7 van de 10 moeders BLUE BAND konden Blue Band niet van natuurboter onderscheiden 5| Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 Juli 1932 Derde Blad No. 22193 KiÜNST ËW LETTEREN. RADIO-PROGRAMMA. VERSCH GEKARND Forlifchras' Toovermacht zullen 0011 de oni^l ml !*J~~cyriel^ïuysse. t TI-JARIGEN LEEFTIJD. fe-W «U ta een deel onzer vorlg« °P" gjrt konden mededeelen. is de - Vlaamsche schrijver Cyriel n biiiten lh de omgeving van ®- j. L -i,i Buysse werd op 21 September ■l jS»ren te Nevele geboren. Zijn va- IHÏTU.<S Buysse. die aldaar een olle- waarln zijn zoon hem, naar "zou opvolgen. Maar deze hield ijven, wat waarschijnlijk te i den Invloed zijner tantes, Vlaamsche schrijfsters cn Rozalie en Vlrginle Lovellng. naar Amerika voor de zaak, twee jaren. Maar toen hij te- hij mieet dan genóëg van de zijn vader was er tegen. 'zekeren dag uit Nederland .wam van 200 gulden" aldus fel Buysse zelf in Den Gulden 20 Sept. 1329 vla Joh. de «n werd het hem duidelijk, we dingen", zooals hij mijti Roemde, misschien nog niet aren en hij verzette er zich Een." j n eerste uitgebreid verhaal kker" in „De Nieuwe Gids" ,p bij Versluys, in 1893 „Het n sterkste". Dit zeer realis ed fel bekampt. Ik vond inijn de boeren, de fabrieksmen- Ijn omgeving. Ook Zola en gaven mij vingerwijzingen." Jond ingang. De Nederiandsche Stonden voor hem open. '.hrnken ls hij blijven schnj- tot od heden. Een zestig boeken, 'limans, novellen en toneelstukken iv- wtaTvm zijn werken hu zelf het best Mte' Hoor het hem zelf vertellen: „Mij bet liefst' De nachtelijke aanranding. «Hoeken van Dalen. Het Elzeken en De "cSandpaal. dit laatste ontstaan na den "ïBoe' ik haai Nederland trok? Ik heb aar die miln vrouw worden zou, ontmoet Gent, bij Prof. Logeman, ini 1896: Nelly tlCjferinck uit Haarlem, die ook vèrwaüten s-ëelt in Wei-Vlaanderen. Wij trouwden 'S iaah daarop en gingen in Den Haag 'ïnen Maar de geboortegrond lokte. Ik on mij niet ontwortelen. En zoö is het hled, dat ik den winter in Den Haag JeiMHf bOBd. maar al de andere maanden c fljfsnee Of te Dourlo. Deh oorlóg bracht uink'iftftHBand door. Mijn zoon stond als /rilwilllger op de eerste linie. Hij kwam -I- mgedeerd terug. In 1916 ben ik door mi- BS de Brbquevllle ontvangen en kreeg rkfl Oërldf Sli een bezoek te brengen aan .iet front Dat heb ik beschreven in: „Een Bt'irloren Zomer" en in „Oorlogsvisioenen." ,'yriel Buysse heeft veel, héél veel ge- chreven. Wij noemen o.a. La Balzagette, tlllöver Hendrik Conscience, Couperus in ï»-,71aaiW&Kt Droom eh Werkelijkheid, end en een Indrukken. Het Ezelken, Hoog en Laag. Mea Culpa, Te Lande, ■oegtaa.' De nachtelijke aanranding, •sum corde, Uit de bron. Ergens achter front, De heeren Bollekens in oorlogs- enz. Békend is o.a. ook zijn bundel mmingen". Sinds jaren was Buysse jHiiiede-redacteur van „Groot Nederland." Zijn tjerken handelen meest over het TOl'leven. Hij heeft de kunst vcr- dit, ook voor den Noord-Nederlan- W te beschrijven. Of hij daarbij - Jt ls geweest en een goed inzicht ■«■rat van den Vlaamschen kleinen i heeft gehad? Zijn landgenóoten zijh daarover niet eens. Zoo schreef o.a. de hrijver Gerard Walschap bij verjaardag: n °°k zijn ongeluk: rijk te zijn. nood nietHij schreef lVaanderen. Wij konden het prc* -ppen Wii stonden daar anders v? n bij za8 bet van boven ias»r*iJai i us.m.eer- Wij woonden er tusschen, |£6n °«s beter, maar minder. il ®*aIS&BW, m het °Pzet verweten ons hm «rfUP J£, Alsof bij ons uitschold. 9] zag ons nu eenmaal zoo anders- Wat wilt gij. als men <len winter doorbrengt in Den Haag en in den zotner boeken Kotnt sclirljveh te Afsnee aan de Lete? Zijn werk is eenzijdig, zooals dat van Conscience en Timmermans eenzijdig ls, maar het is niet oneerlijk. Het is eerlijk als kunstenaarswerk, al kunnen we dé eenzijdigheid betreufen." Heeft Maeterlinck reeds niet gezegd, dat Cyrlèl Buysse een der drie of vier grootste vertellers uit het landleven ls van de laat ste vijftig jaren? Buysse zelf van zijn kant was niet altijd te spréken over liët werk zijner lahdgënooten. HIJ betreurde het -•dat ih Vlaanderen aan exportltteratuur wordt gedaan, een literatuur van smal en drinkpartijen: er ls ln Vlaanderen nog heel rat anders, diepers en edelers". Interessant zal voor velen waarschijnlijk de meenlng zijn van Buysse over Holland en de Hollanders. Ziehier wat hij ln 1929 aan Joh. de Maegt daarover zei „Ik heb JJi Nederland vele, uitstekende vrienden. Zij hebben alle deugden. Maar lk ben niet blind voor hun gebreken. Zij hebben niet allen dezelfde deugden en niet allen de zelfde gebreken. Dat spreekt vanzelf. En het is zeep gevaarlijk, dat wat ik heb op gemerkt, te generaliseeren over het ge heele volk. Maar er ls die ellendige deftig heid. Het is al duizendmaal gezegd. In den ondeftigsten Hollander iS bij slot van stuk nog een deftigheid, die U verkilt. De Hollanders zijn heel aangenaam in hun uiterlijken omgang en heel beschaafd. Maar plots schiet hun deftigheid uit den hoek en ge voelt U bevriezen. Nederland waardeert den Vlaming om zijn frissche spontaniteit, om zijn onge kunsteldheid. De Hollander wil zich rekenschap geven van wat hij waarneemt: hij ontleedt, hij is een analyst. De Vlaming juicht.. De Hollander vraagt: Waaróm? De Vlathing Uit ëen kreet. De meeste Hollanders zijn verrukt ovet onze jeugd, ons veerkrachtig optimisme. Maar óhze uitbundigheid stoot hun soms tegen de borst en vinden ze niet verfijnd gehoeg, weieens vulgair. pok de Hollander kan uitbundig zijn. Hij kan soms zijn deftigheid vergeten. Maar onverwacht komt zij weer om den muur kijken: en de kilte treedt in. Die deftigheid ls enkel overdreven fatsoenlijk heid, Alle overdrijving is schadelijk - Ver der zie ik, als Vlaming, ln het Nederiand sche Volk, een zeldzaam goed, een heer lijk volk Stippen wij tenslotte nog aan, dat Buysse oa. een realistisch tooneelstuk heeft geschreven „Het Gezin van Paemel", nadat hij diep was aangegrepen door een Voorstelling van Heyermans- „Op Hoop van Zegen" én dat zijn .Drie-Konings avond" door Louis Bouwmeester indertijd ls gespeeld. In de laatste jaren heeft hij nog een bundel schetsen en novellen geschreven „Uit het Levën", terwijl hij met Mevr. Barnardiston een reisbeschrijving verzorg de: „Wat wij in Spanje en Marokko zagen" Kort geleden was hij door den Belgischen koning in den adelstand verheven met den titel van baron. Met hem is een der grootste Vlaamsche schrijvers, een uitstekend vaderlander en niettemin een der warmste vrienden van Nederland, heengegaan. VOOR DONDERDAG 28 Juli. Hilversum 1875 M Uitsl. AVRO-uitzen- ding 8.00: Gramofoonpl. 10.00: Mor genwijding 10.15: Gramofoonpl. 10.30 Frits Kok (viool) en Ellen Kok (piano) 11.00: Causerie 1130: Vervolg van 10.30 12.00: Kwartet o.l.v. Prof. Ugo Calatroni (piano, viool cello en zangt. en gramofoon- platen 2.00: Pauze 2.15: Concert. P. R. J. Appelius van Hoboken (viool) en Mevr. M. C. Appehus van HobokenWij- rner (piano) 3.00: Gramofoonpl 4.00: Ziekenuur 5.00: Max Tak: Lois Arm strong en Cab Callowag. (Met gramofoon- platen) 5.30: Kovacs Lajos en zün or kest. Refreinzang: Bob Scholte. M.m.v. Lya Roland (zang). 6.30: Sportpraatje, H. Hollander en T. E. Slot 7 00: Kovacs Lajos en zijn orkest 8.00: Gramofoonpl. 8.30: Utrechtsch Stedelijk Orkest o.l.v. Albert van Raai be Oa, fragm. .Ü06amun- de". Sohubert 9.30: Voordracht door Nico de Jong 9.45: Vervolg concert mm. v. Pierre Palla (plano), oa. Rhapsodic ln blue. Gershwin In de pauze voordracht door Nico de Jong 10.35: Vaz Dias - - 10.4512 00: Uit de „Vêtèenlglng". Nijme gen: John van Brück en zijn band. Huizen, 296 M. 8.00—9.15: KRO. 10.00: NCRV. 1L00: KRO, 2.00—11.30: NCRV, 8.00: 9.15, 10.00: Gramofoonpl. 10.15: Zlekendlenst 10.45: Gramofoonpl. 11.30: Godsdienstig halfuurtje 12.15: Or- kcstcóncert 2.00: Gramofoonal. 3.00: Vrouwenhalfuurtje 3.30: Pauze 4.Ö0: Zlekenuurtje 5.00: Cursus Handenar beid. v, d. jeugd 5.45: Cello-recltaj. L. Werner ad Vleugel K F. Borgers 6 45: Knipcursus 7.00: Declamatie door G. Meynen 7.45: Ned. Cllr. Persbureau 8.00: Eis. K. H. WallienHet bezoeken van Zender en Studio 8.1510.45: Concert NCRV, klelnorkest oJLv. P. van Hurk. m.m. v Utrechtsch Dubbel kwartet o.l v. W. Schuileman. oa. fragm. „Gloconda". Pon- chielli en Fant. „Madame Butterfly", Puc cini 9.00—9.30: Zendingspraatje door ds. L. Netelenbos Ca. 10.00: Vaz Dias 104511.30: Gramofoonplaten. Daventry, 1554 M. 10.35: Morgénwij ding 10 50: Tijdsein en betichten 1105: Lfezing 1220: Orgelconcert door Edw. OTIenry 1.20: Shepherd's Bush Paviljoen orkest o.l.v. H. Fryer 2.20 2.50: Concert P. Radmall (viool) en P. Grummlt (piano) 3 20Kerkdienst 405: BBC dansorkest o.l.v. Henry Hall 4.50: Schotsch Studio orkest ol.V. G. Dai- nes 5 35: Kinderuur 6.20: Berichten ,650: Beethoven's pianomuziek door D. Moggridge 7.10, 7.30 en 7.50: Causerie .8.20: „Bach to Listener's Inn" vroolijk spel van A. de Bear en R. Arkcll. Muziek van W. Charles 8.20: Berichten en le zing 9.55: Concert P. Dawson (bariton) en Belinda Leather (piano). 0.a. Rhapso- die in g kl. t. op. 79. Brahnjs 10.50: Kerkdienst li.0512.20: Dansmuziek door het BBC-dansorkest o-l.v. Heüry Hall. Parijs „Radio-Paris" 1725 M. 8.05: 12.50: Gramofoonpl. 5.05: Concert tilt het Amertkaansch Conservatorium te Fon- tainebleau (Kamermuziekl 7.50: Gra mofoonpl. 8.20: Radio-tooneel „Claudie" van George Sand Kalundborg, 1153 M. 12.202.20: Con cert uit het Bellevue Strandhotel 3.50— 8.50: Omroeporkest o.l.v. W. Meyer-Radon, mm.v. J. Jensen (viool) en C. Schnedler Meyer (piano) 8.209.10: Balletmu ziek door het Omroeporkest o.!.v W. Meyer —Radon, o.a. uit „Coppelia", Dellbes 9.109.55: Zang en declamatie 10.20 11.05: Marschmuzlek door het Omroepor kest o-l.v. W. MeyerRadon, o.a Marschen uit .Lohengrin" en „Tannhauser" Wag ner en uit ..Aida", Verdi 11.0512.50: Dansmuziek uit het Bellevue Strandhotel. Langenberg, 473 M. 7.258.20: Con cert uit Bad-Bertrich o.l.v. Schulz 12.20 —1.35: Gramofoonpl. 1.502.50: Con cert oJ.v. Wolf mrn.v. bariton en piano 2.50: Gramofoonpl. 5 206 35: Concert o.l.v. Wolf 8.20: Werag-klein-orkest o.l.v. Eysoldt 9 20: „Die Komödianten". van J. Haydn 10.05: ..Gianni Schicchi", ope ra van Puccini 11 0512 20: Dansmuziek o.l.v. Eysoldt. Rome. 441 M. 9.05: Gevarieerd con cert, o.a. uit „Oothelló". Verdi en 5de sym phonic e kl. t„ Dvorak. Brussel 508 en 338 M. 508 M. 12.20: Gramofoonpl 5 20: Omroeporkest o.l.v. Kumps 6.50 Gramofoonpl. 8.20: Om roeporkest o.Lv. Walpot 9.20: Concert 1. h. Casino te Knocke, m.m.v. Marinus de Jong (pianoNa afloop gramofoonpl. 338 M. 12.20: Gramofoonpl. 5.20: Om roeporkest p.l.v. Walpot 6 50: Gramo foonpl. 8.20: Omroeporkest o.l.v. Kumps. 9.20: Symphonieconcert ln de Kurzaal te Ostende ol.v. Elmendorf. mrn.v. Mej. Mar- celle Buriet (zang) 11.05: Gramofoonpl. Zeesen, 16.35 M. 8.20: „Der Strom, ein Leben". hoorspel 9 20Symphoniecon cert uit Weenen o.l.v. Anton Konradt: O.a. Symphonie in Es gr. t, Mozart 10.40 en 1100: Berichten en hierna tot 12,20 Con cert uit Hamburg o.l.v. Adolf Seeker. RECLAME. S657 In deze tijden van bezuiniging - nu de boterprijzen stijgen - Is Blue Band een ware uitkomst. Waarom zoudt U dus geen Blue Band koopen? Blue Band wordt gemengd met 250/o allerfijnste Roomboter onder Rijkscontröle. Koopt Hol lands beste Standaardmerk 'ij-r^m Z&P fneehch van WILLIAM LOCKE 'i "S d°or J- E. d. B. K. IE 'k ben meer dan b'U- t,!?? Iamilie terug kom. Wir^L Je °p en Troe6 met I bravoure: Hoe is het met Lu- mffn, eehok. maar toonde het ilÜ.'Ik weet het niet, sinds r niJ?1 van haar gehoord, r 'j eei ze. niet sinds Januari. I vo^ekvogel te zijn, die door ln i a!ï<iere menschep vliegt, lachte en schudde met zijn er wat om, dat dit geen dat je dien -van een Yader napraat. MaS? w wat uitdagend: Ja, dat loe^h f Ls, toch maar waar. met 01611 besten Fortin- af é^T1' om van het netelige af te stappen. l*h h»Ie5Tacïlt?n hem e'k oogen- op»emeJ>iüer t?n 'romen. Morgen todie hSbLTrdtn Frankrijk zal erve t-^L„anr> staande leger rt llandweer). Ik 16111 tonale leger. Hij sloeg stond geschreven 40 M ns "J! oi iff-M MID»1 GNi wie moet dan i^gen^ mfinkl^ cn voor Bn4»i j Mr mijn kleine o 'id «X AR°Htte? dc ke ^vror/' Marth"1"' Van den oorlog, rtep ze «even om een man te WZ. n!?°?lrdln omhelsde haar J- Ik benetrotechteop°Snterlrvan Frar>k- een JeanneP d'^.^ is de vrouw, die niet voelt zooals de Maagd van Orleans? Maar ondertusschen. mon oncle, zei Félise. zich uit zijn omarming los makend. Martin ziet er zoo stoffig en hongerig uit en niemand heeft voorgesteld hem naar zijn kamer te brengen om zich wat op te knappen en wat te eteh. Bigourdin keek haar met bewonde ring aan. Zij is er eentje, ze denkt overal aan. Baptiste, breng alles van Monsieur Martin naar de chembre d' honrteur Maar, beste vriend, zei Martin, geef me toch mijn oude kamer, waar ik zoo lèk- S'l>och Bigourdin wilde hier niet van hooren! Martin was de verloren zoon, riep hij. we hebben juist een heerlijken kalfskop voor het déjeuner. Mijn buurman heeft het dier vetgemest. Martin verfrischte zich in de beroemde badkamer en trad de eetzaal binnen. Een paar handelsreizigers mét bezorgde ge zichten waren de eenige gasten. Behalve één. waren het oude bekenden Hij schudde hun de hand. >t Is de laatste maal, zeiden zij, mor gen worden we gemobiliseerd. Ze verlangde er niet naar om te vechten, maar als «e sneuvelden, nu dan sneuvel den ze Ze hadden een soort kalme, fata- lis sche vaderlandsliefde. Ze waren één met Frankrijk. Het was heel eenvoudig. MartinvSliet hen en zat met Bigourdin en Félise aan hun tafel in den hoek bu de deur. Het was de eerete maal dat dit aebeurde. Félise at weinig en was heel f«i Af en toe, wanneer hfl vertelde van X wederwaardigheden in het verre Oos- tü? hij haar groote donkere oogen £m fanïïjken en hij glimlachte onlie- j^elijk blijde. Maar zij zag dadelijk weer VOTOeZnhBigourdin, als hotelhouder iets Vcsnreken met éen van de handels- ro^erf Pen "an tafel was opgestaan, 261 ZIJ Tc bent veranderd. Men zou zeggen T"-„ Jczclfde man niet meer waart, 'wit doet je zoo denken? lachte hij- I Ja praat anders. Je hebt een andere uitdrukking ln je S6®^; Z ftzfeniet in, waarom je dat spijten zou, an^°°^eFniet' meer herkent, dan m^t ik eeii vreemde voor je zijn. Ze beet zich op de lippen en bloosde Ik wist niet wat ik zeide, het was mis schien heel brutaal. Hoe kan dat nu brutaal zijn? vroeg hij, zich over de tafel buigende. Maar in dien ik veranderd ben, is het ten goede of ten kwade? Zou je hier weer bediende willen worden? Martin dacht een oogenblik na. Neen. Zie jewel! Maar ik zou je niet kunnen zeggen waarom niet. Dat is ook niet noodig, antwoordde Félise. Bigourdin kwam weer bij hen Toen het maal was afgeloopen. ging Félise weer aan haar werk en Bigourdin zei: Laten we een kopje koffie gaan drin ken in het Café de 1' Unlvers. In de laat ste dagen zijn ze daar allemaal op dit uur. Ze daalden den heuvel af en liepen over de brandend lieete kaden. Martin kende elk huis, eiken steen, elke oude vrouw, die even ophield met het spoelen van haar wasch aan den oever van de Dronne, om hem een welkom toe te roepen. En de man nen hielden hem staande, sloegen hem op den schouder en schudden hem de hand. Daar herken Je het goede hart van Pérlgord aan, zei Bigourdin. Ze kwamen ln de koele, nauwe Rue de Périgueux, waar ze aan den overkant Mon sieur Foure. Adjoint du Maire, zagen loe pen. terwijl hij met den hoed in zijn hand ijverig zijn voorhoofd afkoelde. Hij voegde zich bij hen, te opgewonden om te réali- seeren, dat Martin terug was. Heb je het nieuws gehoord? De Maire kreeg een telegram uit Parijs, t Bevel voor de algemeene mobilisatie wordt vandaag gegeven. Goed zoo! zei Bigourdin. Het terras van het Café de 1' Univers was geheel gevuld met de notabelen van het stadje, die er anders, getrouw aan hun sobere levenswijze, slechts na het diner kwamen. Martin werd bestormd. Wat gaat Engeland nu doen? Dat was de vraag, die dien dag op alle Fransche lippen lag. En Martin verklaar de. alsof bet hem door Whitehall was op gedragen, dat Engeland mede in den oor log zou gaan. Voor het oogenblik voldeed dit. Frankrijk weer in oorlog na veertig jaren, die gedachte vervulde hen geheel. Zij praatten ln de lucht over getallen, over préparatteven, over kansen over de soli dariteit van de natie Toen er een oogen blik van stilte was, zei de oude, grijze Monsieur Viriot: Dit ls het oogenblik, waarop alle mis verstanden moeten worden weggeruimd uit loyale Fransche harten. Wij zijn nu allen broeders, die ons geliefd vaderland moeten verdedigen. Mon brave ami Bi gourdin (geef mij de handi Bigourdin sprong overeind, ofschoon het aan den openbaren weg was, maar wat deed dat er toe, en riep: Mon vieux Viriot, en beide mannen omhelsden elkaar. Fortinbras kwam laat in den avond, waarschijnlijk met den allerlaatsten trein, want den volgenden dag en vele dagen daarna, was er groote drukte en groote haast en veel verwarring op alle wegen en op alle spoorlijnen van Frankrijk. De mannen uit de omliggende dorpen vulden de straten van de stad, vergezeld door hun vrouwen en moeders en kinderen en vreemde officieren in auto's raasden door de Rue de Périgueux. Heele troepen jonge mannen marcheerden in de pas naai het station, onder het zingen van de Marseillaise en de vrouwen, voor hun huizen staande, wierpen hun kushanden toe, toen ze voorbij kwamen. In het sta tion stroomden de langé soldatentrelnen, versierd met takken en bloemen, weg. Mannen en vrouwen, Jong en oud, wulf den met hun zakdoeken tot de wagons uit het gezicht waren. Dan wendden zU zich om en weenden bitter. Martin, Mortlnbras en Bigourdin gingen dikwijls kijken naar het vertrek der treinen, die de bloem van stad's jongelingschap wegvoerde. Luclen Viriot ging ook vol moed. Evenals Joseph, die Martirrs ouden rok voorgoed had weg geworpen. Na een paar dagen was Bran- tóme zoo stil en saai als een balzaal, waar uit de laatste gasten verdwenen waren. Ernstig was het avondclubje ln het Café de 1' Unlvers. Door Frankrijk, ging het ge- ruoht, dat Engeland weifelde. Fortinbras verdedigde warm Engeland's eer. Tehuis was hij heel stil; teeder en beschroomd ging hij met Félise om. Voor Martin maakte hij geen toekomstplannen; in zijn geheele houding was iets zachts en wee moedigs. Hij hatj aau Martin verteld, dat hij niet langer Marchand de Bonheur was. HIJ haa er geen slag meer van. Op aan dringen Van Bigourdin had hij een lijf rente gekocht, groot genoeg om te voldoen aan zijn bescheiden behoeften van wijs geer Nu de scherpe prikkel er niet meer was om vijffrancsstukken te verdienen en nu hij in geen andere zaken meer betrok ken was. geleek hij een zanger, die zijn stem verloren heeft. Niettegenstaande zijn groote kundigheden en zijn kennis van het menschenharl. niettegenstaande zijn held- haftigen strijd, had hl) toch volkomen ge faald waar het zijn eigen ziel betrof. Een andere Fortinbras. eigenlijk een gebroken man. had nu zijn intrek nomen in het Hotel des Grotte?. Doch al het spreken over oorlog werkte als een stimulans en hij werd weer de redenaar en de ziener HIJ kwam op voor Engeland en zijn vurige op rechtheid maakte Indruk op zijn hoorders. De hemel zij gedankt, zei hij nader hand. ik had gelijk. Ondertusschen kwam Martin, die door al wat hU gezien had en gehoord, diep was getroffen, tot de overtuiging, dat. even goed als het geschreven stond dat hij naar Brantóme gaan moest, het ook stond ge schreven, dat hl) er niet moest blijven U spreekt goed en met overtuiging, Monsieur, zei de Maire tot Fortinbras ze zaten met hun twaalven ln het gewone hoekje van het Calen Monsieur Casen- zac. de eigenaar stond er bU maar wat voor bewijzen hebt u voor Engeland'» medewerking? Martin, wiens geheele gestalte beefde, sprak toen met luide stem: Monsieur le Maire, daar ls niet een Engelschman, met bloed ln de aderen, die eenigen twijfel koestert. Ik. een Engelsch man van weinig beteekenls, spreek voor mUn vaderland. Zorg u. dat ik aangeno men word als volontair, als gewoon sol daat bij de Infanterie, en lk zal strijden voor Frankrijk. Aanvaard mijn gelofte, Monsieur le Maire het ls de gelofte van den eenigen Engelschman in Brantóme uit naam van het Engelsche volk. Aan alle hoeken van de wereld zijn er duizenden, die beter zijn dan lk, die geisplreerd wor den door dezelfde gevoelens van loyaliteit. Zorg dat ik aangenomen wordt. In het Engelsch kon Martin nooit zoo gesproken hebben. Langzaam zouden dan de woorden gekomen zijn. Maar hij was onder Franschen en hij was gewend zich in het Fransch uit te drukken. Een goed keurend gemompel volgde. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 9