RAADSELS. GOEDE OPLOSSINGEN. cu nu al?" vroeg moeder ver bis nog meer dan een uur te ijjcbeelt er wat aan?'; Keen beetje hoofdpijn, moe, ant- lliesje en ze glimlachte om moe- rast te stellen. Tdan maar mee," zei moeder; „dan JL er wel eens lekker warm onder L met moeder ging Liesje nu naar i te rusten kind," zei vader, terwijl teven aan haar krullen trok; „wel fa. Pas op, dat je nu niet ziek wordt &zei niets, maar met een veel ern- Lchtje dan anders zat ze haar «■ie maken. Ronds laat, toen ook Gretha al een K tijd in bed lag, ging moeder nog naar het kamertje der meisjes. KT sliep kalm en rustig, zooals al maar Liesje lag met een hoogrood ge- je pijnlijk kreunend in haar bed te je nog niet, meiske?" fluisterde erwijl ze zich over haar heen- èsje merkte het niet. Slechts met een lijk kreunen gaf ze antwoord op moe maag oeder [stopte haar dochtertje nog eens 1 toe, en zocht toen haar eigen slaap- ier op. isschien viel 't nog wel wat mee. 'ie weet was Liesje morgen weer niet ,.,|*n',aal goed. - had wel eens meer van die koortsige, .ge machten. r toen moeder 's morgens al weer vroeg in 't meisjeskamertje stond, wï dat. het niet mee viel. togen keek Liesje haar aan, de kamerdeur opendeed, fluisterde ze. „dorst," ^^Hpiet haar drinken. „Ben jf ziek Liesje? Waarom heb je me ui maalniet even geroepen? Je weet wel, it moeckr het altijd hoort." ^Hpeije gaf geen antwoord. Suffig ^■uiaar bed. 'tWas alsof ze niets be- erkt&nr wat er om haar heen gebeur- _^^H[Gretha naar school ging kreeg "■^^Bbodschap'^mee voor dokter Hey- ^Bdok" vooral gauw wilde komen; ij cHpad zoo'n koorts." s i^Kzult het toch niet vergeten?" vroeg r.'^^Kog eer ze de deur uitging. moe," antwoordde Gretha; en gei®nog dan de woorden stelde de klank et;:^^Pha's stem moeder gerust. Nee -I dit zou haai' dochtertje zéker niet rgeten olijk als Gretha anders was, zoo jj^^—drukt was ze nu. Nadat ze haar tij den dokter gedaan had, liep 'e .^^Blndje terug om Lous op te halen. jij vroeg," lachte Lous toen jpHWI lunu' was. „Anders haal ik jouw J)f^^Ben nu kom jij bij mij. Waaraan eer te danken?" Uretha ging niet Op Lous scherts is. «I' ,!s ziek-" zei ze- meende Lous, „ze is zeker wat ■ven'"11: daarom moesk ze toch thuis- HwBantwoordde Gretha, „ze moest 'en. maar opeens kwam er een is gisteren met die kouden wind om mij du?" herhaalde Lous verbaasd. 'P er niets van. Toe, vertel me nu S! iw| ..Om hiS's?! niets liever. Als ze gedurfd ?,het htoeder vanmorgen al wS9H»bh hebben, maar de moed had ■^Mtbroken Moeder was ongerust ge- iaar nu aan Lous vertelde ze alles. «Sterde geduldig. mren is het zoo erg niet," troostte triendinnetje. „Wie weet is ze van- MHn..a'-n'et een heeleboel beter." K'Vfeuia erg moeilijk dien morgen c,„f de lessen te houden. 'nwelijks ging de schooldeur om ÏÏLopen* of ze was de eerste die rond. jat zeker direct naar huis?" vroeg gevolgd was. BF"UT Shrkte. icht i» flink door. Ga je mee? Of ..WelL» °?°,p iemand anders?" i met jouwoordde Lous hartelijk, „ik le!.« G(eth? ,Vlmuten vroeger dan anders 1 Bk, 5lk pp Ze ging door de achter in je toch nul» n winkel klanten waren wjfiktmer vragen. Moeder was in de Wel tien moeder? Wat heeft t 'kfflet Lies Dilffg^ceraegd?" k*kha moeritpble€lc V£U1 spanning, keek ^ókLdat K w^l0ederS ^icht stond dat Lies kou gevat heeft. Hij vroeg of ze met dien guren wind buiten was geweest. En hij vreest, dat de longen een weinig zijn aangedaan. Doch hij hoopt, dat het niet zoo erg zal worden als ver leden jaar." Een oogenblik bleef Gretha staan. Toen wierp ze zich, luid schreiend op den divan. Verschrikt kwam moeder naar haar toe. „Maar meisje toch," zei ze. „Daar moet je nu toch niet zoo om huilen. Dokter ziet het niet donker in; lang niet zoo erg als de vorige keer." 't Snikken hield nog altijd aan. „Maar Gretha dan toch," hernam moe der, „je mag jezelf niet zoo overstuur maken." Eindelijk kon Gretha een paar woorden uitbrengen. ,,'t Ismijnschuld," snikte ze, dat Lies.ziek is". „Jou schuld?" herhaalde moeder ver baasd. „Jou schuld? Wat is dat nu voor onzin wat je daar zegt?" Maai' Gretha schudde het hoofd. En nog telkens door snikken onderbroken, vertelde ze moeder, dat Liesje om haar te helpen, was uitgegaan met de kleedjes, die zij had vergeten mee te nemen. Zonder haar ook maar één keer in de rede te vallen, liet moeder Gretha heele- maal uitspreken. Ja, zoo was haar oudste nu. Vergeet ach- tig en onbedachtzaam, maar als ze werke lijk inzag verkeerd gehandeld te hebben, dan ook niet draaien en jokken om het gebeurde te verbergen, maar terstond alles bekennen. „Meisje, meisje," zei moeder toen Gretha alles gezegd had, „wat heeft die vergeet achtigheid van jou toch al een narigheid gegeven. Zeker, 'twas niet goed van Liesje dat ze uitging, hoewel ze wist dat ze niet mocht, maar voor zichzelf zou ze het ook vast niet gedaan hebben. De eerste oorzaak van alles is, dat jij die kleedjes vergeten hebt." Kijk me eens aan. Gretha." Oogen, nog vol van tranen werden tot moeder opgeslagen. „Beloof je me Gretha, dat je zult gaan strijden tegen je vergeetachtigheid.?" Het hoofd op moeders schouders ge leund, fluisterde Gretha: „Ja moeder." ..Dat is goed," antwooi'öde moeder, ter wijl ze zachtjes Gretha's hoofd streelde. „En weet je wat daarbij een heel goed middel is, meisje? Je moet probeeren, net als ons Liesje, om meer aan anderen dan aan jezelf te denken. Als je dat doet, dan zal het heusch zoo spoedig niet gebeuren, dat je iets wat je opgedragen is, telkens weer vergeet," Gretha sloeg de armen om moeders hals. ,,'k Zal mijn best doen, moes." Goed kind, maar dat niet alleen. Want dan kon het wel eens. dat je toch weer in je oude fout viel. Maar ik weet één ding, dat altijd helpt. Weet jij dat ook?" „Ja moeder, bidden". 't Was twee weken later Vader en Gretha de Bruin zaten in de huiskamer achter den winkel. Vader be hoefde niet in de bakkerij en moeder niet in de zaak te zijn, want 't was Zondag. Eerst waren vader en Gretha en toen moe der naar de kerk geweest. Moeder was nu boven bij Liesje. Ze hielp haar aankleeden, want vandaag mocht de kleine zieke weer voor het eerst beneden komen. Op de divan was al een gemakkelijk plaatsje voor haar klaar gemaakt Nee, Liesj;e was niet zóó erg ziek geweest als het vorige jaar. Maar toch had dokter af en toe bezorgd het hoofd geschud. Het waren soms toch nog wel ongunstige dagen geweest. Doch nu was alle vrees geweken. De dokter had de kleine patiënt buiten ge vaar verklaard Een zacht gestommel op de trap bewees, dat moeder en Liesje naar beneden kwa men. Gretha sprong op en opende de ka merdeur. Met een blijden glimlach op het smalle, bleeke gezichtje kwam Liesje bin nen. Moeder bracht haai' naai' den divan en stopte haar nog een beetje toe met een warme deken. „Goddank," zei vader, „dat het weer zóóver is. Dót we onze kleine puk weer in ons midden mogen hebben." „Ja," stemde moeder toe. „En weet u va der, we zijn nu nóg verder als voor Liesje ziek werd." Vragend keek vader haar aan. „Hoe dat zoo, moeder?" „Wel," zei moeder vroolijk, „allebei onze dochters hebben mij in dien tijd iets be loofd. Van Gretha heb ik de belofte, dat ze voortaan tegen haar vergeetachtigheid en zorgeloosheid zal strijden en Lies heeft gezegd, dat ze nooit meer stilletjes uit zal gaan. Zie je nu wel, dat we verder zijn als voor Liesjes ziekte?" „Ja," stemde vader toe. „we hebben zeer veel reden om God dankbaar te zijn...." FRANCINA. RAADSELS VOOR ALLEN OM UIT TE KIEZEN. DE GROOTEREN 4. DE KLEINEREN 3. I. Ingezonden door Krijn Haasnoot. Op de kruisjes van boven naar beneden en van links naar rechts de naam van een schrijver, x X X X xxxxxxxxx X X X X le rij: de 16e letter van het a.b.c. 2e rij: lichaamsdeel aan je hoofd 3e rij: een zuivelproduct. 4e rijwaardoor je een gebouw verlaat. 5e rij: het gevraagde woord. 6e rij: naam van vele koningen van Frankrijk. 7e rij: waaruit men water schenkt. 8e rij: leert men voor school. 9c rij: de 18e letter van het a.b.c. H. Ingezonden door Willy Mulder. Wat verschijnt éénmaal in elke minuut, twee maal in elk moment, en geen enkele maal in de geheele eeuwigheid. III. Ingezonden door Marinus v. d. Anker. Nu aan alle man gevraagd, Waarom hij een boord toch draagt. IV. Ingezonden door Martha Schimmel. Wat wordt korter hoe meer men er aan trekt. V. Ingezonden door Hennie de l'Ecluse. Mijn geheel is een dorp van 10 letters.*' 1, 2, 3 wordt op school gebruikt; 2, 3 komt van een vogel; 7, 9, 8, 10 eet een kind graag als het verkouden is; 6, 8, 8, 7 19 een kleur; 4, 5 is een lidwoord. VI. Ingezonden door Henk Beets. In een graanschuur voert een wagen Nieuwen voorraad dag aan dag. Dien dorschers op de dorschvloer, Raken met een vasten slag. Twee en dertig wakk're mannen Zijn voor 't werk steeds gereed; Zeg, wie weet het nu te raden, Hoe die nijv're bende heet. VII. Ingezonden door John Delfos. Ik heb twee dunne beenen Maar voeten heb ik niet. Die beenen moeten nat zijn, Ais gij mij loopen ziet, En waai' ik loop, daar laat ik Een zwart, goed zichtbaar spoor, En al die zwarte sporen Vertellen heel wat, hoor! GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSELS ONTVANGEN VAN: Gerard de Geus, Dorus de Geus, Keesje de Geus, Marjanna van den Anker, Marius van den Anker, Adriana Struik, Marie Guley, Annie Wassink. Jacoba van Leeu wen, Marijtje Wassink, Gerharda Eggink, Wim Kruit, Marietje Laterveer, Reinier den Hertog, Annie den Hertog, Annie Zaalberg, Greet van der Biezen, Connie van Vliet, Hendrina de Ren, Jo van der Linden. Tieleman van der Linden, Tonny Vos, Hennv Vos, Karei West, Hendrik West, Lena Schilp, Willie Schilp, Marietje van der Mey, Ru van Dijk, Bas van Dijk, Annie van Dijk, Krijn Haasnoot, Jan Was senaar, Eempien Wassenaar, Jopie Was senaar, Betsy philippo, Lyda Philippo, Annie Dorrepaal, Willy C. Mulder, Willy Heyl, Jo Beumer, Rie (zonder achter naam), Willy van Wijk, July Franke, Bep Rozier, Cornelis J. Arbouw, Henny de l'Ecluse, Henk Boom, Arie de Graaff, Jan de Graaff, Stientje Griffioen, Ploon de Kort, Mientje Breyer, Adrie van Nood, Bert van Reenen, Dirkje Hopman, Mane La Lau, Coba Dexel, Agnes Louise Planje, Ali Krassenburg, Maurits van Nood, Johan van Nood, Koos Nieboer, Riet van Berkel, Maartje Zaalberg, Gerrit Ramp, Anje de Gelder, Jannie de Water, Frans de Water, Corry van Driel, Jan van Driel, Franclna de Wit,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1932 | | pagina 13