riss Olympia - Zware binnenbrand in een hoedenmagazijn in de residentie Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad EEN TROEP DEELNEMERS AAN IIET NATIONALE PADVINDERSKAMP in do residentie, bracht een bezoek aan de Amsterdamsche brandweer. Demonstratie met do rookzuïg-installatio. O NTH li LIJN ft MONUMENT WIJLEN PROFESSOR RENAULT in het Vredespaleis. Geheel rechts minister Beelaerts van Blokland, die een krans neerlegde, naast hem baron van Zuylen van Nyeveld. MRS. REl'NOLDS die beschuldigd wordt haar man, den zoon van een multi- millionnair, doodgeschoten te hebben. DE NIEUWSTE FILM VAN MARLENE DIETRICH is ,,De blondo Venus". Marleentje in een scène uit deze film, die onder regie van Joseph' von Sternberg gemaakt is. Scrni Tas da' een heele opluchting pnlken want begon uitbundig iar* er z°° °ver? Nou, zoovi, bang' Hier kon je haar an m?? )e maar wUt. Laat dat mij over.... ik ben „iet Van l'binVen860^ kwam mevrouw Der- zetno' hal? <raIar°" is laat vanavond, ze wel meer ele lachje ,maar ja, dat 'erktWgeiijta'Croft' herhaalde Thornton erkelljk van lom?'i,daï de vriendschap '1 grijnzend Amw alleen kwam, zei Z hebben, da? dit S°U Je ,aUicht eewe- an la Foneuse was werkelijke naam ^n^h?afk?msttiJwasBeda.cht' dat van itemd. °mst was, zei Thornton ont- jachtine Na^ènklil a"en zaten in af- A F14 Foneuse binnen 7e 00genblikken trad ra» v aarzelen toe? SCheen een oogen- fc2^aUJk Was i ze Thornton zag. """VU zijn lamju. fbbtatt, hem zoo «ogenblik sloeg i zlen- Het vol- 2e de oogen neer. Ze kwam binnen, groette haar gastheer gastvrouw en liep dan regelrecht Thornton toe. Nee, maar dat is prettig, zei ze op hartelijken toon. Ik heb natuurlijk gele zen, dat u in Londen waart. u bent zooiets van een heele beroemdheid ge worden. Maar ik had toch niet kunnen verwachten u hier vanavond al te mogen ontmoeten. Hii vond, dat ze zich schitterend hield en hij gaf haar met steeds stijgende verwondering de hand. Wat was het voor een spelletje, dat ze speelde en wat was haar bedoeling met dit alles? Dan is het een wederzijdsche verras sing, antwoordde hij galant, maar ik mag u dan toch wel verzekeren, dat het ge noegen, voor het grootste deel aan mijn ^Derwent kwam tusschenbeide met een onbenullige.opmerking maar d ar W v.ii leiding van net gespres huik. handen HU sprak over Amerika, over den volksgeest, over de gewoonten, de spoor- «f Si de geldmiddelen van dat land SC elke bespreking voorafgaan door de opmerking! dat'hij „nog nooit in Amerika geweest was. maar.... m vno* tweede gerecht zou worden alinrt hoorde Thornton zachtjes opge? „?,h zeegen door la Foneuse: Ik na\St v?? dat als we stilletjes met elkaar weet zeker, dat ai hinderen. gingen praten het niets Zoolang zijn J,? manier wel door. Het Ut ben er nooit geweest, maar van hooren zeggen weet ik heel wat. Ik geloof wel, dat ik er veilig over praten kan. Ze nam een teugje wijn en keek hem glimlachend aan. Xn elk geval geloof ik, dat het u niet aan fantasie ontbreekt. Er lag een bedekte uitdaging ln haar woorden, die hij lachend aannam. En niemand zal kunnen zeggen, dat u daar gebrek aan hebt. Wat zal dat een vruchtbare samenwerking tusschen ons kunnen worden! Samenwerking veronderstel een ge meenschappelijk doel. Bestaat dat tus schen ons? Zou het niet mogelijk zijn, dat we op slot van zaken tegenover elkaar blijken te staan? Ik denk van nietfeitelijk weet Ik wel zeker van niet, zei hij weloverdacht. bent wonderbaarlijk vertrouwend, mijnheer! HIJ dwong haar hem aan te zien. Ik heb meer dan vertrouwen! verze kerde hij haar, en wel om de doodeen voudige reden, dat lk geen omstandigheid zou uitdenken, die ons tot vijanden zou kunnen maken. Ik zou alles opgeven, wat me met eenige mogelijkheid uw afkeuring zou bezorgen. Ze keek hem spottend aan. U spreekt als een ridder uit den ouden tijd. Maar de tijd zal het wel leeren! Op dat oogenblik vroeg Derwent haar aandacht en ze kwam meteen voor den dag met een anecdote over haar touraée ln Amerika. Thornton begreep terstond, dat ze hem met opzet aldus zïjdellngsche Inlichtingen wilde geven en was er haar dankbaar voor. Ze hadden niet veel ge legenheid meer om samen te praten, want dadelijk na het diner moest ze weg. Twee uur lang moest Thornton het gezelschap van Derwent voor lief nemen, die heteene glas na het andere naar binnen sloeg en met het kwartier ongenietbaarder werd. Mevrouw Derwent was al lang van het tooneel verdwenen. Om tien uur was het geduld van Thornton uitgeput en hij maakte met een korte verontschuldiging zijn voornemen bekend om naar bed te gaan. Toen hij zijn kamer binnenkwam, voelde hij naar het knopje van het licht, na de deur gesloten te hebben. Hij draaide het op, maar er kwam geen licht. Voorzichtig liep hij naar het midden van het vertrek, haalde een doosje lucifers van de tafel en stond op het punt er een aan te ste ken, toen hl] een geweldigen slag kreeg, die het doosje uit zijn handen deed vlie gen en hemzelf naar het andere einde van' de kamer wankelen. Voordat hij zich her steld had, was de deur opengerukt en weer dichtgesmeten. HOOFDSTUK IV. De inbraak. Thornton zocht op den tast naar de lucifers, vond het doosje, streek er een aan en stak dan de kandelaars op de toilet tafel op. De kamer was in de grootste wanorde. Twee van zijn koffers, die dien avond van het Savoy-hotel gebracht wa ren, lagen open en de inhoud was over den grond verspreid. In het slot van den derden koffer zat een looper aan een sleu telring. Het lampje was zorgvuldig uit de fitting gedraald, zoodat het licht niet wilde branden. Hij vond het op de wasch- tafel liggen Een oppervlakkig onderzoek wees uit, dat er heel wat sieraden, als manchetknoopen, boordenknoopjes, een horlogeketting en eenige dasspelden wa ren ontvreemd. Na dit vastgesteld te hebben, begaf Thornton zich weer naar de eetkamer. Derwent zat voor het vuur te suffen met een half leeg glas naast zich. HIJ sprong van schrik overeind, toen zijn gewaande neef de kamer binnentrad. In het kort vertelde deze hem. wat er gebeurd was en voor het eerst voelde hij de onmogelijkheid om uit te maken, of de man comedie speelde of niet. Hij moest óf een geraffineerde misdadiger, óf een onschuldig verdachte zijn. Hij beweerde door het gebeurde heel erg getroffen te zijn. Hij ging met zijn gast naar diens kamer mee terug en bekeek de wanorde met de grootste verwondering en afkeu ring. Daarna begon hij een grondig onder zoek door het geheele huis. Het duurde niet lang, want aan het einde van de gang der tweede verdieping hing uit het raam, dat op den tuin uitzag, een eind touw naar beneden. Dit ls een geval van weloverlegden Inbraak! riep hij woedend uit. Zoo'n bru taal stukje heb lk van m'n leven nog niet bijgewoond! En die kerel had alle voor zorgsmaatregelen goed genomen, om on gemerkt er vandoor te kunnen gaan .We moeten dadelijk de politie waarschuwen! (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 5