer te vergelijken met dat twintig jaar geleden was. Afgezien het feit, dat de vrouw er op uit huishouden zoo modern mogelijk iten en alle werkzaamheden zoo- elljk machinaal te doen. Het is geen onvrouwelijke neiging, maar ns, die zeer zeker toe te juichen mogelijk werk en tijd te sparen, uw dan voor andere, veel nuttiger n kan aanwenden, elijke machinale verrichtingen iuiswerk (we willen ons nu alleen beperken tot waschmachine, TO ts, electrische strijkijzers, gas- koud en warm waschwater, bor er enz.) zijn al in staat van al gheden, welke vaak een kwellende en, plezierige werkjes te maken daarom te begrijpen, dat zoovele rouwen, onder de hiervoor ge- omstandigheden er niet meer tien een huishouden te beginnen voor haar huishoudelijke bezig- let langer schamen, de vrouw in het moderne huis voor „grof werk" dus gespaard ze er voor zorgen tijdens haar dg gekleed te gaan. men in den zomer het liefst iffen neemt, kiest men voor den ag flanellen weefsels: deze zijn hinderen niet bij het werk. _Jh laten ze zich gemak- 7»lnlgen zonder dat ze hiervan te f.^pbben. 'Ijk wordt 't liefst gekleurd flanel en wel in verband met het [meestal herfsttinten, bij voor- «gesproken kleuren, waarop geen ei stof vlekken gezien worden, komt het dat werkjurken zoo ie schakeeringen brengen, b.v. Inrood, onuitgesproken groen, J ls het van belang dat een derge- i' gemakkelijk aan- en uitgetrok- 1 worden, want niet zelden wordt feung door bezoek verrast of ziet [om andere redenen genoodzaakt l enders aan te trekken. Daarom l°e geknoopte hulsjurken zoo'n l'n worden de uit rok en jumper modellen, die ook bij de reinl- pe voordeelen bieden, gaarne ge sel vrouwen, die tegen een uit- l' werkjurk zijn, dragen een Frjw Japon volkomen moet bc- deze laatste van 't werk Beeiige gevolgen ondervindt. Een practisch en modern schortje ziet u hier in 'tmidden afgebeeld; het is dui delijk, dat niet alleen op de doelmatigheid maar ook op het maken van een gun- stigen indruk gelet werd. Het hooge boven stuk brengt een aangezet bubikraagje, dat van achteren met een knoop sluit, waar door het schortje dus altijd goed blijft zitten. Een tweede knoop zou heel ge schikt in het midden op den rug kunnen worden aangebracht om ook een goed i model om de heupen te waarborgen. Het onderstuk is tamelijk klokkend en heeft flinke opgezette zakken, welke bij de werkkleeding nooit mogen ontbreken. De „jurk in tweeën", waarover we reeds spraken, is links afgebeeld. De kasak heeft behalve de knoopen als sluiting, ook nog een smal ceintuurtje en vier opgezette zakken. Een licht garnituur (etonkraag en breede manchetten van een goed waschbaar weefsel) staat aantrekkelijk en wordt daarom vaak als garneering ge kozen. Rechts ziet u als huisjurk dienst doen een soort mantel, die over de geheele lengte doorgeknoopt is. De naar één kant omgeslagen revers, de schuin opgezette zakken, de raglansnit, die een volkomen vrijheid van bewegen waarborgt, ziedaar alle factoren voor een Jurk, die we met plezier zullen dragen. Men ziet dus, dat de werkjurk voor de in huis werkzame vrouw een onderwerp is. dat in onze maatschappelijk zoo moei lijke tijden wel degelijk aandachtig be studeerd verdient te worden. HET SIGARETTENVAK is iets nieuws in de handtasschen- mode en een detail, waarnaar de vrouw reeds langen tijd verlangde. De greep in de tasch. het zoeken naar siga rettenkoker en lucifers of aansteker is vaak al te tijdroovend, terwijl men nu staat een Inktpot van houtsnijwerk of beter gezegd een compleet houten schrijf- garnituur erg leuk want allerlei origi- neele Ideeën, zoowel wat model als kleur betreft, kunnen hierbij in toepas sing gebracht worden. Alle mogelijke dieren komen er voor in aanmerking; deze garnituren komen voor met olifanten, honden, katten etc. 't Al lerleukste zijn echter de „kipper-garni turen, die door het verschil in grootte van de diertjes onderling, veel afwisseling brengen. Op den Inktpot staan b.v. twee kleine, met de snavels naar elkaar toe gekeerde kippetjes. Een groote haan met roodge- lakten kam draagt de penhouders en pot- looden, terwijl een heel klein kippetje de last van vulpen of griffel zal moeten dragen. Deze houten pluimveeboerderij op de kinderscluijftafel zal bij groot en klein enthousiaste aanhangers vinden. WILLY UNGAR. Men vroeg mij om het patroon van een gehaakte kindercape; hier heeft u een model, dat u net zoo lang kunt maken als u zelf wilt; dus, als de baby te groot wordt, haakt u er nog eenige toeren bij! Dit soort capej es ls zoo praktisch voor de komende herfstdagen; u kunt ze gemak kelijk mee nemen op de wandeling en slaat ze, als het killer wordt, om. Met 180 gram breikatoen in één kleur komt u al een eind. Wit, crème, beige, zacht geel, zachtrose of zacht-blauw is wel het best voor zoo'n cape geschikt. U moet haken in heen- en teruggaande toeren. Zet 210 lossen op en haak op elke 2de losse 1 stokje met een losse er tus- schen. Het patroon is dan als volgt; 1ste toer, 2 stokjes, 2 lossen, 2 stokjes ln het eerste gaatje; 2de gaatje overslaan; 1 stokje, 2 lossen, 1 stokje ln het 3de gaatje; 4de gaatje overslaan, in het 5de gaatje als ln het eerste, enz. Over de geheele breedte moeten er 27 gaatjes zijn, met 2X2 stokjes en 26 met 2X1 stokje. Zoo werkt u 30 toeren, maar als uw kindje grooter ls, kunt u even goed een cape haken van 33 en 32 gaatjes breedte en een lengte van b.v. 40 toeren. Dan haakt u boven aan een plat stuk ter breedte van 50 c.M. (of breeder). In ieder geval moet de cape ruimer zijn dan het stuk; u werkt dit laatste met halve stokjes. De volgende toe ren zijn: een draad door het 1ste gaatje en door het 2de; dan 3 steken samen; draad door 2de en 3de gaatje; 3 steken samen; draad door 3de en 4de gaatje; 3 steken samen; de hoogte van het plat stuk ls 9 gaatjes, gevormd door halve stokjes met telkens een losse er tusschen. Daarna haakt u nog een toer van groo- tere gaatjes: 5 lossen tusschen de stokjes en steeds 2 of 3 gaatjes overslaan en rijgt hier het bandje of lintje door, dat de cape om baby's halsje vasthoudt. Als u het nu extra mooi wilt maken, dan haakt u op de cape met een andere kleur een kettingsteek in verticale richting tusschen de 2 maal één stokje, ook over den toer, waar het platte stuk aan de cape ls ge haakt en eveneens om het platte stuk heen. Kies zacht lint voor het halsje of haak een zacht, dik wollen koord en maak dan onderaan een pompoen of een kwastje. Verder vroeg iemand om een jongens pakje; truitje en broek apart. Brei dit met aluminium naalden no. 21/»; noodig pl.m. 200 gram breikatoen ln twee tinten of 2 kleuren. Ik geef u hier een maat en een aantal steken op, doch ik weet niet hoe dik of mager of uw jongske ls; dus ik raad u aan om. als u een eindje op weg is, de maten van uw handwerk even te verge lijken met bestaande kleeren van den boy; dat voorkomt teleurstelling als het Hier ziet men vier verschillende coiffures uit dat Jaar; veeren, bloemen, kant en lint vierden dat zomerseizoen hoogtij en men garneerde er de hoedjes rijkelijk mee. Eveneens ziet men op dezelfde teekening twee mooie gekleede blouses; dit zijn een soort vestmodellen, waaruit de mouwen der Japon opzij te voorschijn kwamen. O. V. en breit 3 naalden ln tricotsteek; vervol gens bij het begin van de naald 9 steken bijheften (halskant) en zoo 33 naalden breien ln tricotsteek. Dan de andere schouder zoover bijwerken. Tusschen de 2 naalden 18 steken bijheften en door breien tot dezelfde lengte van den rug. Het kraagje wordt gebreid net als het boord en in dezelfde kleur. U neemt de 18 tusschengebreide steken op, zet ze op 2 naalden en breit ze met een donkere kleur tot aan den hals; neem de lussen rondom den hals er bij voor den kraag. Dan heeft u ongeveer 60 steken op de naald en breit 26 naalden 1 recht 1 averecht, met om de naald verspringen. De mouw zet u op ln de lichte kleur: 48 steken en breit 56 naalden ln de tricot steek. Om de 7 naalden bij het begin en einde der naald 1 steek minderen, dan blijven er dus 32 steken. Nu nog 17 naal den in tricotsteek; dan de donkere kleur aanmaken voor de manchet, en 20 naal den 1 recht 1 averecht breien. Naai dan het truitje dicht en zet er de mouwtjes in. Het broekje wordt opgezet met 74 steken ln de donkere kleur; werk eerst het boord: 2 recht 2 averecht; brei zoo 8 naalden; en maak dan met de 9de naald gaatjes; daar na nog 10 naalden 2 recht 2 averecht: dan is het boord klaar: de verdere broek wordt, in tricotsteek gebreid: 6 steken heen en 6 steken terug; 12 steken heen en 12 st. terug; 18 heen en 18 terug, nogmaals 18 heen en 18 terug; 24 steken heen en 24 terug; nogmaal 24 heen en terug; 30 steken heen en terug; nogmaals 30 heen en terug; 36 steken heen en 36 terug; nogmaals 36 heen en terug; 42 st. heen en 42 terug; nogmaals 42 heen en terug: 48 steken heen en 48 terug en nog maals 48 heen en terug; daarna nog 60 naalden. Dan werkt u het pijpje eveneens in tricotsteek: 4 naalden: bij de 5de naald aan begin en einde 1 steek minderen: te- rugbreien; volgende naald weer 2 steken minderen en terug breien; dan 14 naalden 1 recht 1 averecht voor het boordje en af kanten; brei nu de andere helft van de broek net zoo; naai het broekje dicht en rijg van boven door de gaatjes van het boord een niet te sterk elastiek; zet bo venop het kraagje en frontje van de trui een paar aardige groote knoopen en uw jongenspakje is klaar. Er hoort een vlotte wollen muts met omgeslagen rand bij ge dragen te worden of een leuke kleine jockeypet; maar die staat niet eiken jongen! Verder flinke sportkousen met omgeslagen boord en stevige schoenen. Dan ls de kleine jongen oneens een echte stevige boy maar dan beginnen voor Moeder ook de moei lijke jaren van stapels verstelgoed en veel kapotte kousen van knieën met gaten en beenen met krabbel? De kwaiorgenstaren van durf en moed, en van ontelbare stre ken zijn aangebroken! elgeruuL kab°uters waren zoo erg ondeugend, dat "S* giwu eelemaal niet leuk meer was. Tuimeltje pTnr., AAACL AC UIA AAA CCA vrww -- r"°°uter hu plaat aan de muur gespijkerd. Een andere ^Bribterba!,^!,erwten door een fluitje en net toen de 'lo wan„ e'nnenkwam, kreeg die een dikke erwt tegen "•haft worfl11 ^aarvoor zouden de kabouters heel erg 286. De meester kwam in de klas en had van den kabouterbaas opdracht gekregen hen allemaal in school te houden. Kikker Karei moest ook in de bank zitten en dat viel hem heelemaal niet mee. De kabouters huilden allemaal en kikker Karei, die al lang genoeg had van die harde banken, vroeg wanneer hij nu eindelijk eens zou kunnen rondspringen. af is; u kunt gemakkelijker een paar toe ren uithalen dan het heele werk over doen! Het truitje zet u op ln een donkere tint; de kleur waarin u ook het broekje gaat werken: 60 steken. Eerst het boord onderaan: 18 naalden 1 recht, 1 averecht met om de naald verspringen; dan de lichtere kleur aanmaken en het verdere patroon ln tricotsteek recht heen, averecht terug werken: 86 naalden. Daarna kant u de middelste 32 steken af voor denhals

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13