11882 - I/at de vrouw draagt. De mode in vroegere tijden. Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Zaterdag 30 Juli 1932 Vierde Blad No. 22196 VOOR DE HUISVROUW. 4 ï't TUIMELTJE EN KRUIMELTJE IN HET KABOUTERLAND. Jividueele opvatting tot uitdruk- ^^^junnen brengen en niettegenstaan de den nood der tijden elke uniformeering Ogelijk vermijdt, zal het wel geen Bug wekken, dat allerlei borduur- de zomertoiletjes zeer gezocht zijn. Hiermee zijn n.l. allerlei leuke, vlotte Vmukvolle en vroolijke effecten te ver krijgen. TBrendlen a het borduren op zichzelf roor velen al een genoegen, waarbij nog (Komt, dat de moderne werkjes niet moel- Ufk üjn en dus technisch geen al te hooge Er eischeKteller,. t; E7v Natuurlijk moet er allereerst op gelet worden, wascn- en lichtecht borduurmate- ^^^^hiezen. daar men anders voor me nig bittere teleurstelling zou kunnen ko- Een te staan, daar bij de eerste reiniging ide kleuren gedeeltelijk zouden verbleeken - en de Irondkleur ook heelemaal vervagen ZOU. Borduursel is een garneering, welke voor MÖWM verschillende kleedingstukken in - tanmetking komt en 't staat op 'n eenvou dig linnen of kunstzijden jurkje evengoed te op een japon, welke 's middags gedra- Eü moet Tor<le"! Ja zelfs op avondtoilet- tot worden deze garneeringen met succes toegepast Ifie aard van het borduursel kan natuur- |U|t zeer verschillend zijn en hangt heele- ■ma]1 van den smaak der draagster en van het doel van het betreffende kleedingstuk ■j^waot terwijl men op eenvoudige zomer- uitsluitend primitieve patroontjes ■JJBoau krulstechniek enz., meestal in na- ïïïrïl aUerlei kleederdrachten) aan- hebben de patronen voor middag- C avondtoilet een geheel ander karakter, ■Wt grootsch en artistiek. ^^^■Ueraardigst de kruissteektechniek ■jjlwwder. toegepast, ziet u links op de waar een eenvoudig wandeltoiletje dat meestal van linnen of -PBIde gemaakt wordt. ^grkante hals, de kasak en de mouw ionen een smalle rand veelkleurig teekborduursel. lewoon elegant zijn de mouwlooze - steltjes, die 's zomers aan 't strand ■Hg'Op mooie zomersche dagen uitste- Errrfii dienste" bewijzen en verder aan de "leer perspectief verleenen, daar ^fcgï'bPbWe japon, wanneer deze met gjjujakje gedragen wordt een volkomen ult naakt. Het is reeds vol- caPes met wol of garen te bor- Primitief gestileerde bloemen; is zooals het tweede model nrF- -Wassend. ^^■oodgerande witte hoed staat hier Kelderachtig bij. Kinma. weet hecht zelfs de meest Ei i.VT0UW er tegenwoordig waarde BiS^r. ,pa?ld toilet voor meerdere gele- g™en te kunnen dragen, zoodat mid- ■j? "vondtoilet dan ook bijna altijd ■Hbmeerd worden. ■Plossing van dit vraagstuk is een- h°eg: een mouwloos japonnetje to,—j i een. JasJe met mouwen gecom- rtivi». erwiJ' nen de japon heelemaal B garneering laat (ten alle tijde kan door een bloem, een ceintuur, •nawl of een avondcape een ander I geven), geeft een mooi borduursel op de wijde bollende mouwen een aller aardigst aanzien. Deze modellen brengen vaak aparte veelkleurige motiefjes in den vorm van kleine bloembouquetjes, die snoezig staan. Plastische bloemen, welke echter in kleur en vorm een herhaling zijn van deze bou quetjes. treffen we vaak aan als garneering op de breedgerande zomerhoeden. Het borduursel van de mouwen vinden we ook op de kleine parasol terug. Als men voor dergelijke complets geen al te schelle opvallende kleuren kiest 'een soort wijnrood, duifgrijs en blauw zijn zooals in de toonaangevende zaken gemom peld wordt de komende modetinten) zal men deze ook in de herst nog heel goed kunnen dragen. Bovendien zijn ze een goede reserve voor het tieginnende theater- en concert-seizoen, waarvoor men over kleine avondtoiletten moet kunnen be schikken, welke de elegante vrouw vaak uit de verlegenheid redden en dus in geen enkele garderobe mogen ontbreken. R. H. „CAPE-BOLERO" GROTESKE GUMMI-BADFIGUREN is de naam van het moderne omhulseltje, dat hoewel het heel elegant is met veel hoeft te kosten en een mouwloos avondtoilet ook voor den middag en zelfs voor de wandeling bruikbaar kan maken. Het is niet noodig dit cape'je van den zelfden stof te maken als de mouwlooze japon (hierbij zouden we ook voor de moei lijkheid komen te staan, dat de stof van de japon die meestal uit een vroeger sei zoen dateert niet meer bij te krijgen is). Integendeel. Een jasje in contrasteerende kleur staat heel goed. waarbij men er ech ter rekening mee moet houden, dat het in icd€r geval W6l donkerder moet zijn dan de Ja\Vii zeiden het reeds: kleurcontrasten zijn zeer gewild; zoo b.v. roode, groene, blauwe en ook zwarte jasjes bij witte ja ponnen of ook: het kleine omhulse tje in een donkere schakering van de kleur der japon: b.v. een donkergroen cape je bij een lichtgroen toilet, of een donker blauw bo- lero'tje bij een lichtblauwJ«rlO«,en?' Daar deze nieuwe mode met slechts kleine financieele offers gepaard gaat, is haar een doorslaand succes absoluut ver- zekerd. K H De seizoenen spiegelen zich steeds zoo merkwaardig in de vragen der lezeressen af! s' Winters vraagt men vóór en na om dlvarse patronen; in zomertijd worden er vlekken gemaakt en wil men graag weten, hoe men lichte kleeren reinigen moet; ook de vliegen richten veel onheil aan. Om met de laatste te beginnen: alle waschbare stoffen, die bestand ziin teeen zeepsop, kunt u op deze wijze behandelen als er vliegenvuil aan zit; dit vuil tast de stoffen niet aan en verdwijnt in water en zeep. Heeft U vliegenvlekken op gevernist metaal, op brons, gepolitoerd hout of zoo iets. dan kunt U ze verwijderen door er wat stijfgeklopt eiwit of een beetle slaolie over heen te strijken. Ammoniak helpt ook, doch dan goed verdunnen, want dit zuur bijt. De meeste vrouwen weten bij ondervin ding hoe vernielend de werking van trans- piratie-vlckken voor aardige japonnen en zomermantels kan zijn. De beste manier om deze vlekken weg te krijgen is om ze zoo spoedig mogelijk na het ontstaan uit te spoelen in een goed vet zeepsop; doch niet alle stoffen zijn tegen water en zeep bestand: daarom zult u soms beter doen de nog versche transpiratievlek voorzichtig met warm water te betten; ook helpt ver dunde ammoniak hiervoor. Zijn de vlekken reeds ouder, dan is het lastiger om ze ws- te maken; tietten met wat opgeloste azijn of een scheutje citroensap in water wil wel eens heipen. Doch dan moet U daarna de japon goed laten uitluchten, want het is een alleronaangenaamst parfum! Het beste is ook weer in deze quaestie om de vlekken te voorkomen: de oksel van te voren aanstippen met een der vele trans- piratie-verhinderende vochten of -poeders en goede sousbras !n de japon, dat zijn ge makkelijke en niet kostbare middelen om veel onheil te vermijden. Nog vraagt mij een mevrouw hoe zij een wit linnen kinderhoedje kan schoonma ken. Week het eerst een kwartier in lauw water en daarna een paar uur in warm zeepsop van Sunlightzeep; dit weeken maakt het vuil goed los. daardoor heeft het hoedje van het wasschen zelf veel minder te lijden. Daarna gaat u wasschen met een zachte zeep. U moet zoo'n hoed niet over uw hand spannen, doch luchtig door een goed zeepsopje heenkioppen en er het zeepwater steeds weer uitknijpen, niet uit wringen. Wringen is verkeerd omdat dan het weefsel te lijden heeft. Daarna wascht U de hoed na in schoon zeepsop; spoel een paar maal in warm water en drie of vier maal in koud. Is het noodig dat het hoedje wat gesteven wordt, om dat het anders te slap valt. dan moet u dit doen vóór het drogen; gebruik slechts zéér dunne gekookte stijfsel of wat ge. latine. U kunt daarna het hoedje in de zon bleeken en drogen en tot besluit strijken. Het verdient aanbeveling om. voor de hoed geheel droog is. deze even te passen, om hem, zoo hij wat gekrompen ts, bijtijds op te rekken. U kunt ook van te voren de maat nemen van de ongewas- schen hoed. Het spreekt vanzelf, dat u eerst alles, wat niet tegen wasschen be stand is: linten, bloemen, elastiek, meta len knoopen of haakjes enz. van de hoed af moet nemen. Dezelfde mevrouw vraagt hoe zij vet vlekken uit licht eikenhout kan maken. Vetvlekken behooreii tot de vlekken, die opgelost, niet afgewasschen moeten wor den. U kunt ze uit eikenhout verwijderen door er voorzichtig over heen te wrijven met verwarmde witte terpentijn: zijn de vlekken weg. dan moet u het hout op nieuw in de was zetten. Is de vlek reeds oud en diep in het hout gedrongen dan kunt u hem, als de terpentijn niets uit werkt. met schuurlinnen of staalwol weg schuren. doch wees voorzichtig, dat u het hout niet beschadigt: ook na deze behan deling moet het hout weer in de was ge zet worden. En dan kreeg ik nog een paar brieven van dames, die raad vroegen hoe zij vruchtenviekken kunnen wegmaken. Uit verschillende stoffen krijgt men vruchten- vlekken weg met spiritus, eau de cologne, absolute alcohol (dat is dus 96"'* èi 100"'*) of citroensap. Ook kunt u. direct nadat de vlek gemaakt werd, deze met schoon, koud water behandelen, maar denk er om: voor al géén zeep! Als de vlek nog versch is. kunt u de stof strak over een kannetje of torn spannen en precies op de vlek een straaltje lauw water gieten; dan neemt dit water de vlek meteen mee. Al even onple zierig als vruchtenviekken zijn die. welke door wijn ontstaan. Het is altijd goed om direct op een versche wijnvlek een zout vaatje om te keeren, hl dat zout trekt dan al vast een gedeelte van den wijn: na af- vaatje om te keeren, in dat zout trekt dan verder laten behandelen. Uit witte weefsels verwijdert u de wijn en vruchtenviekken door nadat die vlekken wat bevochtigt zijn, ze in te wrijven met wat wijnsteen zuur en in schoon water na te spoelen. U kunt ze ook in zwaveldamp houden, dus boven een stukje brandende zwavel, en ze daarna uitspoelen: ten slotte kunt u ze behandelen met zuringzout, u maakt de vlek een beetje vochtig, bestrijkt deze plek zijn altijd leuk aan 't strand en ook in zee en dit temeer daar er tegenwoordig op dit gebied allerlei grappige dingen te krijgen zijn. Een soort „watergod", half het lichaam van een visch en half een knobbebieuzige „August", zal met -Hn vroolijke kleuren ongetwijfeld een bron van uitbundige vreugde Z1JNatuurlijk zijn er nog talrijke andere gummifiguren: krokodil len haaien, zeepaardjes, enz. Niettegenstaande de groote mode in deze figuren zijn groote. in verschillende kleuren gedeelde waterballen ook altijd heel ge wild en ze zijn ook beide even nractisch: zelfs in een klein weekendkoffertje zijn deze dingen, die met een klein luchtpompje opgeblazen worden, makkelijk mee te "nemen. r No. III. 1882. C 0 - r- i - i r 9* A Voor de „garden-partij" gekleed. Een zeer somptueuze japon, de wedrennen van Ascot waardig!, van gestreepte zijde, don- kerroode en grijze streepjes op zacht blau wen ondergrond, een soort Jabot van kant garneert het corsage. G. V. met zuringzout en houdt het weefsel dan boven de wasem, in de zon of tegen een warme kruik. Maar wees voorzichtig! zu ringzout is zwaar vergift; zorg dat u het niet aan uw hand of in den mond krijgt! Uit marmer en steen gaan vruchten- vlekken weg met bleekwater; uit wit hout door ze te beleggen met een papje van zuringzout en water, laat dit er eenigen tijd op liggen; bet ze dan met onverdund verwarmd bleekwater en spoel het hout goed na met water. Hout kunt u ook be handelen met wijnsteenzuur. Komt het hout met spijzen in aanraking, gebruik dan vooral géén zuringzout, doch bewerk de vlek met citroen, sterke azijn of spi ritus. Een volk zonder spreektaal. De bekende Prankforter geleerde prof. Richard N. Wegner is kort geleden terug gekeerd uit Oost-Bolivia, alwaar een expe ditie onder zijn leiding er in is geslaagd de Surugua op te spooren. Deze Surugua of ..Moerasslakken" zijn een volk, dat ver blijf houdt tusschen de bronnen van den Rio Grande en den Rio Mamoré. De naam ..Moerasslakken" werd hun gegeven door de omwonende Indianenstammen. Volgens Wegner zijn de Surugua niet verwant met de roodhuiden maar wel met de bewoners van de Zuidzee-eilanden. Zij leven nog in het steenen tijdperk en ken nen slechts enkele primitieve werktuigen. Hun woningen bestaan uit boomstam men, waarvan de takken zijn saamge- vlochten. Het eenige huisraad is een soort mat, die dient om op te slapen. In hun „dorp" bevindt zich een ecuwig vuur. Dit is niets anders dan een stuk smeulend hout, dat onder de asch wordt bewaard. Deze maatregel werd ongetwij feld genomen, omdat het vuurmaken voor deze lieden een zeer lastige en ttjdrooven- de bezigheid is. ZIJ levens in hoofdzaak van boonen en vleesch. Het vleesch wordt niet gekookt, maar in de asch geroosterd. Vaatwerk kennen zij niet. Om water te scheppen gebruiken zij groote bladeren. Kleeren worden door hen evenmin gedra gen; zelfs de Instinctmatige voorkeur voor alles wat blinkt en schittert schijnt zich bij hen niet te hebben ontwikkeld. Van maatschappelijke vormen is geen sprake. Het eenige verschil, dat ze maken is dat tusschen man en vrouw. De laatste wordt er blijkbaar beschouwd als een min derwaardig wezen, dat slechts bestaat om den man te dienen. Maar het merkwaardigste van alles Is, dat prof. Wegner maanden lang onder dit volk verkeerde, zonder dat hij ooit iemand een woord hoorde zeggen. Wel stieten zU rauwe geluiden uit, die zij lieten vergezeld gaan van bepaalde gebaren, maar spreken in den gewonen zin van het woord deden zij zeker niet. Het bleek zelfs, dat de Surugua niet in staat zijn taalklanken te vormen, zooals Wegner heeft aangetoond. Na drie maan den studie was een overigens tamelijk in telligente inboorling er nog steeds niet lri geslaagd een eenvoudig woord na te praten. 237. Dat zullen we eens zien; wie hier de haas is. brulde de boer. Jullie leelijke kleine wurmen, wat moet je in mijn huis. Die bandiet, die ik in het kooitje heb gezet, wilde ln mijn hooiberg kruipen, en hij ging woe dend naar Kruimeltje toe en pakte hem heel hard tus schen zijn vingers vast. Nou sluit ik je ergens ln op. waar je nooit meer uitkomt, zei de woedende man en Kruimeltje gilde heel hard om hulp. 238. Maar de kabouters waren ook niet mis. Allemaal gingen ze boven op tafel staan, met hun rieken en ander gereedschap en dreigden de menschen. Je laat hem los, zei Tuimeltje met 'n hooge stem, leelijke boer. Nooit zul len we je meer helpen, je koren en andere groenten zullen van dorst en hitte sterven, de jonge planten zul len uitgerukt worden door den machtigen wind en je zult zien, dat je ons dan niet meer zult verstooten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13